Alle Redt U Zeivers
Aandeelhouders
)e pogingen voor den Vrede
Argentinië overwint de Crisis.
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Voor eo door de Landbouwers
MOTIE
ZITDAG
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
>NDAG 10 FEBRUARI 1935.
17de 1 AARGANG Nr 841
Pril» 25 centiem
rste liei
erbreu
He afw
tslachte
volbre
ng
Belgbonnementsprijs 12 fr. 's jaars.
ixembui Men schrijft is op ons
d en toireci en 0p alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteiier
O. CAUDRON.
Bareel en Redactie t De Vilanderstraat, 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
1885
ijd
?31.
ïaar vi
goude
1913
iste mi Alle leden aandeelhouders moet de leus zijn van alle Redt
te». I Zeivers.
'27 We Sinds 10 jaar was het niet mogelijk aandeelen te bekomen,
^héo Varleden geeft de nieuwe wet ons de schoonste gelegenheid en moeten
g' Gr'o<Ve altman aanzetten zijn deel op te eischen.
it. 28, Ti We bezitten ruim 6000 betalende leden, en amper 622 aan-
de^hóutleelhouders die enkel verspreid zijn op een tiental gemeenten rond
nezen va^ajst dorpen die vanaf het begin aangesloten waren bij onze ver-
Breydei;eniging.
der ing, We hebben daartegen ruim 1000 bezitters van spaarboekjes en
'èuwfeiasbons, waarvan vele tevens aandeelhouders zijn deze die het niet
„Min zullen het worden door een groot deel hunner kasbons of
paarboekjes over te dragen op aandeelen.
De 5000 leden die noch het een noch het ander bezitten, moe-
en zoo rap mogelijk aangeworven worden als aandeelhouders onzer
persoPaatschappij.
brengt Volgens den zin van de wet op de kooperatieven moet iedereen,
'AAR|je wjj genieten van de voordeelen derzelve, aandeelen bezitten.
itvang|X.lle leden kunnen zich heden in regel stellen.
We vragen aan alle overtuigde Redt U Zeivers het goede
Maan-/oorbeeld te geven en vrienden en kennissen in te lichten en aan te
>ver d«,ejjen dit voorbeeld te volgen.
ïl Ma- Het gaat hier niet om almoezen te vragen noch te geven. Het
i, (Sints eene zeer goede en opbrengende geldplaatsing in eigen zaak,
vaar we de meesterschap niet aan anderen moeten overlaten.
j. Hó- Recj(. u Zeivers begrijpen hun plicht en schrijven zonder
»n cn^achten in op onze kapitaalsverhooging.
9
tot|
55-67,
Kerk
/raag.
asui
Schijn- en werlcelijkheidsmiddelen.
Moest men vertrouwen stellen in de
uwen dragen, welke sinds 1918 tusschen de
TIPNI jrschiHende Europeesche volkeren wer-
tn afgesloten, dan zou men in de toe-
/aar- 3mst 00ri0g onmogelijk achten.
r, ij tientallen, werden zulke verdragen
uts pgesteld en, onder schoone benamin-
4 en en wondere toekomstbeloften, aan
e openbare opinie voorgeschoteld. De
latste creaties op dit gebied zijn het
)ostelijk pact, het Fransch-Italiaansch
erdrag en de Londensche overeen-
omst, welke in de afgeloopen week
isschen Frankrijk en Engeland werd
ereikt. Op deze laatste komen wij terug
het vervolg van deze bijdrage.
Het zou niet overdreven zijn te bewe
en dat een ontwikkeld mensch een
ansch jaar zou noodig hebben om al
ien papierrommel eens aandachtig door
t lezen.
Dat die talrijke overeenkomsten aan
Ie diplomaten en hun medewerkers een
chitterende gelegenheid verschaffen om
;osteloos en confortabel te reizen, om
jezellig te tafelen en om hun persoon-
Ijke flnanciëele aangelegenheden te be
vorderen, dat zal wel niemand betwijfe-
en. Maar of ze verders wat aarde aan
len vredesdijk brengen, dat is een ande-
•e kwestie
Alle staatslieden, buiten de fransche
net eenige hunner volgelingen uit kleine
anden, zijn er mede akkoord dat het
Verdrag van Versailles, in zijn groote
;rekken, onhoudbaar is, een groot deel
van de Engelsche pers noemt het Ooste
lijk pact simpelweg een dwaasheid en
naar de meening van vooraanstaande
ersonen heeft zelfs Locarno uitgediend,
aarom werden er dan zulke bepalin-
rgen in opgenomen, die toch van meetaf-
aan onuitvoerbaar moesten blijken.
Welk vertrouwen kan de massa nog
en voelen in, en welken eerbied voor diplo-
ïD maten, die aan de staatskassen zooveel
geld kosten en niets verwezenlijken dan
eenige bundels handschriften zonder
ts merkbare waarde, terwijl de mensch-
'P heid geen uitweg ziet in de heerschende
krizis en de vredeskansen met den dag
!n kleiner worden.
Die conferenties zonder einde laten
ons al te duidelijk inzien dat de groote
mogendheden enkel en alleen hun per
soonlijk belang verdedigen, aan anderen
willen opdringen wat ze zelf niet toe
passen, vandaag verwerpen hetgeen ze
gisteren goedkeurden, en onderling een
AFF
1.
van
\ing.
mer.
)U-
)nd,
t te
im-
en
4,
ion
eer
eer
;er
pers
We
n
onverbiddelijken strijd voeren om de
meesterschap in de bewapening, in de
nijverheid en om de afzetgebieden.
Juist daarom moeten we den vrede
niet verwachten van de bewindvoerders,
welke heden overal de leiding in handen
houden: de tallooze verdragen zullen,
wanneer het eigenbelang zulks vergt,
beschouwd worden als "vodjes papier,,
van nul en geener weerde.
Als bewijs daarvoor overwege men
de houding van Duitfchland en Italië in
den grooten oorlog en deze van Japan
op het huidig moment.
Terwijl de onderhandelingen ge
voerd en pacten geteekend worden, ziet
men bij de verdragsluitende partijen
nieuwe forten bouwen, oorlogsschepen
uitreeden, vliegtuigen slagvaardig maken
en giftgassen fabriceeren, zoogezegd om
den vrede te handhaven, juist alsof men
een in vlammen opgaand huis met olie
blusschen moest.
Daarbij woedt bestendig de ekonomi-
sche oorlog, waardoor de bestaansmo
gelijkheid van menig volk bedreigd
wordt en die onvermijdelijk tot wapen
geweld leiden moet. Ondertusschen
doet de pers van de wapenfabrikanten
en van de groote patriotards, die altijd
zelf buiten schot blijven, onverpoosd
haar werkze predikt haat en afgunst
onder de volkeren, buit de vaderlands
liefde uit en zweept buurstaten tegen
elkander oplaakbare politieke feiten en
gebeurtenissen, welke in eigen land voor
't grijpen liggen, worden bij de vijanden
afgeschilderd als misdaden tegen de be
schaving. De meerderheid van de be
volking slikt al dien onzin en bereidt
zichzelf aldus vóór tot slachtoffer van
den allerlaatsten oorlog omwille van
recht en beschaving
Dat de zoo vurig verlangde vrede
van dien kant niet komen kan, ligt voor
de hand, omdat alle pacten en overeen
komsten de eigenlijke oorzaken van de
moeilijkheden onder de volkeren niet
wegnemen.
De ware vrede kan enkel groeien in
de harten der enkelingen, om zich lang
zamerhand uit te breiden tot een wereld
gedachte, door het besef dat de oorlog
altijd nutteloos en misdadig is, niet
waardig van een zelfbewuste mensch-
heid.
Waarvoor werden eigenlijk die mil-
lioenen levens in den laatsten oorlog
weggemaaid En welk volk heeft
eigenlijk voordeel getrokken uit dien
gruwelijken massamoord Zelfs de lan
den der zoogezegde overwinnaars wer
den geruineerd of geestelijk en econo
misch ontredderd.
Elke andere voorstelling over vrede
en oorlog houdt geen steek, en aan die
waarheid zullen de diplomaten niets
veranderen.
Tegenwoordig wordt er weer druk
gepraat en geschreven over beperking
der bewapening. Wat een onzin ligt er
in dat woord "beperking,,
Wij stelden hier vroeger reeds de
vraag Is het voor onze jeugd niet een
der of ze stukgeschoten wordt met een
kanon van 15 of met een van 30 mm.
Maakt het voor de bevolking der steden
en nijverheidscentra eenig verschil uit of
zij bestookt wordt met bommen uit een
vliegtuig of uit een bestuurbaren ballon
Zullen de beperkingsmaatregelen be
letten dat de geleerde en beschaafde
volkeren van Europa voortgaan met
giftgassen tegen elkander aan te wen
den, terwijl Kongoleezen en Chineezen
door hen worden uitgescholden voor
wild en onbeschaafd
Om het oorlogsgevaar en de ruinee-
rende militaire lasten in Europa uit te
schakelen, moet men de volgende vraag
stukken algemeen durven aanpakken
1. Volledige ontwapening.
2. Erkenning van het onafhankelijk
bestaansrecht voor alle kleine volkeren,
en recht op aansluiting bij hun stam- of
rasgenooten.
3. Verbod van afzonderlijke verdra
gen af te sluiten.
4. Herinrichting van den Volkenbond,
die geen machine in de handen van den
sterkste wezen mag, maar waarin gelijk
recht voor kleinen en grooten gewaar
borgd wordt.
5. Aanneming van éénzelfde wetge
ving voor den buitenlandschen handel.
6. Het instellen van een algemeene
en vaste munt en van een Europeesche
muntwet.
Nu staan wij voor de volgende vraag:
Is onze beschaving reeds ver genoeg
gevorderd om zulke grootsche zaken te
verwezenlijken en is de noodzakelijk
heid ervan genoegzaam doorgedrongen
tot de ontwikkelde enkelingen, die de
volksmassa geestelijk moeten bewerken?
Om daarop te kunnen antwoorden,
willen we in ons volgend nummer eeni
ge van de aangehaalde middelen kort-
bondig bespreken.
unies ««sns»» MBsaeae »eiSMS(a»
Het Landbouwcomice van Aalst, in
algemeene vergadering op Tweede
Kerstdag 1934
Stelt vast
dat de noodtoestand der landbouwers
steeds verergerd,
dat de getroffen regeeringsmaatregelen
onvoldoende bleken en maar al te dik
wijls sommige reeksen landbouwers be
nadeelden.
Eischt dringend
dat de verantwoordelijke regeerings-
kringen een volledig plan ten voordeele
van het landbouwbedrijf zouden opstel
len en uitwerken dit in het kader der al
gemeene belangen onzer bevolking en
zonder nadeel voor andere klassen.
Vestigt bijzonder de aandacht op
volgende punten, welke van dringend
aktueel belang zijn
1. Afdoende maatregelen tot revalo-
risatie der graancultuur, beetencultuur,
hop- en tabakkweek, aardappelteelt,
groententeelt, zuivelbedrijf, hoender-
kweek, veeteelt.
2. Vaststellen der pachtprijzen door
gewestelijke paritaire kommissies.
3. Toezicht op de meststoffennijver-
heid, de 80 grootste bloemmolens, de
brouwnijverheid en suikernijverheid.
4. Uitbreiding en opzoeken van af
zetgebieden voor onze landbouwpro
dukten ten einde de exportmogelijkhe
den te vergrooten.
5. Bevordering en bescherming van
het spaarwezen van den landbouwer
zelf. Staatstoezicht en staatskontrool.
6. Verkiesbare beroepsvertegenwoor
diging van den landbouw.
7. Reorganisatie van den Dienst der
Staatslandbouwkundigen en van den
dienst der onderzoekingsstations. Voor
het oogenblik bestaat er veel te weinig
i (Zie vervolg op de 2de bladzijde,)
1.
De economische opgang van de Ar-
gentijnsche Republiek dagteekent eigen
lijk van deze eeuw. In den loop van de
eerste vijf en twintig jaren werkte ze zich
op, uit een haast onbekende stelling, tot
een der belangrijkste naties tusschen de
levensmiddelen voortbrengende landen
der wereld. Deze snelle opgang was
voornamelijk te danken aan de massale
inwijking uit Europa, die rond 1875 in
zette en tot aan de oorlogsjaren gestadig
toenam.
En de uitgestrekte "pampas», die zich
over een oppervlakte van 279.271.000
hectaar uitdeinen, werden langs honderd
verschillige zijden aangevallen. De re
geering en de spoorwegmaatschappijen
wedijverden om de kolonisten aan voor-
deelige voorwaarden vruchtbare gron
den aan de hand te doen.
En moeilijk was dit niet.
De Fransche oud-minister J. Ricard,
die de Argentijnsche economie ter plaat
se bestudeerde, legde onlangs in een
conferentie de volle nadruk op de onbe
grensde mogelijkheden van den Argen-
tijnschen landbouw. Om U daarvan een
klaar gedacht te geven, willen we hier
enkele cijfers aanhalen. Slechts 12 t. h.
van de gezamenlijke oppervlakte bestaat
uit onvruchtbare gronden of rotsen
27 t.h. is met bosschen bezet, waarvan
enkel de quebracho-rojo letterlijk
vertaald een boom zoo hard dat de byl
er op breekt, wordt uitgebaat. De schors
bevat een looistof die we kennen onder
den naam van quebracho en waarvan
de schepen die op Zuid-Amerika varen
regelmatig groote hoeveelheden te Ant
werpen ontschepen. De natuurlijke wei
den, de eigenlijke pampas beslaan
53 t.h. van de totale oppervlakte, ter
wijl totnutoe nog slechts 8 t.h., het is te
zeggen ongeveer 35.000.000 hectaar
wordt bebouwd en uitgebaat.
Indien we in aanmerking nemen dat
Argentinië, alhoewel het nog slechts een
klein gedeelte van de bebouwbare op
pervlakte bewint, een der grootste
graanleveranciers van de wereld gewor
den is en naast Australië en Zuid-Afrika
den voet zet inzake wolvoortbrengst,
komt het woord van oud-minister J. Ri
card ons niet als overdreven voor. De
Argentijnsche landbouw bezit werkelijk
onbegrensde toekomstmogelijkheden.
Naar een berekening biedt Argentinië,
dat op dit oogenblik nauwelijks 10 mil-
lioen inwoners telt, plaats en bestaans
mogelijkheden voor een tienmaal groo-
tere bevolking.
Aan steden en nijverheden is Argen
tinië niet rijk, alhoewel beide gestadig
toenemen. Totnutoe beperken de nijver
heden zich tot het voorzien der pampas
bewoners in hunne grofste benoodigd-
heden en hunne ontwikkeling houdt dan
ook gelijken tred met de toename en de
koopkrachtverhooging der bevolking.
Alleen de quebracho- en suikerindustriën
zijn op den uitvoer aangewezen. De eer
ste, die voornamelijk in de provincie
Tucuman geconcentreerd is, maakt op
dit oogenblik harde tijden doorde
tweede daarentegen legt nog een goede
bedrijvigheid aan den dag. Luxe-nijver
heden telt Argentinië om zoo te zeggen
nog niet, behalve wellicht de ledernij-
verheid, die in het vervaardigen van
schoenen, rijlaarzen en andere lederen
met de beste fabrieken uit
dat hij telkens den weerslag ondervond
van de economische crisissen waaronder
Europa, op schier bepaalde tijdstippen
te lijden had.
Dit was vroeger zoo... en nu nog.
Feitelijk begon de crisis vroeger in
Europa. Vanaf 1926-'27 reeds onder
gingen de prijzen der bijzonderste land
bouwproducten gevoelige verminde
ringen. De uitvoer echter handhaafde
zich niet enkel, maar nam zelfs toe. zoo
dat het exportcijfer geen verandering
onderging. Dit gebeurde eerst in 1930-
1931. En van dan af ging de buiten-
landsche handel, die voor 96 t.h. uit
landbouwproducten bestaat, gedurig
achteruit. Van 4,3 milliard pesos papier
in 1928 viel het totaal van den buiten
landschen handel in 1933 tot nauwelijks
2 milliard. De landbouwers uit de pam
pas zagen, op die enkele jaren, hun in
komsten tot de helft slinken.
Indien men de laatste cijfers aangaan
de de bebouwde oppervlakte er op na
slaat, komt men tot het besluit dat de
Argentijnsche boeren hun landerijen, in
plaats van ze braak te laten liggen gelijk
in de Vereenigde Staten, deze nog heb
ben uitgebreid. De rijkdom van den vee
stapel is evenmin afgenomen, wellicht
voor de schapen uitgezonderd.
Argentinië volgt een geheel andere
politiek dan Roosevelt en dit is begrij
pelijk. Argentinië heeft niet anders dan
zijn landbouw terwijl de Vereenigde
Staten en Australië een compensatie
voor de braakliggende velden in de nij
verheidsuitbreiding zoeken.
De Argentijnsche boeren hebben
slechts sommige culturen waaraan er
overvloed bestond, door andere ver
vangen. Zoo is de voortbrengst van
keren afgenomen, terwijl die van lijn
zaad is vermeerderd.
In tegenstelling met Brazilië, Chili
en andere Zuid- en Noord-Amerikaan-
sche Staten, heeft de Argentijnsche Re-
geericg een meer liberaalgetinte ge
dragslijn gevolgd, zoolang het mogelijk
was. Het was eerst op het einde van
1933 dat ze daadwerkelijk heeft inge
grepen om de prijzen van het ljjnzaad.de
maïs en het koren terug loonend te
maken door het instellen van een co-
miteit, waarover we in het volgend
artikel breedvoerig zullen uitweiden en
de uitslagen onderzoeken.
De Argentijnsche veeteelt, die heel
belangrijk is, onderging reeds sedert
jaren de gevolgen van de Engelsche
Ottawa-politiek. In 1930 leverde Ar
gentinië 656.000 kwintalen bevroren
vleesch aan Engeland in 1932 was het
cijfer op 586.000 kwintalen terugge
bracht, terwijl het aandeel van Australië
en Nieuw-Zeeland gestadig toeneemt.
Gelijk voor het graan werd voor het be
vroren vleesch eveneens een commissie
ingesteld.
De schapenteelt vormt een der groot
ste eigendommen van Argentinië. In
1869 bedroegen de kudden 54 millioen
koppen in 1895 waren ze tot 74 mil
lioen gestegen in 1908 beliepen ze nog
65 millioen koppen en op dit oogenblik
nog ongeveer 40 millioen. Door den
landbouw en den veeteelt is de schapen
teelt achteruitgedrongen uit de pampas
tot in de ver afgelegen streken van Pa-
voorwerpen mer ne nes.e r.DrieKen ui. »Vml[land.
Eu,op. of de Vereenigde Sieren wed- r allloewelhet aantal 5cha.
pen schier met de helft verminderd is,
ijvert.
Leven de steden en de nijverheden
van de pampas, de pampas van hunnen
kant leven van den uitvoer. Voor hun
ontzaglijke voortbrengstmogelijkheden
is de binnenlandsche markt schier van
geen tel. Trouwens, de gestadige ont
wikkeling van den Argentijnschen land
bouw is slechts mogelijk geweest door
den wonderen groei van de Europeesche
bevolking, voornamelijk in West-Euro
pa waar de landen zich schier totaal op
de nijverheid hebben toegelegd. De
eigen landbouw kwam er niet meer toe
de toenemende bevolking te voeden,
zoodat Argentinië er een geschikt afzet
gebied vond.
Gezien de nauwe economische afhan
kelijkheid van den Argentijnschen land
bouw van de West-Europeesche mark
ten, is het dan ook niet te verwonderen
vertoont de woluitvoer niet dezelfde
achteruitgang. Dit komt omdat de ge
middelde wolvoortbrengst per schaap
sterk is toegenomen. Inzake wol heeft
I de Regeering niet behoeven in te grij-
pen. In de laatste maanden van 1932
stegen de wolprijzen reeds en in Argen
tinië zijn het de houders van schapen die
het minst onder de crisis ^hebben] age-
leden.
('tjVervolgt.) J
uasamm stüaa»
van Rechtskundige Dienst wordt ge
houden op Zondag 3 Maart van
10 tot 3 uur, in onze bureelen De
Vilanderstraat, Aalst.
r,
req Kijk
vcrK zon - ii