lOnze Tuinbouw met
Ondergang bedreigd
Nogmaals tegen de
Contingenteeringen
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Voor en door de Landbouwers
NOORWEGEN.
ZITDAG
Karnaval
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
ZONDAG 3 MAART 1935.
Pri)# 25 centiem
17de JAARGANG Nt 544
Weke
ische
alfd, Vi
t van
zekens,
komen
ige W
k eieren
h mach
ornelis^
ebeek.
wkund
Irembo
EN w.
ooten int Abonnementsprijs 12 fr. s jaars.
leinenint Men schrijft in op ons
jeving, «Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteiier
O. CAUDRON.
Bareel en Redactie t De Vilanderstraat, 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
f&ssm
De tuinbouw welke voor ons land,
ezien zijne gunstige ligging midden
Ücht bevolkte nijverheidslanden en zijn
overvloedige handenarbeid, de aange-
rïflHpwczen rickting wasvoor ontwikkeling
JUUCyan onzen landbouw is sedert 1930 ge-
irste lifeidelijk aan 't kwijnen,
terbrei Thans is de toestand zeer benard zoo-
ille af4aoig dat in de betrokken middens nood-
ieslacht^retcn opgaan welke verleden week hun
volbrfveerklank vonden in de Kamer van
:ing. /olksvertegenwoordigers tijdens een in-
IBelf^pellatie bij hoogdringendheid gericht
uxembi'Ot de ministers van Buitenlandsche
id en t?aken en van Landbouw.
De oorzaken van de uiterst scherpe
crisis welke onzen tuinbouw teistert zijn
drieerlei1) het wegvallen van onze ge-
i 1885,wone afzetgebieden in het buitenland
rijd 2) de abnormale mededinging ingevolge
1931. ïitvoerpremiën en andere dumpings-
:naar praktijken van de vreemde producten op
gouènze binnenlandsche markt 3) de'onver-
1913 ichilligheid van onze Regeering ten op-
i en Lzichte van de levensbelangen van onzen
:nste nuinbouw.
rde». Vooreerst een paar woorden over het
:n t lanzienlijk economisch en sociaal belang
327 Wjat onze tuinbouw oplevert voor het
G. Gro Het bedrijfskapitaal belegd in de tuin-
iat, 25, Ijouw kan op ernstige basis geraamd
Vi(*or£kn op 11 milliard frank. De waarde
™°!'an de vuortbrengst bedroeg in 1929
lercq K? 1/2 milliard frank, in 1930 2 milliard,
m Breydin 1931 l 1/2 milliard frank, ingevolge
der irfe crjsjs welke alsdan aanving en sedert-
EeuwfJP'n voortdurend is toegenomen,
aegzakki Weet men dat de voortbrengst der
werk rsoolmijnen voor wier redding de Re-
nak. jeering alles veil heeft in 1933 slechts
:ene waarde had van 2.500.000.000 fr.,
E R Bijzij evenveel als de productie van on-
:en tuinbouw in 1929?
e persi Op sociaal gebied heeft de tuinbouw
ibrenfelf meer belang dan de mijnindustrie
hVAAHaar hij rechtstreeks werk verschaft aan
jmtrent 220.000 personen terwijl de
jntvanjjijnen in 1934 slechts 140.000 arbeiders
jezigden. Onze tuinbouw beslaat thans
ie Maaaog eene oppervlakte van 109.279 hec-
(over jaren.
De totale uitvoer van trersche inland-
itel M$che groenten en fruit bedroeg in 1929
:in, (Sijl9 millioen 500.0C0 frank. Ingevolge de
alrijke invoerbelemmeringen getroffen
30. Hcloor onze vroegere landen van afzet
cooals contingent» ering en vergunnings
gen taksen door Frankrijk, hooge invoer-
in 9 ttechten door Engeland, deviezenbeper-
65-6dng door Duitschland, monopoolrechten
i) Kerdoor Nederland is deze uitvoer in 1934
jevallen tot 220 millioen frank,
in vraag Voor snijbloemen en potplanten is de
vermindering bij den uitvoer werkelijk
3R®lll,bntzettend. In 1931 bedroeg de uitvoer
van snijbloemen 165.400 kg. en in 1933
nog amper 13.800 kg., terwijl voor de
11 eerste maanden van 1934 slechts
rouwe:10,400 k0< Wcrd 9«xporteerd.
De uitvoer van inlandsch fruit welke
THEN? 1929 92.928.100 kg. bereikte is tij-
dens de Heerste maanden van 1934
2 gedaald tot 28.687.900 kg. Bij de green
ly Ti tenteelt is de uitvoer in dezelfde verhou-
'dingen sedert 1929 gedaald.
A Kon onze tuinbouw voor het verlies
\j( van zijn buitenlandsche afzetgebieden
eene vergelding vinden in de uitbreiding
van zijn verkoop op de binnenlandsche
'FAFFmarkt dan ware de toestand houdbaar,
en. Doch wat zien wij? Ingevolge de laks-
in vanheid en de onverschilligheid der Regee-
iening.ting wordt onze binnenlandsche markt
en overstroomd door de vreemde produk-
ten.
Enkele cijfers zullen dit duidelijk ma
ken. De invoer van vreemd fruit welke
in 1929 11.218 000 kg. bedroeg is in
1933 gestegen tot 26 millioen 227.800
kg. en tijdens de 11 eerste maanden van
1934 tot 28 millioen 734.400 kg.
De invoer van vreemde groenten
steeg van 45 millioen kg. in 1929 tot
67 millioen kg. in 1933 en tot boven de
50 millioen kg. tijdens de elf eerste maan
den van 1934.
Is het in dergelijke omstandigheden
te verwonderen dat de prijzen der in-
landsche groenten tijdens het jaar 1934
gedaald zijn met meer dan de helft ten
immer
SHEW
et ge
:nbaar
aan-
oem
be-
/ilan-
opzichte van 1933 en dat onze voort
brengers hunne produkten moeten ver-
koopen tegen prijzen die op verre na de
voortbrengstkosten niet dekken
Geschiedde deze invoer dan nog in
normale handelsvoorwaarden, doch
meestal worden dumpingspraktijken
door den vreemde/toegepast om hem te
bevorderen, zooals uitvoerpremiën,steun
aan de teelten enz.
Wat doet onze Regeering om den
ondergang van onzen tuinbouw, welke
voor 's lands economie van zulk ge
wichtig belang is, te voorkomen
Weinig of niets 1
Sedert Juni 1934 is in België dein
j voer van tomaten, wortels en konkom-
mers gecontingenteerd, sedert 16 Juli
1933 deze van aardappelen en sedert
I 24 Maart 1934 deze van de sla. Doch
deze contingenteeringen werden zoo
breed toegepast, dat de vreemde con-
currentie de prijzen nog deed dalen on
der de voortbrengstkosten.
Verder heft België nog enkele onbe
duidende inkomrechten op sommige
groenten en vruchten, welke ondoel
treffend zijn, omdat zij niet opwegen
tegen den ilnancieelen steun waarvan
de vreemde producten genieten in hun
land van oorsprong of de vreemde pro
ducten treffen op een tijdstip dat zij in
ons land niet worden voortgebracht,
zooals b.v. voor de asperge en de
bloemkoolen.
Onze Regeering kan enkel kordaat
optreden tot bescherming der inland-
sche markt, wanneer het nijverheden
betreft waarin de groot-financie belan
gen heeft.
Het volstaat dienaangaande een blik
te slagen op de beperking van den ko-
leninvoer. Deze bedroeg in 1924 nog
16 270.000 ton, daalde in 1929 met de
helft, om in 1934 beperkt te worden op
7,700,000 ton. Thans nog streeft de
Regeering er naar in de onderhandelin
gen met Duitschland en Holland den
invoer van kolen verder te beperken.
Treffende vergelijking niet waar Bij
de tuinbouwprodukten stijging van den
invoer, niettegenstaande den kritieken
toestand waarin het bedrijf verkeertbij
de mijnindustrie verdere beperking van
den invoer, niettegenstaande het uitge
wezen is dat de meesten onzer mijnen
niet bij machte zijn even voordeelig
voort te brengen als de meeste vreemde
koolmijnen.
Wat nog meer is bij de jongste eco
nomische onderhandelingen met Spanje
en Italië werd onze reeds zoo zwaar
getroffen tuinbouw gebruikt als wissel
munt ten voordeele van de nijverheid.
Zoo werd aan Spanje een invoer toege
staan van acht maal zooveel sla als in
1934, terwijl de tomateninvoer uit dit
land volkomen vrij is. In zijn antwoord
op de interpellanten in de Kamer heeft
de.heer Hymans, Minister van Buiten
landsche Zaken, betoogd dat deze ver
hoogde invoervergunningen enkel wer
den toegestaan voor den termijn van
1 December tot 30 April en om onzen
belangrijken eierinvoer van nagenoeg
250 millioen frank in Spanje te behou
den.
Wij betwijfelen of zulks de ware reden
is. Immers onze eierenuitvoer naar Span
je wordt meer dan vergoed door de af
name door ons land van Spaansche ap
pelsienen. De werkelijke reden is dat
onze onderhandelaars er naar gestreefd
hebben den uitvoer van Belgische nijver-
heidsprodukten naar Spanje uit te brei
den door in ruil aan Spanje een merke
lijke verruiming van den invoer zijner
primeurs toe te staan.
Ook Italië eischt eene aanzienlijke
verhooging van den invoer zijner groen
ten en vruchten in België en naar het
schijnt zouden onze handelaars geneigd
zijn grootendeels toe te geven met het
oog op de belangen onzer nijverheid.
Onze tuinbouwers vragen zich af wat
er in dergelijke omstandigheden van hun
bedrijf zal geworden. Nu reeds gaat het
erg slecht, eene verhooging van den
toevoer uit den vreemde moet fataal den
ondergang meebrengen.
('t Vervolgt).
Zij die de crisis overwinnen
Noorwegen verdient opnieuw
geld Sonntag Morgen j
II.
De Houtnijverheid.
Van af de vroegste tijden putten de I
Noren kwistig uit de eindelooze schat- j
kamers welke hunne wouden zijn. Oude
documenten bewaren de getuigenis dat
de Vikings in de IXe eeuw hout naar j
Ysland uitvoerden. In 1300 dreven de j
Noren een regelmatigen ruilhandel met
Engeland: hout tegen stoffen. En in den
loop der eeuwen tot op heden is de uit
voer van het hout de bijzonderste be
drijfstak van Noorwegen gebleven.
De Noorweegsche wouden zijn on
uitputtelijk. Naar raming beslaan ze 7
millioen hectaar meestal pyn- en den-
nenboomen hetgeen per hoofd gere
kend, voor iederen Noor ongeveer 2,5
hectaar uitmaakt. Ik vraag het u in ge-
moede: kan men zich een mooieren, al
tijd aangroeienden, nimmer uitgeputten
rijkdom voorstellen? En maken de wou
den het gebrek aan vruchtbare aarde
niet gedeeltelijk goed
Want in het houthakken vindt de
boer een bijgevoegd bestaansmiddel.
Terwijl in vele landen. Portugal en
Spanje bijvoorbeeld, het meerendeel der
bosschen aan enkele personen of groote
uitbatingsmaatschappijen behooren, vor
men ze in Noorwegen een waren volks
rijkdom. De helft ervan is in kleine ver
kavelingen, loopende van 20 tot 100
hectaar, verdeeld, zoodat bijna iedere
boer, naast zijn stuk land, een bosch be
zit. In deze tijden van monopolen en
trusten mag dit zonderling voorkomen
uit sociaal oogpunt bekeken, beteekent
het voor Noorwegen een waren zegen.
Over de snelle rivieren en waterloo-
pen, waarmede Noorwegen als door
ploegd is, drijven de boomvlotten naar
de zagerijen en pulp- en papierfabrieken.
Om U een klein gedacht te geven van
de belangrijkheid van het houtbedrijf in
de Noorweegsche economie, laten we
hierna enkele cijfers volgen. Noorwegen
telt ongeveer 3000 zagerijen, alle uiterst
modern ingericht, waar minstens 25.000
werklieden arbeid en gewin vinden.
Daarnaast bezit het een vijftigtal papier
fabrieken, waaronder de grootste van
de wereld, 15 karton-, 30 cellulose- en
69 houtpulpfabrieken.
Van de geweldige hoeveelheden
voortgebrachte producten, hout, hout-
pulp, cellulose en papier, verbruikt
Noorwegen, voor eigen behoeften,
slechts een miniem gedeelte. De buiten
landsche afzet speelt dus een eerste-
rangsrol in dit geweldig bedrijf. Het is
derhalve niet te verwonderen dat," het
geen we de crisis noemen om de om
schrijving van Jacques Duboin te ge
bruiken, niet zonder meer aan Noorwe
gen voorbijging.
Daar ook speelde de crisis haar perten.
Het was de eigenlijke houtnijverheid
welke het eerste en tevens het ergste
door de crisis werd getroffen. In 1930
slabakte de houtuitvoer geweldig, waar
bij zich, een jaar later, een prijsinzinking
kwam voegen. En geen wonder. Met
gansche scheepsladingen wierp Sowjet-
Rusland in al de havens het hout op de
kaden en deed het aan ongelooflijk lage
prijzen van de hand.
De Noorweegsche houtuitvoerders,
evenmin als hunne Zweedsche en Fin-
sche mededingers, maakten zich geen
illusies. Tegen den Russischen "dum
ping,, waren ze niet opgewassen. Dit
wil, echter, niet zeggen dat ze bij de
pakken gingen zitten. Om geenen waar
om. Indien het gezaagde hout geen af
trek meer vond, dan moest er iets anders
op gezocht worden. Verkocht moest het
in ieder geval.
De redding lag gelukkiglijk niet ver af.
Gelijk ge weet werd het papier vroe
ger uit vodden vervaardigd. Het was
eigenlijk eerst in het begin dezer eeuw
dat men houtpulp voor deze fabrikatie
begon te gebruiken. De Noorsche nij-
veraars waren er vanzelfsprekend als de
kippen bij om er hun voordeel uit te
halen. Gelijk we het hooger hebben ge
zien rezen de houtpulp-, karton- en
papierfabrieken als het ware uit den
grond op.
(Zie vervolg op de 2de bladzijde,)
Alleen tegen den Landbouw. Niets in de plaats.
In alle landen wordt er door ekono-
misten en geleerden met ijver gezocht
naar heelmiddelen tegen de heerschen-
de krizis, in sommige landen met min of
meer goede resultaten, in andere zonder
positief gevolg, tenzij dat men, door de
publicatie van die studies, er in slaagt
de verschillende lagen der bevolking
tegen elkander op te zweepen.
Verleden week is er in België nog
maals dergelijke studie verschenen, van
de hand van den heer Dehoux, en voor
gelegd aan de kommissie van ekonomi-
sche zaken, die in den schoot der libe
rale partij opgericht werd.
Laat ons eerst zeggen dat deze studie
volop onze aandacht waard is, vooral
om haar uitgebreid cijfermateriaal, dat
aan den steller vast en zeker veel tijd
en arbeid gekost heeftmaar ook omdat
geen enkel verslag gelijk dit, in zijn ge
volgtrekkingen en besluiten, zoo eenzij
dig opgevat werd en omdat het open
lijk getuigt van grove onbekendheid
met onze landbouweconomie.
Ziehier hoe de heer Dehoux de zaken
beschouwtde Belgische verbruiker
wordt, door de contingenteeringen en
vergunningen van de landbouwproduc
ten, op schromelijke wijze uitgebuit
hij betaalde namelijk in 1933 twee mil
jard 384 miljoen frank te veel voor de
onmisbaarste voedingsstoffen, te ver-
deelen als volgt
Voor boter 615 miljoen.
vleesch 495
suiker 369
melk302
aardappelen227
tarwe 155
haver 86
rogge75
gerst 50
margarine 50
In deze enorme cijfers zijn, volgens
steller de eigenlijke douanerechten niet
begrepen, uitgezonderd deze voor de
suiker, zoodat er nog een paar honderd
miljoen moet bijgeteld worden om de
rekening effen te maken.
Hoe komt de verslaggever tot zulke
fabelachtige getallen? Hij telt niet alleen
de sommen geheven aan de grens, maar
ook de meerderwaarde, welke de bin
nenlandsche producten door de bescher
mingsmaatregelen ondergaan. Zoo zou
b.v. een kg. inlandsche boter van 20 fr.,
bij een vrije markt, en onbeteugelde
vreemde mededinging, maar 12 fr. kos
ten. Aldus berekent hij den echten
prijs voor alle producten.
Indien wij niet lang wisten dat men
met cijfers alles kan bewijzen, dan zou
den wij ons afvragen waarom onze boe
ren, die zoowat meer dan twee duizend
miljoen aan hemelsch manna ontvangen,
waarom zij zoo schrikkelijk veel moeite
hebben om de twee eindjes van het jaar
aaneen te lijmen Ziehier nu eenige be
sluiten van den heer Dehoux
1. De landbouwers genieten in de
huidige omstandigheden een bevoor
rechte positie, omdat zij zich de onmis
baarste producten voor hun bestaan,
aan den laagst mogelijken prijs kunnen
aanschaffen.
2. Toch lijden de landbouwmiddens
ook onweerlegbaar onder de krizis,
daarom is er behoefte aan een radikale
hervorming van ons landbouwwezen.
3. De beschermde landbouw sluimert,
slabakt (zie nu zijn bevoorrechte positie)
en klampt zich vast aan al te gemakke
lijke hulpmiddelen (bedoeld worden de
contingenteeringen).
4. De verbruikers worden uitgebuit,
teekenen verzet aan en worden opstan
dig.
De groote fout van dit verslag is
gelegen in het feit dat het de zaken
voorstelt alsof de landbouw, met de al
te sobere bescherming, een van de voor
naamste factoren der krizis uitmaakt
en al is dit wellicht niet volkomen de
bedoeling geweest van den opsteller,
toch werd zijn werk in menig dagblad
aldus uitgelegd en verklaard, zoodat de
boer weer als het schurftig schaap werd
gebrandmerkt.
Om een klaar en volledig beeld over
den ekonomischen toestand te scheppen
was de heer Dehoux ook zedelijk ver
plicht de duurte en de bescherming der
voornaamste nijverheidsproducten in
cijfers aan te duidenaldus kon de kom-
i missie, waarvoor ze bestemd was, een
vergelijkende studie maken tusschen
landbouw en nijverheid en tevens een
juist oordeel vellen over den waren toe
stand van ons nationaal bedrijf. Dat
was een hoofdvereischte die hier als ba-
zis dienen moest bij het zoeken naar
middelen tot herstel. Het werd echter
niet gedaan. Enkele bladen, zelfs libera
le, komen er dan ook voor uit dat de
strekking en de besluiten van het verslag
nogal gewaagd en te éénzijdig zijn. En
zulks zal ieder mensch met een greintje
oordeel wel moeten bevestigen. "De
boer kan zich de onmisbaarste produc
ten aan den laagst mogelijken prijs aan
schaften,,.
Zeerwel, maar onder de onmisbaarste
producten rekenen de boeren vooral
kleederen, brandstof, krachtvoeders
voor het vee, landvetten, zaai- en plant
goed, alaam en machines. Worden deze
ook geleverd aan den laagst mogelijken
prijs
"Er is behoefte aan een radikale her
vorming in ons landbouwwezen,,. Hier
is de heer Dehoux effenaf kostelijk hij
wil namelijk de teelt van graangewassen
in België totaal opgeven. En waardoor
die teelt vervangen
En de nijverheidsgewassen Ook
daarmede is op het oogenblik niets aan
te vangen.
Wat zal de heer Sap in zijn vuist
lachen bij het lezen van die studie, hij,
die gedurende zijn ministerschap, een
vurig voorstander was van de uitbrei
ding onzer graankulturen.
De boer klampt zich vast aan al te
gemakkelijke middelen De heer De
houx, die de cijfers zoo meesterlijk weet
te hanteeren, moest eens uitrekenen wie
er aan den staat het meest kost, den
boer of zijn andere medeburgers Hij
moet ook maar voor den dag komen met
moeilijker middelen, als ze tenminste niet
in het wilde gegrepen zijn, zooals zijn
voorgestelde afschaffing der graankul
turen.
u De verbruikers worden uitgebuit 1
Door wie Door den boer of door de
tusschenpersonen, die al te groote win
sten scheppen
Wat uit gansch deze studie uitstraalt
dat is een geweldig streven naar vrij
handel, en wel in de eerste plaats voor
de landbouwproducten. Dat de boer
daarbij kreveere, dat is van onderge
schikt belang hij is toch sinds lang aan
het afzien gewend.
En toch kunnen wij met den heer
Dehoux akkoord gaan over het begin
sel dat België eerst en alleen de huidige
bescherming van den landbouw moet
opgeven, onder de volgende voorwaar
den dat België ook eerst aan volledige
ontwapening beginne en al de groote
en nuttelooze budjetvreters er uit gooie,
om de aldus vrijgekomen gelden aan de
landbouwers te verdeelen.
Landbouwers, ge ziet het de aanval
len houden niet op. Sluit aan, steunt uw
vereeniging, teneinde ons sterk te ma
ken voor den strijd 1
De bureelen en magazijnen
zullen gesloten zijn Maandag 4
(namid.) en Dinsdag 5 Maart
heel den dag.
van Rechtskundige Dienst wordt ge
houden op Zondag 3 Maart van
10 tot 3 uur, in onze bureelen De
Vilanderstraat, Aalst.
md, of i