Internationaal Congres
der Landbouwpers
EN
De toekomst onzer
Zuivelnij verheid.
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Voor eo door de Landbouwers
s
Vijftigduizend boeren marscheeren
op de Hoofdstad.
Orgaan der Landbouwers vereeniging Redt U Zelven
AU
C7ssteId
r.
WENSCHEN
COflDA® H OOGST 1935.
2.5
17ét JAAR8AK8 Nt 867
*rste lie
terbrsi
illc aft
:ing^Abonnementsprijs 12fr. 's jaars.
fBel. Men schrijft in op ons
uxembt|jureel en op alle postkantoren,
id es i
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller
O. CAUDRON.
Bureel en Redactie t De Vilanderstraat, 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
Op 26 en 27 Juli laatstleden had te
Brussel op initiatief van het "Verbond
er Belgische Landbouwpers» het 1ste
ïternationaal Congres der Landbouw-
i/SSS
rijd
1931.
tnaar tf
gei
1913
i en
:nste
rde»
in t
327 Upers plaats.
ThéoV Persafgevaardigden en opstellers van
ra^' r' landbouwbladen waren opgekomen uit
verschillende landen en de bespre-
t té Wijtingen waren uiterst belangrijk.
indenhéT Het komiteit was alsvolgt samenge
w Brcyi
g der I]
p plaat)
ontvap;
Eerevoorzitters
HH. Senateur Doumon, Frankrijk.
Paul De Vuyst, België.
Voorzitters
HH. Dr Feisst, onderbestuurder voor
het Departement van Landbouw en
D ERS Economie in Zwitserland.
Dr von Frauendorffer, Bibliothecaris
le pee van het Internationaal Landbouwinsti-
nbres tuut te Rome.
WAA
Ondervoorzitters
HH. Fr. Angelini, Italië.
Morales Fraili, Spanje.
R. Brunet, Frankrijk.
Fr. Vranken, Bestuurder van de
"Eigenaars- en Landbouwersbond,, te
rugge.
Dr Reich, Tsjeco-Slowakije.
Algemeen Geheimschrijver
Mr Hendrik G. Lemaire, Brussel.
Ondersecretarissen
HH. Crarino.
Baldazzi.
De Witte, Brussel.
Kommissarissen
HH. Graaf de Looz Corswarem,
M Brussel.
Maurice Lambiliotte, Geldenaken.
Het doel van dit Congres.
Dit congres had vooral voor doel het
ewerken van betrekkingen tusschen de
[ournalisten van de heele wereld en het"
ichten van een internationaal verbond
van de landbouwpers.
Zeer belangrijke besprekingen wer
den gevoerd omtrent deze onderwerpen.
De eerste dag werd gewijd aan het
opstellen der standregelen voor het be
palen der taak van landbouwkroniekers
(verslag Angelini, Italië). Verders werd
de rol en de ontwikkeling der land-
uwpers over de wereld besproken
rapport Morales).
De tweede dag sprak Mr Lambiliotte
over de belangen van de pers en de
voordeelen toe te kennen aan de kronij-
kers.
Dr Reich en Pr von Frauendorffer
raken over de inrichting van een
ndbouwbibliotheek.
Als slot van deze bijdrage geven we
de besluiten van dit belangrijk congres.
lag, H
agen
an 9
65-1
n) Ki
an vrat''
PFA
:ven.
len
dienii
nen
Lumnc
lilspi
lai
orgi
In de zaal had eene zeer belangwek
kende tentoonstelling plaats van land
bouwbladen en tijdschriften uit de heele
wereld. De Koornbloem evenals
De West-Vlaamsche Landbouwer
het blad van den Eigenaars- en Land
bouwersbond van Brugge, bekleedden
er eene eereplaats. Deze laatste had een
totale verzameling ingezonden vanaf
1885. Verder namen deel De Land-
bouwverdediger van Limburg La
»ch( Défense Agricole l'Alliance Agri
cole Le Reveil des Campagnes
Chasse et Pêche» "Agricultura,, enz.
Voor de vreemde landen muntten
Duitschland en Thecoslowakije uit met
de meest belangrijke en volledigste ver
zamelingen.
eige
i. me
naai
slecht
eg "I
ukke
val
Stf
Dit eerste congres was ten beste ge
lukt en belooft voor de verdere ontwik
keling van het Internationaal Verbond
der Landbouwpers.
Het Verbond der Belgische Land
bouwpers dient gelukgewenscht voor
het prachtig initiatief. We kunnen niet
nalaten een speciale vermelding en
dankwoord neer te pennen voor den
wakkeren schrijver van deze vereeni-
ging de heer Hendrik G. Lemaire, te
Brussel, de ziel en werkspil van het wei-
gelukt congres.
uitgebracht door het Internationaal
Congres der Landbouwpers,
op 27 Juli 1935.
Gezien de noodwendigheid van een
degelijk ingerichte landbouwpers, gezien
ook de groote diensten, die de pers be
wezen heeft en nog zal bewijzen aan den
landbouw, heeft de Algemeene Bijeen
komst,van het le Internationaal Congres
der Landbouwpers, haar taak eindigend,
de volgende wenschen geuit
1) Dat volgens het voorbeeld, gege
ven door zekere landen, de landbouw-
dagbladschrijvers zich groepeeren, on
der wettelijken vorm, al degene veree-
nigend, die belang hebben in het bedrijf.
2) In verscheidene landen te zien op
maken een lijst voor landbouwpublica-
ties, die al de namen van opstellers en
'medewerkers aanduidt,
3) Dat de groepeeringen van de
Landbouwpers de noodige maatregelen
treffen, om aan hun lezers, zoo spoedig
mogelijk, al de noodige inlichtingen te
geven, in verband met hun bedrijf.
4) Dat de publieke machten, de be
langrijke vereenigingen en de leiders,
akkoord met de gegadigde groepeerin
gen der pers, hun pogingen vereenigen,
om de uitbreiding van de landbouwpers
in hun land te begunstigen.
5) Dat in al de manifestaties van land
bouw en andere, aan de Landbouwpers,
de plaats toegekend worde, die haar toe
komt.
6) Dat de dageiijksche inlichtingspers
zich aanbelange aan de verspreiding der
landbouwideeën, door speciale bladen
of nummers te scheppen, door technie-
kers opgesteld.
7) Dat er, in de landen met een goed
georganiseerde landbouwpers, perio-
disch, een dag der landbouwpers ge
houden worde, die het belang van die
pers doet uitschijnen.
8) Dat de spoorwegmaatschappijen
aan de landbouwdagbladschrijvers, al de
gemakkelijke middelen, over dewelke zij
beschikken, verschaffen tot volmaking
hunner taak.
9) Dat er een internationale kaart ge
sticht worde. Dat deze kaart enkel mag
afgeleverd worden, door de vereenigin
gen erkend door de Internationale Fe
deratie der Landbouwpers (I.F.L.P.)
10) Dat, in de landen waar zij nog
niet bestaan, landbouwbibliotheken ge
schapen worden. Deze bibliotheken zou
den centra van documentatie en in-
tellectueele ruiling, onder dagbladschrij
vers, daarstellen. Ze zouden onschat
bare diensten bewijzen.
11) In de landen waar zulke groepee
ringen nog niet tot stand gekomen zijn,
de vorming te zien aanbevelen van na
tionale bibliotheekgroepeeringen ge
specialiseerd in den landbouw en de
belangrijkheid te zien erkennen van een
nauwe medewerking onder de land-
bouwbibliotheken.
12) Te zien inrichten een Internatio
naal Comiteit van Landbouwbibliothe-
carissen, onder de bescherming der
F.I.T.A. Fédération Internationale de
Technique Agricole en der Internatio
nale Federatie der Vereenigingen van
Bibliothecarissen. Dit comiteit zou voor
doel hebben het vergemakkelijken der
internationale betrekkingen der land-
bouwbibliotheken door een onderlinge
hulp en medewerking, in wat de wer
ken voor het algemeen belang betreft.
Voornemen voorgesteld tijdens
dezelfde zitting en aangenomen.
Wenschen dat ieder jaar, de vereeni
gingen der Landbouwpers, verslag op
maken van hun bedrijvigheid en der
bekomen uitslagen namelijk als gevolg
aan de wenschen van het tegenwoordig
congres. Deze verslagen zullen aan de
Internationale Federatie der Landbouw
pers I.F.L.P. gezonden worden, die ze
zou groepeeren en een afschrift zou stu-
ren aan elke aangeslotene vereeniging.
In onze vorige bijdrage hebben wij de
samenvatting gegeven van enkele zeer
interessante beschouwingen over het
zuivelvraagstuk, ontwikkeld door den
heer Piraux, assistent bij het zuivelinsti-
tuut van den Staat te Gembloers, tijdens
zijne voordracht gehouden op 20 Maart
1.1. voor de Société Centrale d'Agricul-
ture.
Ziehier thans de zienswijze van den
heer Piraux over de technische verbete
ringen te verwezenlijken in het zuivel
bedrijf en over de specialisatie en indus
trialisatie der voortbrengstmethoden.
I. De Consumptiemelk.
Sedert den oorlog is het verbruik der
melk in natura gestegen per inwoner.
Dokter Frost schatte dit verbruik vóór
den oorlog op 1/6 liter per inwoner en
thans kan dit verbruik geraamd worden
op 1 5 liter per inwoner.
De innerlijke en hygiënische waarde
der melk laat echter thans nog veel te
wenschen over.
Het melken zelf, de bewaring der
melk en de verdeeling tusschen de ver
bruikers geschiedt menigmaal in voor
waarden die werkelijk nadeelig zijn voor
de volksgezondheid, zonder te spreken
van het bedrog dat dikwerf wordt ge
pleegd in den melkhandel.
De heer Piraux betoogt dan ook te
recht dat zoowel in het welbegrepen be
lang van den voortbrenger als van den
verbruiker, een doeltreffende reglemen
teering noodzakelijk is, er naar strevende
de hoedanigheid en de hygiene der melk
te verzekeren. Te dien einde zou het
minimum vetgehalte der melk en de
maximumgraad van zuurheid officieel
moeten vastgesteld worden.
Op gebied van hygiëne of gezond
heid zouden strenge voorschriften moe
ten uitgevaardigd worden betreffende
de voortbrengst en den handel van melk.
a) Inzake voortbrengstDoor afle
vering eener vergunning veronderstel
lende een voorafgaandelijk onderzoek
aangaande de mogelijkheid voor den
producent gezonde melk voort te bren
gen en deze melk gezond te bewaren.
Dit onderzoek zou zich uitstrekken over
den gezondheidstoestand van het melk
vee en van het te werk gestelde perso
neel, verluchting van de stallen, ver
plichting voor den voortbrenger een
melkfllter en afkoeler te bezitten.
b) Inzake handelStrenge reglemen
teering van den melkverkoop tot voor
koming van bedrog en tot verplichte
naleving der gezondheidsvoorschriften,
n.l. door verplichting opgelegd aan de
verkoopers de melk uitsluitend in fles-
schen te verkoopen.
Hier past een kleine opmerking. De
maatregelen voorgesteld door den heer
Piraux zijn voorzeker onder technisch
oogpunt aanbevelenswaardig. In prak
tijk schijnen zij ons echter slechts voor
geleidelijke verwezenlijking vatbaar,
mits een flinke samenwerking tusschen
de landbouwvereenigingen en den Staat
en de noodige flnancieele hulp vanwege
dezen laatste om de voortbrengers voor
te lichten en hen in staat te stellen de
vereischte verbeteringen aan den vee
stapel, de stallen en het materiaal uit te
voeren.
II. De Boterfabricatie.
De heer Piraux stelt vast dat 60
der inlandsche boter vervaardigd wordt
door ongeveer 700 melkerijen welke
grootendeels kleine melkerijen zijn, wer
kende onder den vorm van samenwer
kende maatschappij. Slechts 50 melke
rijen bewerken gemiddeld meer dan 500
liter melk per dag, er bestaan ongeveer
150 private melkerijen en enkele naam-
looze maatschappijen.
De heer Piraux wijst terecht op de
gebrekkige inrichting van de meeste
dezer melkerijen, alsook op de uiterst
gebrekkige methoden welke bij de boter-
fabrikatie op de hoeven en in de meeste
melkerijen nog worden toegepast.
Gebrek aan het noodige materieel en
aan technische kennissen verhinderen
eiken vooruitgang in de boterproductie.
Volgens den heer Piraux is het de taak
van den landbouwer de grondstoffen te
leveren voor het zuivelbedrijf n.l. rijke
en gezonde melk en niet de boter zijnde
het afgewerkt produkt in het zuivelbe
drijf. Deze laatste taak behoort aan
flink ingerichte melkerijen staande onder
bevoegde technische leiding. Daar de
talrijke thans bestaande kleine melkerij
en aan deze twee vereischten van dege
lijke inrichting en bevoegde leiding niet
kunnen voldoen, zouden zij van de bo-
terfabrikatie moeten afzien en zich be
perken tot verzamelingscentra van melk
of room voor enkele goed ingerichte en
flink bestuurde nijverheidsmelkerijen.
De heer Piraux geeft wat betreft den
juridischen vorm dezer nijverheidsmel
kerijen den voorkeur aan de naamlooze
vennootschap boven de coöperatieve
maatschappij.
Wij zijn van oordeel dat beide vor
men van vennootschap kunnen passen.
Dit is kwestie van inrichting, leiding en
aanpassing aan het midden waarin de
inrichting werkzaam is.
De heer Piraux zegt hier terecht dat
de reorganisatie van het melkbedrijf
slechts geleidelijk kan voltrokken wor
den en duidt als middelen aan
1) De opvoeding maken van den ver
bruiker door hem de hoedanigheid der
boter te leeren kennen en naar waarde
schatten.
2) De opvoeding maken van den
voortbrenger door aanschouwelijke
voordrachten en proefnemingen.
Verder nog een stelsel van premiën
en toelagen door het Ministerie van
Landbouw, inrichting van wedstrijden
sommige maatregelen tot reglementee
ring van de hoedanigheid der boter.
De heer Piraux is ook van meening
dat de strenge toepassing der wet op
den oorsprong van boter nut zal opleve
ren en dat een behoorlijke organisatie
van den boterverkoop. alsmede maat
regelen tot indeeling of classificatie der
producten volgens hunne hoedanigheid,
tot bewaring voor het winterseizoen
van den overschot der boterproductie
tijdens het zomerseizoen zonder verwijl
in toepassing zouden dienen gebracht.
In onze volgende bijdrage zullen wij
de interessante beschouwingen samen
vatten van den heer Piraux over het nut
en de technische inrichting der inland
sche kaasfabricatie. ('t Vervolgt).
Denemarken
De eerste resultaten.
Het denkbeeld van dezen "boeren-
optocht» "Bondetog» schreven de
Deensche bladen is in de eerste plaats
uitgegaan van de "Landbrugernes Sam-
menslutning» of, in 't Vlaamsch over
gezet, de Vereeniging der Landbouwers.
De Deensche boeren houden van orga
nisatie, nochtans, in de laatste crisisjaren
kende deze nieuwe beweging een ster
ken aangroei. Deze heeft verschillende
oorzaken, waarvan de tegenwoordige
politieke regeeringscoalitie niet de minste
is. In de Folketing hebben de sociaal
democraten en de radicalen de meerder
heid, terwijl in het Landsting de opposi
tie, gevormd door de conservatieven en
de boerenpartijen, de meerderheid vor
men. Deze beide landsinstellingen be
kampen zich zonder genade en belang
rijke voorstellen uitgaande van de so
ciaal-democratische regeering werden
onmeedoogend gekelderd in het Lands-
ting, terwijl de laatste zitting van de
Folketing is geëindigd zonder dat men
het over de uitgebreide maatregelen ter
bestrijding van den nood der boeren niet
eens is kunnen worden...
De Landbrugernes Sammenslutning
of L.S., gelijk men de organisatie in
Denemarken met de twee beginletters
aanduidt, is ontstaan in Zuid-Jutland,
het gewest waar door verschillende bij
zondere omstandigheden de landbouw
crisis ernstiger werd dan elders in den
lande en waar ook de gemoederen zeer
vatbaar zijn voor gedachten die uit
Duitschland overwaaien. Van vele zijden
wordt beweerd dat de L.S. niet van
nationaal-socialistische smetten is vrij te
pleiten. Het feit dat enkele leiders in de
beweging Nationaal-Socialisten zijn,
heeft er nochtans toe geholpen dit ge
dacht ingang te doen vinden. Nochtans,
een der voormannen heeft dezer dagen
nog verklaard, dat de opmarsch der
boeren een laatste poging was om de
democratie in Denemarken te redden en
het is daarom waarschijnlijk het ver
standigste L.S. niet zoozeer als politieke
partij, maar als een klasse-beweging te
aanschouwen en dan nog vooral van
groote en heereboeren, al maken vele
kleine boeren ook deel van de organi
satie.
Toen ruim een maand geleden voor
het eerst het gedacht werd geopperd
een opmarsch der boeren op de hoofd
stad te organiseeren, waren er onder de
leiders die weinig of niets voor het plan
voelden. Toen echter bekend werd dat
de Kopenhaagsche politie geen optocht
door de hoofdstad zou dulden, werd dit
opgevat als een poging van de Regeering
om de boeren te beletten zich in hun
nood tot hun koning te wenden. Van dit
oogenblik stond het vast dat de boeren
te Kopenhagen zouden betoogen.
In den piassenden regen verzamelden
50.000 boeren zich Maandag morgen,
29 Juli, voor het paleis Amalienborg,
geduldig wachtend tot dat koning Chris-
tiaan zich zou vertoonen. Toen hij ver
scheen brak er een oorverdoovend ge
juich los. Hij sprak tot de menigte een
kort woord, beroep doende op samen
werking, waarna hij een delegatie van
twaalf boeren ontving, die hun wen
schen kenbaar maakten en vooral aan
drongen op een gelijkstelling van den
landbouw met de andere nijverheids
takken. In antwoord verklaarde de ko
ning dat hij op grond van zijn constitu-
tioneele positie zich niet rechtstreeks
over het adres der landbouwers kon
uitspieken. Hij gaf de delegatie den raad
zich tot de rechtmatig gekozen vertegen
woordigers van de bevolking te wenden.
Het onderhoud duurde nauwelijks een
kwartier. De delegatie bracht aan de
landbouwers verslag uit en er werd een
resolutie aangenomen waarin aan de re
geering gevraagd werd of ze bereid was
met de vertegenwoordigers der boeren
te onderhandelen. Aan dit verlangen gaf
de socialistische eerste-minister Stauning
aanstonds gevolg. Het onderhoud duur
de een half uur en naar toen uitlekte was
het antwoord dat hij gegeven had op de
landbouwerseischen alles behalve be
vredigend. Niettegenstaande trokken de
boeren even kalm als ze gekomen waren
naar hunne haardsteden terug. Het was
geen opmarsch van werkloozen of uit-
gehongerden. De boeren bleven tot het
laatste oogenblik in den vorm, zooals
zulks in het rustige Denemarken de ge
woonte is. Maar dit wil niet zeggen dat
ze hebben ontwapend. De strijd gaat
verder en de toekomst alleen kan uit
wijzen wie, in laatste instantie, de over
winning zal wegkapen.
ïntusschen publiceeren de Deensche
dagbladen een verklaring van den minis
ter-president Stauning, waarin deze vrij
scherpe critiek uitoefent op de uitlatin
gen van de leiders der boerendemonstra-
tie. Dit was natuurlijk te verwachten.
Wat de eischen van de L. S. betreffende
het waarborgen van de voortbrengst-
prijzen, het opheffen van bepaalde be
lastingen en het eigendomsrecht op vaste
goederen aangaat, betoogde Stauning
dat dergelijke eischen nimmer door de
vertegenwoordigers van een anderen
bedrijfstak naar voren waren gebracht
KOOR NBL OEM
leslad".
EeuwÈ
aegzail
werks
mak.
gen 85:
n 165
veelei
r soort
:len al
erker
arborji
o
/O