De Economische Uitbating
vSasJrKSu&S! te" ver- onzer La nd bouw bed r ijven
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
oor de Landbouwers
Wordt onze Landbouw het slachtoffer
der devaluatie, zooals hij het reeds was
van de deflatie
De Katoencrisis
It
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt li Zelven
CS
ZONDAG 8 SEPT. 1935.
Prijs 25 centiem
17de JAARGANG Nr 871
Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel ra op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Gpsteiier £)e medewerkers zijn
O. CAUDRON. verantwoordelijk voor hunne
Bureel en Redactie t De Vilanderstraat, 4» Aalst. bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
Van Zeeland heeft beloofd aan alle be- IF" m 1 1|,| |H
blijven dan ook een gebiedende plicht a 8 H
dediging hunner levensbelangen
in
België de toepassing gezien van twee
gansch tegenovergestelde stelsels of
proeven tot heropbeuring onzer na
tionale economie. Het eerste genaamd
deflatie toegepast door de vorige regee
ring was beheerscht door de bekommer
nis het index der kleinhandelsprijzen te
verminderen met het doel een inkrim
ping der loonen te verrechtvaardigen en
door vermindering van den kostprijs de
concurrentiemogelijkheden onzer nijver
heid te verruimen.
De poging mislukte omdat zij te een
zijdig werd opgevat en er niet in slaagde
door vermindering der interesten en ver
ruiming van het krediet de nationale
bedrijvigheid nieuw leven bij te zetten.
Deze politiek had in elk geval voor
gevolg een zwaren tol te eischen van on
zen landbouw die er enkel de nadeelen
van onderging zonder er eenigen baat
bij te vinden.
Volgende gegevens beknopt samen
gevat zullen dit duidelijk aantoonen
Van December 1929 tot Januari 1935
daalde het algemeen index der kleinhan
delsprijzen met 28 p. h. Indien wij dit al
gemeen index splitsen in voortbrengse
len van onzen landbouw en in niet-land
bouwproducten dan stellen wij vast dat
het index der eerste gedaald is met 40 t.h.
terwijl het index der niet-landbouwpro-
ducten enkel verminderde met 21 p. h.
Dus was de prijsdaling der landbouw-
voortbrengselen de bijzonderste om niet
te zeggen de eenige oorzaak van de ver
mindering der levensduurte waarvan het
index van 897 in December 1929 zonk
tot 621 in Maart 1935. Doch daar de
landbouwers hunne waren niet verkoo-
pen aan kleinhandelsprijzen doch wel
aan groothandelsprijzen worden zij nog
gevoeliger getroffen door de deflatie.
Mier bereikte de daling van December
1929 tot December 193450 p.h. terwijl
de daling van het index der kleinhan
delsprijzen voor landbouwprodukten be
perkt bleef op 33 p.h.
Ziehier enkele gegevens betreffende
de daling der groothandelsprijzen voor
sommige landbouwproducten
Tarwe 60 ph.
Aardappelen 20 ph.
Chicorei 49 ph.
Suikerbeeten 51 ph.
Boter 44 ph.
Eieren 65 ph.
Rundsvee 45 ph.
Varkens 68 ph.
gemiddelde daling 50 ph.
Ziehier de daling der kleinhandels
prijzen voor de overeenstemmende pro
ducten
Brood 44 ph.
Aardappelen 1 ph.
Chicorei 31 ph.
Suiker 14 ph.
Boter 40 ph.
Eieren 52 ph.
Rundsvleesch 27 ph.
Varkensvleesch 53 ph.
gemiddelde daling 33 ph.
Voorgaande gegevens toonen dui
delijk aan dat de landbouw schier uit
sluitend den zwaren last der deflatie
heeft gedragen. Men zou nog eenigszins
een dergelijke vermindering der ver
koopprijzen van de landbouwproducten
kunnen rechtvaardigen hebben, waren
de voortbrengstkosten in dezelfde ver
houding gedaald.
Dit was echter niet het geval. Van
December 1929 tot December 1934 ver
minderde het index der voortbrengst
kosten slechts met 37 p.h., terwijl het
index der verkoopprijzen zooals hooger
aangetoond daalde met 50 p.h.
De toestand was dus hachelijk van
onzen landbouw toen de heer Van Zee
land aan het bewind kwam en de munt-
ontwaarding doorvoerde.
De eerste minister verklaarde destijds
krachtdadig te zullen optreden om aan
de bedrijven de winstmarge te verzeke
ren welke onmisbaar is om hunne wer
king voort te zetten.
Heeft de heer Minister dienaangaande
zijne belofte gehouden
Wij kunnen niet bevestigend antwoor
den om de volgende redenen
onze landbouw zijne inkomsten betrok
ken uit het buitenland maar weinig kun
nen verhoogen. Anderzijds zijn de pro
ducten welke onze landbouwers in den
vreemde moeten koopen gestegen ten
minste met het wisselverschil van 39 °/o.
Zoo steeg de prijs voor de lijnkoeken
met 40 p.h.
De prijzen der potaschmesten werden
ongeveer met 48 p.h. verhoogd, gedeel
telijk ingevolge de devalvatie en gedeel
telijk door het cartel dat tusschen de
vreemde voortbrengers wederom tot
stand kwam.
Wat de andere meststoffen betreft,
wordt eveneens een merkelijke prijs
stijging voorzien, zooals onder meer
voor de superfosfaat, waarvan de fabri
kanten aanvoeren dat zij een deel hunner
grondstoffen uit het buitenland moeten
betrekken.
Op de binnenlandsche markt zijn
sommige prijzen der landbouwproducten
gestegen. Doch deze prijsverbetering
vindt vaak hare oorzaak in de schaarsch-
te of wordt geneutraliseerd door de ver
hooging der productiekosten I De alge-
meene toestand in het landbouwbedrijf
is echter even slecht als vóór de deva
luatie
Wat onze landbouwers echter met
verbittering vervult is het ingrijpen der
regeering om de prijzen naar omlaag te
drukken telkens een of ander product
een prijsverbetering ondergaat die noch
tans volkomen redelijk en gewettigd is
wegens de muntontwaarding en den
toestand der productie.
Zoo besliste de Regeering onmiddel
lijk tijdens de maand Augustus den in
voer toe te laten van 200.000 kg. var
kensvleesch omdat de varkens den zeer
billijken en normalen prijs hadden be
reikt van 6-6,50 fr. het kg.
Zoo schafte de regeering onlangs de
vergunningstaks af op reuzel dan wan
neer de prijs van inlandsche reuzel vol
strekt normaal was.
Sedert enkelen tijd wordt bij de re
geering aangedrongen tot vermindering
der invoertaks van 7,50 fr. op vreemde
boter welke nochtans onmisbaar is om
onze inlandsche productie te verdedigen
tegen vreemden dumping.
Waar als van zelfsprekend een aan
passing der prijzen van de nijverheids
producten aan de nieuwe omstandighe
den door de regeering wordt aanvaard,
schijnt deze uit den booze te zijn waar
het den landbouw betreft 1 De overdre
ven inzinking der prijzen van de land
bouwproducten onder de deflatie blijkt
aldus een struikelblok te zijn voor on
zen landbouw bij de aanpassing aan den
toestand geschapen door de devaluatie.
Ook bij het afsluiten van handels
overeenkomsten met het buitenland, bij
de oprichting van economische organis
men behandelt de regeering Van Zee
land onzen landbouw als ondergeschikt
aan de nijverheid.
Bij de economische herinrichting blijkt
de huidige regeering, zooals hare voor
gangers, enkel open oog te hebben voor
de belangen der nijverheid, terwijl de
landbouw eens te meer het lot blijft be
schoren levensmiddelen voort te bren
gen tegen de laagst mogelijke prijzen om
de productiekosten der nijverheid zoo
laag mogelijk te houden.
Reeds van den aanvang hebben wij
dezen gevaarlijken kant der devaluatie
voor onzen landbouw voorzien, waar
wij zegden dat de devaluatie enkel den
uitvoerhandel kon bevorderen op voor
waarde dat de prijzen der inlandsche
producten niet stegen in verhouding met
de muntontwaarding.
Met de nijverheidsmentaliteit eigen
aan het Belgisch staatsbestuur voorza
gen wij dat vooral druk zou worden uit
geoefend op de prijzen der inlandsche
landbouwproducten ten einde de stijging
der loonen tot een minimum te brengen.
Deze regeering evenmin als de vorige
heeft een geordend landbouwprogram
ma. Behoudens grondige koersverande
ring zal er dan ook voor onzen land
bouw weinig te recht komen van de
vereischte winstmarge welke de heer
De ramingen van het Amerikaansch
landbouwdepartement inzake den ka-
toenoogst voor bet loopende jaar zijn
ongemeen gunstig uitgevallen. Ze over
treffen de ramingen van 11.796.000 ba
len van den vorigen oogst met onge
veer 2.100.000 balen. Buitengewoon
gunstige weeromstandigheden zijn er de
oorzaak van dat de oogst van dit jaar
ongeveer 22 t. h. grooter zal zijn dan
het vorige jaar.
Hoe vreemd het ook schijne, deze ont
wikkeling is uiteraard niet bepaald gun
stig voor de Amerikaansche katoen
markt. Van zoodra de nieuwste cijfers
bekend waren, liepen de New-Yorksche
noteeringen met 20 punten, hetzij tot
11.65 cent per I.b., terug. Weliswaar
trachtte de minister van landbouw,
Wallace, onmiddellijk deze ommekeer
tegen te gaan met te verklaren dat de
regeering de uit de markt gehouden
voorraden, die, tusschen haakjes ge
zegd, ongeveer 5 millioen balen bedra
gen, in geen geval beneden 13 cent. per
I.b. van de hand zouden worden gedaan.
En, voegde hij er aan toe mocht de
nieuwe oogst te sterk op de markt druk
ken, dan zouden ook ruimere credieten
worden beschikbaar gesteld.
Doch ondanks deze geruststellende
verklaringen werden de katoennotee-
ringen niet beïnvloed. En de bijzonder
ste oorzaak daarvoor zal gewis wel ge
weest zijn dat Wallace vergeten heeft
aan te geven hoe de credietgeving aan
de katoenverbouwers verder zal ge
schieden. De vraag blijft open of, in de
naaste toekomst, de regeering daarom
trent nadere mededeelingen zal kunnen
doen. In dergelijke omstandigheden is
een verhooging van de katoenprijzen
dan ook uitgesloten.
Men mag niet vergeten dat de toege
stane credieten ten deele berusten op de
verwerkingsbelasting, de zoogenaamde
processing tax waarvan het lot zeer
onzeker is zoolang het Hoogste Ge
rechtshof daaromtrent geen uitspraak
Zal hebben gedaan. En naar alle waar
schijnlijkheid zal dit slechts in October
geschieden. Wat zal er gebeuren wan
neer de toekomstige te verleenen cre
dieten niet meer zullen kunnen gehaald
worden uit de 4,2 cent bedragende pro
cessing tax Senator Bankhead komt
weliswaar te verklaren dat delandbouw-
credieten voor den oogst 1935 in ieder
geval op 12, wellicht wel op 13 cent
per l.b. zifllen worden gerekend, doch de
regeering heeft het niet aangedurfd deze
verklaringen voor hare rekening te ne
men.
Even onzeker als de verdere Ameri
kaansche katoenpolitiek is de ontwik
keling van het verbruik. Volgens de
ramingen van de New-York Cotton
Exchange Service is het wereldverbruik
van Amerikaansche katoen voor het op
31 Juli 1.1. ten einde geloopen jaar op
II.314.000 balen berekend, hetgeen
2.360.C00 balen minder is dan tijdens
het seizoen 1933/34 en bovendien de
laagste stand sedert 1923/24. Het on
verkochte overschot katoen bedroeg op
1 Oogst 1935 ruim 9 millioen lb., met
inbegrip van de 5 millioen lb. welke van
regeeringszijde uit de markt zijn gehou
den. Heelemaal ongunstig zijn deze cij
fers niet, vermits, uit oorzaak van de
beperking der bebouwingsoppervlakte,
de stocks met 1.739.000 lb. zijn vermin
derd. Nochtans, beantwoorden de resul
taten niet aan de ofBcieele verwachtin
gen. Ze hadden gerekend op een ver
mindering van 4 tot 4,5 millioen lb. het
geen practisch had gelijk gestaan met de
volledige verdwijning van de, particu
liere voorraden. De werkelijkheid is
gansch anders.
Er was nog een hoop gebouwd op de
vermeerdering van het verbruik in het
binnenland, doch ook deze schijnt een
deuk te hebben gekregen. Volgens de
statistieken die we ter beschikking heb-
(Zie vervolg onderaan 4e en 5e kolom).
Verleden week onderzochten wij hoe
men de op de hoeve voortgebrachte
producten voordeelig kon verbruiken in
de veeteelt. Heden gaan wij na of men
ook deze produkten kan aanwenden in
de varkenskweek en kiekenkweek.
Uitbating der Varkens.
Zoowel als in de veeteelt hoeft er
hier rekening gehouden met de ouder
dom van het dier en het doel waartoe
het gevoederd wordt. Bij voorbeeld een
biggen heeft meer eiwit en mineralen
noodig in zijn rantsoen dan een volwas
sen mestvarken, omdat het eerste een
krachtig en weerstandbiedend lichaams
gestel moet vormen, waartoe eiwit en de
mineralen een overwegende rol vervul
len en een volwassen mestvarken niets
dan vet moet aanzetten waartoe de zet-
meelachtige stoffen en plantenvetten het
best geschikt zijn.
Vroeger was het in 't algemeen de
gewoonte de varkens te voeden met
aardappelen en roggedoch men is ech
ter van deze voedingswijze teruggeko
men om reden der onvoldoende uitslagen.
Een kg. varkensvleesch op die manier
voortgebracht koste immers veel te duur
en daarbij had men nog veel mislukkin
gen, bijzonder bij jonge varkens, doordat
zulk rantsoen ondoelmatig was, gezien
de noodige voedingsstoffen er niet in
aanwezig waren om 'n gezond en krach
tig lichaamsgestel te vormen.
Van de op de hoeve voortgebrachte
produkten kunnen maar enkele voor
deelig gebruikt worden als varkensvoe
der. Voor jonge varkens kan afgeroom
de melk voordeelig gebruikt, doch niet
in te groote hoeveelheid, ook een wei
nig aardappelen. Om het rantsoen van
genoeg eiwit en mineralen te voorzien
is het noodig een doelmatige samenstel
ling van verschillende melen toe te voe
gen en is het voordeelig de aardappe
len, rogge- en tarwemeel van het rant
soen te vervangen door het daartoe
bijzonder samengesteld varkensvoeder
R. U. Z. Nr I, die alle proeven heeft
doorstaan en overal de beste uitslagen
gaf.
Eens dat de varkens min of meer
30 kg. wegen, mag reeds wat minder
eiwit gegeven en mag het rantsoen wat
aardappelen en zelfs roggemeel bevat
ten, doch moet steeds nog rekening ge
houden worden met voldoende eiwit
gehalte en moeten diensvolgens eiwit
rijke voeders toegediend.
Hiervoor hebben wij ook een bijzon
dere samenstelling gemaakthet Var-
kensmeel Nr II die de beste uitslagen
levert. Deze samenstelling wordt ge
voederd tot de dieren 60 kgr. wegen en
men het mesten eigenlijk mag begin
nen. Vanaf die periode mag meer zet-
meelhoudend voeder gegeven, alsook
plantenvetten, die best worden omgezet
in dierlijk vet. Het Varkensmeel Nr III
is hier weerom eens het aangewezen
voeder, alhoewel ook mag gebruik ge
maakt van roggemeel en kleine aardap
pelen. Groote eetaardappelen zijn ge
woonlijk te duur om aan de varkens te
vervoederen en worden best vervangen
door doelmatiger voedsels zooals vet-
varkensmeel R. U. Z.
Voor kweekzeugen diene men eiwit-
brengst veel eiwit vereischt. Indien er
eiwit ontbreekt, verliest de zeug te vroeg
haar zog hetgeen zeer nadeelig is voor
de biggens en ook voor de zeug zelf
daar ze hierdoor te mager komt en veel
onkosten zal vergen om ze weerom in
goeden staat te brengen.
Een doelmatige samenstelling zooals
het zeugenmeel draagt veel bij tot de
melkvoortbrengt en behoud de kweek-
dieren voortdurend in goeden staat.
Voor hetgeen het verbruik der op de
hoeve zelf voortgebrachte producten in
de varkenskweek aangaat, mogen we
vrijwel besluiten dat enkel de afgeroom
de melk, de kleine aardappelen en een
weinig gerst- en roggemeel voordeelig
kunnen verbruikt. De andere voeders
dienen vervangen door doelmatige sa
menstellingen.
Kiekenkweek
Vroeger werd aan de hennen op on
ze hofsteden niets dan granen en wat
afval gevoederd, doch nu is men er
reeds goed van overtuigd dat zulke voe
ding de legmachine niet kan in werking
houden. Hiertoe is meer noodig dan
wat zetmeelstoffen.
De eiwitten spelen hier veruit de bij
zonderste rol. Daar de eiwitverhouding
te gering is, is het onmogelijk een goed
rantsoen voor leghennen samen te stel
len met hoeveprodukten. Wel zijn tarwe
en haver, alsook wat gerst goede hen-
nenvoeders, doch deze zijn te duur en
kunnen zeer voordeelig vervangen wor
den door een doelmatiger en daarbij min
kostelijke samenstelling van korrelvoe
ders waarin maïs de hoofdrol speelt.
De korrel- en vooral de meelvoeders
voor kiekens R. U. Z. zijn ongeëvenaard.
Het bij voederen van legmeel zal de eier-
leg met minstens de helft doen vermeer
deren.
Voor kuikens en poeljen is het pas
send meel R. U. Z. onontbeerlijk.
Grasvoeding
Voegen wij erbij dat om het hoogste
rendement van kippen te bekomen, het
korrelvoeder dient aangevuld door het
meelvoeder voor leghennen, die de
noodige elementen aanbrengt om de
eieropbrengst zoo hoog mogelijk op te
voeren en hierdoor de kiekenkweek
winstgevend maakt.
We mogen deze bijdragen niet slui
ten, alvorens eenige woorden te reppen
over de grasvoeding. Hierover is echter
zooveel te zeggen dat wij ons liever be
perken tot het samenvatten van de voor
deden van weidegang op wel verzorgde
en goed bemeste weiden
1) Weidegang is een goedkoope voe
ding.
2) Elk dier kan er aan zijn persoon
lijke voedselbehoeften voldoen.
3) Mineralen en vitaminen zijn vol
doende aanwezig.
4) Bij weidegang is het voeder van
goede hoedanigheid en de gezondheids-
voorwaarden zijn gunstig.
Deze verschillende voordeden moeten
den landbouwer er toe aanzetten bij
gunstige weersomstandigheden alle die
ren, zoowel kiekens, zwijnen en jong vee
als paarden en melkvee in de weide te
brengen.
ben is in de eerste 11 maanden van het
laatste seizoen, het is te zeggen van
Oogst 1934 tot Juni 1935, het verbruik
der binnenlandsche Amerikaansche nij
verheid met 7 t. h. afgenomen. Van de
huidige ontegensprekelijke conjunctuur
opleving in de Vereenigde Staten heeft
de katoennijverheid tot dusverre nauwe
lijks haar deel gekregen en, volgens ons
oordeel, zal de verdere ontwikkeling in
belangrijke mate van de verbruiksbe
lasting op de ruwe katoen afhangen.
Op een vermeerdering van uitvoer
kunnen de Amerikanen niet meer reke
nen. In het laatste seizoen nam de uit
voer met 30 t. h. af en de verdringing
van het Amerikaansch product zal
daarbij niet ophouden. Vele gevaren be
dreigen de Noord-Amerikaansche ka
toen. Brazilië, Argentinië, Peru, groote
gebieden in Azië, in Noord en Midden-
Afrika dingen om de erfenis van Ameri-
over te nemen. Vooral Brazilië daagt
als een gevaarlijken tegenstrever op. De
katoenproductie is er gedurende de laat
ste 2 jaar met 60 t.h. toegenomen. Deze
snelle stijging heeft verschillende oor
zaken. De bijzonderste is wel de moge
lijkheid voor Brazilië aan lagere prijzen
af te zetten dan de Vereenigde Staten.
Daarbij komen de betalingsmoeilijkhe
den van Duitschland, dat op zuiver com
pensatie-basis zijn aankoopen nu in Bra-
(Zie vervolg 2de bladzijde.)
DE KOORNBL
Vereenigde - Staten