Onze Landbouw kundige Diensten i Arbeid adelt Landbouwweekblad Voor eo door dc Landbouwers De Devalvatie van den Frank j Verbetering der Varkensstallen De nieuwe Terugkaatsingen van de Landbouwcrisis in Europa. i Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven ZONDAG 3 NOVEMBER 1935. Prijs 25 centiem 17de JAARGANG Nr 879 Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen Bestuurder en verantwoordelijke Opsteiier zonder aanduiding der bron O. CAUDRON. is streng verboden. Bareel en Redactie t De Vilanderstraat, 4, Aalst. De medewerkers zijn Aankondigingen volgens verantwoordelijk voor hunne bijdragen. akkoord. Een boek van Prof. Baudhuin. Provinciale Landbouwkamer voor I Oost-Vlaanderen. De Landbouw zal verder opgeofferd worden. Professor Fernand Baudbuin. van de Leuvensche Universiteit, heeft een boek uitgegeven onder den titel "De Deval vatie van den Belgischen frank,, met als onderschrift "Een moeilijke operatie die volledig geslaagd is„. Het boek bestaat uit twee groote deelen. In het eerste schetst hij de poli tiek die leidde tot de devalvatie van den frank. Gelijk ge weet heeft ex-minister Gutt dat enkele maanden geleden ook gedaan. Hij wilde zich vrijpleiten van de beschuldiging al zou hij de aanstoker van de devalvatie geweest zijn. Profes sor Baudhuin doet het tegenovergestel de. In het eerste deel van zijn boek legt schrijver nadruk op de rol die hij, in de maanden die de devaluatie voorafgin gingen, gespeeld heeft. En die rol was van zulk een beslissende beteekenis dat prof. Baudhuin werkelijk den doorslag voor de devalvatie heeft gegeven. Het is dan ook begrijpelijk dat hij in het tweede deel van het boek alles in 't werk stelt om aan te toonen dat de operatie, de "aderlating,, van de de valvatie werkelijk goed geslaagd is. Professor Baudhuin doet dit aan da hand van talrijke statistieken en docu menten, en we zijn zoo eerlijk te ver klaren dat hij gedeeltelijk gelijk heeft. "De devalvatie heeft haar doel be reikt,,, schrijft hij. "De specifieke Bel gische oorzaken van de economische moeilijkheden werden van de baan ge ruimd. De druk van de deflatie heeft opgehouden, de handels- en nijverheids inrichtingen werken weer met winst (italique van ons. Red.), de binnen- landsche markt herleeft en de krediet crisis is zoo niet opgelost, dan toch ver minderd.,, En hij vervolgt "Dit waren de doeleinden die met de devalvatie beoogd waren. Niets minder, maar ook niets meer. Want de deval vatie kan noch de gevolgen van de wereldcrisis, noch deze van het protec- tionnisme wegnemen.,, In het tweede gedeelte van het boek, om aan te toonen dat de devaluatie al deze resultaten heeft afgeworpen, over loopt hij achtereenvolgens het vraagstuk der prijzen, dit der werkloosheid, neemt daarna de verschillende takken van onze economische bedrijvigheid en de verbe tering van onzen uitvoer- en invoer- handel in oogenschouw en wijdt zoo waar ook een hoofdstuk aan den land bouw. Het beslaat hoogstens zeven bladzijden, maar 't is toch dat. En in die zeven bladzijden wil hij een heele hoop zaken zeggen. Om te beginnen beweert hij dat, voor de devalvatie.de landbouw, zich in een zeer dragelijken toestand be vond, die ze te danken had aan de opeenvolgende regeeringen. Door het heffen van hooge invoerrechten werd de prijs van de boter, van de granen, van de suikerbeet en wat weet ik meer, op een veel hooger peil gehouden dan de wereldprijzen. Prof. Baudhuin heeft daar nooit vrede mee genomen en doet het nog niet. De landbouw heeft zich maar aan te passen aan de wereldprijzen en daarmee basta. Door dit systeem van beschermingsrechten werd onze uitvoer- industrie benadeeld, schrijft hij. Wie 't nadeel had te dragen van de bescher mingsrechten op talrijke nijverheids goederen, rept hij geen woord. De prij zen der landbouwproducten moesten worden aangepast aan de werelprijzen, hetgeen door de devalvatie werd ver wezenlijkt. Door de devalvatie stegen de vreemde landbouwproducten in prijs, hetgeen toeliet de beschermingsrechten te verminderen. Enkele invoerrechten werden afgeschaft, andere verminderd. En schrijver besluit, aan de hand van heel wat statistieken, waarvan hij er talrijke bij den Boerenbond ontleende, dat de landbouwers i België voor het oogenblik niet te klagen hebben. De waarde van de landbouwvoortbrengst is tegenover 1934 met 20 t.h. gestegen, hetgeen ongeveer gelijkstaat met een vermeerdering van inkomsten. I We zullen over al die cijfers niet re- detwisten. We willen enkel wijzen op een groote onrechtvaardigheid, waarop nog niemand bij mijn weten gewezen heeft bij de bespreking van dit boek. De nijverheid, we hebben het daarnet onderlijnd, werkt weer met een grootere winstmarge dan voorheen, maar prof. Baudhuin komt er niet voor uit dat deze winst ook gedeeltelijk het arbeidende volk zou ten goede komen. Indien ik me goed herinner dan werd er kort na de devalvatie aan de arbeiders de verzeke ring gegeven dat ze mede van 't herstel zouden profiteeren Pref. Baudouin vindt het goed dat de handelaars en nij- veraars er zich terug boven op werken. Maar een landbouwer mag dit niet. De landbouwers verdienen weer wat geld, en wat eischt hij Dat de invoer vergunningen onmiddellijk worden ver ruimd. En de regeering, die slechts naar Prof. Baudhuin luistert, heeft reeds me degedeeld dat sommige landbouwpro- dukten ruimer zullen mogen ingevoerd worden. De invoer-contingenten voor eieren zijn reeds tijdelijk opgeheven. De vergunningen voor den invoer van var- kensvleesch, reuzel en gezouten vleesch worden uitgebreid. Om het gebruik van contingenten van buitenlandsche boter te vergemakkelijken zullen voorloopig invoervergunningen verleend worden voor 500 kilogr. aan alle in België ge vestigde personen. Verder worden tijde lijke wijzigingen overwogen op enkele tolrechten, zooals opheffing van invoer rechten op paardenvleesch en andere voedingsartikelen. Het is ook niet uit gesloten dat de rechten op het slachten van varkens zullen worden opgeheven. De stijging van het index cijfer heeft de regeering gansch ontredderd. We hebben het weer meegemaakt dat vier, vijf ministers op een dag redevoeringen afsteken om de bevolking er kond van te doen dat er een werkelijke verbete ring in onzen economischen toestand is ingetreden. En intusschen tracht ze de stijging van de levensduurte te beper ken om de voordeden die de nijverheid uit de devalvatie heeft verkregen te handhaven. Eens te meer dreigt de land bouw het kind van de rekening te wor den. Weet de regeering dan niet dat de stijging van de levensduurte grooten- deels te wijten is aan een stijging van de prijzen in het buitend Zoo voor het graan, zoo voor het vleesch en nog tal rijke andere artikelen. En weet de re geering dan niet dat deze stijging brood- noodig is Ze beletten, is anti-econo misch werk leveren, ten spijt van wat prof. Baudhuin daarover ook schrijft. Het mag nog wel eens duidelijk gezegd worden. Indien er werkelijk beternis is, indien er werkelijk meer verdiend wordt dan voorheen, dan komt deze meer ver dienste toe aan de gemeenschap. En wie is de gemeenschap Zijn het enkele nij- veraars Of de landbouwers en de arbeiders ■saHaBHBnaiiiBfiiBsseaBSBHSBeHalag Onze agronoom kan geraadpleegd worden lederen Zaterdag te Aalst, ten lokale De Koornbloem, Groote Markt, van 10 tot 12 uur. lederen Dinsdag te Ninove in het Café Van Laere rechtover 't stad huis van 10 1/2 tot 12 uur. Te Herzele op Woensdag 6 Nov., van 9 tot 11 uur, bij Mr D'Haese, "Hof van Weenen Markt. Te Eppegem op Woensdag 13 Nov. te 4 uur namiddag, in het hoofdmagazijn. Voor dringende gevallen kan hij p':r brief worden geraadpleegd of gevraagd een of ander geval te onderzoeken. De agronoom zal zich op verzoek ter plaats begeven. Op een totalen varkensstapel van 1.250.000 stuks voor gansch het land, bezit de Provincie Oost-Vlaanderen ruim 330.000 stuks, zijnde meer dan 25 t.h. De varkensuitbating, zoo kweek als mesterij, was en is steeds voor de Oost- Vlaamsche landbouwers een der belang rijkste landbouwtakken. De naoorlogsche toestanden hebben de richting in de varkenshouderij eenigs- zins gewijzigd en meteen hebben kweek en mesteiij zich aan deze richting aan gepast. Steeds hoogere eischen worden gesteld aan het dierlijk organisme kweek en mesterij worden zoo intensief gedreven, dat de ongevallen in verband met ziekten, voeding en verzorging veel talrijker zijn geworden. Zoo mag ge- reedelijk worden aangenomen dat minstens 25 °/o der geboren biggen sterven, vooraleer den ouderdom van 3 maanden te bereiken. Het is nog steeds, en ten onrechte, de heerschende meening dat varkens, in opzicht van verzorging, huisvesting en voeding, geen hooge eischen stellen en dat de winstgevendheid der uitbating door deze factoren niet beïnvloed wordt. Weliswaar vergt de varkensuitbating op zich zelf niet veel handenarbeid, zorg en toezicht vanwege den eigenaar,maar juist om deze reden is een goede inrich ting der varkenstallen van de hoogste noodzakelijkheid. Naar gelang de landbouwers beter vertrouwd zullen geraken met de nieuwe uitbatingsmethodes, zullen zij deze meer en meer gaan aanzien als onmisbaar en de verdiensten ervan in economisch op zicht naar hun juiste waarde schatten. Een goede inrichting van varkens stallen moet aan enkele zeer eenvoudige maar hoogst noodige vereischten vol doen 1) Varkensstallen moeten uiterst droog en warm zijn, met goed isoleeren- de wanden, die aan de stallen een zoo standvastig mogelijken warmtegraad behouden. 2) De luchtverversching moet degelijk en voldoende zijn, doch uiterst matig en geleidelijk om alle tochten binnen de stal te vermijden. 3) De verlichting moet derwijze ver zekerd worden dat op ieder oogenblik van het jaar de rechtstreeksche zonne stralen binnen de hokken vallen. 4) De hokken, deuren, voeder- en drinkbakken, voeder- en mestgang, voe derstal moeten derwijze geschikt en aangelegd worden dat zij met een mini mum handenarbeid een gemakkelijke, vlugge en menigvuldige bediening, ver zorging en toezicht toelaten. 5) Met de mogelijkheid aan de dieren van allen ouderdom buitenloop te ver strekken moet steeds rekening gehouden worden. Met het doel de landbouwers van Oost-Vlaanderen in de gelegenheid te stellen om dergelijke doelmatig aange legde varkensstallen te kunnen bouwen, heeft de Provinciale Landbouwkamer toelagen verleend voor het bouwen van 4 model-varkensstallen, volgens de plans door haar daartoe opgemaakt. De vier stallen werden gebouwd door: M. Ooghe Gustaaf, te Steenhuize- Wijnhuize, Molenstraat. Mevr. Wed. Emiel De Smet, te Ma- chelen-bij-Deinze. M. De Vreese Emiel, te Heusden (bij Gent) Leenstraat, 4. M. Verheyden Jozef,Lange Dijkstraat 3, te St Gillis-Dendermonde. Wij kunnen aan de landbouwers, die zinnens zijn een varkensstal te bouwen, niet genoeg aanraden, vooraleer iets aan te vangen, een dier model-stallen te gaan bezichtigen (samen met hun met ser en hun timmerman). Om hun het werk nog te vergemakkelijken stelt de Landbouwkamer te hunnen dienste, te gen betaling van 5 fr., de plans van den model-stal. De vragen moeten gericht worden aan den Heer Voorzitter van de Provinciale Landbouwkamer, te Gent, en de som van Fr 5 gestort op de post- checkrekening der Landbouwkamer, te Gent nr 1660.08. Namens het Bureel t De Secretaris, De Voorzitter, J. Menschaert. Art. Vander Linden. Brief uit Belgrado. Twee cijfers doen zeer duidelijk den ernst der terugkaatsingen van de land- bouwwereldcrisis begrijpen. Eerste cijfer Op 2.200.000.000 menschen in de wereld, leven er 1.700.000 000 van den landbouw en enkel 300.000.000 van de nijverheid, 100 millioen van den handel en 100 mil- lioen van vrije beroepen. Tweede cijfer Voor 1934 is het verbruik der landbouwproducten in de geheele wereld geschat op omstreeks 66 milliard goud-frank. Daarvan heeft de voortbrenger maar 16 milliard ont vangen en 50 milliard zijn ontvangen door de verschillende treden die gaan van den voortbrenger tot den verbrui ker. Deze cijfers zijn heel onlangs ver strekt geweest op het Europeesch Eco nomisch Congres te Brussel, in een ver slag voorgedragen door Mr Leon Janta Polczynski, oud poolsch minister van landbouw, vermaard technieker in land bouwpolitiek. Ze herinneren ons op welsprekende wijze dat de oplossing van de algemeene economische crisis hedendaags afhangt van de oplossing van het landbouw vraagstuk. Indien wij nu van het wereldplan op het europeesch plan overgaan, zien wij dat sedert 5 jaar de economische toe stand van ons vasteland niet opgehou den heeft voort te gaan in een ongun stige richting, 't Is natuurlijk in het hoofdzakelijk landbouwgebied van Eu ropa d. w. z. in de streek Baltische- Zwarte Zee dat de terugkaatsingen van den val der prijzen van de landbouw- produkten het meest kenmerkend zijn. Met een min of meer zelfbewuste ikzucht zou men dus misschien gedre ven zijn er geen belang meer aan te hechten in andere deelen van Europa dit zou een ernstige dwaling zijn, want het economisch leven van Europa vormt heden een geheel, waarvan men noch het een noch het ander der elementen kan verwijderen. Men herinnere zich hoe de blijvende prijsdaling der landbouwprodukten in Amerika ten jare 1929 is begonnen om ons daarna rap te treffen. Ze bracht haar ergste gevolgen mede in de landen van Midden- en Oost- Europa, streek met weinig nijverheid, waar het grootste deel der bevolking haar levensmiddelen zoekt in den land bouw en voor dewelke de verkoop aan het buitenland van granen, melkproduc ten en vleesch een onontbeerlijke bron uitmaakt. Die landen, beschikkende over overproductie, kunnen feitelijk hunne toevlucht niet nemen tot bescher mingsmaatregelen door dewelke de lan den waarvan het verbruik maar de na tionale voortbrengst opslorpt, er toe komen kunstmatig de prijzen binnen hun grenzen op een peil te houden boven dit der wereldprijzen. 't Is hierom dat in 1930 en op voor stel van Polen, die landen Bulgarië. Estland, Hongarije, Letland, Polen, Roemenië, Tsjeco-Slowakije en Joego slavië een groep vormden, de Land- bouwblok, die zich voorstelde door een goed overlegde werking aan dezen el- lendigen toestand te verhelpen. Terecht in het hoogergemeld verslag dat ver scheen in de uitmuntende internationale revue L'Est Européen Agricole heeft Mr Yanta Polczynski onderlijnd dat de Blokus zich mocht roemen "het alarm geblazen te hebben en al de ellendige ge volgen van die politiek die zich reeds schetste te hebben voorzien,,. "Onge lukkiglijk, merkt Mr Yanta Polczynski zwaarmoedig op gelijk hebben is een onvoldoende uitslag. De Blokus heeft wel een reeks moreele uitslagen gehad, f maar die geen positieve uitslagen heb ben gegeven.,, Onder de middelen die de Blokus in 1930 had aangeraden om de crisis te be strijden kwam de toevlucht voor naar de europeesche voorkeuren. Het staat feitelijk vast dat de overproduktie die de crisis heeft veroorzaakt, alleen de daad is der overzeesche voortbrengers. (De europeesche graanvoortbrengst was sedert den oorlog zoo groot niet meer en de bebouwde oppervlakte was ge voelig verminderd). In die omstandigheden vroegen de Europeesche graanvoortbrenpstlanden, die niet verantwoordelijk waren voor de overproduktie, aan de invoerende Europeesche landen bij voorkeur bij hen te koopen. Men weet dat deze laatste het ant woord op deze vraag schuldig bleven. De toestand werd nog ingewikkelder, wanne.-r deze laatste jaren de invoeren de Europeesche landen zochten om in hun behoefte aan landbouwprodukten zelf te voorzien. De modern technische middelen hebben dit tendenz zeer verge makkelijkt. 't Is op die wijze dat Italië, waarvan vóór den oorlog de gemiddel de jaarlijksche graanvoortbrengst amper tot 50 millioen kwintalen beliep, deze voortbrengst gebracht heeft op 83 mil lioen in 1933. Het voorbeeld van Italië is hier wel licht het meest typisch maar de andere invoerende landen hebben het nage volgd. In Zweden, Nederland en Zwit serland zijn de voortbrengsttotalen ge stegen met 20 a 30 tegenover het tijd stip 1925-1928; inDuitschland met75 °/0. Voeg er eindelijk aan toe dat de land- bouwbescherming overal is teweegge bracht door de bestendige verhooging der rechten op graan, vleesch en melk- produkten. Zoo wordt het oude systeem dat be stond in internationale voortbrengstver- deeling vervangen door een nieuw re giem waarin elk land in zijn eigen be hoefte tracht te voorzien. Ehwel, het volstaat de landbouwlan- den van midden- en oost-Europa te doorkruisen om te bestatigen dat zulks een tweesnijdend wapen is. Al de bin- nenlandsche prijzen te verhoogen, al on ophoudelijk de uitvoer der landbouw- landen te beperken brengt het systeem noodzakelijk trapsgewijze verlaging te weeg der wereldprijzen en vervolgens trapsgewijze vernieling van de koop kracht der landbouwlandenwaarvan de gevolgen feitelijk ten kwade komen der nijverheidslanden. Ziehier het voorbeeld van Jougo-Sla- vië De uitvoer d.w.z. de verkoop aan den vreemde van Jougo-Slavië is gedaald van 3 milliard 500 millioen dinar in 1929 tot 1 milliard 500 millioen in 1934; hier door is het verplicht geweest gedurende hetzelfde tijdstip zijn invoer d.w.z. zijn aankoopen in den vreemde te verminde ren van 3 milliard 800 millioen dinar tot 1 milliard 163 millioen. Volgens eenzelf de ontwikkelingsgang is de invoer van Bulgarië binst hetzelfde tijdstip gevallen op 50 °lo, deze van Hongarië op bijna 75 °/o, enz. De ondergang der landbouwlanden heeft dus groote weerslag op de nijver heidslanden. Maar als tegenpartij brengt hij aan deze laatste voordeelen teweeg Bepaald toonen de feiten aan dat van den eenen kant in de nijverheidslanden de verbruiker geen voordeel trekt uit de val der wereldprijzen en van den ande ren kant, de landbouwer der nijverheids landen, tot wiens voordeel de bescher- mingspolitiek de prijzen tracht te behou den. in feite maar op een kunstmatige wijze beschermd is omdat de wereldprij zen alleszins het vertrekpunt blijven van alle economische politiek. Daarenboven, ondanks de krachtin spanning van al de Regeeringen, daalt het prijzenindex der landbouwproducten veel sneller dan dit der handelsprijzen. Uit dit al spruit ten slotte alleenlijk de verarming voort van de beschaafde we reld in 't algemeen, verarming die reeds afgeteekend is en die onophoudelijk ver ergert. De overtuiging die zich bijna overal gaarde maakt in de landbouw landen gelegen tusschen de Ealtische en de Zwarte Zee is dat zoo eer staat van zaken iodien hij voortduurt, echtaf zal leiden tot zulke rampen dat geen enkel land van Europa er toe zal komen zich voorzichtig uit den slag te trekken. Henri de Monfort. DE KOOR NI \DEM

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1935 | | pagina 1