Een Landbouwschool verdwijnt 1 Arbeid ac lelt* Landbouwweekblad Voor en door de Landbouwers Het Plan tot Oprichting van nieuwe en tot Moderniseering der bestaande Nijverheden. De Landbouw staat op het Kruispunt Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven ZONDAG 10 NOVEMBER 1935. Prijs 25 centiem 17de JAARGANG Nr 880 A Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Gpsteiier O. CAUDRON. Bareel en Redactie t De Vilanderstraat, 4, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. Wanneer wordt er eens gedacht aan de Landbouwindustrie (2e Bijdrage.) Ter aanvulling van de algemeene beschouwingen onder voormelde hoof- ding welke wij ontwikkelden in ons nummer van 13 October 1.1. willen wij thans enkele bedrijfstakken beschouwen van onzen landbouw whar de oprichting van een goed uitgeruste landbouwnij verheid veel nut zou opleveren voor de landbouwbevolking en onze nationale economie. Voorafgaandelijk weze echter opge merkt dat de bedoeling van onze bijdra ge niet is aan te toonen dat de openbare besturen zelf moeten overgaan tot de oprichting van landbouwnijverheids- instellingen, doch wel deze oprichting moeten aanmoedigen door wetenschap pelijke voorlichting, een passende fiskale en doeltreffende tolpolitiek, ruime kre dieten tegen voordeelige voorwaarden, kortom door het scheppen van een gun stig midden waarin de landbouwindus trie kan ontstaan en levenskracht ver werven. Wij hebben vooreerst het zuivel bedrijf. In het breedvoerig commentaar over de belangwekkende voordracht van den heer Piraux voor de "Société Centrale d'Agriculture,, dat wij onlangs gaven in dit blad, werden de oorzaken ontleed van de minderwaarde onzer zuivelproducten tegenover de vreemde voortbrengst. Als hoofdoorzaken van de minder waarde onzer boter warden terecht vermeld 1) Dat een belangrijke hoeveelheid inlandsche boter nog op de hoeven wordt vervaardigd in gebrekkige tech nische voorwaarden. 2) Dat de talrijke kleine melkerijen die zich met de boterfabricatie bezig houden niet beschikken over voldoende technische uitrusting om producten van prima-hoedanigheid voort te brengen. Als middelen om aan dezen toestand te verhelpen dienen genoemd Een betere melkverzorging op de hoeve zelf derwijze dat de melk in vol komen hygiënische voorwaarden kunne afgeleverd worden aan technisch goed uitgeruste en goed geleide gewestelijke melkerijen. De huidige eischen gesteld door het verbruik brengen mede dat de genaamde boerenboter of boter voort gebracht op de hoeve meer en meer haar afzet ziet inkrimpen, zoodat de land bouwer er meer profijt bij heeft degelijke melk af te leveren aan de melkerij dan zelf boter voort te brengen. Wat de kleine ouderwetsche melke rijen betreft, zij ook zullen zich beter moeten uitrusten of zij zullen door mo derne bedrijven van de markt ver drongen worden. Ze zouden echter nut tig kunnen zijn als verzamelingscentra van melk of room voor rekening van grootere modern-ingerichte melkerijen. Een betere oplossing kan nog gevon den worden in den volgenden zin De landbouwer roomt thuis en brengt al leen de room naar de melkerij. Hier door worden vervoerkosten uitgespaard en blijft de kleine melk in frisschen toe stand op de hoeve. De gewestelijke melkerijen zouden zich kunnen groepeeren tot inrichting van een gezamenlijkec dienst voor ana lysen en toezicht op de hoedanigheid der voortgebrachte productie, voor in richting van een gezamenlijken verkoop dienst of verkoopcentrale. Verder zou de oprichting van enkele groote flinke uitgeruste nijverheidsmel- kerijen met het oog op de voortbrengst van producten van prima-kwaliteit veel nut opleveren. Dergelijke nijverheid zou werk ver schaffen aan talrijke arbeiders en zou geen andere nijverheid in den weg staan. Zij zou de landbouwers ontlasten van de zorgen eener productie waarvoor ze niet zijn voorbereid. Zoodra de zekerheid bestaat dat de aldus opgerichte moderne melkerijen in staat zijn de inlandsche markt te be voorraden met een voldoende hoeveel heid boter van goede hoedanigheid, zou het mogelijk zijn een standaardtype van boter voor te schrijven waardoor de boter van mindere hoedanigheid uit den handel zou verdwijnen. Deze industrieele melkerijen zouden ook op de tijdstippen van overvloedige melkproductie, deze kunnen verwerken tot melkpoeders of verdikte melk van welke beider producten ons iand in 1934 3.350.000 kg. overeenstemmende met 30 millioen liter melk uit den vreemde invoerde. Op zuivelgebied zou de uitbreiding der kaasfabricatie, zooals uitvoerig werd aangetoond door den heer Piraux in de hooger aangehaalde voordracht, insge lijks aanzienlijk nut opleveren voor on zen landbouw. Deze fabricatie benuttigt immers inlandsche grondstof en ver werkt haar tot haar verbruik door de bevolking. Bijzonder de kaassoorten met harde schors zijn aan te bevelen, omdat zij het verwerken van melk toelaten op het tijdstip dat er overproductie is. Om de inrichting en het bestaan der inlandsche kaasfabrikatie mogelijk te maken, dienen verschillende vereischten vervuld 1) De vorming van bevoegde specia listen-bedrijfsleiders. Hiervoor zouden de openbare besturen in verstandhou ding met de private landbouwvereeni- gingen een ernstige krachtinspanning moeten doen door het inrichten van speciale scholen en lessen waarvoor be voegde vreemde leerkrachten en voor drachtgevers kunnen aangeworven worden. 2) De toepassing van een tolregiem dat van aard is de ontwikkeling van kaasfabrieken te verzekeren. Thans zijn enkel de boter en melk beschermd door tolrechten, terwijl er geene bescherming bestaat voor de inlandsche kaasfabri katie. De rechten op vreemde kaas zijn ingevolge de bestaande handelsver dragen geconsolideerd. In afwachting dat een herziening der handelsverdragen mogelijk weze, zou de Regeering ten minste de melk, gebruikt voor kaasfabricatie, kunnen vrijstellen van tolrechten. Een vergelding hiervoor zou zij kunnen vinden in de verhooging der accijnsrechten op de margarinefa- bricatie die een voldoende winstmarge laat om den verkoopprijs niet te ver- hoogen en bovendien grootendeels met vreemde kapitalen wordt uitgebaat,zon der veel inlandsche arbeiders te werk te stellen. Wij hebben ook nog de fruit- productie. Ons land brengt op sommige tijdstippen te veel fruit voort voor het inlandsch verbruik, zoodat een groote hoeveelheid afzet moet kunnen vinden in het buitenland. Welnu, slechts vruch ten van eerste hoedanigheid kunnen tegen loonenden prijs uitgevoerd wor den. Waar de uitvoer op bepaalde tijd stippen voor prima-vruchten niet loo- nend is, zou men deze in koelinrichtin- gen moeten opslaan teneinde ze gansch het jaar door op de inlandsche markt te kunnen brengen. Voorzeker, er bestaan in de groote nijverheidscentra enkele koelinrichtin- gen. Deze worden echter schier niet be nuttigd door de voortbrengers omdat ze te verre gelegen zijn van de centra van fruitteelt en bovendien voor gemengde doeleinden worden aangewend zoodat zij de noodige plaatsruimte niet altijd bieden op het tijdstip van overvloedige fruitvoortbrengst. De koelinrichtingen door ons bedoeld zouden een innig verband moeten heb ben met de fruitproductie. Opgericht in de centra van belangrijke fruitvoort brengst zouden zij ten dienste en onder het bestuur moeten staan van de Ver- eenigingen van fruitproducenten. Vruchten van mindere hoedanigheid zouden pp het tijdstip van overvloedige voortbrengst moeten kunnen verwerkt worden tot confituur, siroop, vruchten wijn of cider. Om dergelijke fruitindus- trie tot stand te brengen en te ontwik kelen, is er vooreerst technische voor lichting vereischt. Deze taak behoort I aan het ministerie van Landbouw in sa menwerking met de landbouwvereeni- gingen. Bovendien zouden de openbare be sturen een fiskale en douanepolitiek moeten toepassen welke het ontstaan der nieuwe nijverheden toelaat en hun bestaan waarborgt tijdens de eerste jaren. Er is ook de aardappelteelt waarde fabricatie van alcool voor nijverheids doeleinden en van aardappelbloem bij overvloedige productie groot nut zou opleveren. Tenslotte wenschen wij nog een woordje te zeggen over den Groen- tenopleg. Deze nijverheid berust thans groo tendeels in handen van personen staan de buiten het landbouwbedrijf 1 Deze hebben slechts een doel van den voort brenger tegen den laagsten prijs de grondstoffen dienstig voor hun bedrijf te bekomen en de afgewerkte productie met de hoogst mogelijke winst af te zetten. De groentenopleg behoort nochtans door haar aard tot het landbou wbedrijf. Zij zou dan ook dienen uitgebaat in verstandhouding en met rechtstreeksche belangendeelname van de groenten- voortbrengers. Redt U Zeiven heeft in die richting reeds een poging gedaan. De huidige toestand is voorzeker dus danig dat de fabrikatie van conserven door tolbelemmeringen en andere haar buitenlandsch afzetgebied aanzienlijk heeft zien inkrimpen. Wij blijven echter van meening dat conservenfabrieken, degelijk uitgerust, opgericht in de cen tra van groententeelt en welke kunnen rekenen op de innige medewerking en steun der groentenkweekers, nog bij machte zijn loonenden afzet te vinden op de binnenlandsche markt en in onze kolonie. Er kan ook nog veel in het buitenland worden verkocht, indien de ze nijverheid zich wil groepeeren en als sterk organisme een woord kan mee spreken in de internationale handels overeenkomsten met andere landen. Het spreekt van zelf dat al de land- bouwnij verheden, waarvan hooger spra ke, niet tot stand kunnen komen van vandaag tot morgen. Zij zijn nochtans een ernstige en dringende studie over waard. Tot oprichting en verbetering van al deze nijverheden zijn vooreerst ruime geldmiddelen noodig. Daar het rollend kapitaal onzer landbouwers in de huidige benarde omstandigheden meestal niet voldoende is om het bedrijf in stand te houden, kan de landbouw dit alles zelf niet financeeren. De openbare be sturen moeten hier dus tusschenkomen, met voldoende kredieten op langen en middelmatigen termijn tegen voordeeli- gen interest beschikbaar te stellen. De regeering vergete niet dat door den welstand der landbouwbevolking te vermeerderen, zij het algemeen belang dient. De landbouwbevolking is immers een zeer belangrijke verbruikersmassa voor de nijverheid en den handel. «■HEisaaBSHiRHeasDiMMBnaHaBnB Met een paar stemmen meerderheid werd in den Provintieraad van Oost- Vlaanderen beslist de Middelbare Land bouwschool en de Middelbare huishoud school te Kwatrecht af te schaffen. Het mag wel wonder heeten dat in dezen huidigen tijd waarin onze land bouw een crisis doorworstelt, en ieder een het eens is om te zeggen dat het machtigste wapen bestaat in een dege lijk landbouwonderwijs, juist een zoo nuttige inrichting wordt afgeschaft. Deze inrichting is zeer centraal gele gen en was de eerste van dezen aard in onze provintie. Men spreekt van het inrichten van het verplichtend onderwijs tot 16 jaar, maar waar het een landbouwschool geldt, wordt ze afgeschaft. Dat het onderwijs er degelijk is be wijzen de uitslagen bekomen door de leerlingen en oud-leerlingen dezer on derwijsgestichten. Inderdaad oud-leer lingen die dan verder de studiën aan- (Zie vervolg onderaan hierneven). De keus gaat tusschen individualisme en samenwerking. In samenwerking alleen Hgt de redding. In de crisis van onevenwichtigheid en economische regeeringsloosheid die de wereld thans doorworstelt, vóór de on- j macht van den menschelijken geest om een oplossing te vinden op de vele vraagstukken die zich t' allenkanten stellen, vraagt menigeen zich pijnlijk af: Waar ligt de redding De catastrofale inzinking der prijzen, de gestadige misverkoop, de onzeker heid van den dag van morgen, de angst voor de toekomst stelt aan al dezen die zich bekommeren met de verdediging van de landbouwbelangen deze vraag Waar gaat de landbouw heen We moeten den moed bezitten om het de landbouwers voor te houden dat hun individualisme hen terugvoert naar de slechte dagen van voorheen, naar dit leven van ontzeggingen en miseries dat het hunne was. Een tijdperk van betrek- kelijken voorspoed heeft bij velen zelfs de herinnering uitgewischt van hetgeen het boerenleven vroeger was, vóór den oorlog. Gedurende enkele jaren scheen het dat alles voor de landbouwers goed zou worden, dat ze eindelijk zouden be taald worden voor een wroetersleven. Men verkocht alles gemakkelijk, aan goede prijzen. Thans is dit tijdperk weer voorbij. Alles is veranderd. De verkoop gaat niet meer. En wanneer men gelukt iets te verkoopen dan is het meestal nog met verlies of met zeer kleine winst. De prij zen dalen nog. De spaarpot vermindert. Nochtans, het leven gaat zijn gang en er zijn menschen die beweren, dat het geen crisis meer is, dat we weer in het normale leven zijn teruggekeerd. De landbouwer is weer de prooi ge- worden van de economische feodalitei- ten. Ze hebben bezit genomen van de markten. Zij stellen de wet inzake de prijsvorming en... gaan met de winsten loopen. De landbouwer brengt ieder jaar op de markt voor milliarden frank aan on misbare producten. Het springt tegen het hoofd dat zijn werken en zwoegen hem zelfs niet genoeg opbrengen om fatsoenlijk te leven. Tegen het luttele dat hij ontvangt, stapelen de winsten van I ■asBBSi aaHüHnü b mammam vingen en het ingenieurs-diploma be- haalden, verwierven op vergelijkende examens tot het begeven van staatsbe- 1 dieningen schitterende uitslagen. Op prijskampen ingericht tusschen de mid delbare huishoudscholen van het gan- sche land. waren de laureaten die den beker verwierven deze twee opeenvol gende laatste jaren, leerlingen van Kwatrecht 1 't Kan dus moeilijk beter Dat deze school noodzakelijk is be wijst dat, niettegenstaande dat het ge rucht verspreid was dat de school zou afgeschaft worden en benevens andere invloeden nog, er toch voor de jongens- afdeeling een vijftigtal leerlingen inge schreven waren. Vooral in deze tijdsomstandigheden is er een dergelijke school noodig daar ze ook voor kinderen van min begoede families toegankelijk is gezien het ge ringe kostgeld dat er gevergd wordt. Om het afschaffen van deze school te wettigen brengt men in het midden dat deze inrichting te veel kost aan de pro vincie en bij de berekeningen wordt als een der voornaamste lastposten aange geven interest van kapitaal en jaar- doodingen. Maar sedert wanneer zou een school een inrichting zijn met winst bejag, die interesten opbrengen moet en jaardoodingen afleggen. Onderwijs im mers kost altijd. En het is ook niet omdat de onkosten van verwarming te hoog oploopen dat een nuttige instelling mag verdwijnen. Dat de provincie in financieele moei lijkheden verkeert begrijpen wij best en dat er weeral op de landbouw bezuinigd wordt is de normale gang. Als er geld was om in die streek for ten te bouwen, zou er dan geen kunnen gevonden worden om daar die school te behouden de tusschenpersonen zich torenhoog op. Nochtans, het zijn de sommen die in de handen van den landbouwer komen, die den waren rijkdom vormen, de andere, wat men ook bewere, brengen niets bij om den levenden rijkdom van het alge meen te verhoogen. De vrijheid winsten te verwezenlijken wordt, echter, door wetten gewaarborgd en de winst is het fundamenteel dogma van de moderne economie. Wee daarom hij die alleen staat en zijn verdediging niet kan waarnemen. De landbouwer wordt meestal aanzien als het kieken dat gouden eieren legt. Van honger zal hij niet sterven, maar indien hij zich niet verdedigt wordt hem slechts het noodzakelijke om te leven gelaten. Het land voedt degenen die het land bewerken, zegt men. Dit is slechts be trekkelijk waar, want te lang heeft het land den landbouwer slecht, zeer slecht gevoed. Kent een landbouwer rust Is de landbouwer niet verplicht ;:ich veel opofferingen op te leggen die dan nog moeten dienen om de gierigheid van den landbouwer te illustreeren. Den land bouwer werd te lang al de kleine ge noegens van het leven ontzegd... behal ve enkele jaren. Thans wordt hij weer naar de verge zichten van miserie en ontberingen ge stuwd. Officieele personaliteiten en andere hebben daar schoone woorden om dit te bestempelen. Ze spreken van de schoon heid van het landleven, van de onaf hankelijkheid van den boer, van de ge noegens zijn eigen meester te zijn en aan iemand niets verschuldigd te zijn enz. Men hoopt daardoor de natuurlijke achterdocht van den boer, dit soort egoïsme dat gedurende eeuwen van een streng en armzalig bestaan werd aange kweekt, te verstevigen. Men legt het er op aan de boeren in onderlinge mede dinging tegen elkaar op te jagen, de boe- renstrijd aan te wakkeren. Welke gemakkelijke prooi is de land bouwer niet die aan zichzelf is overge laten voor de goedgeorganiseerde te genstrevers Dat de boer zijn begoo chelingen laat varen. De zaken zijn als een jungle waar de strijd zonder genade is om zich te verdedigen tegen den han del, de banken, de graanmolens en welke andere monsters nog, zijn de boeren met zooveel als ze zijn niet te talrijk. De Regeeringen, vergeet het niet, maken wetten onder den druk van de sterksten en al de landbouwwetten hebben den invloed ondergaan van groepeeringen die de landbouwers niet goedgezind zijn. De landbouwers staan voor de keuze. De landbouw bevindt zich op het punt waar twee wegen zich kruisen. Rechts ligt de weg van het verleden, de weg van de vrijheid en de onafhan kelijkheid, zeggen de hooge personali teiten, in werkelijkheid echter de weg van het alleen staan en van de miserie. Links ligt de weg van de toekomst, minder vrij misschien en wellicht wor den er heel wat verkeersreglementen toegepast waar men zich moet naar schikken, de weg van de nieuwe econo mie waarvan men getracht heeft een "musschenschrik,, te maken, doch in werkelijkheid de eenige weg naar een gerust, waardig en fatsoenlijk leven, de weg van de vereeniging en de samen werking. In den grond beschouwd is de voor spoed voor de menschheid een langzame en lange marsch van het bekrompen en poover individualisme naar de samen werking, de steeds grootere vereenigin- gen geweest. Landbouwers, overweegt e;i doet uw keus. Kiest goed uw weg en kiess: goed uw leiders. En dan zal voor den landbouw een nieuw tijdperk aanbreken, dit tijdperk waarvan ge in de lange Winterdagen hebt gedroomd. 40

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1935 | | pagina 1