Onrechtvaardigheid
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Voor en door de Landbouwers
RATIONEELE LANDBOUWPOLITIEK
Tarwevraagstük
Steeds meer
ten opzichte van den Landbouw
Aalstersche Hopfederatie
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
ZONDAG 24 NOVEMBER 1935.
Prijs^S^centiem
18de JAARGANG Nr 882
Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteiier
O. CAUDRON.
Bareel en Redactie t De Vilanderstraat, 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
In plaats van een
slechts diepe teleurstelling
De huidige regeering heeft zich beti
teld als "Regeering van de economische
heropbeuring Heeft zij in werkelijk
heid dezen naam verdiend Indien wij
de statistieken nopens de werkloosheid,
nopens de resultaten van sommige nij
verheidstakken, en vooral nopens de
bankbedrijvigheid mogen gelooven, dan
zou er werkelijk een niet te versmaden
verbetering zijn ontstaan in 's lands
economischen toestand. Voor den land
bouw integendeel bracht de nieuwe
regeeringspolitiek tot heden slechts diepe
ontgoochelingen en bittere teleurstelling.
Welnu, de geschiedenis leert dat eco
nomische welstand niet mogelijk is zon
der een voorspoedigen landbouw.
Verliest de boerenbevolking door de
slechte opbrengst van haar bedrijf hare
koopkracht, dan moeten ten slotte nij
verheid en handel ook kwijnen, omdat
de landbouwbevolking een zeer belang
rijke zoo niet de belangrijkste verbrui
kersmassa vormt op de binnenlandsche
markt.
Andere landen zooals Duitschland,
Engeland en Italië, die zich vroeger
hebben bezondigd aan overdreven in
dustrialisatie, hebben deze laatste jaren
energiek de richting gewijzigd. Door
breed opgevatte en flink doorgedreven
maatregelen streven zij naar den bloei
van hunnen nationalen landbouw, door
hem een behoorlijke winstmarge te ver
zekeren bij den verkoop zijner produk-
ten en hem in het economisch en maat
schappelijk leven der natie de plaats te
verzekeren welke hem toekomt.
In België integendeel ziet men wel in
dat het zonder den landbouw niet gaat,
doch men wil zijn bestaan enkel maar
dulden in zooverre hij de belangen der
nijverheid.staande onder de heerschappij
der groot-financie, dient. De landbouw
blijft hier de ondergeschikte der nijver
heid.
De Nationale Maatschappij voor den
kleinen Landeigendom, ontworpen door
den genialen Bovesse, heeft in werkelijk
heid geen ander doel. Immers, als we
het doel dezer instelling nagaan, beoogt
zij slechts de nijverheidswerklieden naar
den buiten te krijgen en hen daar door
uitbating van het klein landbouwbedrijf
de levensmiddelen, noodig voor hun ge
zin, aan de hand te doen.
Aan onze kleine boeren welke thans
gebukt gaan onder zware pachten, mid
delen verstrekken om in behoorlijke
voorwaarden eigenaar te worden van
hun grond, essensieel bestanddeel van
hun bedrijf, of ten minste een pachtwet
te verschaffen welke hen de bestaans
zekerheid waarborgt en de pachtprijzen
afhankelijk stelt van de economische
uitslagen van hun bedrijf, daaraan heb
ben noch de vorige noch de huidige
Regeering der economische heropleving
gedacht.
Aan een verlichting der zoo zware
grondbelastingen bijzonder aan het ver
bod voor de eigenaars de grondbelasting
af te wentelen op hun pachters stelsel
waarvan wij hier herhaaldelijk de ter
gende misbruiken hebben aangeklaagd
heeft de Regeering zelfs niet gedacht.
Waar blijft de politiek der Regeering
tot vermindering der productiekosten
voor het landbouwbedrijf, zij die er
steeds onmiddellijk bij is om op de ver
koopprijzen der landbouwproducten te
drukken
Waar blijft namelijk hare politiek tot
vermindering der prijzen van de mest
stoffen wier verkoopsvoorwaarden thans
worden bepaald door groote nijver
heidstrusts zonder eenige inachtneming
der landbouwbelangen
Waar blijven de maatregelen tot ver
mindering der verzekeringspremiën in
het landbouwbedrijf en tot uitbreiding
van het electriciteitsverbruik op den
buiten tegen behoorlijke tarieven
Wanneer mogen wij vanwege de Re
geering een ernstige poging verwachten
tot oprichting van de specifieke land-
bouwnijverheden die ongetwijfeld veel
nut zouden opleveren niet alleen aan
onzen boerenstand doch nok aan de ver
bruikersmassa in 't algemeen
Wij zouden aldus nog talrijke vragen
kunnen stellen verband houdende met
belangrijke punten eener rationneele
landbouwpolitiek.
Wij willen sluiten met drie aangele
genheden die dezen laatsten tijd vooral
op het voorplan zijn getreden n.l.1) het
verbod van fabrikatie en verkoop van
kunstroom. Hier heeft een koninklijk
besluit den Minister van Landbouw ge
machtigd bedoeld verbod uit te vaardi
gen. Tot heden zag het verbod echter
niet het lichtDe belangen van verbrui
kers en van melkvoortbffengers zijn hier
nochtans solidair. Waarop wacht dan
de Minister van Landbouw Zijn de
belangen van enkele fabrikanten van
kunstroom misschien gewichtiger dan
deze der massa landbouwers en der ver
bruikers wier gezondheid door kunst
room wordt benadeeld
2) de concurrentie tusschen boter en
margarine. Verre van ons de margarine-
fabrikatie te willen verhinderen. Wij
vragen echter een reglementeering van
de fabrikatie en verkoop van margarine,
derwijze dat aan de inlandsche boter op
de Belgische markt een voldoende afzet
gewaarborgd weze tegen loonende
prijzen
3) de valorisatie der graangewassen.
Deze is volstrekt noodig teneinde het
evenwicht te herstellen tusschen de vee
teelt en de akkerbouwproducten Wij
hebben steeds den eisch gesteld dat deze
valorisatie zou algemeen zijn en zich in
gelijke mate zou uitstrekken tot alle in
landsche graansoortenDeze valorisatie
moet tevens voldoende zijn om aan de
graanverbouwers niet alleen de dekking
der voortbrengstkosten doch insgelijks
een normale bedrijfswinst te verzekeren.
4) De toename bij den invoer van
Congoleesche suiker, vrij van tol
rechten, maakt grootendeels de maat
regelen ongedaan welke de Regeering
treft tot steun van onze suikerbeet-
teelt. Nochtans heeft de Regeering tot
heden geen maatregelen getroffen tot
beperking van den Congoleeschen in
voer, zoodat de onbeteugelde concur
rentie van Congoleesche rietsuiker ten
slotte den ondergang moet bewerken
van onze suikerbeetplanters.
Bij dit optreden wordt dan nog de
dubbele onrechtvaardigheid begaan
1) dat men tot beperking der levens
duurte niet ingrijpt tegen de stijging der
kleinhandelsprijzen, doch wel tegen de
stijging der groothandelsprijzen name
lijk deze bekomen door den landbouwer.
Zoo oefent men druk uit op de tarwe-
prijzen (door afschaffing der teeltpremie
voor den oogst 1935) om de stijging der
broodprijzen te verminderen, dan wan
neer tusschen deze twee producten het
breed veld ligt der maalderij en der bak
kerij. Welnu het index der tarwe ver
kocht aan 93 fr. per 100 kg. is 500 pun
ten, terwijl het algemeen index 684 pun
ten is. De bloem daarentegen wordt
verkocht door de molens aan 150 fr. en
heeft aldus als index 675 of 175 punten
meer dan de tarwe.
Men schreeuwt moord en brand, om
dat volgens het indexnummer der klein
handelsprijzen de gemiddelde prijs van
het spek, van 15 September tot 15 Ok
tober, gestegen is met 2,15 fr. het kg. en
deze van het reuzel met 2,52 fr. het kg.
Welnu, ter markt te Curegem bedroeg
het verschil van prijs der varkens op
voet tusschen 20 September en 8 Ok
tober 1.1. slechts 0,52 fr. het kg. Noch
tans wil de Regeering den voortbrenger
treffen
2) Dat men tot beperking der levens
duurte het stelsel aftakelt dat werd op
gebouwd tot verdediging van onzen
landbouw tegen vreemden dumping en
oneerlijke buitenlandsche mededinging.
Nochtans heeft Minister Van Zee
land in zijn Regeeringsverklaring be
toogd dat de groothandelsprijzen dien
den opgevoerd derwijze dat zij aan elk
bedrijf een behoorlijke winstmarge laten.
Onze landbouwers ondervinden thans
dat deze winstmarge voor elk bedrijf
toegelaten wordt behalve voor het
hunne. Is het dan te verwonderen dat ze
in opstand komen tegen de onrecht
vaardige behandeling welke de Regee
ring hen opdringt
Noord- en Zuid-Amerika
Het ingewikkelde en onopgeloste
Wanneer men den technischen voor
uitgang van de landbouwvoortbrengst
bestudeert, dat de menschen geen blijf
weten met de vraagstukken die ze zelf
hebben opgeroepen.
Nemen we tot voorbeeld de techni-
cologische veranderingen in de graan-
streken. Deze hebben een niet minder
revolutionnair karakter dan de invoer
van de landbouwmachines. Spoorwegen
en automobielen hebben den boer dich
ter bij de markten gebracht, en er is een
wetenschappelijk geleide landbouw op
gekomen.
Het gebruik van kunstmeststoffen is
in vele landen van Noord- en Zuid-
Amerika nog zoo goed als onbekend. In
de Vereenigde-Staten worden ze slechts
sinds de crisis gebruikt. De boer be
merkte hoe de voortbrengst achteruit
ging, terwijl de internationale mede
dinging hem dwong tot het aanwenden
van methodes die in Europa reeds lang
bekend waren.
Het is voor den Europeaan nauwe
lijks mogelijk te begrijpen op welk een
verkwistende wijze de Amerikaansche
pionnier met zijn land omsprong. Ge
durende 15 a 20 jaar gebruikte de "far
mer,, hetzelfde land en hetzelfde oogst-
product, en wanneer de bodem uitgeput
geraakte dan was hij eerder geneigd om
nieuw land te zoeken voor eenzelfde on
economische uitbating. Heelder gebie
den waar nu boeren huizen, hadden
nooit voor den landbouw mogen open
gelegd worden. En dit is waar voor
Canada, Argentinië en de Vereenigde
Staten.
Om onder vele cijfers slechts een
voorbeeld aan te stippen
In 1923 bezat de Argentijnsche repu
bliek ongeveer 15 millioen hectaar in
cultuur gebrachten grond thans, na 12
jaar, is deze oppervlakte gestegen tol 21
millioen hectaar. In betrekkelijk kort
tijdbestek zijn dus 6 millioen hectaar land
meer in uitbating genomen.
Het nam geruimen tijd om den boer
wisselbouw te leeren. Dit is voorname
lijk geschied door middel van de land
bouwscholen en de sterke inwijking van
Noordelijke rassen.
Behalve hun geld brachten de nieuwe
bewoners ook hunne grootere ontwik
keling en hun beter technisch doorzicht
mede. Ook de reusachtige prijsstijging
der landbouwproducten brachten de
boeren er toe zooveel land mogelijk te
bewerken. Alleen in de Vereenigde
Staten werden gedurende die enkele
jaren 40 millioen acres nieuw bouwland
aan het bestaande toegevoegd.
De boeren worden thans ingelicht op
alle gebied kunstmest, onkruidbestrij-
ding, verpakking, machines enz.
Dit wil niet zeggen dat de landbouw
ginds op denzelfden trap staat als hier.
Hier tracht men alles uit den grond te
halen wat er inzit, ginds is het bedrijf
nog steeds te veel roofbouw. De tarwe-
bouw in ons land werpt nog gemiddeld
3000 kg. per Ha. op. In Argentinië bv.
bereikt dit cijfer nauwelijks IC00 kg. In
1910 bedroeg dit cijfer slechts 650 kg.
zoodat er een merkelijke vooruitgang is
gedaan.
Terwijl de beperkingspolitiek en de
prijszetting in de Vereenigde-Staten
geen vooruitgang inzake tarweproductie
meer toelaten, is dit voor Canada en
Argentinië, de twee andere groote tar-
wevoortbrengers, het geval niet.
Canada spande tot hiertoe de kroon.
Het ziet er echter naar uit alsof Argen
tinië binnen niet al te langen tijd de
eerste plaats in de wereldtarweuitvoer
zal bekleeden. Terwijl de lijn van de
Canadeesche voortbrengst een daling
vertoont, wijst de Argentijnsche een re
gelmatige stijging aan. Dit komt in de
desbetreffende statistieken duidelijk tot
uiting. In beider hoogtepunt, het hoog
conjunctuurjaar 1928, bedraagt de tar-
weuitvoer voor Canada 10 millioen ton,
die voor Argentinië 6,5 millioen ton. In
1934 is er een heele ommekeer te be
merken Canada 5 millioen en Argenti
nië 4 millioen ton,Voor 1935 is het bijna
zeker dat het Argentijnsche cijfer dit van
Canada weer merkelijk zal genaderd
zijn.
(Zie vervolg onderaan hierneven).
De zoogenaamde Regeering van de Economische heropbeuring
legt het er klaarblijkelijk op aan deze heropbeuring te bewerken door
den ondergang van onzen landbouw.
Na de opheffing van talrijke vergunningsrechten, na de ver
ruiming van den vreemden invoer gepaard gaande met een intensieve
propaganda voor de benuttiging der invoervergunningen, wordt het
bestaande reeds zeer beperkte stelsel der invoerrechten op vreemde
landbouwproducten afgetakeld.
Bij koninklijk besluit van 9 November 1935 gepubliceerd door
het Staatsblad van 11-12-13 November heeft de regeering, zich
beroepende op de hoogdringendheid, met een pennentrek het innen
der invoerrechten geschorst op de volgende landbouwproducten
bevroren varkensvleeschbevroren paardenvleeschversch en
afgekoeld varkensvleeschversch en afgekoeld paardenvleesch
braadworsten, worsten, cervelaatworst, beulingen en dergelijke van
allerhande vleesch, ander dan de lever niet genoemd vleesch, enkel
gekookt» gerookt of gezouten, anders ingevoerd dan in doozen,
teilen, korsten of andere dergelijke verpakkingen ingelegd vleesch,
niet genoemd, ander dan dat, enkel gekookt, gerookt of gezouten,
anders ingevoerd dan in doozen, teilen, korsten of andere dergelijke
verpakkingenvleesch, ingemaakt, niet genoemd, ingevoerd in
doozen, teilen, korsten of andere dergelijke verpakkingen.
Deze schorsing van invoerrechten geldt voor den termijn van
13 November tot en met 31 December 1935 1
Van vermindering der invoerrechten op de zeer talrijke nijver
heidsproducten welke een rechtstreekschen invloed hebben op de
levensduurte is er geen sprake. Kolencontingenteering en vergun
ningstaksen van 10 en 15 fr. per ton blijven behouden niettegenstaan
de de onlangs ingetreden aanzienlijke verhooging der kolenprijzen.
Men betaalt zelf zware uitvoerpremiën voor de kolen
Alleen de landbouw moet de offers brengen om de levens
duurte en de loonen der arbeiders staande in den dienst van de
nijverheidsmagnaten laag te houden, al moest hij er ook bij kapot
gaan
En wat gebeurt er met de fabrikatie van kunstroom
Na maanden wachten is nog steeds het verbod van fabrikatie
en handel in kunstroom niet verschenen, alhoewel de Minister van
Landbouw sedert lang bij koninklijk besluit de bevoegdheid bekwam
dergelijk verbod uit te vaardigen
Een melkweek inrichten, een commissie instellen om de vraag
stukken betreffende de hoedanigheid van melk en boter te bestudee-
ren daarvoor doet Minister De Schrijver wel zijn best. De belangen
verdedigen van duizende landbouwers en verbruikers tegen een paar
kunstroomfabrikanten is eene taak welke hem klaarblijkend te zwaar
weegt 1
Dit is de uitvoering van de belofte afgelegd door den Eersten
Minister Van Zeeland aan de afvaardiging der Katholieke Land-
bouwgroepen dat hij voortaan met hen overleg zou plegen vóór het
treffen van maatregelen welke den landbouw aanbelangen Het
koninklijk besluit in kwestie dagteekent van 9 November, juist den
dag waarop Minister Van Zeeland deze beloften deed aan de
Katholieke Landbouwvertegenwoordigers Zoo fopt men Frederik
De Regeering moge echter weten dat onze boeren het meer
dan beu zijn als paria's der samenleving behandeld te blijven worden!
Uit dit alles blijkt dat de voortbrengst
steeds toeneemt, terwijl de uitvoer feller
en feller betwist wordt. Het is zoover
gekomen dat de groote landbouwlanden
van Noord- en Zuid-Amerika steeds be
dreigd zijn door een voorspoedigen
oogst. De ziekte van 't graangewas,
aanhoudende regens worden als zeer
belangrijke factoren voor het verhoogen
van den prijs aanzien.
De Vereenigde-Staten hebben een
oogenblik gedacht een oplossing te vin
den in de beperking van de bebouwde
oppervlakte. Deze hoop moet opgegeven
worden. Werd de bebouwde oppervlak
te met 15 t. h. verminderd, de productie,
daarentegen, viel slechts met 4 t. h., om
dat de boer zijn kleinere bebouwde op
pervlakte intenser bewerkte. Daarbij, al
is het niet noodig alles te gelooven wat
chemici en landbouwbiologen voorspel
len omtrent de toekomstige mogelijkhe
den van een geintensiveerde landbouw
productie, toch is de technologische
vooruitgang langzaam en gestadig.
Voorstellen om de productie geweldig
op te voeren, zijn niets dan laboratorium
proeven, nochtans, indien ze slechts ge
deeltelijk worden uitgevoerd, is een der
gelijke opvoering van de productie vol
doende om al de markten uit hun even-
wicht te brengen.
Dit alles toont aan hoe ingewikkeld
het tarwevraagstük is bezien uit het oog
punt van de groote Amerikaansche
voortbrengers. Het moet toegegeven
worden dat deze moeilijkheden gedeel
telijk buiten den wil van den mensch
liggen, daar een aantal natuurlijke fac
toren tusschen beide komen die het be
letten, gelijk voor de nijverheid, vaste
vooruitzichten vast te stellen en de pro
ductie daarop te beperken.
Hoe men het ook draait of keert, de
tarweproductie zal in de komende jaren
nog steeds toenemen en van een even
wichtigheid in de tarweproductie, en dus
in de prijzen, zal voorloopig nog niets
in huis komen.
Algemeene vergadering op heden
Zondag 24 November, te 4 uur in het
lokaal Kasteeltje
Dagorde 1)Verslag over de tentoon
stellingen 2) Uitbetaling der hopstaken
en der premiën 3) Voordracht door M.
Coulier, Rijkslandbouwkundige, over
Reeds bekomen en nog te bekomen
uitslagen 4) Mededeelingen.
Te 3 1/2 u. stipt Bestuursvergadering.