l{ f&p] HET VAT ZONDER BODEM Zwijnen Buiten Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor eo door de Landbouwers ZITDAG Een actueel vraagstuk. Hoe laagstammige pere laars moeten gesnoeid worden Onze Landbouw en de aan gang zijnde Handelsonderhandelingen. Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven ZONDAG 26 JANUARI 1936. Prfl» 25 ccDticm 18de JAARGANG Nr 891 Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opsteiier O. CAUDRON. Bureel en Redactie t De Vilanderstraat, 4» Aalst, De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. Het is een algemeen bekend feit dat generaal Nuyten als hocfd van den Bel gischen militairen staf het aftrappen moest omdat hij voorstander was van een zelfstandige militaire politiek en om dat hij er niet voor te vinden was zijn leger onder Fransche voogdij te plaat sen. Of men nu voor of tegen de gedachte der landsverdediging gestemd is. men moet toch erkennen dat generaal Nuyten een man was met eigen oordeel en koel overleg, die de inlichting van het leger en de verdediging van den bodem op 's lands onafhankelijkheid wilde grond vesten. Maar juist daarom moest hij weg de Fransche bazen eischen immers van de Belgische politiekers geen onaf- hankelijkheidsgevoel of geen verdedi ging van de specifiek Belgische belan gen, maar een slaafsche onderwerping en een voortdurende uitdagende houding tegenover Duitschland. Voor zulke politiek is Minister Devé- ze de rechte man. Indien Laval hier per soonlijk de teugels van het bestuur in handen hield, dan zou het Fransch im perialisme niet beter gediend worden dan zulks nu het geval is. Volgens onze groote bonzen is er voor de zooveelste maal een gansch nieuwe inrichting van de landsverdedi ging noodig sinds een drietal weken wordt de zaak in de Regeering behan deld Devèze eischj meer mannen, meer diensttijd, meer wapens, meer geld. Zelfs het Franschschrijvend blad "Réalités,, vindt de geldverspilling en de franschgeoriënteerde politiek van Devè ze al te kras en zegt van hem dat hij gewetensvol de vingerwijzingen van den Franschen legerstaf verwezenlijkt. Waar moeten wij naartoe met al dat militarisme in het Fransch vaarwater Sedert 1918 heeft de bewapenings- razernij ons de som van vijftien milliard frank gekost 1 Is het dan te verwonderen dat België door velen aanzien wordt als het paradijs der munitiefabrikanten Hoeveel goeds op sociaal en econo misch gebied had men met die ontzag lijke som niet kunnen stichten En waartoe heeft die monsterverspilling gediend Tot niets, want Devèze en zijn kornuiten verklaren zelf maar rond uit dat onze landsverdediging zeer ge brekkig isde bewapening is hoege naamd niet modern en de forten zijn niet bestand tegen de aanvallen der vijan delijke vliegers. Mogen we dan niet met een zeker wantrouwen de volgende vragen stellen: Wat is er met die vijftien miljard dan wél uitgericht En waarom moesten de belastingsschuldigen tot op de beende ren uitgeperst worden, als zulks toch allemaal tot niets dient Maar dat is nog niet alles de groot ste en misdadigste fout ligt in de één zijdige richting van onze militaire poli tiek. De politiek van Devèze is enkel en alleen gericht tegen Duitschland. Vol gens onze hyperbelgen kan het gevaar van een overval alleen uit het Oosten komen, en men stookt en hitst onophou dend om die bewering waarheid te ma ken. In kranten en redevoeringen gaat het immer tegen het Duitsch gevaar. Indien we echter de geschiedenis overzien, dan komen we tot de ontdek king dat de misdaad van Duitschland tegenover België in 1914, alhoewel een echte misdaad, maar kinderspel was te genover de 122 invallen van Frankrijk op ons grondgebied, in den loop der eeu wen. Frankrijk is immer en altijd de erf vijand van Vlaanderen geweest zooals de kat steeds de erfvijand was van de muis. Laat ons hierbij maar even denken aan de honderden neergeschoten jonge lingen, aan de plunderingen van hoeven, kasteelen en kloosters en aan den roof van onze voornaamste kunstschatten, gedurende het Fransch schrikbewind. Wie daarbij iets van geschiedenis en politiek afweet, die weet ook dat de ver overing van ons land sinds honderden jaren in de lijn ligt van de Fransche poli tiek en dat die doelstelling heden nog even onverzwakt gesteld wordt als in het verleden. Doch niet alleen het voorbije, maar ook het tegenwoordige levert ons tal rijke bewijzen van de fransche vriend schap de uitwijzing van de Vlaamsche grensarbeiders, de zware belasting op de ingeweken Vlaamsche boeren, de plan matige werking tegen den invoer van onze paarden, groenten, bloemen en fruit, al deze plagerijen vallen recht streeks of onrechtstreeks op den hals van iederen Vlaamschen boer. Uit dankbaarheid voor al deze wel daden hebben onze politiekers onze vrij heid en het bloed van onze jongens aan Frankrijk versjacherd door een militair akkoord. Daarom en daarom alleen moeten wij steeds maar bewapenen en forten bouwen aan de Oostergrens en langsheen de groote verkeerswegen, maar niet langs de Zuidergrensdeze staat in geval van nood wagenwijd open voor de fransche legers. De gevolgen van die dwaze han delwijze liggen voor de hand bij het eerstkomend conflict tusschen onze groote buren staan wij onherroepelijk aan den kant van Frankrijk, en Duitsch land zou, bij de huidige oriënteering der Belgische politiek, een groote domheid begaan, indien het niet onmiddellijk zijn leger op onze grenzen wierp, omdat het anders daar zelf groote gevaren zou oploopen. Wij landbouwers bedanken daar voor wij willen vrede met Duitschland en met Frankrijk en met al onze buur staten. Daarom dient er een einde gesteld aan het militair akkoord, aan de leugen campagnes van de uitgekochte pers en aan de eenzijdige richting van onze bui- tenlandsche politiek. De voorgenomen herinrichting van het leger beteekent eerst en vooral de nuttelooze uitgave van nieuwe miljarden en de verlenging van den dienstplicht. En binnen afzienbaren tijd zal alles weer onvoldoende blijken en kan men weer opnieuw beginnen omdat het militarisme een vat zonder bodem is, dat nooit kan gevuld worden. Dat men den eerstvolgenden verkie zingsstrijd eens voere op het platform van het militarismedan zal openlijk bewezen worden dat het Vlaamsche volk leven wil voor zijn vaderland, maar ook dat het niet wenscht uitgemoord te worden voor de belangen van vreem den. Onze Vlaamsche zonen hebben geen lust meer om gepromoveerd te worden tot onbekende soldaten 1 VERZEKERINGEN. - Een af gevaardigde van de Verzekeringsmaat schappij Redt U Zeiven is regelmatig ALLE ZATERDAGEN in ons lokaal, Groote Markt. Hij is ter beschikking der belangheb benden om alle inlichtingen te geven over verzekeringen van allen aard brand, ongevallen, leven enz. Jonge zwijnen met de nieu we voedermethode gekweekt, moeten veel beweging genie ten. Het is te verkiezen dat jonge zwijnen en viggens dagelijks uitloopen en minstens een uur per dag. Bij goed weer zullen ze be ter zoo lang mogelijk buiten of op de weide loopen. Bij het geven van voordrachten over fruitboomteelt ondervindt men dat sleu- nen en snoeien ofwel slecht begrepen en dan ook slecht uitgevoerd ofwel niet zelden doodeenvoudig verwaarloosd worden. Onlangs nog verklaarde me een hove nier dat hij uit een boomgaard van ten hoogste een twintigtal hoogstammige boomen gansche karrevrachten hout had moeten uitkappen 't was een echte wildernis de boomen te dicht geplant een al te eenzijdige stikstofbemesting toegediend en in jaren geen hout uitge haald. Lange, slappe takken hingen bijna tot tegen den grond in de kruin was 't een echte warboel van over elkander ge kruiste takken die uit de goede richting waren gegroeid op menige plaats was reeds door wrijving der takken op el kander huwingsgriffeling ontstaan licht en lucht konden niet meer in de kruinen dringen en de boomgaard werd een gunstig midden waar allerlei ziekten en insecten zich veropenbaarden. Is de jaarlijksche sleuning noodzake lijk in hoogstammige boomen, het snoei en van het vruchthout is het evenzeer bij laagstammige boomen. Door een doel matige, welbegrepen snoei houdt men de boomen in een schoonen vorm en ver krijgt men dat jaarlijks alle takken vruchten dragen men verkrijgt insge lijks vruchten die grooter zijn van stuk omdat alle overtollige en nuttelooze twijgen verwijderd worden ten bate van de vruchtbotten waarin het sap dan ook meer geconcentreerd wordt. Alhoewel perelaars gansch den winter door mogen gesnoeid worden, vanaf de maand November tot het einde van de maand Maart, toch is het beste tijdstip van einde December tot half Februari. Dit artikel zal dus ten gepasten tijde verschijnen en aan onze land- en tuin bouwers die het aandachtig zullen lezen, goeden raad verschaffen. Snoeit niet wanneer het vriest U veroorzaakt alsdan te veel kneuzingen die ge bij open weder vermijdt. Een snoeimes maakt gave, effene wonden die gemakkelijk genezen, maar is zeer tijdroovend, een snoeischaar maakt een pletwonde die min zuiver is en moeilijker geneest, maar de onder vinding heeft geleerd dat ze bij perelaars weinig of geen kwaad veroorzaakt en het snoeien veel sneller gaat. Liefhebbers, die over genoegzamen tijd beschikken, zullen 't snoeimes ge bruiken de hovenier, bijzonderlijk deze die verscheidene hovingen onder handen heeft, bezigt de snoeischaar of secateur. Het snoeien van het vruchthout mag toch niet lichtzinnig gedaan worden. Men staat soms voor heel moeilijke en ingewikkelde gevallen. Eerst en vooral moet men goed onderscheid maken tus schen het verschillend vruchthout dat zich op de gesteltakken bevindt. Een oog kan ontwikkelen tot blad, tot kransje of een kort twijgje van 1 tot 2 centimeter lengte gewoonlijk min of meer gerimpeld en gesloten door een welgevormd oog, dit kransje wordt ge kroond kransje geheeten wanneer het eindoog verandert in bloembot, tot spoor of een vruchttakje van 3 tot 10 centimeter lengte, gewoonlijk glad van schors en stevig, op zijn gansche lengte van oogen voorzien en gesloten met een kloek eindoog dat na 1 tot 2 jaar in vruchtbot verandert om dan aan de spoor den naam van gekroonde spoor te geven, tot bloembot gemakkelijk te herkennen aan hun dikken ronden vorm die nochtans van variëteit tot variëteit verschilt, soms bolrond, buikig, kegel vormig enz., tot gewone twijg of brin- dil een voortbrengsel van 20 tot 30 cen timeter lang, op gansch zijn lengte van oogen voorzien waarvan de onderste slap, klein en slecht gevormd, doch de overige kloek en welgevormd. Buiten dit vruchthout treft men nog de beurzen of vruchtklieren aan min of meer teedere en vliezige gezwellen ont staan op de plaats waar de vrucht aan den boom gehecht was. Op dit gezwel of onmiddellijk er on der ontwikkelen kransjes, sporen en op (Zie vervolg onderaan hier neven). Naar de pers meldt zijn de besprekin gen aan den gang of zullen eerstdaags beginnen tot afsluiting van nieuwe han delsovereenkomsten met verschillende landen zooals Nederland, Denemarken, Ierland, Letland. De hoogste belangen staan bij deze onderhandelingen op het spel voor onzen landbouw. Het betreft hier immers lan den waar onze landbouw voor zijn pro ducten weinig of geen afzet vindt, terwijl dezelfde landen groote uitvoerders zijn van dierlijke producten zooals rund- vleesch, varkensvleesch, boter, eieren. De vreemde afgevaardigden zullen dus al hunne krachten inspannen om den uitvoer van hunne dierlijke produc ten naar België te verruimen. Welnu, een ruimere invoer zou op het huidig oogenblik voor onzen vee kweek noodlottig zijn. Immers, zooals wij in vorige bijdragen aantoonden,staat de inlandsche productie van rundvleesch en boter op het punt het verbruik bin nen de grenzen te dekken. Volgens de meening van gewaardeerde landbouw- economisten als Senator Mullie, bestaat er zelfs gevaar voor overproductie en dringen zich maatregelen op tot voor koming dezer overproductie. Trouwens de huidige prijzen van rundvleesch en boter toonen aan dat de inlandsche voortbrengst ruimschoots voldoende is. De verbintenis door België van den invoer toe te laten van bepaalde hoe veelheden boter, rundvleesch en eieren kan dus rampspoedige gevolgen hebben voor onzen landbouw, gezien de vee kweek vooral in het Vlaamsche land de bijzonderste bedrijfstak is. In het verleden was het helaas te dikwerf de regel bij de economische on derhandelingen met het buitenland den landbouw als ruilmunt te gebruiken ten bate der nijverheid. Dit stelsel heeft on zen landbouw merkelijk nadeel be rokkend. Wij vreezen dat onze nijveraars, zich steunende op deze verkeerde gewoonte, nogmaals sterken druk zullen uitoefe nen op de Belgische onderhandelaars om den uitvoer hunner producten uit te breiden, mits toezegging van verhoog den invoer van dierlijke producten aan de betrokken vreemde landen. De nijverheid is aldus een machtige bondgenoot voor de vreemde onder handelaars. Immers achter de nijverheid staat de groot-financie, die in 't verle den weinig belang heeft betoond voor den nationalen landbouw en deze tot heden slechts den ondergeschikten rol toekent van leveraar van levensmidde len tegen de goedkoopste prijzen. Nochtans eischt het welbegrepen al gemeen belang dat onze veekweek niet opgeofferd worde aan verruimden uit voer van nijverheidsproducten naar de betrokken landen. Immers de veekweek bezorgt het be langrijkste deel hunner bestaansmidde len aan bijna 300.000 Belgische land bouwersgezinnen. Onze melkveestapel bevat niet minder dan 963,000 koeien, welke jaarlijks zoo wat 3 milliard liter melk geven. Anderzijds dient aangestipt dat onze veekweek volledig afgewerkte producten levert, terwijl de overgroote hoeveelheden nijverheidsproducten wel ke België uitvoert naar de betrokken landen, slechts kunnen beschouwd wor den als ruwe en half-afgewerkte pro ducten. Het argument dat deze nijverheids- producten eene belangrijker hoeveelheid handenarbeid behelzen dan onze vee teeltproducten kan hier dus niet worden ingeroepen. Men besluite echter niet uit deze bij drage dar wij aan onze nijverheid het recht ontkennen haren uitvoer te verbe teren naar de bewuste landen. Wij eischen alleen dat onze onderhandelaars dezen verruimden invoer niet verwezen lijken door opoffering van onze veeteelt, inzonderlijk door zich te verbinden be paalde hoeveelheden vleesch, boter of eieren in België toe te laten welke ook de toestand weze der inlandsche voort brengst. Het is volstrekt noodzakelijk dat onze Regeering zich het recht voorbehoude de invoercontingenten vast te stellen en desnoods te verminderen naar gelang den toestand der productie en de afzet mogelijkheden op de binnenlandsche markt 1 Van dezen regel mag des te minder worden afgeweken, daar de Regeering zich niet heeft willen verbinden een alge- meene politiek van valorisatie van de graangewassen in te voeren voldoende om onze landbouwers loonende prijzen te verzekeren. De eerste minister Van Zeeland heeft meermaals verklaard dat met eene ver armde landbouwbevolking de terugkeer tot den economischen welstand niet denkbaar is. Bij de afsluiting van nieuwe handels overeenkomsten met hooger voormelde landen heeft de Regeering gelegenheid te toonen dat zij hare houding naar deze princiepsverklaring wil bepalen. Onze landbouwers houden intusschen hunne aandacht scherp gevestigd op den gang der hier besproken onderhan delingen welke voor hen van het aller gewichtigste belang zijn 1 gunstige plaatsen soms ook gewone twijgen. De waterloot of waterscheut is een zeer dikke en lange nuttelooze twijg die zich vlug ontwikkeld heeft en meest al niets anders dan nieuwe scheuten voortbrengt. Dit onderscheid gemaakt zijnde, zal het veel gemakkelijker zijn om in de meeste gevallen oordeelkundig te kun nen snoeien, hoe ingewikkeld ze zich dan ook zouden kunnen voordoen. Als men weet dat kransjes, gekroonde kransjes, sporen, gekroonde sporen, vruchtbotten en vruchtklieren niet ge snoeid worden dan blijft er ons nog enkel de gewone twijg of brindil en de waterloot over om te snoeien. De water- loten snoeit men op voet weg of wel, als men ze benuttigen kan, wat hooger om aan den voet gewone twijgen te doen ontwikkelen. Blijft dus nog enkel de gewone twijg. Deze wordt gesnoeid op drie goed zichtbare oogen die groot zijn men rekent er dus de lagerstaande. slappe en weinig zichtbare niet bij. Bij Hauw- groeiende boomen snoeit men soms op twee welgevormde oogen, terwijl bij sterkgroeiende op vier oogen wordt ge snoeid om door een uitgestrekter sap- verdeeling beter geschikt vruchthout te bekomen. Deze eerste snoei geeft aanleiding tot allerlei gevallen waarvan ik er eenige wil opsommen en er de goede snoeiwijze zal van aangeven. 1. Bij flauwe boomen gebeurt het wel eens dat de drie oogen waarop men ge snoeid heeft tot kransjes of sporen ont wikkelen in dit geval snoeit men niet. 2. Een der drie oogen is doorgescho ten tot een twijg namelijk de bovenste, de andere twee zijn kransjes of sporen; hier snoeit men de gewone twijg terug op een goed zichtbaar oog. 3. Twee der bovenste oogen hebben zich tot gewone twijgen ontwikkeld de onderste alleen tot kransje of spoor. Snoeit de bovenste twijg op voet weg en de andere terug op een goed gevormd en zichtbaar oog. 4. De drie oogen hebben zich tot ge wone twijgen omgezet. Snoeit de twee bovenste weg en de onderste terug op drie oogen die goed zichtbaar en groot zijn. 5. Men bekomt uit het bovenste oog een twijg, daaronder een vruchtbot en een spoor. Snoeit op de vruchtbot terug. 6. Op een vruchtklier ontwikkelen zich twee bloembotten. Laat dit onaan geroerd. 7. Op zeer oude en vaak gesnoeide boomen verschijnen soms kluisters van bloembotten en sporen. Indien de kluis ter niet te ingewikkeld wordt blijft men er af. Algemeene regels geven is echter moeilijk. Grond, groeikracht en bemes ting spreken ook hun woord mee. De praktijk en de beredeneering zullen U degelijk ter zjjde staan «UR 'v n r) TELEFOON 267. Bi) uitzondering zal de Zitdag van onzen Rechtskundige gehou den worden op Zondag 9 Februari (in plaats van 2 Februari) van 10 tot 3 u. De verdere zitdagen blij ven zooals gewoonlijk behouden den eersten Zondag der maand. ilHKa

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1936 | | pagina 1