TUL UILENSPIEGEL
AMMONIAKSULFAAT
BERICHTEN
I
PU ROL
GOEDKOOPE
STIKSTOF.
AMMONIAKSULFAAT
LANDBOUW-
op Studiereis in Vlaanderen.
De Runderhorzel
van hier en elders»
Voor al uwe bankbewer-
kina en (iel do laats inq en
JZondag^26Jaq^l936.
DE KOORNBLOEM
Het was nu eenmaal besloten dat de
geest van Tijl weer eens naar beneden
zou komen en in vleesch en beenderen
op de aarde zou ronddolen.
Begeleid van een dikke regenvlaag
stortte Tijl in de achterbuurt van een
Vlaamsch dorp ten gronde en als de
katten stond hij op zijn Tijlsche voeten...
in de modder.
Brr... Waar mag ik nu zitten,
grolde Tijl. Ware het niet dat deze dag
zoo vast bepaald werd dan trok ik zeker
terug naar het rijk der hemelen.
Hij zag rond hem een paar krotwo
ningen en ginder verder tusschen de
druipende boomen een hoop gebouwen
die op een hofstede geleken.
Tijl stapte met tegenzin de straat op
in water en slijk en besloot zoo rap
mogelijk met zijn onderzoek te beginnen.
Want ik vergat te zeggen dat Uilen
spiegel feitelijk een onderzoek wilde
instellen naar den toestand onzer boeren
in Vlaanderen.
De praat van de dagbladen en noch
minder van de radio konden hem een
beeld geven van wat er werkelijk om
ging. Hij wilde het persoonlijk en ter
plaatse zelf onderzoeken.
Het eerste levend wezen dat hij zag
was een kloeke boerendochter, goed
gekleed en met fljne schoenen waarvan
de hooge hielen telkens in de modder
van den weg wegzonken.
Dag, Juffrouw, zegde Tijl. Kent U
me zeggen, op welk dorp ik me hier
bevind
Zeker, Mijnheer, U zijt hier in
Krompoelbeke.
Krompoelbeke, wat een vieze naam.
En wonen hier veel landbouwers
Zeker, Mijnheer, het zijn bijna
allen boeren, buiten de paster, de koster
de schoenmaker en den brouwer, ja en
hier en daar nen halven rentenier en
verders zijn er nogal wat werklieden die
toch ook wat boer zijn.
Ha, dat is goed gevlogen, zei Tijl
bij zich zelf en ging na een dankwoord
verder den weg op.
De eerste hofstede schoot hij binnen,
zonder toeten of bellen (het was in de
anti-lawaaiweek) en juist was de boer
bezig met zijn zwijntjes te voederen.
Wat dikke en flinke beesten, zei
Tijl, hoe komt U toch tot zulk resultaat
In mijn t(jd waren de zwijntjes bijlange
zoo schoon en zoo vet niet.
Ja, Mijnheer, antwoordde de boer, de
tijden zijn veranderd. Maar ja, ge ziet
eruit lijk iemand uit den tijd der Sans
culotten.
Veel ouder, man, schertste Tijl, veel
ouder, maar toch nooit versleten, de
geest van Tijl Uilenspiegel sterf niet.
Nu stond ons boerken den vreemden
bezoeker aardig te bekijken en was
waarlijk een beetje onthutst. Hij had
zoo dikwijls van den geestigen Uilen
spiegel hooren spreken.
Op de vragen van Tijl werd de noo-
dige uitleg gegeven De zwijntjes wer
den gevoed met de R. U. Z. melen
Ja, Mijnheer, het meel van onzen
bond, dat is zoo goed. Zie mijn zwij
nen kosten, in vergelijking met de oude
methode, maar de helft om ze groot
te brengen en dan nog zonder slameur
en met de zekerheid weinig of geen
tegenslag te hebben.
Waarom voederen alle boeren dan
aiet met de samenstellingen R.U.Z.
vroeg Tijl.
Ha, menheer, dat is een raadsel.
U moet weten dat een groot deel der
boeren zeer weinig nadenken, of liever
ze denken niet goed. Ze rekenen en
vergeten de cijfers goed te zetten. Ze
gelooven niet wat hun wordt voorge
houden, ja ze gelooven soms hun eigen
oogen niet.
Dat is wat sterk, zei Tijl, waarom
doen ze dan geen proeven
Ja, Menheer, dat moet U maar
zelf gaan vragen, want als ik er wat
veel over praat, gaan ze nog denken
dat ik er wat kan aan verdienen en dan
worden ze koppiger dan ooit.
De boerin kwam het erf overgestapt,
't was een flink mensch van rond de
dertig, maar wat te mager naar Tijl's
gedacht.
Wat een tegenstelling tegen in
zijnen tijd, dacht Tijldan waren de
zwijnen veel magerder en de boerinnen
vetter. Dit deed hij dan ook aan den
boer opmerken, waarop deze met een
guitenlach antwoordde
Ja, man, 't is goed te zien dat ge
niet van onze eeuw zijt, want dan zoudt
U weten dat de vrouwen van de "slanke
lijn houden, dat wil zeggen dat het
geen mode is van dik en vet te zijn, en
als de mode dit zegt, dan gehoorzamen
alle vrouwen.
pletste in de modder dat het een plezier
was. Een spat van stinkend en vuil wa
ter kwam tot op de frak van Tijl die
het een schande vond dat de straten
zoo slecht waren en de auto's zoo on
vriendelijk.
Verder ging zijn reis tot hij eindelijk
aan de hofstee kwam van een flinken
jongen boer.
I Hewel, vriend, hoe gaan de zaken
Ba, ik kan niet boffen, gromde de
ventwat ik kan verkoopen is goedkoop
en wat ik niet bezit is duur. Verleden
jaar heb ik mijn zwijntjes met veel ver
lies moeten verkoopen en heb ik dat zwij-
nengeslacht voor altijd naar de maan
gewenscht. Maar zoo ik ze heden had,
het zou me best van pas komen ze zijn
nu duur.
En het vee
Tamelijk goed, maar de melk en
het vet vee veel te goedkoop.
En in de stad wordt geklaagd over
de duurte van de melk en van het
vleesch
Ja, in de stad verkoopt men aan
dikke prijzen beenhouwers en winke
liers verdienen goed hun brood 1 En de
huisvrouwen moeten van melk bediend
worden aan hun deurken. De menschen
zijn er zoo gemakkelijk, maar koken
moet kosten 1 En daarbij voor de stads-
menschen kost alles te duur, behalve de
mode-artikelen, die zijn nooit duur ge- i
noeg.
Tijl keek vreemd op en toch scheen j
hij te gelooven. Hij vervolgdewat
schoone beeten hebt U daar toch liggen?
Wel, wel, dat zag ik nooit 1
Dat is nochtans heel gemakkelijk
om winnen. U koopt zaad en beetvette
jij Redt U Zeiven en zoo er geen on
gelukken komen is de uitslag altijd bui
tengewoon.
Maar, ik hoorde nog meer van
^edt U Zeiven, sprak Tijl, wat is dat
voor iets
Dat is eene vereeniging van land
bouwers, die alles in 't werk stelt om de
Tijl sloeg op zijn knieën van 't lachen
om de aardigheid v«>n onze eeuw, maar
vond toch ten slotte dat de boer beter
was met vette zwijnen en een magere
vrouw, dan met magere zwijnen en een
dikke boerin.
Hij schudde nogmaals den kop en
nam afscheid van zijn gezel.
Toen hij op straat kwam, kwam juist
«en autovrachtwagen aangehold en
belangen harer leden en van den land
bouw in t algemeen te dienen. Men
koopt er alles in vertrouwen en in de
beste voorwaarden. Alle waren zijn van
eerste hoedanigheid. Men wordt er ver
der geholpen met raad en daad.
In een woord 1 Redt U Zei ven Is een
ware thuis voor alle verstandige en
vooruitziende landbouwers.
Wel, zei Tijl, daar zal ik moeten
rekening van geven hierboven, en hij
nam afscheid van den knappen boer.
Tijl dwaalde verder en steeds werd
alles op landbouwgebied onderzocht.
Hij zag weelde en armoe. Hij kwam
bij flinke moderne boeren en bij ver
ouderde sukkels waar slechts slenter
en traditie als eenige wet gelden.
Nu lachte hem een vriendelijk hofste
deken als het ware tegen en met een
wip stond hij op den koer. Hij werd er
begroet door de dochter des huizes in
een sierlijke beschaafde taal.
Hm, zei Tijl bij zich zelf, dat is
zeker een moderne boerin, die op eene
goede landbouwschool is geweest en
zich tot haar wendendeJuffrouw ik
kom inlichtingen nemen over de boer
derij hoe het gaat en of er geen spe
ciale klachten zijn, ik ben namelijk op
onderzoeksreis uit.
Ja, mijnheer, er is veel te klagen,
niet over ons bedrijf, want ik kan mijn
plan wel trekken, maar over de toestan
den in 't algemeen Is het nu geen
schande dat we hier alle dagen in de
modder moeten plonsen, dat grachten
toeliggen en de straten op beken
gelijken
Ja, zei Tijl, dat is het eenige wat
me hier tegenstak. In zoo een modder
kuil zou ik niet willen leven. Maar hoe
kan dat verholpen worden
Gemakkelijk, vervolgde de boerin,
heel gemakkelijk 1 Vooreerst zouden de
overgroote sommen die we betalen aan
allerlei belastingen moeten dienen voor
ons en niet voor anderen.
Honderden en honderden millioenen
worden uitgedeeld aan duizenden leeg-
loopers en uitzuigers...
U bedoelt de werkloozen, zei Tijl.
In 't geheel niet, zei de boerin, ik
spreek van de groote mijnheeren die met
honderdduizenden per jaar opstrijken,
die rammelende en blinkende mijnheeren
uit Brussel en elders die smeren en teren
op andermans zweet. Ik spreek van
de kolossale uitgaven aan 't leger en
verders aan een leger van nietsdoeners
en beroepswerkloozen in fijn kostuum 1
De boerin scheen kwaad, en Tijl
zag dat ze rood werd als nen hanenkam.
Ja, ja, zegde ze verder, voor de
buitengemeenten wordt niets gedaan.
Ze weten in Brussel enkel dat we be
staan, wanneer er dient betaald te wor
den. De ontvanger dreigt en schelt als
we niet seffens met ons centen loopen,
en waarvoor dient dat allemaal Welk
nut hebben de boeren daarvan
En tl sprak daar van de werkloo
zen. Om aan dien ellendigen toestand
onzer wegen te verhelpen ware het
noodzakelijk dat de ministers ver
plicht werden door onze wijk te stap
pen bij winterdag, dan zouden ze aan
den lijve ondervinden wat dat betee-
kent. Maar die heeren ministers die
wandelen in Brussel op schoone lanen
of rijden in blinkende koetsen.
Diezelfde ministers VERBIEDEN
den arbeid aan de werkloozen en als er
hier en daar een burgemeester is die den
moed heeft de modderpoelen te reinigen
en hiervoor de werkloozen durft gebrui
ken, krijgt hij seffens verbod van Brus
sel. De ministers willen ons doen ver
stikken in water en modder.
Tijl sloeg zijn handen op en gaf zijne
verontwaardiging te kennen over de
handelwijze van zulke regeerders. Hij
kon het niet in zijn kop krijgen dat dui-
zende menschen verplicht worden leeg
te loopen als er zooveel dringend werk
is, als zooveel toestanden die in onbe
schaafde landen zouden protest uitlok
ken hier MOETEN blijven duren 1
Het geld van de boeren wordt op alle
manieren verbrast, terwijl zij zelf ver
plicht worden te leven in krochten en
moerassen
En zich tot de boerin richtend
Maar bestaat hier ook geen Mi
nister van Landbouw
Ja Mijnheer, die schijnt te bestaan,
maar het schijnt ook dat hij niets te
vertellen heeft. Vooreerst moet alleman
zwijgen voor den Minister van Oorlog
en nadien speelt de Minister van Werk
loosheid de eerste vioolde andere zijn
j slechts goed om te knikken en hun pree
op te rapen.
Tijl stond waarlijk als aan den grond
j genageld. Het was niet te gelooven en
toch dierf hij deze zoo welsprekende
boerin niet leugenachtig maken.
Er lag zeker veel waarheid in die
ietwat radikale beweringen, en het werd
aangeteekend in het verslagboek,
j Tijl scheen hiermee genoeg te hebben
voor zijne eerste reis en nam afscheid
van de boerin en van de stinkende mod-
I derpoelen van Krompoelbeke.
Hij zou nog meer terug komen om
zijn onderzoek voort te zetten.
VERSLAGGEVER.
Die dichtbehaarde vlieg kreitst in de
omgeving van koeien en hoornvee, met
haar aschgrauwen kop, haar borststuk
éên haarkussen, van voren wit en geel,
achteraan eerder zwarthet achterlijf in
vier ringen gekleurd, overhands grijswit
en zwart. De laatste ring van het achter
lijf der wijfjes trekt op een korte, zwarte
boor. Gonzend vliegt het logge wijfje
rond boven de runderen in de weide
tusschen Juni en September legt deze hor
zel haar eitjes op de huid der grazende
dieren, bij voorkeur op de plaatsen van
het lichaam die de koe meer geneigd is af
te lekken. Via de lekkende tong komt het
eitje, dat aan de haren vastkleeft.terecht
in muil en slokdarm. De ontwakende lar-
ve dringt door in de weefsels van den
slokdarm, zet hare inwendige reis voort 1
naar het buikvlies en het middenrif, nes
telt zich in de nieren en verder in de
wervelkolom. Hier rust ze wat uit van
haar lange pelgrimage.Naderhand zet ze
hare wandeling voort, vroet zich dieper,
door de spieren heen,totdat ze haar eind
bestemming bereikt nl. de onderhuidsche
bindweefsels.De larve is nu ongeveer een
half jaar oudvan dit oogenblik af begint
ze zienderoogen te groeien,neemt ze sterk
in omvang toe en verwekt ter plaatse de
gevreesde "horzelbuilen,, waarmee de
aangetaste dieren in het voorjaar behept
zijn.
Die builen bereiken soms de grootte
van een duivenei. De rijpe made heeft
haar doel bereikt. Vroeg in den morgen
verlaat ze op zekeren dag de etterende
buil, laat zich op den grond vallen,kruipt
in de aarde en verandert in een tonne
tjespop.
Over vier. vijf weken is de rijpe vlieg
op hare beurt kant en klaar om haar ver
derfelijk bedrijf opnieuw uit te oefenen.
Het is schier overbodig er de aandacht
op te vestigen, dat de jour,, gemaak
te huid van aangetaste runderen leder
geeft dat vol gaten is, en dat deze der
halve zooveel als nietswaardig is. Dat de
talrijke aanwezigheid van horzellarven
in de ingewanden op de runderen alles
behalve weldoende uitwerksels heeft,
hoeft niet gezegd.
BELGIË.
Landbouwcomice Ninove.
Al de leden en hun geachte familie
worden dringend uitgenoodigd ter alge-
meene vergadering van het Landbouw
comice Ninove op Zondag 26 Januari
om 3 u. namiddag in het gewoon lokaal
De Keizer Burchtstraat.
Dagorde
1. Toespraak door den Heer Voor
zitter.
2. Verslag der Tentoonstelling ge
houden op 25 Augustus 1.1.
3. Gedeeltelijke hernieuwing van het
Bestuur.
4. Voordracht door den Heer Staats-
agronoom Van den Noortgate, over
De Coloradokever en de Wratziekte
bij den aardappel
5. Voordracht door Mevr. Cuvelier-
Monthaye, staatsraadgeefster in huis
houdkunde, over De Verzorging der
Melk
6. Voordracht met prachtige film
Gen les in Landbouwkunde door
Ingenieur De Rycke.
7. Uitdeeling der almanakken 1936.
8. Allerhande besprekingen en mede-
deelingen.
N B. Alle boerinnen en boerendoch
ters zijn welkom.
Namens het Cornice
De Secretaris, De Voorzitter,
Th. Van Melkebeek. P. Cosyns.
De invoertaks op de tarwe.
Bij koninklijk besluit van 13 Januari
verschenen in het staatsblad van 15 Ja- j
nuari wordt de veranderlijke invoertaks
op de tarwe vervangen door een vast
recht met ingang op 16 Januari 1.1. Dit
vastrecht is tot nadere beschikking vast
gesteld op 10 frank de 100 kg. Daar het
recht werd uitgevaardigd bij koninklijk
besluit uitgewerkt door den Minister
raad, dient de wijziging of de afschaffing
in denzelfden vorm te geschieden. Aldus
wordt meer vastheid gegeven aan het
invoerregiem der tarwe.
lioen 527.000 ton in 1934, gestegen tot
3.861.000 ton in 1935. Vooral naar
Italië is onze uitvoer gestegen namenlijk
van 33.000 ton in 1934 tot 330.000 ton
in 1935.
Voorgaande cijfers wijzen dus op een
aanzienlijke en snelle verbetering.
Waarom verruimt de Regeering hier
de invoercontingenten niet zoo als voor
I de landbouwproducten waar de verbe-
j tering der prijzen op verre na niet zoo
gevoelig was als in het koleubedrijf?
De steenkool is toch het brood der
nijverheden en is hier verre van goed
koop 1
Wat betreft de vermeerdering van
den uitvoer, zouden wij graag vernemen
hoeveel millioenen deze verhooging
heeft gekost aan den staat of aan de
gemeenschap onder vorm van uitvoer-
premiën, bijzonder tot bevordering van
den uitvoer naar Italië
Maar ja, belang der groot-financie is
in ons land synoniem van algemeen be
lang. Daarom ook is de mijnindustrie
hier het troetelkind der Regeering en de
landbouw slechts de asschepoetster.
Bericht aan de uitvoerders van fruit
en groenten naar Duitschland.
De Duitsche Hoofdvereeniging voor
den handel in tuin- en wijnbouwpro
ducten heeft eene ordonnantie uitge
vaardigd waardoor de kleinhandelaars
verplicht worden, vanaf 1 Januari 11., het
woord Duitsch product te vermel
den op de inlandsche groenten en fruit,
welke zij te koop stellen. Deze produc
ten zullen niet meer mogen verkocht
worden in verpakkingen, welke ver
meldingen dragen in een vreemde taal
opgesteld, of zelfs welkdanige vermel
ding, welke een vreemden oorsprong
van het product zouden kunnen laten
veronderstellen.
Daartegenover, mogen de ingevoer
de groenten en fruit bovenvermelde
aanduiding niet dragen, noch welkdani
ge vermelding, welke den kooper no
pens den oorsprong van deze producten
zou kunnen in dwaling brengen.
De vreemde groenten en fruit mogen
ook niet in verpakkingen verkocht wor
den, die eene vermelding in de Duitsche
taal dragen.
Uitvoer van witloof naar Frankrijk.
Een koninklijk besluit van 13 Januari
afgekondigd door zelfde staatsblad on
derwerpt den uitvoer van witloof naar
Frankrijk aan een bijzondere vergunning
af te leveren door het Ministerie van
Landbouw.
De uitvoer zal inzonderlijk onderhevig
zijn aan een hoedanigheidskontrool van
wege de bedienden aangeduid door het
Ministerie van Landbouw.
Onze inlandsche schapenstapel.
De schapenkweek is in talrijke landen
geleidelijk ingekrompen ten bate vooral
van het rundvee.
De stijging der prijzen welke zich
dezen laatsten tijd voordeed schijnt aan
te toonen dat men bij de beperking van
den schapenkweek wel wat te verre is
gegaan.
Ook in ons land is deze vermindering
gevoelig geweest zooals blijkt uit vol
gende gegevens betrekkelijk de samen
stelling van den schapenstapel
1866: 658.097; 1880: 365.400;
1895: 235.722; 1910: 185.373; 1930:
187.351.
Kolen en landbouwbedrijf.
Wij lezen zoo juist een statistiek uit
gaande van het Ministerie van Finan
ciën betreffende den gunstigen toestand
van het kolenbedrijf tijdens de eerste elf
maanden van 1935.
De invoer der vreemde kolen in Bel
gië is gedurende dien tijd op 3.441.000
ton gevallen tegen 4.111.000 ton in 1934
t zij dus een inkrimping met 700.000 ton.
Uit Engeland werd 220.000 ton minder
ingevoerd, uit Frankrijk 120.000 ton
minder en uit Nederland 90.000 ton
minder,
Intusschen is onze uitvoer van 3 mil-
NEDERLAND
De richtingsprijzen voor tarwe.
Voor den oogst van 1936 zal de rich-
tingsprijs der tarwe vermoedelijk 9 gul
den (180 fr.) de 100 kg, bedragen. De
landbouwers schijnen jevenwel niet te
vreden met dit bedrag en eischen het
behoud van den richtingsprijs op 10 gul
den (200 fr.).
Wat zouden onze landbouwers goed
geluimd zijn moest men bun dergelijken
prijs waarborgen.
De uitvoer van boter en eieren.
De uitvoer van boter is tijdens de
eerste 10 maanden van het jaar 1935
merkelijk gestegen, terwijl deze van
eieren is gedaald, zooals blijkt uit de
volgende cijfers
1935 1934
Boter (in ton) 40.370 32.489
Eieren (100 kg.) 544.910 564.040
Vooral naar Engeland en Duitsch
land is de uitvoer van boter sterk ge
klommen, terwijl Engeland wel meer en
Duitschland veel minder eieren hebben
gekocht.
Handelsovereenkomst met Duitsch
land.
De regeeringen Nederland «mDuitsch-
land hebben een handelsakkoord onder
teekend tot regeling hunner handelsbe
trekkingen tijdens het jaar 1936.
Holland zal meer boter, eieren en
kaas mogen leveren aan Duitschland
dan in 1935. Het heeft zich echter ver
bonden de contingenteering voor den
invoer van Duitsche nijverheidsproduc
ten te verruimen.
FRANKRIJK
Verbod van den handel in ontroom-
de melk.
Vanaf 1 Januari 1936 is het formeel
verboden in Frankrijk te koop te stellen
of te verkoopen in natura voor 's men-
i
wendt U tot de
Banque de la
Société Générale de Belgique
Naamlooze Vennootschap te Brussel,
V/arandeberg, 3.
Bestuurlijke zetel van Aalst
(Voorheen Banque Centrale de la
Dcndre).
■■■■■■■■■■■■♦♦♦«■■■■■■■■■■■a
Doo» 4 en 7'/a frank. In alle Apotheken