De tergende Verongelijking Groote Prijskamp Staatssteun aan den Landbouw. 1 Onze Landbouw kundige Diensten Arbeid ac lelt* Landbouwweekblad Voor en door de Landbouwers onzer Landbouwers bij de toepassing der sociale wetten De Tabaksteelt Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven ZONDAG 9 FEBRUARI 1936. Pr(j» 25 Gcatlcia 18de JAARGANG Ni 893 Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opsteiier O. CAUDRON. Bureel en Redactie t De Vilanderstraat, 4, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. Het is niet de eerste maal dat wij in ons blad de schreeuwende onrechtvaar digheid aanklagen waarvan onze land bouwers het slachtoffer zijn bij de toe passing der sociale wetten. Tijdens de bespreking van de begrooting van het Ministerie van Arbeid en Sociale Voor zorg voor 1936, werd hierover door verschillende vertegenwoordigers der landbouwers bitter geklaagd. Dit was trouwens reeds geschied bij de bespreking derzelfde begrooting voor 1935 en toen had de bevoegde Minister beloften van herziening afgelegd der bestreden wetsbepalingen, welke nog op verwezenlijking wachten. Wij richten hier dan ook het scherp verwijt tot de zoogenaamde landbouw- vertegenwoordigers der regeeringspar- tijen dat hun gemis aan daadvaardig heid en aan durfkracht alleen oorzaak zijn dat de tergende wantoestanden ten nadeele onzer kleine landbouwers voort duren. Waren hunne daden immers in over stemming met hunne redevoeringen dan zouden zij niet aarzelen radikaal tegen de begrooting te stemmen welke onze kleine boeren behandelt als paria's. Wij deelen volkomen de meening van het Vlaamsch-Nationaal kamerlid De Backer, die in het parlement verklaarde dat voor onze kleine landbouwers en de landbouwwerklieden geen sociale wet ten bestaan en dat zij slechts inzake be lastingen en soldatendienst worden ge lijkgesteld met de andere burgers. Onderstaande bijdrage beoogt slechts een algemeen overzicht der wetsbepa lingen van socialen aard, welke onze kleine boeren op schreeuwende wijze verongelijken. Wij komen ten gepaste tijde uitvoeriger op dit zelfde on derwerp terug. I) Het kosteloos ouderdomspen sioen of kostelooze ouderdomsrentetoeslag. Artikel 7 van het koninklijk besluit van 31 Januari 1935 bepaalt dat tot be rekening der bediijfsinkomsten in het landbouwbedrijf een bedrag in aanmer king dient genomen gelijk aan viermaal de huurwaarde van het land bebouwd door den pensioenaanvrager. Welnu, deze bepaling is zuivere onzin en be helst een schromelijke onrechtvaardig heid. Immers deze wijze van berekening heeft voor gevolg onze bejaarde min vermogende landbouwers op groote schaal uit te sluiten van het kosteloos ouderdomspensioen. Inderdaad, bij ge breke aan doeltreffende wet tot regle menteering der pachtprijzen, worden vooral overdreven huurprijzen geëischt voor kleine landbouwuitbatingen, waar naar in ons bevolkt Vlaanderen de meeste vraag is. Deze berekening is bovendien fictief schromelijk overdreven. Wij dagen het bevoegd ministerie uit ons een gemoti veerde berekening voor te leggen welke aantoont dat het netto bedrijfsinkomen in het landbouwbedrijf vier maal de huurwaarde bereikt. Het zelfde artikel 7 zegt ook dat de in den landbouw belegde kapitalen dienen berekend alsof zij 6 t. h. opbrengen. De minister van Sociale Voorzorg denkt waarachtig dat onze boeren in het luilekkerland leven. Wil hij eens uitre kenen hoeveel de landbouwbedrijven, uitgebaat door den Staat, aan intrest op belegd kapitaal opbrengen met al de moderne exploitatie-middelen waarover zij nochtans beschikken Hij zal dan dadelijk inzien dat nog niet de helft van 6 °/o wordt bereikt aan bruto-inkomen. In werkelijkheid wordt overigens door het beheer der belastingen de opbrengst van et bedrijfskapitaal in den landbouw slechts geraamd op 3 4 t. h. Waarom dan die brutale overdrijving tenzij als stelselmatig middel tot uitslui ting onzer kleine boeren van het koste loos ouderdomspensio* Immers, voor het bedrijfsinkomen in den landbouw bestaat een cfBcieeh vaststelling door den fi cus teikenjare b mieuwd voor d. cpOrenpst van her bedrijfskapitaal bestaat insgelijks een nauwkeurige schatting door het beheer der recht- streeksche belastingen. Beide gegevens zouden dus als basis kunnen dienen tot bepaling van de bestaansmiddelen in zake uitvoering der pensioenwet. Zij worden echter door het Ministerie van Sociale Voorzorg eenvoudig geweerd voor een fictieve berekening welke allen grond mist en eenvoudig dient als uit sluitingsmiddel. Nog een andere onrechtvaardigheid is bekrachtigd door artikel 5 van zelfde Koninklijk Besluit, namelijk wanneer de vrouw van een bejaarden landbouwer den kosteloozen rentetoeslag aanvraagt en haar man nog geen 65 jaar oud is, dan wordt niets van de inkomsten van den man buiten rekening gelaten als be staansmiddelen, terwijl de bedrijfsin- komsten van de belanghebbende vrouw zelf slechts voor de helft buiten beschou wing gelaten worden. Tenslotte behelst artikel 5 een ver schillende behandeling der inkomsten van de loontrekkenden en niet loon- trekkenden welke naar onze meening niet gewettigd is Het bepaalt namelijk dat geen reke ning gehouden wordt met de bedrijfs- inkomsten der loontrekkenden, zoo hand- als geestesarbeiders. tot een be- drag van 3000 fr. 's jaars indien de aan vrager gehuwd is tot een bedrag van 2000 fr. s jaars indien de aanvrager niet gehuwd is. Voor zelfstandige per sonen zooals onze kleine landbouwers, wordt dit vrijgestelde maximum vermin derd onderscheidelijk tot 2000 en 1500 fr. 's jaars. Er is tenslotte artikel 10 dat voor onze landbouwers nadeelige gevolgen kan hebben. Het bepaalt namelijk dat het kosteloos ouderdomspensioen niet kan verleend worden aan personen die tij dens de vijf jaren welke de indiening van hunne aanvraag voorafgaan in hunne nijverheids-, handels- of land bouwonderneming geregeld benuttigd hebben hetzij de medewerking van een loontrekkenden of bezoldigden persoon hetzij een bedrijfskapitaal van minstens 25.000 fr. Iedereen weet dat de landbouw uiter aard meer blootgesteld is dan elk ander bedrijf aan onvoorziene rampen die zijn vermogen op korten tijd kunnen uit putten Noemen we enkel de besmette lijke ziekten aan vee of planten, hagel, bliksem, overstroomingen enz. Veronderstellen wij dat een bejaarde persoon slachtoffer wordt van een dezer rampen tijdens het jaar vóór de indiening zijner pensioenaanvraag en er zijn be drijfskapitaal bij inschiet. Welnu, door het feit dat hij in den loop der vijf jaren vóór zijn aanvraag een loontrekkende in dienst had of een bedrijfskapitaal benuttigde van min stens 25.C00 fr.. zou hij het kosteloos pensioen niet kunnen bekomen. Is dergelijke bepaling logisch of billijk te noemen Volgens de onderrichtingen uitgaan de van het ministerie van Sociale Voor zorg dient het bedrijfskapitaal in den landbouw geschat op 5000 fr. per hec tare behoudens tegenbewijs te leveren door den pensioenaanvrager. Deze re geling is eens te meer fictief. Het be drijfskapitaal verschilt immers van streek tot streek, volgens den aard der teelten en der bedrijven in 't algemeen, het is bovendien onderworpen aan de econo mische omstandigheden welke zijne waarde grootendeels kunnen beïnvloe den. Waarom steunt het Ministerie van Sociale Voorzorg op dit gebied zich niet op de onderzoeken en ramingen die ge regeld worden gedaan door den fiscus in plaats van zich te houden aan onge gronde en willekeurige berekeningen Wat voorgaat toont aan hoe onze kleine landbouwers achteruit worden gesteld bij de toekenning van het koste loos ouderdomspensioen. Inzake toepas sing der bijzonderste andere sociale wet ten is het met hen niet beter gesteld. Wij zullen het bewijzen in een volgende bij drage. i I voor de schoonste Aardappel velden en Beetvelden Redt U Zeiven zal dezen zo mer twee groote prijskampen uit schrijven tusschen hare leden 1. Voor de schoonste aardap pelvelden minstens 15 aren groot. 2. Voor de schoonste beeten- velden minstens 15 aren groot. Voorwaarden 1° De velden moeten beplant zijn met plantgoed en bezaaid met beetzaad geleverd door Redt U Zeiven. (Uitzondering zal gemaakt worden voor dezen die zelf hun beetzaad kweeken). 2° De velden moeten bemest zijn met de Volledige Aardappel- vette of Beetvette R. U Z. 3° Er worden 1000 fr. prijzen gegeven verdeeld alsvolgt 500 fr. voor de aardappelvelden. 500 fr. beetenvelden. Er zullen voor iedere kategorie de volgende prijzen toegekend worden 1' prijs 100 fr. en een prachtig diploma. 2' 75 fr. 3' 50 fr 4' 50 fr. 5e 50 fr 6e 25 fr. 7C 25 fr 8' 25 fr. 9' 25 fr. 10' 25 fr 11',, 25 fr. 12' 25 fr. 13' tot 25e prijs een prachtig diploma. Inschrijvingen moeten genomen worden vóór 1 Mei. De bewijzen van aankoop van zaad- en plant goed, evenals van aardappel- en beetvetten zullen moeten voor gelegd worden. Inschrijvingsbulletijns zullen volgen. een voorname kwestie. We ontvingen volgend briefje van wege een bestuurslid onzer plaatselijke af deeling te Lede. We zullen volgaarne voldoening ge ven aan de wenschen van ons ieverig lid en danken hem voor het initiatief. Hier volgt bedoeld schrijven Lede, 2 Februari 1936. MIJNHEER CAUDRON, Nu de tijd stilaan aanbreekt om tabak te planten en ik door mijn ondervinding moet bekennen dat op heden de manier van planten, en bijzonder de bemesting, bij de meesten nog veel te wenschen overlaat, zou ik U willen vragen of het niet mogelijk is eens de goede manier van planten en bemesten, inzonderlijk om goede hoedanigheid te bekomen, te beschrijven in ons weekblad De Koornbloem,,. Stilaan wordt hier in Lede reeds wat tabak verbouwd voor den handel, maar de hoedanigheden als aroma, kleur, smaak en brandbaarheid zijn niet altijd goed, en zulks door de onwetendheid der planters. Daarom verhoop ik dat een dusdanige beschrijving een nuttige les voor velen zou wezen. Ik stel U zelfs voor om de eerste voordracht in ons lokaal, Boschstraat, Lede, te wijden aan de tabaksteelt. Ik zal gemakkelijk al de namen der tabak planters van Lede kunnen bekomen. Ze zullen dan verwittigd worden en zoo zal het, mijn inziens, een geslaagden voordrachtavond zijn. Denk er eens over na, heer Bestuur- (Zie vervolg onderaan 4de kol.) Zuid-Afrikaansche Unie Ondanks de grootere welvaart, die sedert de devalvatie van het Zuid-Afri kaansche pond, handel en nijverheid kenmerken, is de toestand van den land bouw slechts weinig verbeterd. Deze bedrijfstak blijft nog steeds het "zorgen kind,, van de regeering. Het heeft echter niet ontbroken aan maatregelen om ook de landbouw van de nieuwe welvaart te doen genieten. Deze die na 1929 genomen zijn, zijn in twee groepen samen te vatten. 1. Maatregelen van rechtstreekschen en onrechtstreekschen steun. 2. Maatregelen die een controol op de prijzen beoogden. Onder de eerste kunnen we noemen de Kroonnedersettingswet de Land- bank en de wet op de Plaatsverbande. De Kroonnedersettingswet machtigt den minister de gronden van de kroon te verhuren met het recht na vijf jaar den grond te koopen en de koopsom af te betalen in veertig jaar. De gestelde voorwaarden zijn uitermate gunstig. Ge durende het eerste jaar betaalt de huur der geen huurgeld, de volgende twee jaar 2 °/0 en gedurende het vierde en vijfde jaar 3 1/2 °/o. Daarna eindigt het huurcontract. Indien de huurder besluit den grond te koopen dan betaalt hij ge durende de eerste twee jaar geen rente, gedurende de acht volgende jaren slechts 4 °/o en gedurende de dertig volgende jaren 4 °/0 -J- de aflossing Tevens kan een leening worden gesloten voor den aankoop van landbouwwerktuigen. Op 31 Maart 1935 was door hoogerver- noemde regeling een som van 7.481.000 pond aan de regeering verschuldigd. Het noodige crediet werd en wordt nog in hoofdzaak verstrekt door de "Landbank„, die haar kapitaal van den staat bekomt tegen een rente die onge veer gelijk is aan het gemiddelde van de rente die betaald wordt op de staats schuld. De landbouwers verkrijgen hier door crediet onder gunstiger voorwaar den dan ze ooit van particuliere banken zouden verkrijgen. Reeds in 1931 zag de Zuid-Afrikaan sche regeering zich verplicht gezien de diepe crisis credieten aan de landbou wers te verstrekken om deze vrij te ma ken van de drukkende lasten. Hiervoor werd een bedrag uitgeschreven van 5 millioen pond waaruit leeningen ver strekt werden tot een bedrag van 1.000 pond. In aanmerking komen slechts de landbouwers die geld kunnen opnemen tegen onderpand van roerende of on roerende goederen. Tot 31 Maart 1935 was een bedrag van 4.158.000 pond toegekend. Een belangrijke maatregel was ook de wet op de Plaatsverbandrente van 1933, die bepaalt dat de rente op land- bouwhypotheken die voorheen 6 tot 8 bedroeg, verlaagd zou worden tot 5 °/o. Hiervan nam het rijk 1 1/2 voor haar rekening, zoodat de hypotheeknemer slechts 3 1/2 °/0 behoefde te betalen. Deze maatregel heeft echter niet de ge- wenschte uitslagen afgeleverd. De staat betaalde slechts 11/2 indien de land bouwer den hypotheekhouder 5 °/o be taalde. Vele landbouwers konden dit niet en het bedrag van 1.500.000 pond dat daarvoor van regeeringswege was uitgeschreven, werd slechts gedeeltelijk gebruikt. De maatregelen die voor doel hebben controol op de prijzen uit te oefenen en zoo noodig een stijging der prijzen te be- der, ik ben altijd bereid een handje toe te steken. Dank bij voorbaat en Vlaamsche hoogachtende groeten. Frans Van Hauwermeiren. Herdergemschestraat, Lede. NB. Kortelings zullen we een voordracht met hoogergemeld onder werp beleggen waarop reeds van nu af alle belanghebbenden worden uitge- noodigd. werken hebben betere uitslagen afge worpen. Als voorbeeld van deze reeks maat regelen worden vooral genoemd de in voerrechten en uitvoersubsidies. In 1930 werd het invoerrecht op tarwe verhoogd van 1/7 tot 2/8 per 100 lb., dat van ge droogde vruchten van 2 1 /4 d. tot 3 d. per lb. Op 24 Maart 1932 werd een extra-invoerrecht geheven van 7 1/2 op al de invoeren. De uitvoersubsidies aanvankelijk in gesteld met het doel de landbouwers een vergoeding te geven voor het verlies van de Engelsche markt nadat Engeland in 1931 den gouden standaard had verlaten en een politiek voerde van bescherming, zijn totnogtoe bewaard gebleven. Noch tans, mede als een gevolg van de ac- coorden van Ottawa zullen ze geleidelijk worden verminderd om in 1937 geheel te verdwijnen... indien er zich intusschen geen veranderingen voordoen. Om een gedacht te geven van wat deze maatregel voor de landbouwers be- teekent, hoeft men slechts enkele cijfers aan te halenvanaf het begin tot 31 Maart 1935 is in totaal een bedrag van 7.631.733 pond uitbetaald, terwijl voor het begrootingsjaar 1935/36 weer 2 mil lioen pond is uitgeschreven voor dit doel. Gelijk het gemakkelijk te begrijpen is, heeft de controol op de prijzen een sterke uitbreiding van de productie voor ge volg gehad. De productie van suiker, bijvoorbeeld, die in 1925-26 240.000 ton bedroeg, zal in 1935-36 wellicht stijgen tot 434.000 ton, terwijl de tarwe-produc- tie die in 1928-29 2.230.000 zak be droeg, in 1935-36 waarschijnlijk 5 mil lioen 360.000 zak zal bedragen. De belangrijkste maatregel in de zui- velnijverheid werd in 1930 getroffen, toen door het instellen van een raad van controol een recht werd geheven op boter en kaas door fabrieken in de Unie vervaardigd. In- en uitvoer staan onder streng toezicht evenals het stichten van nieuwe fabrieken. Verder wordt controol op de prijzen uitgeoefend voor maïs, ta bak, vleesch, wijn, enz. In 1933-34 moest door de regeering 669.609 pond worden betaald ten einde de tekorten van de maïs- en tarwe-pool te dekken. Uit dit alles blijkt dat de Zuid-Afri kaansche Unie veel heeft gedaan om den landbouw in deze crisis hulp te bieden. Nochtans, gelijk bijna overal elders, moet hier worden bestatigd dat deze maatregelen niet voldoende waren om den welstand in de landbouwmiddens te doen heerschen. De hervorming van den landbouw moet verder doorgedreven worden, dit is de eerste vereischte wil men komen tot een algemeene economi sche heropleving, omdat de landbouw als het ware de basis vormt van de maatschappij. Zoolang de landbouw in nood verkeert zal gansch de wereld in nood verkeeren. Totnogtoe is wel licht Roosevelt de eenige die dat begre pen heeft en in die richting daad krachtig stuwt. Moge de andere landen dm volgen voor 't welzijn van al de standen. Onze agronoom kan geraadpleegd worden lederen Zaterdag te Aalst, ten lokale De Koornbloem, Groote Markt, van 10 tot 12 uur. lederen Dinsdag te Ninove in het Café Van Laere rechtover 't stad huis van 10 tot 12 uur. Te Eppegem op Maandag 17 Feb. te 4 uur namiddag, in het hoofdmagazijn. 1 e Herzele op Woensdag 19 Feb., van 9 tot 11 uur, bij Mr D'Haese, "Ho£ van Weenen Markt. TELEFOON 267.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1936 | | pagina 1