Thans meer dan ooit moet België zijne Neutraliteit afkondigen Er wordt met onze kinderen geknoeid Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor co door de Landbouwers De Teelt van Korrelmaïs* ZITDAG Welke Meststoffen moeten we gebruiken Onze Landbouwkundige Diensten. Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven ïo/u ZONDAG l5jMAART 1936. PrQs 25 centiem 18de JAARGANG N* 898 Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller O. CAUDRON. Bareel en Redactie t De Vilanderstraat, 4, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. by 1 'alestn Duitschland heeft dus bij monde van Hitier verklaard dat het zich niet meer gebonden acht door het Verdrag van Versailles, het heeft zijn troepen laten 1 binnenrukken in het ontmanteld Rijn gebied en heeft verder het Locaraopakt opgezegd, omdat het van oordeel is dat ^gca. jjet Pransch-Russisch verdrag dat on- langs werd onderteekend in strijd is met is, Ki bepaHngen van het Locarnopakt. In ruil van deze maatregelen stelt ?p!n' Duitschland een gansch nieuw stelsel voor tot vrijwaring der Europeesche vrede behelzende vol gende punten '1 1. Het afbakenen van ontwapende rfj gebieden aan de Duitsche, Fransche us üai en Belgische grenzen op grondslag van gelijkheid. 2. Afsluiting van een niet aanvals- jorstn verdrag voor 25 jaar met Frankrijk en België, waarbij Engeland en Italië als eigen waarborgende mogendheden zouden op- Laa treden. 3. Indien de betrokken mogendheden jf, ijïd bet ermee eens zijn zou ook Nederland driew tQt jjt niet-aanvalspakt kunnen toe- a3'"1' treden. r i 2 ^cn luchtpakt zou tot stand komen e tusschen de Westelijke mogendheden. 5, Duitschland is beleid niet-aanvals- ieren pabten af te sluiten met de Oostelijke staten, met inbegrip van Litauen. :n sti 5 Duitschland zou bereid zijn terug te /ogel< beeren tot den Volkerenbond doch spreekt den wensch uit dat binnen af- zienbaren tijd het vraagstuk zijner ge- vjeleg fijkberechtiging inzake koloniale bezit- wen..': tingen door vriendschappelijke akkoor- Sta een oplossing zal bekomen. Tot daar de beknopte opsomming der ac'11 gebeurtenissen welke de internationale 1 :lng n werelden vooral Europa in opschudding van 'j bebben gebracht en ons werelddeel op iteeo KD uiterst gewichtig en gevaarlijk keer- i, booi pUDt hebben gebracht, ind, ii Van de koelbloedigheid en het door at K .ti Zicbt der verantwoordelijke staatslieden 1 zal het in dit kritisch oogenblik afhangen 1 of Europa in rampspoed wordt gestort ert, bi 0fwej definitief den weg zal opgaan van verstandhouding en onderling vertrou- afc wen tusschen de volkeren 1 Thans is de plai'iu yjj gekomen waarop de gezonde volks- emuit maasa baar vredeswil vastberaden moet uitschreeuwen en de regeerders moet lt' v0' dwingen tot internationale verzoening! Het is tot steun van deze vredesactie 1 dat onze Vereenigiag in deze en vorige 'oac? bijdragen ten strijde is getrokken. We zijn van meening dat onze werking zich OOÏ niet mag beperken tot de verdediging p' der sociale en economische belangen on- zer landbouwers, doch zich ook moet 'n'1 uitstrekken tot een veel hooger doel, P' namelijk de vrijwaring van het bloed /a taai on2er Vlaamsche boerenzonen. j°,C Wij willen hier niet den huidigen internationalen toestand ontleden en beperken ons tot de vaststelling van de volgende feiten I 1) Reeds lang had het traktaat van e met Versailles uitgediend omdat het de evo- Berflt 'ut,e van Europeesche politiek hin derde en Duitschland de voogdij ervan >P Eti nict ^an9er wenschte te dulden, e inrtj 2) Niettegenstaande de herhaalde op- boom roepen van vooraanstaande personali- Aalst teiten en van de bijzonderste zijner oud- Dendef strijdersvereenigingen, heeft Frankrijk renden geen gevolg gegeven aan de talrijke uitnoodigingen van Hitier, om met g Duitschland te onderhandelen en de be- staande misverstanden weg te ruimen. »roe* Hierdoor werden wellicht meerdere ge- I y lcgenheden tot verzoening tusschen de twee landen gemist, lerbesti 3) Frankrijk laat staan in 't belang ?me^ c°l'ectieve veiligheid heeft het refi' 9cvaarlijk stelsel toegepast der militaire oe verdragen en afspraken met de buursta- n' m0' ten van Duitschland. Dit laatstgenoem de land gevoelde zich te recht of ten 1 onrechte ingesloten docr een gordel van /oot' vijanden.Als reden of voorwendsel heeft het dan ook het Fransch-Russisch pakt ingeroepen om zijne min gewenschte Jb' uw- lnterQatlona'e verplichtingen op te zeg- 4) De zware fout van Duitschland, welke het wederzijdsch vertrouwen tus schen de volkeren diep heeft geschokt en hierdoor een geweldigen hinderpaal heeft opgeworpen tegen internationale verstandhouding, is echter dat het een zijdig is opgetreden bij de afschaffing van internationale verdragen. De bijzonderste kwestie welke ons moet bezighouden blijft echterHoe moet ons land zich gedragen ten opzich te der nieuwe toestanden geschapen door het optreden van Duitschland. Het Locarnopakt, hoeksteen genoemd onzer veiligheid, is door de Duitsche opzegging als van geene waarde meer te beschouwen. Wij zijn nooit voorstanders geweest van het Locarnopakt als doeltreffend middel onzer veiligheid om de redenen uiteengezet in De Koornbloem van 1 September 1935 en inzonderlijk omdat het kleine België verplicht was de gren zen van Frankrijk en Duitschland te waarborgen en aldus bij een gebeurlijk konflikt in West-Europa bijna fataal in het oorlogsgeweld zou gesleurd worden. Dergelijke rol past niet voor een klein land als het onze, omdat een verbond tusschen groote en kleine staten steeds nadeelig uitvalt voor de zelfstandigheid en de rechten dezer laatsten. Meer dan ooit blijft er voor België maar eene degelijke oplossing namelijk de afkondiging zijner vrijwillige neutra liteit en de onmiddellijke opzegging van het Fransch-Belgisch militair akkoord. Dit akkoord biedt thans voor ons land nog grootere gevaren en nadeelen dan voorheen. Nu vervalt immers voor goed het bedriegelijk voorwendsel dat het slechts een uitvloeisel is van het Locar nopakt, vermits dit pakt ongedaan werd gemaakt door de Duitsche opzegging. Het behoud van dit akkoord zou thans onbetwistbaar gelijkstaan met een aan sluiting van België bij de Fransche bui- tenlandsche en militaire politiek en het prijsgeven onzer zelfstandigheid in onze internationale betrekkingen. Thans is niet te voorzien hoe de ver houdingen tusschen de verschillende Europeesche staten zich zullen voltrek ken binnen afzienbaren tijd. Begrijpt men dan hoe het volgen eener eenzijdige buitenlandsche en militaire politiek ons bestaan in t gedrang kan brengen De huidige gebeurtenissen doen reeds ten volle beseffen welke verdragende gevolgen verbonden zijn voor België aan het Locarnopakt. Men vergelijke hiermede maar den toestand van Neder land dat door zijn zelfstandige houding de gebeurtenissen met veel geruster ge moed kan bekijken. Onder den kalmeerenden en realisch- tischen invloed van Engeland leiden de huidige verwikkelingen, naar wij ver hopen, tot een ontknooping waarin de vier groot-mogendbeden zonder merke lijke tusschenkomst van andere staten, de bijzonderste Europeesche aangelegen heden zullen regelen. Ons land moet er thans toe besluiten zich los te rukken van alle banden met eender welke groot-mogendheid. Het moet zelfstandig, zonder vreemde in menging of invloed, op elk oogenblik de houding kunnen aannemen welke ver- eischt wordt door zijne levensbelangen. Het moet gansch onafhankelijk zijne buitenlandsche politiek en landsverdedi ging kunnen inrichten. Indien het op beider gebied steun noodig heeft, moet het dien niet zoeken bij de groote landen doch bij kleine staten als Nederland, wiens belangen gelijkloopend zijn met de onze en dat niet weigeren zal ons zijn medewerking te verleenen wanneer de zekerheid bestaat dat België gansch vrij staat ten opzichte van de g root-mogend- heden. Zijn traditie getrouw en in zijn eigen belang, zal Engeland niet nalaten deze zelfstandige politiek van ons land goed te keuren en te steunen en verder met al zijn enorme middelen op te treden 1 tegen elk land dat een aanslag zou ple- (Zie vervolg onderaan 4de kot.) Sedert enkele jaren werden er in het zuidelijk gedeelte van Duitschland proe ven aangelegd ten einde maïs te telen voor de korrels, alhoewel vroeger de korrelm.iïs beschouwd werd als een ge was enkel bestemd voor de landen met warme en droge zomers. De proeven slaagden allerbest en diensvolgens breid de de nieuwe kuituur zich dan ook ge leidelijk meer noorderwaarts uit en paste zich na zorgvuldige teeltkeus, langzamerhand in het nieuwe midden aan. In Nederland dank zij de opzoekingen van de Nederlandsche Heidemaatschap pij is men er sedert twee jaar in geslaagd na voorafgaande veredeling en krui sing van geschikte Amerikaansche en Europeesche variëteiten een nieuwe variëteit korrelmaïs te telen die onder ons zomerklimaat rijp wordt. Volgens ingewonnen inlichtingen zijn er in Vlaanderen met deze nieuwe va riëteit korrelmaïs, die in den handel wordt gebracht onder den naam van "Lokeweg maïs,,, gedurende den zomer 1935 enkele proefvelden aangelegd, die in t algemeen goed slaagden. Hier volgt het verslag der proef aangelegd te Audegem, bij den heer Ben. Van der Streeck. Het proefveld is een zandachtige leemgrond, 20 aren groot, die uit oor zaak van uitzonderlijke omstandigheden sedert twee jaar braak lag en sterk ver vuild. De voorbereidende grondbewerkin gen werden zorgvuldig uitgevoerd. Als bemesting werd enkel 100 kg. superphosphaat toegediend (5 kg. per are). De planting geschiedde op 20 April als volgtde plantgaten, 3 a 4 cm. diep, bevonden zich op regelmatige afstanden van 60 cm. in en tusschen de rijen. In ieder kuiltje legde men 4 a 5 korrels, het geen overeenkomt met 35 a 40 kg. zaad per Ha. Bij de kieming bewees de Lokeweg maïs dat zij minder gevoelig is aan de koude dan de groenvoedermaïs die enkel kiemt op 9 a 10° C en dus vlugger kiemt en beter stand houdt. Te veel vochtig heid is wellicht een dreigend gevaar voor het wegrotten der kiemende kor rels. De toegediende teeltzorgen komen overeen met de gewone hakvruchten. Eens dat de planten een hoogte van 30 cm. bereikt hebben, dienen ze een weinig aangeaard, teneinde ze te ver stevigen. Drie planten per struik zijn voldoende om de grootte der kolven niet te sterk te beïnvloeden. De groei gedurende den zomer en het rijpen verliep normaal, zoodat het ge was een hoogte bereikte van 1,70 m. De rijpe kolven werden op 15 Sep tember ingeoogst. Thans was het loover zeer droog en werden de kolven uitge broken, zorgdragende de langwerpige schutbladeren er aan te laten om de korrels tegen de vochtigheid te be schutten. De kolven zijn vervolgens op een zolder gedroogd tot het dorschen moge lijk was. De meeste kolven waren met 8 rijen en ook enkele met 12 rijen, waarmede dient voortgekweekt. De lengte was van 14 tot 18 cm. De dorsching geschiedde op 7 Januari. De opbrengst bereikt 5400 kg. per Ha., doch men kan de juiste opbrengst niet schatten daar veel van deze maïs is gestolen op het veld bij de eene uit nieuwsgierigheid en bij de andere om zich kosteloos zaad aan te schaffen. Op twee afzonderlijke perceeltjes van 1 are steeg de opbrengst tot 6900 kg. per hectaar. In een volgend nummer bespreken wij de toekomstmogelijkheid dezer nieuwe kuituur. Daar onze rechtskundige door dienstplicht is weerhouden, zal zijn Zitdag bij uitzondering niet gehou den worden op Zondag 5 April J (1Jte Zondag der maand) doch op Zondag 19 April. Het belang van de opvoeding en van het onderwijs op de lagere school is zoo vanzelfsprekend, dat het ons overbodig schijnt daar eenig argument voor aan te halen. Voor den boerenstand in het bijzon der speelt de lagere school een over wegende rol, omdat de groote meerder heid van de landbouwers de middelen niet bezit om haar kinderen middelbaar onderwijs te verschaffen. De lagere school is dus wel de hoek steen van het verstandelijk leven bij de landelijke jeugd en de voornaamste fac tor bij de geestelijke ontwikkeling van den toekomstigen boer. Wij kunnen dus niet onverschillig staan tegenover die zaken of gebeurte nissen, die een overwegenden invloed op de lagere school, en dusvolgens op de toekomst van onze kinderen, moeten uitoefenen. Om die reden geven we de volgende studie aan onze lezers ter overweging. In het jaar 1922 werd er een nieuw modelprogramma voor onze lagere scho len opgemaakt, omdat het leerplan van 1897, volgens de toen geldende meenin gen, onvoldoende bleek en omdat het moest aangepast worden aan den nieuw- ingerichten vierden graad. Verleden jaar, dus 13 jaar na zijn in voering is men aan hoogerhand tot de ontdekking gekomen dat dit nieuw leer plan weeral geen voldoening schenkt en dat de uitslagen op de lagere school niet algemeen beantwoorden aan de gewet tigde verwachtingen de verstandelijke vorming en de algemeene opleiding la ten veel te wenschen over. Gelukkiglijk bestaan er talrijke uitzonderingen op dien regel en daarop zullen we terug komen in onze verdere uiteenzetting. Maar voldoende uitslag is er werke lijk niet. Dat dit oordeel wel op echte gronden berust blijkt duidelijk uit het feit dat er jaarlijks zoo weinig scholen deelnemen aan het examen voor den vierden graad. En in die scholen, welke er wel aan deelnemen, is het procent aangeboden leerlingen in algemeenen regel veel te laag. Een ander en even doorslaand bewijs voor de gebrekkigheid van ons lager onderwijs vindt men in het verschijnsel dat onze jongens van 14 jaar zoo moeilijk hun gedachten uitdrukken zelfs over zaken die ze werkelijk goed schijnen te kennen, kunnen ze veelal niet spreken of schrijven, dan met die gekende stijfheid en bedeesdheid, welke het kenmerk zijn van den niet-ontwikkelde. Dit merkt men vooral op wanneer men in de gele genheid was in betrekking te komen met de Fransche en Hollandsche jeugd, welke haar taal volkomen beheerscht en ze vlot weet te gebruiken. De ontoereikendheid van ons lager onderwijs is een feit dat algemeen er kend wordtdoch over de oorzaken van dit tekort gaat men niet zoo alge meen akkoord. In bestuurs- en opvoedkundige krin gen wil men de oorzaken zoeken in de methoden, d.i. in de manier waarop het onderwijs aan de kinderen verstrekt wordt. In die richting wordt dan ook fel geijverd, zonder dat men nochtans den minsten waarborg bezit over de doel matigheid van de nieuwe werkwijzen die aanbevolen, ja zelfs opgedrongen worden. Daarbij is men tegenwoordig volop bezig met de herziening en om werking van het leerplan. Om zich als buitenstander een goed gedacht te vormen over de zaak zelf dient men zich de volgende vraag te stellenwat moeten onze kinderen weten wanneer ze op veertienjarigen leeftijd de lagere school verlaten Het antwoord op die vraag vinden we in onzen dagelijkschen arbeid en in omgang met onze medemenschen. Bui ten een sterke zedelijke vorming moeten onze kinderen beschikken over 1. Een grondige kennis van hunne moedertaal, zoodanig dat ze bij het spre ken, lezen en schrijven de vaardigheid van een beschaafd mensch bezitten.Deze kennis biedt dan ook de mogelijkheid van zelfvolmaking door studie en lec tuur in dagbladen en vakboeken, door het beluisteren van wetenschappelijke voordrachten in den radio en in de vereeniging. 2. De noodige bedrevenheid ki het rekenen en metriek stelsel, evenals de voornaamste toepassingen van deze vakken in het werkelijk leven. 3. Een juist inzicht in de voornaamste geschiedkundige feiten en eenige welge vormde begrippen over aardrijkskunde, over natuurkennis en gezondheidsleer. 4. Eenige kennis over de eenvoudig ste wijze van boekhouden in de gewone persoonlijke bedrijven (b.v. op de boer derij) en enkele practische werken daar mede in verband, als het opmaken van een rekening, een kwijtschrift, een vrachtbrief, een postcheck, enz. Om deze maatschappelijke en verstan delijke vorming van den jongen boer of werkman te verwezenlijken, worden er op de lagere school acht volle leerjaren voorzien. Dat de uitslagen van dien langen leertijd veelal zoo poverkens zijais, naar onze bescheiden meening, niet te wijten aan de werkwijzen, zooals minister Bo- vesse eenigszins wil doen uitschijnen in zijn rondzendbrief van 15-6-35, en zoo als algemeen beweerd wordt door schrijvers over schoolaangelegenheden, maar wel aan verscheidene andere oor zaken, die we in een volgend nummer zullen bespreken. gen op onze onafhankelijkheid. Vlaamsche landbouwers, mannen en vrouwen het uur is gewichtig I Gansch het Vlaamsche volk met zijne oudstrijders zal betoogen voor de opzegging van 't Fransch- Belgisch militair akkoord, voor een zelfstandige buitenlandsche poli tiek, voor 's lands neutraliteit, voor het behoud van den vrede. Tot vrijwaring van het leven uwer mannen en zonen, tot voorkoming van nieuwe oorlogsgruwelen, tot inkrimping van de enorme leger- uitgaven, moet U in massa mede opstappen in voormelde betooging I Het is uw dringende plicht in de huidige benarde omstandigheden I ■HM voor aardappelen, beeten, enz. Lees het belangrijk antwoord op deze vraag op de derde bladzijde van dit blad. Onze agronoom kan geraadpleegd worden lederen Zaterdag te Aalst, ten lokale De Koornbloem, Groote Markt, van 10 tot 12 uur. lederen Dinsdag te Ninove in het Café Van Laere rechtover 't stad huis van 10 tot 12 uur. Te Eppegemop Woensdag 18 Maart te 4 uur namiddag, in het hoofdmagazijn. Te Herzele op Woensdag 25 Maart van 9 tot 11 uur, bij Mr D'Haese, "Hof van Weenen Markt. Voor dringende gevallen kan hij per brief worden geraadpleegd of gevraagd een of ander geval te onderzoeken. De agronoom zal zich op verzoek ter plaats begeven. VOORWAARDEN 1 Voor leden van Redt U Zeiven, dia tezelvertijd hunne waren bij hunne vereeniging koopen, zal alles kos teloos geschieden. Voor buitenstaanders en leden op pa pier volgens overeenkomst, TELEFOON 267. BSIAHHH1S HUHHHU Rlll HHHHHH HHHHHH

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1936 | | pagina 1