De Boerenstrijd gaat verder Het Tarwe-vraagstuk 1 Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor en door de Landbouwers worden duur Bespuiting van Druivelaars die vruchten dragen. De Granen Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven ZONDAG 6 SEPTEMBER 1936. frfls 23 ccntii 18de jAARGANG Nf 923 Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opstelier O. CAUDRON Bareel en Redactie De Vilanderstraat, 4, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. Deze week zijn we op het Ministerie van Landbouw op inlichtingen uitge- weest. De kabinetsoverste Heer Rylandt heeft ons een uitgebreid relaas gegeven, van wat er werd gedaan, wat er in r'e toekomst zal worden beoogd en wat niet kan gebeuren. We zullen het zoo trouw mogelijk aan onze lezers meedeelen. Inzake Aardappelen zoekt het Ministerie om mee te werken om den uitvoer mogelijk te maken. Het zal vooral meewerken om de hoedanig' heid onzer produkten te verbeteren en zal er over waken dat de slechte faam der Belgische aardappelen op de vreem de markten plaats maakt voor een goe de reputatie. Inzake sorteering is hier in ons land neg alles te doen. Het Ministerie zal er voor zorgen dat slecht verzorgde waar de toegang tot het buitenland streng zal worden geweigerd. Het Nederlandsch stelsel der centrale voor allerlei landbouwprodukten is vol gens de heer Rylandt in ons land totaal onmogelijk, omdat de schatkist die groote uitgaven niet kan dragen. Wat ten slotte inzake aardappelen neerkomt op het volgendeBoeren redt u zeiven Brengt minder aardappelen voort en verzorgt ze, opdat ze als prima waar op de markt kunnen komen en aan goede prijzen afzet zouden vinden. Besproeit uwe akkers, opdat ze niet ziek worden en ze de overzeesche reizen zouden kun nen verdragen, wat nu het geval niet is in ons land en wel mogelijk is in Neder land. Koopt beste plantgoed om schoone effen knollen voort te brengen, die de koopers van binnen- en buitenland zul len verlokken. En dan eischt men een minimumprijs van 40 frank Zoo verstaat het Ministerie van Landbouw de kwestie der aardappelen. Van steun of iets wat ook maar eenige moeite of centen zou kosten, kan er in ons land geen spraak zijn, voor de voort brengers van aardappelen. Geen cent voor onze boeren, maar honderde mil- lioenen voor de nijverheid door allerlei steun en bescherming. Inzake melk en boter. Hier wordt, volgens Mr Rylandt, fel gewerkt aan een algemeen program ma die de zuivelkwestie totaal zou om vatten. Welk programma dit is en welk heil het ons brengen zal, moeten we ge duldig afwachten. In Nederland werden groote taksen gezet op margarine, wat niet belet dat er met sluikhandel nog evenveel margarine op de markt komt en aan veel minder prijzen. De te hooge taksen op margarine zijn dus volgens het Ministerie van Land bouw een gevaar. Invoerverbod van vreemde boter of hoogere invoertaksen zou volgens zelfde orgaan het publiek ontstemmen, dat ab soluut vreemde boter wil hebben, omdat ze veel fijner is. We antwoorden hierop indien dit publiek meent dat onze beste inlandsche boter niet wel genoeg is, dan kan het vreemde koopen, maar niets belet aan onze Regeering de taksen zoo hoog te zetten dat de grillen van de superfijne menschen goed betaald worden. Op die manier krijgen wij ten minste een hoo gere prijs voor onze boter. Volgens Mr Rylandt zouden we de inlandsche boter nog beter moeten ver zorgen, opdat de koopers niet naar vreemde zouden opzien. Hier kan in sommige melkerijen nog wel veel verbetering komen. Maar er zijn in ons land toch inrichtingen die het fijnste en beste voortbrengen. Alleen kan eene kwestie van smaak van land tot land verschillen. Er zou ook een ernstige poging wor den gedaan inzake kaasmakerij. De uit slagen zijn niet gekend. Ziedaar de gedachten van onze re geerders. We kunnen dezelve alsvolgt ontleden De Regeering blijft bij haar oud stand punt, dat het leven moet goedkoop zijn in België, om de loonen niet te moeten opjagen, wat aan onze nijveraars zal toelaten uit te voeren en normale of hooge winsten te maken. Heel dat spel van goedkoop leven moet gebeuren op kosten van den land bouwer in de eerste plaa's. Wat in an dere woorden beteekent dat we voor dit oogenblik van Brussel weinig of niets hoeven te verwachten voor onze kwee kers van aardappelen en onze voort brengers van zuivelproducten. Hier maakt de Regeering een onaan neembaar verschil tusschen voortbren gers van granen, die gesteund worden, en onze kleine kweekers. Waarom dat voordeel voor de groote graanboeren, terwijl de kleine aardap pelkweekers en melkvoortbrengers aan hun lot worden overgelaten Wat staat ons in dat geval te doen We moeten onmiddellijk de middelen instudeeren op welke manier we recht kunnen verkrijgen. In het Mechelsche spreekt men van een algemeene melkstaking uit te lokken. Op onze laatste vergaderingen stelde men voor eene groote betooging te Brussel te houden. Moeten we een van beide of allebei deze middelen gebruiken of komen de regeerders van Brussel nog tijdig tot inkeer We nemen ons voor een laatste stap bij de Regeering te wagen, om te weten wat er zal worden gedaan. Er dient klare wijn geschonken 1 We brachten verleden week een be zoek aan de kust te Blankenberghe. In de groente- en fruitwinkels is hier alles peperduur; de druiven worden hier ver kocht tegen 14 tot 16 fr. het kilo, peren en appelen tegen 5 tot 6 fr., pruimen 7 tot 8 fr. en perziken tegen 2 tot 2,50 fr. het stuk. Wat moet dat hier een paradijs zijn voor fruit- en groentekweekers Indien ge dit meent dan bedriegt ge U toch we hebben de markt bezocht en prijzen waren daar zoodanig laag dat er weinig of geen verschil was met de prijzen in de streek van Aalsttoch wel iets wat hooger dan bij ons. t Zijn dus de winkeliers die met de groote winsten weggaan, 't Is overal hetzelfde liedje maar 't spijtigste van al is dat de invloed van die fruit- en groentehandelaars op onze kweekers zoodanig groot is dat ze al ja knikken voor dat ze gesproken hebben. Een geluk dat onze boeren zich beginnen te roeren en dat hun hardnek- kigen strijd ook onze fruit- en groente kweekers misschien zal wakker schudden. Hier in Blankenberghe werd me de vraag gesteld of het goed is de druiven in den zomer te bespuiten tegen spint, tegen valsche meeldauw of oïdium? We weten dat onze druiven in serren zeer teer zijn en ze nagenoeg geen enkele andere vloeistof kunnen verdragen die sterker is dan zuiver water. Over de bessen van een druiventros ligt een kostbaar waas of dauw die hun waarde verhoogt Trossen waar men door aan raking, door bespuiting of anderszins dit kostbaar waas wegneemt, dalen in waarde. Men koopt niet gaarne druiven waar vingerindrukken op te bespeuren zijn en bij de minste aanraking is dit aan stonds het geval. Appelen en peren kun nen tijdens hun ontwikkeling veel meer verdragen en daarom is de insecten- en ziektenbestrljding hier dan ook veel ge. makkelijker. Het weze me toegelaten, beste lezeres of lezer van De Koornbloem hier een weinig van het onderwerp af te wijken, ten andere, aan het strand wordt aan het springen van den hak op den tak groote aanleiding gegeven, de afwisseling is hier zoodanig merkbaar dat men er bij het schrijven onder den indruk van komt. Eenige bezitters van boomgaarden kloegen putten in den grond omdat hun appels zoo vallen dat er van 10 maar een meer overblijft, de andere allemaal madesteek, daarbij vragen ze me om het naaste jaar de noodige bespuitingen in hun boomgaard te willen doen. Onze kweekers staan nog altijd wan trouwig tegenover nieuwigheden en scheren dikwijls op denzelfden kam, menschen die 't goed meenen met hen en hun belangen en dezen die reclaam maken om den verkoop van een of an der produkt. Ongelukkiglijk de kweekers zijn al zoo dikwijls gefopt geweest dat hun wantrouwen soms gewettigd is. Ze mogen nochtans niet verwarren, we handelden nooit uit winstbejag enkel in t vooruitzicht van meerdere opbreng sten, zuiverder fruit en beteren afzet. En hier gaan we de parenthesis sluiten om terug te keeren naar onze druiven trossen. Ter bestrijding van Vidium is het gebruik van zwavel gedurende den zo mer nochtans algemeen. Dit product veroorzaakt geen beschadigingen aan de vruchten, nochtans wanneer solfer- bloem kortelings voor het plukken nog wordt aangewend, is de zwavelsmaak van de vruchten nog tamelijk sterk en dit is, voor den verkoop natuurlijk, ook geen voordeel. We weten wel dat de vruchten voor het gebruik min of meer schoongeblazen worden, nochtans blijft er nog altijd heel wat solfer opliggen. Daarom ook hechten we veel meer be lang aan de winterbehandeling die be staat in het overstrijken der stammen met een soort pap bestaande uit klei, carbolineum, solferbloem en kalk. We doen reeds verscheidene jaren achter eenvolgens deze bewerking en we mo gen nu gerust verklaren dat er sedert dien geen druivenplaag meer in de ser ren is binnengeweest. Binst ons gesprek werd er weer al eens, zoo wat met boos opzet, gewag gemaakt van de papieren zakjes, waarin ik peren heb gestoken en er werd me gevraagd of men ook dit stelsel niet zou kunnen toepassen op de druiventrossen en of er daar al proefnemingen mede ge daan zijn. Ge lacht er mee, maar ik zie daar hoegenaamd geen bezwaar in vac 't oogenblik dat men er speciale zakjes zou voor gebruiken die ondoordringbaar zijn en voldoende sterk. Er bestaan voorzeker soorten papier die voor vloeistoffen totaal ondoordring baar zijn, zoo bijvoorbeeld pergoloïd en misschien wel nog andere en waarom zouden die niet voor een dergelijk ge bruik kunnen benuttigd worden. Dan zou men binst den zomer de druivelaars kunnen bespuiten met geconcentreerde oplossingen als Bordeausche pap, Solbar en Nosprasit, zonder de druiven hier door te beschadigen. In de serren noch tans zou deze bewerking misschien min aan te passen zijn en in alle geval met meer omzichtigheid, dan wel buiten. Door de aanhoudende regens hebben het meerendeel der druivelaars die bui ten staan, de plaag gekregen. Moesten de trossen nu in speciale zakjes gehuld zijn dan ware er middel om, zonder de vruchten te beschadigen, de druivelaars te bespuiten met sterke oplossingen te bestuiven met solferbloem enz. zonder ze nog te kunnen beschadigen. Om met meer kans van slagen deze bewerking te doen, ware het best er de zakjes over te binden, onmiddellijk na het krenten. Ten andere, linnen zakjes aanbinden om de vruchten te vrijwaren voor stof, voor steken van allerlei insecten, voor de vogels, enz. werd reeds vroeger gedaan in de kuituur in open lucht en tusschen haakjes gezegd, we laten deze kuituur voor wat ze waard is. Of er met de papierenzakjes uit on doordringbaar papier vervaardigd reeds proefnemingen gedaan zijn zou me in t geheel niet verwonderen. De Californi- sche pap tegen spin en meeldauw zou alsdan met voordeel kunnen aangewend worden en zouden de vruchten noch door stof, noch door solfer kunnen be vuild worden. Eenige dagen voor het kleuren der bessen zou men de zakjes langs den zonnekant kunnen openen. Ik twijfel er niet aan of de uitslagen (Vervolg op de 2de bladz.) De Canadeesche politiek en de Amerikaansche prijzen. Naar een evenwicht van vraag en aanbod. De tarwe crisis dateert niet van dit jaar, evenmin als de politiek van de re geeringen der vier groote tarwevoort- brengende landen. En 't is wel eens de moeite waard een vergelijking te trekken betreffende aanpassing en controol. De vier groote tarwelanden Canada, Ar gentinië, Australië en de Vereenigde Staten hebben in 1933 een tarwe-over- eenkomst geteekend, gelijk de lezers dit zich nog wel zullen herinneren. Doch, een internationale prijsdaling vergezeld van een daling der verschepingen, waren de oorzaak dat ieder voor zichzelf ge tracht heeft een oplossing te vinden voor het gemeenschappelijk probleem. Uit het korte onderzoek dat volgt, blijkt duidelijk dat de middelen die het eene land trof beïnvloed werd door de poli tiek der andere landen, of een reactie op een genomen maatregel vormde. Argentinië en Australië, die beide buitengewone hooge buitenlandsche schulden hebben, streefden een vrije verkoopspolitiek na. Deze politiek is er in geslaagd, in samenwerking met re- geeringssubsidies, het aandeel van deze landen in den totalen internationalen tarwehandel te doen toenemen, en wel van 36 °/o in 1928 tot 56 °/o in 1935. De Vereenigde-Staten, die onder geen buitenlandsche schulden gebukt gaan, en het grootste gedeelte van hun tarwe oogst in eigen land verbruiken, waren er daarentegen op uit een politiek te voe ren waarbij de uitvoer aan de prijsstij ging ondergeschikt bleef. Canada, het grootste tarwe-uitvoerend land sedert 1922, voert inzake verkoopen en prijs vaststelling een politiek welke het mid den houdt tusschen de politiek van Ar gentinië en de Vereenigde-Staten. Canada heeft niet gelijk Argentinië altijd maar meer tarwe op de markt ge worpen en op de prijzen gedrukt, doch het heeft evenmin de prijshandhaving tegen de uitvoer-schommelingen met alle middelen willen verdedigen gelijk de Vereenigde-Staten het hebben gedaan. Het is wellicht, interessant de ontwik keling van de Canadeesche tarwe-poli tiek van nabij te volgen. In het gunstige tijdperk van 1924-'29 hebben de Westelijke tarwe-pools, die meer dan de helft van de tarwe waar over Canada beschikte verhandelden, een programma nagestreefd dat vooral gericht was op ordening der markt. De centrale verkoopsorganisaties stonden in rechtstreeksche verbinding met de Euro- peesche afnemers en er werd getracht voor de voortbrengers den meest gun- stigen prijs te bedingen. De periode van dalende prijzen, die in 1928-29 inzette, had echter ook voor de pools noodlotti ge gevolgen. In 1930 moest de regeering reeds financieel steunen, onder voor waarde, echter, dat de centrale organi saties onder toezicht werden gesteld. Later werden ze omgezet in een stabili satie agentschap op de termijnmarkt te Winnipeg. Tot in 1935 werden deze stabilisatie operaties uitgevoerd. Het doel van de geheele organisatie bestond er in de da lingen onder invloed van speculatieve en seizoens-invloeden uit te schakelen en te beletten dat om de onbeperkte mede dinging van Australië het hoofd te bie den, steeds nieuwe voorraden Canadee sche tarwe gedwongen op de Europee- sche markten werden geworpen. Tezel- vertijd werden verkoopen afgesloten aan prijzen die aanzienlijk lager waren dan de Amerikaansche prijzen. Terwijl de Vereenigde Staten in 1932-33 netto slechts 33 millioen bushel uitvoerden, werden uit de Canadeesche havens 264 millioen bushel verscheept, hetgeen overeenkomt met 38 °/o van de netto- uitvoer van de gansche wereld. En toch boekte Manitoba-tarwe in 31 weken van dat jaar een gemiddelde premie van 2,8 °/o boven de hoogste prijzen, die voor Argentijosche tarwe werden ge maakt. Gezien de geringe oogst van Noord- Amerikaansche tarwe, zette Canada een meer stoutmoedige prijspolitiek in. In 1935 werd de tarwewet aangenomen, welke aan de board machtiging verleen de om tarwe aan te bieden tegen prijzen welke zij redelijk oordeelde met betrek king tot de noodzakelijkheid om de ver koop en het verbruik van Canadeesche tarwe op de wereldmarkten te bevorde ren. Op 4 December 1935 bezat de board 298 millioen bushel. De nieuwe tarwe- board verkocht dan ook vrijelijk tarwe met het doel de groote voorraden van de baan te helpen voor dat de omvangst van den oogst van 1936 zou bekend ge maakt worden. Op 3 Juli 1936 vier weken voor het einde van het oogstjaar bedroeg de Canadeesche tarwe-uit- voer 200 millioen bushel, tegen 136 mil lioen in de overeenkomstige periode van het vorige jaar. De tarwe-voorraden in de elevators bedroegen op dien datum 120 millioen bushel tegen 188 millioen een jaar geleden. Hoewel de tarwever- schepingen in de wereld dit jaar wat lager zijn dan in het vorige jaar, is het aandeel van Canada in den totalen han del bijna even groot als dat van alle uit voerende landen te zamen, terwijl er geen concessies werden gedaan voor wat de prijs betreft. In 1935 geschiedden bijna al de afleveringen van de farmers aan de board. De prijs voor tarwe nr 1 daalde van een maandelijksch gemiddel de van 90,8 cent in October 1935 tot 76,8 cent in Mei op de graanbeurs van Winnepeg, maar de regeering heeft klaarblijkelijk de voorkeur gegeven aan een matig verlies boven het risico om met onnoodige voorraden het nieuwe oogstjaar in te gaan. En daarin heeft ze zeer wijselijk gehandeld. Immers, het tarweseizoen zet dit jaar in met betere vooruitzichten voor de statistische positie dan het sedert 1930 het geval niet meer is geweest. De be trekkelijk geringe omvang der zichtbare voorraden op 31 Juli heeft er zelfs toe geleid wellicht iets of wat overijld een vergelijking te maken met 1928. In 1928-29 was de internationale tarwe- beweging namelijk ongeveer het dubbe le van den handel die voor de komende oogst verwacht kon worden. Indië moest graan invoeren. Frankrijk, Duitschland, Portugal, Italië, Spanje hadden alle on voldoende oogsten en beschikten over geen reserves meer. En toch bestaat er thans ook mogelijkheid dat men het evenwicht tusschen vraag en aanbod iets dichter zal bereiken. De mislukking van den oogst in de Vereenigde Staten zal daartoe veel bijdragen. Het zal derhalve zeer leerzaam zijn de politiek van de vier groote tarwe- voortbrengende landen in den loop van dit seizoen van zeer dicht te volgen. Nieuw Zaaigraan te koopen. Gerst-, Rogge- en Tarwe- soorten van de beste veredelde velden. Schrijft nog dees week in voor uwe veredelde zaaigranen* setoff 0 20 i TELEFOON i 267. Het zal voor iedereen klaar zijn dat de graankultuur voor 1937 alle kans heeft om loonend te zijn. lederen landbouwer heeft dus belang eene groote opbrengst te hebben en schoon graan voort te brengen. Om dit te bekomen is het noodig We bieden U aan Daar de vraag dees jaar zeer groot is, zal het noodig zijn tijdig te bestellen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1936 | | pagina 1