DE HEILIGE NACHT
Het Vraagstuk van den
Landbouwsteun.
Onze Strijd tegen de
Modderpoelen.
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Voor en door de Landbouwers
ZITDAG
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
VEREENIGDE-STATEN
-mm
De Belastingen op
het inkomen
ZOMDAO 20;DECEMBER 1936.
ft(i 23^cuU«
l9j« JAARGANG Nr 938
Hó-
Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller
O. CAUDRON.
Bareel en Redactie t Zeebergkaai, 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
De jaren vlieden snel. Het rad des
tijds wentelt rond met een immer gelijke
regelmaat, en menschen en zaken ko
men, en gaan.
In de wereld is alles onbestendig en
zoo broos. Roemvolle daden van held
haftige en geleerde personen houden de
aandacht der wereld maar één oogenblik
op zich gevestigd. Het zijn als sterren
die plotseling met een verblindende
klaarte en pracht hoog aan het hemel
gewelf rijzen. Eén oogenblik maar, om
dadelijk daarop spoorloos te verdwijnen
in een donkeren en somberen nacht.
Zoo is de wereld en zoo vergaat het
met al haar scheppingen.
Eén licht echter is er, dat niet dooven
wil en welks teedere stralen ons immer
omkoesteren willen met een vertroete
lende genegenheid en een zoo oneindige
liefdehet licht der waarheid, dat
eeuwen lang zal schitteren, zoo bij dag
als bij nachthet licht dat ons den weg
moet wijzen om het moeilijke pad der
deugd te blijven bewandelen en ons
leiden moet naar het land waar het altijd
zomer is en zonneschijnhet licht van
den grooten Meester, den schepper des
heelals, die als de nederigste der nederi-
gen ter wereld gekomen is, te Betlehem
in een stal. Hij, de God der Heirscharen,
kwam tot ons als zoon van twee arme
menschenHij, de Koning der Koningen,
werd geboren in een kribbe, met ernaast
een os en een ezel.
Kleine eenvoudige menschen, de
schaapherders, kwamen hem hulde bren
gen.
Maar de lucht was vervuld van een
heimnisvolle, wondermooie en boven
natuurlijke muziek. En de schaar der
Engelen zongen, en hun gezang was een
gejubel, want ze brachten de boodschap
des vredes op aardeGlorie zij den
Allerhoogste, en op aarde vrede aan de
menschen van goeden wille I
Dat zongen de Engelen in den Heili
gen Nacht, toen de Zaligmaker, Hij, die
eens door den Kruisdood de zonden der
wereld zou wegnemen, ter wereld
kwam.
Jaren zijn sindsdien vervlogen. Jaren
van vrede, van storm, van liefde, van
haat. Jaren wanneer de leer van God
triomfeerde en de wereld leefde in een
kalme en weldoende toestand. Maar
ook jaren van hartstocht, van haat en
nijd, van onderling wantrouwen en van
broedermoord...
En de kalender zegt ons dat reeds
1936 jaren verloopen zijn sinds de heug
lijke gebeurtenis.
Vrijdag aanstaande zal het weer de
verjaring zijn. En de geloovigen zullen
zich ter kerke spoeden om biddend den
Heiligen Nacht door te waken. En hun
ne stemmen zullen opstijgen naar den
troon van den Almachtige als zoovele
uitingen van liefde en als zoovele smeek
beden om gered te worden uit den
draaikolk van menschenwaanzin waar
aan de wereld nu ten prooi is.
Weer zullen de stemmen der Enge
len zingen En op aarde vrede aan de
menschen van goeden wille 1 Maar
helaas, zoo weinigen zullen hooren, zoo
weinigen zullen begrijpen De klanken
dier mooie boodschap zullen overstemd
worden door de kreten van haat en
door het doodsgerochel der stervenden.
Het wordt een flauwe, onverstaan
bare klacht, die heelemaal verloren gaat
in het dreunen der kanonnen, het gera
tel der doodzaaiende machinegeweren,
het ontploffen der bommen en het ge-
druisch van het krijgsgewoel. En in den
rooden gloed der vlammen die opstijgen
uit verwoeste en brandende huizen en
kerken, rijst het afschuwelijk vertrokken
en grinnikend gezicht des duivels Hij,
de meester van het kwaad, triomfeert nu 1
En met een grootsch handgebaar hitst
hij nieuwe duizenden jonge mannen op,
hun gezichten vertrokken van woede en
hartstocht. En weer zaaien de machine
geweren dood en verderf, en weer ster
ven duizenden menschen, met een vloek
op de lippen.
Het aantal van hen die nog geschaard
zijn om de Kerstkribbe wordt kleiner en
kleiner, het aantal getrouwen vermin
dert. De heele wereld schijnt behept te
zijn met een soort van gevaarlijke razer
nij. De menschen bekijken mekaar met
wantrouwige en loensche oogen. Hier
heerscht ruzie, ginds moordt een gansch
volk mekaar uit, verder nog trekken
overwinnende legers een overwonnen
land binnen.
Overal hapert er iets. Nergens meer
is er nog een spoor van vrede te be
kennen.
Nergens Toch wel, in de nederige
dorpkens, waar de menschen nog altijd
betrouwen in den Heer, daar heerscht er
nog rust.
In de dorpkes van ons stille en gods
dienstige Vlaanderen, waar nog men
schen wonen die in werkelijkheid God
minnen en loven, daar nog heerscht de
ware vrede.
In ons Vlaanderen, waar de eenvou
dige menschen mekaar helpen in allen
eenvoud en met de grootste natuurlijk
heid, daar is nog rust.
O, Goddelijk Wicht in den Heiligen
Nacht 1 Breng den vrede die ons beloofd
werd. Schenk ons den vrede waarvoor
Ge aan het Kruis gestorven zijt.
Zie, de heele geloovige menschheid
smeekt U om de beproeving af te wen
telen die ze doorworsteltom haar te
verlossen uit de klauwen der demonen
om de wereld te redden van den onder
gang.
Ter gelegenheid van de verjaring
Uwer geboorte, smeeken we U laat
den storm der hartstochten bedaren, en
moge de zang der Heirscharen klinken
als de verlossing uit den zwarten duiste
ren nacht
en op aarde vrede aan de men
schen van goeden wille
tweetal prachtige wegen gemaakt
met behulp van de werkloozen, en
was zinnens heel onze gemeente
te herschapen in een klein aardsch
paradijs. Grachten en beken zou
den worden gekuischt, de banen
gemaakt als echte boulevards, en
dit alles met uitgaven welke de
gemeentekas bij machte was te
dragen.
De werkloozen waren zeer te
vreden want ze kregen een kleine
toeslag, en iedereen was om ter
meer in zijnen schik omdat men
van Wieze weldra zou mogen
zeggen hebben dat alle modder
poelen tot het verleden behoorden.
Maar we hadden gerekend zon
der den waard Van het Minis
terie van Arbeid te Brussel
kwam het bericht dat AAN DE
WERKLOOZEN VOORTAAN
ALLE ARBEID WERD VERBO
DEN, en dat de boeren dus
konden stikken in modder en
slijk
.Ziedaar eene ware geschiede
nis. En als ge nu den moed hebt
verder te strijden tegen de mod
derpoelen, strijdt dan tegen een
Regeering die alle initiatief doodt,
die tegen alle reden aan de dop
pers het werken verbiedt, zelfs als
ze het verlangen.
Ik vraag U mijn naam niet te
zetten, maar als het moet zal ik
vooruit treden en mij bekend ma
ken. Een Wiezenaar.
Het proza van ons medelid uit
Wieze is niet malsch voor de
volksvleiers van Brussel.
We vragen ons af hoe een
Minister durft of mag hande
len zooals te Wieze is gebeurd.
Hoe een Minister aan een volk,
dat werken wil, verbieden kan
hetzelve te doen, te meer daar het
hier werken geldt van algemeen
nut, en dat daarenboven de arbei
ders een speciale vergoeding ont
vangen
Arme volken die zulke Ministers
als meesters hebben en deze nog
langer als meesteis dulden
i
De Landbouw basis van de nationale welvaart.
We ontvingen volgend schrij
ven vanwege een lezer. We zul
len het geven in de ongekunstel
de taal, zooals het ons is toegeko
men.
Wieze, 13 December 1936.
Mijnheer Caudron,
Hoofdopsteller van
De Koornbloem,
Ik heb met veel belangstelling
in ons blad De Koornbloem
uwen strijd tegen de modderpoe
len gevolgd, en moet li dan ook
bewonderen voor uw dappere
kamp in het voordeel van de boe
ren en van alle buitenmenschen.
Maar of ge zult lukken dat is
mmmi
een andere peper De gemeenten
zitten tot over de ooren in de
krot, en worden nog verder opge-
eten door de werkeloozen. Van
uitgaven voor steenwegen komt
weinig in huis, en vooral voor de
verste wijken waar de boeren tot
over hun knoesels in de moor lig
gen te polsen.
De oplossing ware gemakkelijk
te vinden indien de burgemeesters
het recht hadden de doppers te
doen werken. Maar dat mag niet
gebeuren. De meesters van Brus
sel verbieden elke bezigheid aan
de werkeloozen. We hebben het
hier op onze gemeente onder
vonden 1
Onze burgemeester heeft
De Grondbelasting of Belasting op
het inkomen van onroerende
goederen.
(4e bijdrage en slot).
Ter aanvulling van onze uiteenzetting
over de grondbelasting verschenen in
"De Koornbloem,, van 4 Oktober, van
29 November en 6 December, wenschen
wij thans nog enkelen uitleg te verstrek
ken nopens de betaling der grondbelas
ting.
Wij zetten onze leden ten zeerste aan
deze en de vorige bijdragen aandachtig
te lezen en zorgvuldig te bewaren, daar
zij hun in menig geval van nut zullen zijn.
Voor het landbouwbedrijf is de
grondbelasting van overwegend belang.
Er is dus veel aan gelegen, dat zij binnen
de perken wordt geheven vastgesteld
door de wet en dat onze landbouwers,
die in de gestelde voorwaarden verkee-
ren, genieten van de vrijstellingen en
verminderingen voorzien door de wets
bepalingen.
De betaling der grondbelasting.
I) Wie moet de grondbelasting betalen
De wet zegt dat de grondbelasting
verschuldigd is door den eigenaar, be
zitter, erfpachter, opstalhouder of vrucht
gebruiker der belastbare goederen.
Nochtans laat de wet den verhuurder
of eigenaar toe de grondbelasting ten
laste te leggen van zijne huurders of
(Zie vervolg 2' bladzi/de.)
We hebben het hier reeds herhaalde
lijk geschreven, dat de eerste pogingen
van president Roosevelt gericht waren
op de verhooging van de koopkracht
der landbouwbevolking. En gedurende
de eerste vier jaren van zijn bewind is
zijn bezorgdheid voor deze klas der
maatschappij in niets verminderd.
Men mag het niet vergeten Amerika
telt een landbouwende bevolking van
33 millioen zielenDenk even nawelke
geweldige markt is dit niet en welke
groote mogelijkheden biedt ze niet voor
de afname van nijverheidsartikelen. In
dien de koopkracht van de farmers tot
het peil van 1928 kon teruggebracht
worden, beteekende dit nieuwe hoogte
punten voor de nijverheidsproductie.
En uit den baaierd van de politieke
meeningsverschillen komt thans een
systeem naar voren, dat de erkenning
beteekent van den landbouw als de wer
kelijke basis voor de nationale welvaart.
Dit systeem is de oogstverzekering of de
landbouwsteun, dat bezig is zich een
vaste plaats te verwerven in de Veree-
nigde-Staten.
Het is geen toeval, dat de aankondi
ging van de plannen om een uitvoerbaar
voorstel uit te werken inzake de oogst
verzekering terzelfder tijd in beide poli
tieke kampen geschiedde. Deze politieke
bedrijvigheid kan hieraan toegeschreven
worden dat de kwestie een onmiddellijke
oplossing vereischte.
In verband met het feit, dat de land
bouwsteun thans een bestendige factor
in de economische structuur geworden
is, loont het wel de moeite de mogelijke
gevolgen eens van nabij te onderzoeken.
De eerste vraag die zich stelt iswat
tracht men thans te verzekeren
Hoe kan men den grootsten gemeenen
deeler vinden voor de boerderij, die vol
doende oplevert met groote verscheiden-
ïeid in producten en voor den boer, die
afhankelijk is van één produkt en die niet
alleen een leege plank in de kast heeft,
doch zelfs geen plank of kast meer bezit?
Men moet vooral niet van het stand
punt uitgaan gelijk het al te dikwijls
in steedsche middens gebeurt dat de
andbouwers een stormloop inrichten op
de schatkist.
Wat in Amerika doorgedreven wordt
en waar in alle landen niet voldoende
aandacht kan aan besteed worden is
niets anders dan een poging om de wel
vaart van de landbouwers te herstellen,
ten einde er goede, betaalkrachtige ver
bruikers van te maken.
In 1932 was het netto-inkomen van
den landbouw 1758 millioen dollar in
1935 bedroeg dit 3943 millioen, hetgeen
overeenkomt met een vermeerdering van
124 °/o. Het bruto-inkomen steeg van
5211 millioen in 1932 tot 7727 millioen
in 1935.
Het gemiddelde bruto-inkomen in de
jaren 1909-1934 (de oorlogsjaren na
tuurlijk uitgezonderd) bedroeg 7500 mil
lioen dollar.
Uit den aard der zaak zeggen deze
cijfers niet veel voor wat betreft de ver
houding tusschen de graanprijzen, het
inkomen van den landbouwer en de
koopkracht van den dollar. Indien, zoo
als in het loopende jaar, maïs verkocht
wordt aan 1 dollar 25 cent per bushel,
omdat er bijna geen maïs is, dan ver
hoogt dit het netto inkomen van den
farmer niet, doch oefent integendeel een
grooten invloed uit op de koopkracht
van den dollar.
Ieder plan tot oogstverzekering zal
gebaseerd worden op de pariteitsperiode
1909-1914, welke basis eveneens werd
aangenomen in de oorspronkelijke AAA-
verordening. Het gevolg van deze me
thode is, dat in den een of anderen vorm
de bedragen die aan de landbouwers
verleend worden plus hun werkelijk in
komen, gelijk zullen zijn aan hetgeen de
boerderijen van 1909 tot 1914 effectief
opleverden.
Indien dit resultaat zal worden bereikt
de landbouwer weer welvarend
wordt zooals vroeger vóór de crisis, dan
zal hij zooals men veilig mag aannemen
zijn verhoogde koopkracht aanwenden
om zich beter in staat te stellen.
Dit brengt dan vanzelfsprekend een
nieuw vraagstuk met zich mede: name
lijk hoe men de prijzen van de nijver
heidsproducten op peil kan houden.
Immers tusschen beide moet een vast
verband bestaan.
Een andere vraag die nog niet opge
lost iszal de landbouwsteun uitgekeerd
worden door prijswaarborgen In dit
geval zal de productie aangemoedigd
worden en zal men dezelfde ervaringen
opdoen als de Farm-Board ofwel zal
men genoodzaakt zijn de productie van
alle boerderijen te controleeren.
En een andere vraag die vooral door
de nijverheidsmiddens gesteld wordt
kan men het geheele volk belasten ten
bate van een gedeelte dezer bevolking
en kan, indien men dit doet, het geheele
volk welvarend worden
De uitgaven van de A.A.A. (het or
ganisme door Roosevelt in leven ge
roepen om de landbouwers te steunen
en dat door het Hoogste Gerechtshof
onwettelijk werd verklaard), bedroegen
van 12 Mei 1933 tot 31 December 1935
1.529.114.037 dollar, waarvan 966 mil
lioen 136.738 aan verzekeringsbelasting.
In twee en een half jaar werd aan land
bouwsteun dus evenveel uitgegeven als
de gemiddelde bruto-inkomen van den
landbouw over twee jaar gerekend, be
droegen.
De vraag iskan men thans minder
vrijgevig zijn en toch de gewenschte
koopkracht opbouwen Kan men thans
het landbouwinkomen verdubbelen,
waardoor het geheele volk moet profl
teeren van de proportioneele verbetering
in de overige bedrijfstakken?
Voor de niet-landbouwende bevol
king kan in dit geval alleen van een ver
betering gesproken worden indien de
vraag naar nijverheidsartikelen in groo
te mate toeneemt. Dit zou op zijne beurt
weer een hoogere vraag naar landbouw
producten in het leven roepen, waar
door een merkelijke grootere welvaart
zou ontstaan, en een vaste band snoeren
tusschen land en stad.
De moeilijkheid bestaat in het feit dat
men niet juist weet welk deel van het
inkomen van een landbouwer besteed
wordt aan den aankoop van nijverheids
producten en evenmin welk deel van
hun inkomsten de niet-landbouwers uit
geven voor den aankoop van landbouw
producten.
Zooals Roosevelt dit gewoon is zal
hij tasten en zoeken tot dat hij de juiste
basis gevonden heeft, want het vraag
stuk van den landbouwsteun moet op
gelost worden omdat Roosevelt de land
bouwers niet uitsluit zooals in vele lan
den, omdat hij de gewichtigheid kent
van de landbouwersklas als factor in de
economie en... omdat hij de Amerikaan-
sche fabrieken wil laten draaien.
Vele landen o.a. België kunnen
er een les aannemen 1
van
Rechtskundige Dienst
wordt gehouden op Zondag
3 Januari van 8,30 tot
10,30 uur, in ons Lokaal
Groote Markt, Aalst.
VERZEKERINGEN. - Een af
gevaardigde van de Verzekeringsmaat
schappij Redt U Zeiven is regelmatig
ALLE ZATERDAGEN in ons lokaal,
Groote Markt.
Hij is ter beschikking der belangheb
benden om alle inlichtingen te geven
over verzekeringen van allen aard
brand, ongevallen, leven enz.
RKBffi
«4<$8BS8&e&W
TELEFOON 267.