Kolen -- Zuivelproducten Groot Privaat Feest Groot Bal Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor eo door de Landbouwers Een verbijsterende vergelijking Rond dc Vernieuwing der Brazilië. Handelsakkoorden De gevaarlijke Koffiepolitiek Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven 194« JAARGANG Nr 942 ZONDAG 24 JANUARI 1937. Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opstelier O. CAUDRON. Bareel en Redactie t Zeebergkaai, 4, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. In 1934 ontstond in het steenkolenbe- drijf een scherpe crisis te wijten aan de algemeene achteruitgang der nijverheids productie niet alleen hier te lande, doch over de gansche wereld De economische depressie stond alsdan op haar hoogste punt met het gevolg dat de onverkochte stocks bij onze mijnindustrie belangrijk waren. Onze landbouwers hebben er zich toen niet tegen verzet dat de openbare overheden maatregelen troffen tot uit gebreide hulp aan een belangrijke tak van 's lands economie, alhoewel zij voor den minsten steunmaatregel in voordeel van hun eigen bedrijf steeds hardnekki- gen strijd moeten voeren tegen de voor standers der kolenbescherming. Onder den drang der "Société Géné rale de Belgfque,, den grooten finan cier der mijnen kwam de Regeering in een handsomdraai klaar met een steun plan aan onze mijn nijverheid dat de grenzen van een tijdelijke hulp verre overschreed. Onder het Ministerschap van den heer Van Cauwelaert werd het Natio naal Kolenambt», in 't Fransch "Office National des Charbons„, gesticht met opdracht den kolenafzet en -markt te reglementeeren. Dit Nationaal Ambt voerde zijn opdracht zoo goed uit dat onze koolmijnen practisch het monopo- lium verkregen voor de bevoorrading der inlandsche markt. De buitenlandsche invoer en mededinging werden scherp gehinderd, ja bijna onmogelijk gemaakt door een strenge contingenteering, ge paard gaande met een speciale invoer- taks van 10 fr. per ton op de nijverheids kolen en op de cokeskolen en van 15 fr. per ton op de huiskolen. De Regeering deinsde er dus niet voor terug tamelijk hardhandig het emmertje kolen van den arme, en de kolen het brood der nijverheid zwaar te belasten. Opmerkenswaardig is, dat de verte genwoordigers der arbeiders en het "Comité Central Industrie!,,, die moord en brand schreeuwden wanneer de minste verdedigingsmaatregel tegen ab normale vreemde concurrentie ten voor- deele van den landbouw werd getroffen, omdat het immoreel is het voedsel der armen te belasten, thans lieten begaan en zwegen als vermoord. Groot-kapitaal en proletariaat waren het roerend eens in de bescherming der mijnnijverheid. De speciale invoertaks waarvan hoo- ger sprake kwam niet terecht in de Staatskas, de mijnbazen legden het zoo aan boord dat zij hen ten goede kwam. Het grootste gedeelte werd aangewend als premie tot bevordering van den ko- lenuitvoer naar het buitenland. Om de pil der kolenbescherming door het publiek beter te doen slikken, werd er samen met het Nationaal Kolenambt een Commissie van Advies voor de steenkolen opgericht. Dit komiteit moest optreden als hoeder der belangen van de gemeenschap en der verbruikers. De mijnbazen en het Nationaal Kolenambt legden het echter zoo aan boord dat het bewust Komiteit voor Advies niets in de pap te brokken had en dat het slechts een paar maal vergaderde. De actie van het Nationaal Kolenambt had voor gevolg dat de prijzen der kolen sedert 1934 volgens de onderscheiden soorten stegen met 50 tot 75 t h. De verbruikers betaalden duurder, de nijverheden zagen ingevolge de hoogere kolenprijzen hunne productiekosten stij gen, ook onze witloofkweekers en tuin bouwers die kolen noodig hebben tot verwarming hunner serres of installaties zagen hunne bedrijfskosten klimmen, alhoewel zij zelf niet meer bij machte waren hunne eigen producten met be drijfswinst te verkoopen. Ook onze nationale havens werden zwaar getroffen door de beperking bij den invoer van vreemde kolen en de heer Van der Stegen, burgemeester van Gent, verklaarde op 10 dezer in den Senaat dat, ingevolge de regeerings- maatregelen, de haven van Gent haren koleninvoer zag verminderen van 3 mil- lioen 390.000 ton in 1929 tot 539.000 ton in 1935. De handelsovereenkomsten met Frankrijk en Australië zijn een voldon gen feit. Wat wij er, niettegenstaande de strenge geheimhouding der bepalingen, van konden te weten komen, is dat onze landbouw het gelag heeft betaald ten voordeele der nijverheid. Zooals wij in dit blad aantoonden, hebben onze onderhandelaars den invoer van oud ijzer uit Frankrijk voor onze staalindustrie gevrijwaard, ten koste van een vermindering van het invoer contingent en de verhooging van het invoerrecht op ons witloof. Over het voorloopig handelsakkoord met Australië weten wij, dat niettegen staande het enorm tekort van onze land- bouwbalans met bedoeld land, Australië de verzekering heeft bekomen tijdens den duur der overeenkomst, zijne zen dingen van landbouwproducten naar België zooals gerst, tarwe en bevroren rundvleesch niet te moeten verminderen, doch zelfs te kunnen uitbreiden. De producten waarvoor België aan Austra lië consolidatie van invoerrechten heeft toegestaan zijn bovendien artikels die alleen den Belgischen landbouw aanbe- langen zooals vrije invoer van dierlijke vetstoffen, ruwe vellen en wol, invoer- recht van 125 frank per 100 kg. op j versche peren ingevoerd tusschen 1 Fe bruari en 31 Augustus, en van 25 fr. 4 per 100 kg. op appelen ingevoerd tus schen 1 April en 31 Augustus. In ruil van deze toegevingen door onzen landbouw, hebben onze onder handelaars van Australië niets te zijnen voordeele bekomen. België heeft zich - integendeel alle vrijheid van handelen bracQt. De invoertaks zal van 15 frank ontnomen voor het geval een inkrimping De algemeene economische herople ving in het jaar 1936 en de daaruit voortspruitende heropleving van de nij verheid hebben voor gevolg gehad, dat onze koolmijnen zelf niet genoeg meer kunnen voortbrengen voor het verbruik der industrieën dat zij tijdens het verloo- pen jaar aanzienlijke winsten hebben verwezenlijkt. Aan sommige nijverheids kolen en cokes is er zelfs schaarschte, zoodat de groepeeringen van nijveraars en kolenverbruikers, waaronder de Ka mer van Koophandel van Antwerpen en het Vlaamsch Economisch Verbond dringende voetstappen hebben moeten doen bij de Regeering om een verrui ming van den invoer van vreemde kolen te bekomen, alsook de vermindering van de invoertaks op de vreemde kolen. Deze invoertaks is immers in de huidige omstandigheden een immoreele belas ting op de gemeenschap, ten voordeele der kolenmagnaten en de groot financie haar schutsengel. De heer Van Isacker, Minister van Economische Zaken, heeft namens de Regeering eindelijk aan de betrokken groepeeringen toegezegd de contingen- teeringen voor de cokes op te heffen en de speciale invoertaks van 10 op 3 frank te verminderen de contingenten voor de nijverheidskolen te verhoogen van 70.000 tot 170.000 ton en de invoertaks van 10 frank tot 5 frank te verlagen. Wat de huiskolen betreft, zal het invoer contingent met 23 p. h. worden ver hoogd en op ongeveer 190.000 ton in plaats van 160.000 ton worden ge- Roekelooze uitgifte van papiergeld om de overschotvoorraden op te koopen. -- Een moeilijke oplossing. tot 7,50 fr. per ton worden verminderd. Uit voorgaande blijkt dus dat niette- J genstaande den aanzienlijken bloei wel- ke het kolenbedrijf thans kent, de be- scherming nog op ruime schaal wordt j behouden om opnieuw in al haren om- vang te worden toegepast, moesten er minder gunstige tijden voorkomen voor het kolenbedrijf. Wij kunnen thans tot slot van deze bijdrage de volgende tref- fende vergelijking maken Wanneer het onze koolmjjnen niet voor den wind gaat, vindt onze Regee ring dadelijk een stelsel om de breedst mogelijke hulp, ja zelfs het monopolium te verzekeren voor den verkoop hunner productie tegen winstgevende prijzen. Langdurige studiecommissies zijn dan niet vereischt tot vrijwaring van het algemeen belang. Nadat dit hulpstelsel het zooverre heeft gebracht, dat de valo risatie eer verkoopprijzen zelf een zwa- ren last vormt voor de verbruikers van kolen, hebben deze alle moeite om eene lichte verzachting der beschermings maatregelen te bekomen. Onze zuivelproductie, waarvan de waarde hooger is dan deze onzer kool mijnen, vindt sedert ruimen tijd slechts afzet tegen zware verliesprijzen. Zulks werd herhaalde malen op afdoende wij ze door bevoegde personen en vereeni- gingen aangetoond aan de Regeering. Deze heeft zulks moeten toegeven,Doch in plaats van doeltreffende valorisatie maatregelen te treffen, schenkt zij als eenige hulp tot heden studiecommissies en ondercommissies of voorspiegelt ze maatregelen waarvan de uitwerking zich eerst na jaren zal doen voelen. De ondervinding heeft ons ook ge leerd, dat de Regeering er steeds als de kippen bij was, om de bestaande steun regeling af te schaffen wanneer eenige verbetering zich voordeed in een of ander tak van den landbouw welke van bedoelden steun genoot. Dit is de economische politiek van den Belgischen Staat. Zoo vat hij de gelijkheid van behandeling op tusschen nijverheid en landbouw. De reden van deze schreeuwende on rechtvaardigheid is niet verre te zoeken. Achter de mijnindustrie staat de groot- financie, die hare schaduw werpt over deze zoogenaamde democratische staats inrichting. De landbouwer is echter de stoere vroeter, die met eigen middelen door het leven moet gaan en maar wat harder moet zwoegen en zich meer ont beringen opleggen, om de eindjes aan een te knoopen, indien de tijden voor hem ongunstig zijn. i van den Australischen invoer moest noodig zijn om de inlandsche voort- brengst op een bepaald tijdstip ter hulp te komen. Deze houding is des te meer onver klaarbaar daar de algemeene handels balans van België tegenover Australië, over de 10 eerste maanden 1936, een tekort uitwees van circa 590 millioen en de Belgische afgevaardigden redelijker wijze nieuwe mogelijkheden voor onzen nijverheidsuitvoer konden bedingen, zonder aan Australië nieuwe vergeldin gen toe te staan op den rug van onzen landbouw. Thans zijn onderhandelingen over hernieuwing der handelsovereenkomsten aan den gang met Polen, Ierland, Ne derland en Lithauen. Onze handelsbalans met Polen ver toont over de 10 eerste maanden 1936 een tekort van 185 millioen frank, bijna uitsluitend vertegenwoordigd door den meerderen invoer van landbouwproduc ten waarvan de bijzonderste zijn rogge, gerst, varkens, vleesch, paarden. Indien eens te meer onderhandeld wordt in denzelfden geest als met Aus tralië en Frankrijk, zal de Belgische markt welke reeds te veel heeft aan in- landsch varkens vleesch, een verdere in- (Vervolg op de 2de bladz.) In ons kort en gedrongen overzicht van den economischen toestand op het einde van 1936. hebben we het als een verheugend feit onderstreept dat de prijzen der grondstoffen merkelijk waren gestegen. Er is echter zooals altijd een uitzondering op den algemeenen regel, namelijk de kcffie. Brazilië heeft totnogtoe reeds heel wat te stellen gehad om het aanbod van koffie in overeenstemming te brengen met de vraag, Sedert meer dan een men- schenleeftijd zijn conferenties als het ware onafscheidelijk geweest aan het lot van de Braziliaansche koffiepolitiek. Het ligt niet in onze bedoeling daar slechts een benaderend beeld van te schetsen. Dit zou ons te ver voeren. Sommen we enkel op conferenties tus schen de Regeering van den Staat San Paulo en de koffieplanters uit dezen Staat, conferenties tusschen de Regee ringen en de planters der overige koffie- voortbrengende Staten, vooral Minas Geraes, Rio de Janeiro en Esperito Santo, conferenties tusschen de afzon derlijke Braziliaansche bankiers, enz. En deze besprekingen waren er noo dig. Sedert het jaar 1900 is de Brazi liaansche koffi'productie met rond de 50 °/o gestegen, terwijl het wereldver- bruik van Braziliaansche koffie slechts met 30 °/o toenam. De productie der andere koffiesoorten nam weliswaar met meer dan 100 °/o toe, doch het verbruik nam deze meerdere productie gemakke lijk op. Er moest dus getracht worden een internationaal accoord met de andere koffievoortbrengende landen te treffen. In October 1936 had een voorberei dende conferentie plaats te Bogota in Colombië. De keuze van deze plaats alleen toonde duidelijk de verandering aan die in de machtsverhoudingen der koffievoortbrengende landen heeft plaats gevonden Colombië en de kleine Zuid en Midden-Amerikaansche staten we gen reeds op tegen Brazilië, dat, enkele jaren geleden, nog een overheerschende positie innam op de wereldkoffiemarkt. De resultaten van deze conferentie te Bogota schijnen bevredigend: in prin ciep kwam men er overeen dat de be perking der productie niet alleen meer zou rusten op de schouders van Brazilië; bovendien werd er overeengekomen, te New-York, een Pan-Amerikaansch kof- fiebureel op te richten dat bereids in November reeds zijn werkzaamheden heeft begonnen. Hoe het daarmede zal verloopen is nog niet geweten. Voor Brazilië is het echter hoog tijd dat er een verandering ten goede intreedt. In de laatste jaren heeft Brazilië niet Jeugdvereeniging Redt U Zeiven OPGEPAST I Heden Zondag, te 5 uur, in 't lokaal De Koornbloem DEFTIG VERMAAK. - PUIK ORKEST minder dan 38,8 millioen zakken koffie vernietigd, en niettegenstaande deze vernietiging bedroegen de Braziliaan sche voorraden in het begin van het loopende koffie jaar het is te zeggen op 1 Juli 1936 20.8 millioen balen. Volgens de ramingen zal de oogst 1937- 38 ten minste 25 millioen zakken bedra gen, terwijl de vermoedelijke uitvoer de 15 millioen zakken niet zal overschrijden. Uit het een en ander blijkt, dat op 30 Juni 1938 het productieoverschot ongeveer 30 millioen zakken zal bedra gen, waarbij dan nog de in onderpand gegeven voorraden komen, die op 7.5 millioen zakken kunnen geraamd wor den. Gezien de Braziliaansche regeering hare vernietigingspolitiek nog niet heeft opgegeven, zullen de voorraden wel nooit zoo hoog komen. Raamt men de te vernietigen koffiehoeveelheden voor een tijd van twee jaar op 15 millioen zakken een hoeveelheid die overeen komt met het wereldverbruik van een jaar aan Braziliaansche kcffie dan blijft er nog een overschot voorraad over die gelijk staat aan het wereldverbruik van een jaar. Om de koffieprijzen eenigszins op peil te houden, placht Brazilië vroeger buitenlandrche leeningen aan te gaan, waarmede de te groote voorraden wer den opgekocht. Thans heeft Brazilië zijne koffiepolitiek grondig gewijzigd. Het koopt nog altijd koffie op maar ter financeering van deze aankoopen is men in de eerste plaats overgegaan tot de uitgifte van bankbiljetten. De omloop van papiergeld, die in 1929 1,2 millioen contos beliep, toonde in de volgende jaren een voortdurende stijging aan en bereikte einde Augustus 1936 niet min der dan 3,7 millioen contos. Zoodoende is men er in gelukt de prijzen van de koffie eenigszins de hoogte in te werken ondanks de stijgende overproductie, en de Braziliaansche koffieplanter zal ge neigd zijn de bebouwde oppervlakte nog te vergrooten. De waarde van de Braziliaansche munt neemt echter ge stadig af en ook aan deze gewijzigde koffiepolitiek zal de Regeering binnen afzienbaren tijdeen einde moeten stellen. Een internationale beperking van de voortbrengst ware een oplossing. Ge makkelijk zal het in ieder geval niet gaan, ook niet na het princiepsakkoord van Bogota. Colombië en de andere Midden-Amerikaansche staten hebben geen last van de overproductie en de hoogere prijzen die thans betaald wor den zijn een aanmoediging om meer koffie te verbouwen, waarvoor ze even eens koopers zullen vinden. En in de veronderstelling dat de be perking zou doorgedreven worden, dan zullen de Braziliaansche planters hun voortbrengst van katoen vergrooten, hetgeen natuurlijk het gevolg zou heb ben dat de markt van dit artikel zou worden ontredderd. Een andere oplossing ware te vinden in een grooter verbruik, maar daar valt thans niet op te rekenen. Integendeel. De deviezen-schaarschte in Midden-, Zuid- en Oost-Europa zal er toe leiden dat het koffieverbruik in deze gebieden, ondanks het intreden van een zekere economische opleving, binnen bepaalde grenzen zal worden gehouden. Dit maakt dat de ontwikkeling van den koffieprijs niet meer zooals vroeger een zuiver statistisch vraagstuk. De Braziliaansche koffiecultuur is in de hoogste mate ongezond en de ineen storting van de Braziliaansche koffiepo litiek is een min of meer verwijderde toekomst te verwachten. Deze ineen storting zal echter minder te wijten zijn aan economische dan wel aan specifiek Braziliaansche politieke factoren. Hoe inmiddels de prijzen zich zullen ontwikkelen kan geen mensch voorzien. De handel leeft nog steeds van de hand in den tand en werkt met een voorraad nauw toereikend voor een verbruik vat* twee maanden. ïtA* 23 cctttiwiK TELEFOON 267. kanrialcnworPonknmQfon mPt f Langs dezen weg noodigen we onze Leden uit tot ons KOSTE LOOS KUNSTFEEST, dat we hen aanbieden op DINSDAG 2 FEBRU ARI 1937 (O. L. V. LICHTMIS) te 5 uur stipt, in ons lokaal «De Koornbloem Groote Markt, Aalst. Bekende kunst- en kluchtzangers, benevens deklamators zullen ons aangenaam bezig houden. Nadien is gezorgd voor een GEZELLIG SAMENZIJN, dat iets puiks zal zijn, vol leute en levensblijheid. Het zal een ware verrassing wezen Al onze leden zullen de aangenaamste herinnering eraan bewaren. BELANGRIJK Niet vergeten de lidkaarten mee te brengen, want deze zullen streng geëischt worden. Wie nog geen lid is, worde spoedig. Er zal ook nog gelegenheid geboden worden, zich vóór aanvang van het feest lid te laten maken. We verwachten dan ook een talrijke opkomst het den Het Bestuur.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1937 | | pagina 1