Verzekeringsmaatschappij Redt U Zeiven
De benarde Toestand onzer
Rundveekweekers
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Voor eo door de Landbouwers
Zullen de Wereldvoorraden beneden
het normale peil dalen
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
ZONDAG 11 APRIL 19^7.
?t|fe 25 (uu«n
19d« JAARGANG Nr 953
Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opstelier
O. CAUDRON.
Bureel en Redactie t Zeebergkaai, 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
Verslag der Gewone en Buitengewone
Algemeene Vergadering.
Gewone
Algemeene Vergadering.
De vergadering werd gehouden te
Aalst op Zondag 4 April 1.1. Ruim 150
aandeelhouders waren opgekomen.
De Voorzitter C. Ruyssinck opende
de vergadering om 3 uur en gaf het
woord aan den Heer Van der Meulen,
die lezing gaf van den bilan voor het
verloopen jaar, evenals van de winst- en
verliesrekening en de voorgestelde ver
deeling der winsten, op 8 1/2
Alle posten werden nadien toegelicht
en allen mogelijken uitleg werd ver
schaft aangaande de voorgelezen balan
sen.
Alle rekeningen werden eenparig
aangenomen. Ontlasting werd gegeven
aan beheerders en toezichters.
Buitengewone
Algemeene Vergadering.
De heer Ruyssinck opent vervolgens
de buitengewone algemeene vergade
ring met als dagorde
1) Voorstel tot ontbinding der Ver
zekeringsmaatschappij.
2) Aanduiding van een vereffenaar.
Hij geeft eerst het woord aan den
heer O. Caudron, die eakele toelichtin
gen geeft omtrent deze dagorde
Het jaar 1931 was vaor onze Verze
keringsmaatschappij zeer noodlottig en
boekten we groote verliezen.
Het bestuur vond het geraadzaam
niet verder de groote risicos en meer
dere tegenslagen te wagen en aansluiting
te zoeken bij erne sterke maatschappij,
die door den aankoop van onzen zaken-
bundel de groote verliezen zou vergoe
den. Er werd met groepen onderhan
deld en de keus viel op de Verzekerings
maatschappij Noordstar te Gent, eene
zeer sterke en goed beheerde vennoot
schap.
De afstand gebeurde op 31 Maart
1932.
Noordstar heeft niet alleen ons ver
lies hersteld, maar ons daarenboven in
de gelegenheid gesteld in 1932, 33, 34,
35, 36 en 37 een jaarlijksche winstver-
deeling te doen
Heden zijn al de zaken naar Noord
star overgebracht en heeft deze maat
schappij ook alles betaald wat ze schul
dig was voor overname van onzen za-
kenbundel.
Gezien onze Verzekeringsmaatschap
pij van heden af geene verdere rol te
vervullen heeft, noch inkomsten kan
boeken, heeft het bestuur besloten aan
de algemeene vergadering de ontbin
ding voor te stellen. Indien deze wordt
aangenomen zal het gestorte kapitaal
aan iederen aandeelhouder worden te
rugbetaald.
Na dezen uitleg volgde eene bespre
king. Enkele aandeelhouders verlang
den ophelderingen, die hen tot voldoe
ning werden verstrekt.
De vergadering besloot eenparig de
vennootschap te ontbinden en met alge-
meenen stemmen werd de heer Clement
Ruyssinck tot vereffenaar benoemd.
De heer O. Caudron deelde aan de
vergadering nog mede dat Redt U Zei
ven, landbouwersvereeniging. het,hoofd-
agentschap had gekregen van de zaken
die vroeger tot onze verzekeringsmaat
schappij behoorden.
Onze landbouwersvereeniging zal dus
verder belangen hebben in den goeden
gang der zaken en dit zal haar een niet
te versmaden jaarlijksch inkomen geven.
De oude aandeelhouders kunnen hier
van onrechtstreeks genieten, daar ze de
gelegenheid hebben hunne terugbetaal
de gelden om te zetten in aandeelen
Redt U Zeiven. Ze hoeven hiervoor
hunne aanvraag te doen ten zetel der
maatschappij, Zeebergkaai, Aalst.
Hij drukte verder de hoop uit dat
iedereen zal voort ieveren om den za-
kenbundel van het hoofdagentschap te
doen aangroeien, daar iedereen er recht
streeks belang bij heeft.
Hij dankte ten laatste de verzeke
ringsgroep Noordstar die op echt
bevredigende wijze de zaken had afge
wikkeld en voor ons een redding is ge
weest in de moeielijkste oogenblikken.
Hij drukte de hoop uit dat er verdere
samenwerking zou bestaan tusschen al
de aandeelhouders en al de verzekerden.
De Voorzitter dankte de aandeelhou
ders voor de jarenlange samenwerking
en sloot de vergadering.
Vervolgens werden de winstaandee-
len 8 1/2 uitbetaald.
Dringende Hulpmaatregelen vereischt.
In onze bijdragen over den benarden
toestand van het zuivelbedrijf hebben we l
er op gewezen dat een andere zeer be- J
langrijke bedrijfstak van de dierlijke
productie, namelijk de rundvleeschvoort-
brengst in een even scherpe crisis is ge
wikkeld.
Begin April noteerde men volgende
geringe prijzen ter markt te Curegem
ossen van 5 fr. tot 7,60 fr. per kg, op
voet, stieren van 4,75 fr. tot 6 fr., koeien
4 fr. tot 6 fr. Gezien de voortbrengst-
kosten hier sedert de devaluatie ook
merkelijk zijn gestegen, berokkenen der
gelijke prijzen een merkelijk bedrijfs
verlies.
Daar onze veestapel nogal regelmatig
over ons landgebied is verspreid, zijn al
onze landbouwstreken, al zij het ook in
verschillende mate, bij deze aangelegen
heid betrokken.
Het belang der rundvleeschproductie
voor onzen landbouw wordt duidelijk
wanneer men weet,dat volgens bevoegde
deskundigen, zij in waarde meer dan 60
t.h. bedraagt der waarde van de zuivel
producten en 22 t.h. der waarde van de
gansche dierlijke productie.
Is deze inzinking der prijzen dan ver
oorzaakt door een overproductie binnen
het land Volstrekt niet, vermits vol
gens dfficieele statistieken het aantal
runders, andere dan melkkoeien, aan
zienlijk kleiner is dan vóór den oorlog.
Anderzijds dient vastgesteld dat de
netto- invoer aan rundvleesch (versch en
bevroren) den netto-uitvoer overtrof
in 1933 met 24.341 ton, in 1934 met
20.586 ton, in 1935 met 15.011 ton, in
1936 tijdens de 11 eerste maanden met
11.712 ton.
Deze laatste cijfers toonen aan dat de
inlandsche productie geleidelijk zijn aan
deel vergroot in de bevoorrading der
inlandsche markt. Er blijft niettemin nog
een voldoende veiligheidsmarge bestaan
welke toelaat de bescherming tegen bui-
tenlandsche concurrentie nog te ver
scherpen, zonder dat hierdoor gevaar
voor overproductie zou ontstaan gezien
de hooge prijzen der voeders en de
toepassing der aangekondigde valorisatie
der zuivelproducten.
Evenwel mag de mededinging der
andere vleeschsoorten niet uit het oog
worden verloren. Deze nu is afhankelijk
van de schommelingen der prijzen, daar
de verbruikers in den regel de bestkoope
vleeschsoorten kiezen zoo kenden we
in 1934 een sterke toename van het ver
bruik van varkensvleesch wegens zijn
lage prijzenterwijl de twee laatste
jaren de invoer van paardenvleesch aan
zienlijk steeg en in 1935 8.580.000 kg
bereikte.
De benarde toestand in de rund
vleeschproductie wordt duidelijk aange
toond door het feit dat het goud-index
der voortbrengstkosten einde 1936 70
punten bereikte terwijl dit der verkoop
prijzen maar 60 punten bedroeg, hetzij
dus een ongunstig verschil van 10 pun
ten. Deze ongunstige toestand zou nog
hachelijker worden indien, wat niet uit
gesloten is, de voortbrengstkosten nog
moesten stijgen zonder een gelijktijdige
verhooging der verkoopprijzen.
Hier dient ook de aandacht gevestigd
op het te groot verschil tusschen de
kleinhandelsprijzen van het vleesch be
taald door de verbruikers en den prijs
van het slachtvee op voet, ontvangen
door den kweeker. De Regeering heeft
voor deze kwestie, die verband houdt
met het heele complex der levensduurte,
tot heden geen behoorlijke oplossing
gevonden, behoudens den tijdelijken en
overigens gansch doelloozen maatregel
aan de beenhouwers opgave te vragen
van de prijzen die zij voor het door hen
gekocht slachtvee hadden betaald, en de
aanplakking der verkoopprijzen van het
vleesch.
In voorgaande hebben wij een zeer
beknopt overzicht gegeven over den
huidigen toestand van de inlandsche
rundvleeschproducten. Thans willen we
onderzoeken welke maatregelen zonder
verwijl dienen getroffen om aan dezen
belangrijken bedrijfstak van onzen land
bouw hulp te brengen.
Het werk der Regeering.
Onze rundvleeschmarkt wordt thans
tegen de abnormale concurrentie van het
buitenland beschermd als volgt
1) Door een invoerrecht bedragende
57,50 fr. de 100 kg. op levende runders,
120 fr. de 100 kg. op versch vleesch en
86.25 fr. op bevroren vleesch.
2) Door een vergunningstaks ten be
drage van 1 fr. per kg. voor levende
runders, 2 fr. voor versch vleesch en 0,5
fr. voor bevroren vleesch.
3) Door contingenteering van den in
voer.
De invoerrechten en vergunnings
taksen komen neer op een totale be
scherming van
1,58 fr. per kg. levend vleesch,
3,20 fr. per kg. versch vleesch,
1,36 fr. per kg. bevroren vleesch.
Deze verdedigingsmaatregelen wer
den getroffen tegen een overrompeling
onzer markt met vreemd rundvleesch
ingevolge dumpingspraktijken toegepast
door den vreemde.
Er kan niet aan gedacht worden deze
verdedigingsmaatregelen op te heffen of
te verminderen, daar de dumping in den
vreemde nog steeds hoogtij viert. Zoo
verleent Nederland thans voor den uit
voer van rundvleesch nog steeds pre-
miën welke 70 gulden of 1140fr. per
evend rund kunnen bereiken en 3,25 fr.
per kg. vleesch. Ook Denemarken, Ier
land en Finland verleenen uitvoerpre-
miën welke echter veranderlijk zijn. In
Zwitserland bedraagt de premie 30°/o
op den verkoopprijs voor koeien en volle
vaarzen en 25 voor de andere rund-
dieren, met een maximum van 270 Zwit-
serlandsche of 1850 belgische frank per
dier.
Wat de uitvoercontingenten betreft,
zou de Regeering zich niet meer mogen
verbinden in handelsakkoorden op voor
hand wel bepaalde hoeveelheden rund
vleesch in het land te laten invoeren.
Immers, zoo de contingenten in verdra
gen worden bepaald, kan de Regeering
ze niet verminderen wanneer de toestand
zulks vereischt.
(Zie vervolg 2de bladzijde.)
Het Tarwe-vraagstuk.
De behoefte van West-Europa sterk gestegen. -
welvaart. De Donau-landen eischen betaling
- Argentinië's
in baar geld.
Er heerscht een geweldige beroering
op de grondstoffenmarkten. De vraag
is derwijze gestegen dat hier en daar
tekort aan voorraden dreigt te ontstaan.
En de wedloop om de beschikbare
grondstoffen te bemachtigen, drijft
natuurlijk de prijzen de hoogte in.
Volgens de berekeningen van het
Duitsche Instuut voor Conjonstuur-
onderzoek zijn de prijzen der grond
stoffen op de wereldmarkten van Juni
1936 tot Februari 1937 met rond 20
gestegen. Het groote Britsche blad "The
Economist» wijdde onlangs een artikel
aan de prijsstijging der laatste zes maan
den. Daaruit kunnen we samenvattend
opmaken, dat de prijzen van rubber,
cacao en tin ongeveer met 50 zijn
gestegen de prijzen van lood en koper
zijn meer dan verdubbeld en de prijs
van het zink is zelfs met 150% ver
hoogd
Tot einde September 1936 toonden de
prijzen een vrij regelmatige verbetering,
doch sedert het laatste kwartaal van
1936 maakten we een sprongsgewijze
stijging mede. Het ging zoover dat
president Roosevelt in een persverkla
ring er op wees, dat de prijzen van tal
rijke grondstoffen voor duurzame pro
ductiemiddelen, zooals koper en staal
bv„ veel te hoog waren.
tarwe bestaat en daar waar ze vroeger
hun graan in clearing afrekenden, wen-
schen ze thans in baar geld te worden
betaald. Over oude schulden zullen ze
later wel eens spreken. In Roemenië al
leen zouden er nog 300.000 tot 350.000
ton tarwe beschikbaar zijn. En dat aan
deze voorwaarden zal worden voldaan
lijdt geen twijfel. De geheel gewijzigde
toestand op de graanmarkt doet zelfs
voorzien dat de Donau-landen geduren
de heel het jaar 1937 hun eigen zullen
kunnen stellen. De overzeesche invoer
zal in de tweede helft van dit jaar zoo
goed als stopgezet zijn en Argentinië zal
eerst in Januari 1938 de verscheping van
den nieuwen oogst kunnen beginnen.
Ook de landbouwproducten volgen
dien weg. al kan er tot op heden nog
niet gezegd worden dat de prijzen over
dreven zijn. Stijgende landbouwprijzen
brengen trouwens de welvaart terug
voor millioenen menschen die jaren erg
onder de gevolgen van de crisis hebben
geleden en werken aldus de hervatting
van de algemeene welvaart in de hand.
Van al de landbouwproducten bestaat
er thans voor tarwe zeker de grootste
vraag. Herhaaldelijk hebben we hier op
deze plaats over het tarwe-vraagstuk
gehandeld, doch dat er zoo spoedig een
tekort aan voorraden zou dreigen, dat
had wel niemand verwacht en was uit de
statistieken ook niet op te maken.
Nochtans, het feit kan thans niet meer
verdoezeld worden we gaan naar een
schaarschte aan tarwe. Voor den man-
in-de-straat is dit van direct belang,
vermits de prijs van het brood in den
loop der week met 10 centiem werd ver
hoogd en dat het naar alle waarschijn
lijkheid bij deze verhooging niet zal
blijven.
Aan welke oorzaken is deze prijsver-
hooging toe te schrijven Aan de mis
lukte tarweoogsten van 1936. Een paar
weken geleden hebben we hier nog ge'
handeld over de mislukte oogst in Rus
land. Als uitvoerder van tarwe is dit
land geheel van de markt behalve
voor kleine hoeveelheden die naar het
roode Spanje worden gezonden. Maar
Rusland staat niet alleen. Frankrijk,
volgens traditie, een invoerland, n
twee jaar geleden de vierde plaats in in
de rij der tarwe-uitvoerlanden, met een
totalen uitvoer van 48 millioen bushel.
In 1935-'36 was de uitvoer nog grooter
dan van elk der Donau-landen. In 1936
echter daalde de productie van 285
millioen bushel in 1935 tot 244 millioen,
zoodat Frankrijk weer tarwe moest in
voeren.
Italië dat er enkele jaren prat op ging
in eigen tarwebehoeften te voldoen, had
in 1936 een zeer slechten oogst en werd
een belangrijke factor op detarwemarkt
Het kocht belangrijke hoeveelheden
graan in Argentinië, Roemenië, Hon
garië enz. Ook Duitschland koopt, niet
tegenstaande de betaling een angst
wekkend vraagstuk vormt, groote hoe
veelheden tarwe. Dat de prijsstijging
aan deze twee landen zou te wijten zijn,
gelijk "The Times,, het heeft beweerd
en door de Belgische bladen gretig werd
bijgetreden, is ver overdreven.
De oogsten in andere belangrijke
landen, als Engeland, Spanje, Portugal
en de Scandinavische groep, waren in
1936 ook kleiner dan in 1935. De geza
menlijke vermindering van den oogst in
de Europeesche invoerlanden zou onge
veer 175 millioen bushel bedragen.
Broomhall raamde derhalve de behoef
ten in dit jaar op 448 millioen bushel
vergeleken met een invoer van 358 mil
lioen in 1935-'36. Naar alle waarschijn
lijkheid zijn deze schattingen nog mer
kelijk te laag.
Na gedurende vele jaren gerangschikt
te zijn geweest in de rij van de belang
rijkste uitvoerders van tarwe, zijn de
Vereenigde Staten plotseling een van
de groote invoerlanden van tarwe ge
worden. In 1936 haalden de Ver. Staten
de vierde kleinste oogst in twintig jaar
binnen. De voorraden waren daarbij
niet groot meer aangezien minister
Wallace alles wat mogelijk was in 't
werk had gesteld om de tarweproduc-
tie te verminderen. Thans moeten aan
zienlijke voorraden uit Canada worden
betrokken om aan de binnenlandsche
behoefte te voldoen. En ook de Cana-
deesche oogst was in 1936 alles behalve
bevredigend, en de laagste sinds 1919
bereikt. Nochtans, na aftrek van de bin
nenlandsche behoefte, bleven er toch
nog ongeveer 215 millioen bushel voor
den uitvoer over. De Argentijnsche tar
weoogst daarentegen was schitterend
250 millioen bushel tegen 141 millioen
over de jaren 1935/36 en een gemiddel
de productie van 244 millioen over een
periode van vijf jaar gerekend. Er ble
ven minstens 155 millioen bushel voor
uitvoer over. De Australische oogst
was lager dan eerst werd geraamd en
bedroeg slechts 134millioen bushel tegen
143 in 1935 en een gemiddelde van 184
millioen in de laatste vijf jaar. Er bleef
een uitvoeroverschot van 80 millioen
bushel.
De Donaulanden hadden in tegenstel
ling met de landen van West-Europa
uitstekende oogsten. De totale oogst
bedroeg 382 millioen bushel tegenover
302 millioen in 1935. Het overschot be
reikte 80 millioen bushel, waarvan thans
reeds een groot gedeelte is uitgevoerd.
Samenvattend kan men dus besluiten,
dat het tarweverbruik de productie over
treft en dat de reeds sterk afgenomen
voorraden verder sterk zullen moeten
worden aangesproken, met vrees dat ze
beneden het normaal peil zullen dalen.
De eene zijn dood is de andere zijn
brood.
Voor Argentinië, Canada, Australië
en de Donau-landen beteekent deoogst-
mislukking in de andere landen voor
spoed en welvaart. Er deden reeds ge
ruchten de ronde dat Argentinië het em
bargo op den tarwe-uitvoer naar Euro
pa zou uitvaardigen, uit vrees dat er
niet genoeg tarwe zou overblijven om
in de behoeften van de Zuid-Ameri-
kaansche Staten te voorzien die groote-
lijks op Argentinië zijn aangewezen.
Definitiefs werd nog niets beslist en
Argentinië zal wellicht niet zoo spoedig
tot dien maatregel overgaan. De nieuwe
vraag in Europa kan immers niet alleen
door Argentinië, maar ook door Cana
da, Australië, de Donau-landen en zelfs
gedeeltelijk door Britsch-Indië worden
bevredigd. Wat er ook van zij, van nu
af aan is de economische toekomst van
Argentinië voor het gansche jaar 1937
verzekerd. In twee maanden tijds, Janu
ari en Februari, heeft Argentinië pro
ducten verscheept voor een waarde van
555 millioen pesos, waarvan 376 mil
lioen alleen voor granen en lijnzaad.
Nog vier maanden kan Argentinië
350.000 ton per maand uitvoeren en
't verwondert dan ook geenszins dat er
hard wordt gestreden voor het bemach
tigen van het uitvoer-overschot. De spe-
culateurs zijn niet van de markt en koo-
pen alles in de hoop het later duurder
naar Duitschland of ergens anders te
kunnen verkoopen.
De Donau-landen weten eveneens
dat er in West-Europa behoefte aan
(Zie vervolg onderaan 3de kol.)
TELEFOON 267.
i k