""""zitdag" De Landbouwers koopen weer De Uithongeringspolitiek onzer Regeering Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor eo door de Landbouwers Het Wetsvoorstel De Vleeschauwer tot Regeling van het Pachtvraagstuk. Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven ZONDAG 16:MEI 1937. frQs 23 tcftticn 194» jAARGANG N* 95S Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller O. CAUDRON. Bareel en RedactieZeebergkaai, 4, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. In ons nummer van 21 Maart 1.1. hebben wij onze lezers kennis gegeven van het wetsvoorstel ingediend bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers, door den heer De Vleeschauwer en en kele zijner collega's van den katholieken landbouwgroep, tot wijziging van de wet van 7 Maart 1929 op de land pachten. De bijzonderste bepalingen van het nieuwe wetsvoorsel zijn De huidige duurtijd van de landpacht blijft behouden n.l. a) De vrijheid van overeenkomst. b) Voor eerste ingebruikneming mini mum 9 jaar. c) Nadien onbepaalden duur. Het voorstel behelst nochtans drie belangrijke nieuwe bepalingen De opzegtermijn is vastgesteld op 2 jaar voor den eigenaar en op 1 jaar voor den pachter (voorheen was de op zegtermijn voor beide partijen 2 jaar). De eigenaar of verpachter zal even wel geen gebruik kunnen maken van zijn opzeggingsrecht, tenzij hij een ern stige reden kan aanvoeren, waarover de rechter naar billijkheid oordeelt. Inzake regeling der pachtprijzen voor ziet het voorstel de mogelijkheid voor herziening van den pachtprijs om de drie jaren, zoowel voor pachter als voor eigenaar. Deze herziening dient aangevraagd aan de pachtkanaer walfce zal ingesteld worden bij elk vredegerecht.Deze pacht- kamer zou samengesteld zijn uit den vre derechter als voorzitter en uit twee bij zitters, waarvan een voor de eigenaars of verpachters en een voor de pachters. Deze bijzitters zouden benoemd worden door den Koning op dubbele voorstel- lingslijsten ingediend door de provin ciale landbouwkamer, zulks voor een termijn van vijf jaar. Wat van de voorgestelde regeling te denken Stellen wij vooreerst vast dat de nieu we princiepen, welke wij in het voorstel vinden, grootendeels door Redt U Zei ven sedert jaren zijn vooruitgezet. Onze lezers zullen zich herinneren, dat toen de pachtwet van 7 Maart 1929 nog in bespreking was bij het parlement, wij menigmaal zijn opgekomen voor de op zeggingstermijn van een jaar door den pachter, hierbij uitgaande van het stand punt 1) dat het hoogst nadeeligisden pach ter te verplichten voor een langen ter- mijn het goed nog in gebruik te houden wanneer hij door de omstandigheden niet meer bij machte is het gepachte goed in behoorlijke voorwaarden uit te baten 2) dat, gezien de vraag naar land bouwgronden en hofsteden in ons land steeds grooter is dan het aanbod, de op- j zegtermijn van één jaar meer dan vol doende is om den eigenaar toe te laten tegen behoorlijke voorwaarden een nieu- wen passenden pachter te vinden. Bij de afkondiging der pachtwet van 7 Maart 1929 hebben wij ook betoogd dat een behoorlijke en duurzame rege- ling van het pachtvraagstuk uitgesloten is zonder een doeltreffende reglementee ring der pachtprijzen. Wat baat het immers den pachter een langdurige pachtovereenkomst te heb ben of aanspraak te kunnen maken op een opzeggingstermijn van 2 jaar, indien de pachtprijs zoo hoog is dat hij zijn kost niet kan verdienen op het gehuurde goed Deze langdurige pacht en deze opzeggingstermijn zijn dan integendeel mede-oorzaken van zijn verderen onder gang. Onze zienswijze werd toen met min achting bejegend door de groote land bouworganisatie en hare politieke ver tegenwoordigers. Zij immers hadden het monopolium van de hervormingen die nuttig konden zijn voor den land bouw. Tot groote schade der massa on zer boeren hebben de verdere gebeurte nissen het anders uitgewezen. Wij zijn er intusschen fier om de voorloopers te zijn geweest dezer twee hervormingen, welke w| verhopen eerst daags in de wet te zien vastleggen. Inzake de eerste ingebruikneming, zou de minimum duur der pacht moeten be dragen 15 jaar voor de hofsteden met bijhoorige gronden en voor de gronden aangelegd voor tuinbouw en speciale teelten. Deze duurtijd is gewettigd, daar het den uittredenden pachter zeer moeilijk valt een nieuwe passende hofstede te vinden en hij zich zware uitgaven heeft moeten opleggen om de hofstede of de gronden voor speciale doeleinden in te richten. Het is dus maar billijk dat hij over een voldoende tijdspanne beschikke om de vruchten dezer kapitaalbelegging en van zijn arbeid te plukken. Wat de gewone landbouwgronden betreft, die perceelsgewijze worden ver huurd, kan een minimumduur van 9 jaar volstaan. Wat de andere pachten betreft, bui ten de eerste ingebruikneming, deze zou den van onbepaalden duur zijn, mits inachtneming van een verplichte opzeg ging van twee jaar voor den**eigenaar en van één jaar voor den pachter, zooals hooger is gezegd. De verpachter of eigenaar zou van zijn opzeggingsrecht enkel kunnen ge bruik maken om ernstige redenen. Deze redenen zouden naar onze meening niet mogen overgelaten worden aan den vrederechter, zooals het wetsvoorstel De Vleeschauwer voorziet, doch moeten bepaald worden door de wet. Als derge lijke redenen zouden b.v.b. kunnen gel den 1het in gebruik nemen der goede ren door den eigenaar 2) het in ge bruik geven aan zijne kinderen of af stammelingen 3) het overlijden van den eigenaar wanneer de verdeeling der nalatenschap of de toestand der erfge namen vergt dat de onroerende goede ren of een gedeelte ervan te gelde wor den gemaakt. Ten einde hier alle misbruiken te voorkomen, zou de pachter aanspraak moeten kunnen maken op een zware schadevergoeding, indien de gewichtige reden voor opzegging niet waarachtig werd bevonden. Wat de reglementeering der pacht prijzen betreft welke volgens het voor stel De Vleeschhauwer in de bevoegd heid valt der pachtkamers, zijn wij van meening dat de voorgestelde oplossing niet doeltreffend is, om de volgende redenen 1) De pachter zal verplicht zijn den eigenaar voor de pachtkamer te bren gen. Vandaar betwistingen en wrijvin gen tusschen eigenaar en pachter. Daar deze steeds de zwakke partij is, zal hij uit vrees voor opzegging veelal van zijn recht op herziening geen gebruik durven maken. 2) De pachtkamers zullen niet over de noodzakelijke technische bevoegdheid of de vereischte technische gegevens be schikken om den billijken pachtprijs vast testellen. Wij gaan naar onze meening naar de meest uiteenloopende pacht prijzen, zelfs voor gronden van zelfde hoedanigheid en met hetzelfde op brengstvermogen. Wij houden het dan ook bij het stel sel dat wij hier vroeger hebben uiteen gezet tot reglementeering der pacht prijzen. In zijn groote trekken kwam ons stel sel neer op het volgende De normale pachtprijzen zouden telkenjare door ge westelijke commissies worden vastge steld volgens 1) De gemiddelde prijsnoteeringen op de bijzonderste markt der streek van de landbouwproducten die hoofdzakelijk in het betrokken gewest worden voortge bracht. 2) De gemiddelde voortbrengstkosten opgemaakt op basis der prijsnoteeringen van de bijzonderste grondstoffen gebe zigd in het landbouwbedrijf. De gemiddelde verkoopprijzen der landbouwproducten en de gemiddelde prijsnoteeringen van de bijzonderste grondstoffen gebezigd in het landbouw bedrijf zouden tijdig moeten opgemaakt en gepubliceerd worden door de be voegde diensten van het ministerie van Landbouw. Slechts wanneer een der partijen spe ciale redenen meent te kunnen inroepen voor afwijking aan de aldus vastgestelde barema's der normale pachtprijzen, zou hij deze afwijkingen kunnen vragen aan den vrederechter bijgestaan door de twee bijzitters, waarvan een vertegen woordiger der eigenaars en een der pachters. De gewestelijke pachtcommissies, waarvan hooger spraak, zouden in ons stelsel samengesteld zijn uit den vrede rechter als voorzitter, uit den staats- landbouwkundige der streek en uit twee vertegenwoordigers onderscheidelijk van de eigenaars en de pachters, benoemd door den Minister van Landbouw op dubbele voorstellingslijsten voorgedra gen door de provinciale landbouw- kamers. Ons stelsel zou de volgende voordee- len bieden 1) De pachtprijzen op rationeele basis te bepalen. 2) Betwistingen en wrijvingen te ver mijden tusschen eigenaars en pachters. 3) De herzieningsaanvragen der pacht prijzen voor het vredegerecht tot een minimum te herleiden. 4) De pachtprijzen van dichtbij aan te passen aan de verkoopprijzen der land bouwproducten en aan de voortbrengst kosten in het landbouwbedrijf. Daar het voorstel De Vleeschauwer de herziening der pachtprijzen maar om de drie jaar toelaat, biedt het inzake reglementeering der pachtprijzen eene leemte die ernstig nadeel kan opleveren gedurende een vrij langdurige periode voor de betrokken partij. van Rechtskundige Dienst wordt gehouden op Zondag 6 Juni van 8,30 tot 10,30 uur, in ons Lokaal, Groote Markt, Aalst. Argentinië De uitvoer verdubbeld. Van hoe groot belang de welvaart van den landbouwersstand voor de eco nomie van een land is, daarvan geeft ons Argentinië op dit oogenblik een nieuw bewijs. Het valt niet meer te betwijfelen Argentinië, het groote Zuid-Amerikaan- sche landbouwland, heeft niet enkel de crisis achter den rug, doch maakt een "boom-tijd„ door. De statistieken welke onlangs werden gepubliceerd en die loopen over de eerste drie maanden van dit jaar, toonen aan dat de stemming van optimisme, die door gansch het land heerscht, werkelijk gerechtvaardigd is. In het eerste kwartaal van 1937 heeft Argentinië ongeveer het dubbel uitge voerd in vergelijking met den uitvoer tijdens de eerste drie maanden van 1936. We aanzien Argentinië meestal in de eerste plaats als een land van veeteelt. Zeker het land is rijk aan kudden. Doch de landbouw is heel wat belangrijker dan de veeteelt. De uitvoer-cijfers geven daarvan het onomstootbaar bewijs. Uit voer van veeteelt- producten 215 mil- lioen pesos; uitvoer van landbouwpro ducten 600 millioen pesos. Deze cijfers zijn voor het eerste kwartaal van 1937. Het is dan ook de landbouw die den boom veroorzaakte waarvan we hooger melding maakten. De uitvoer bedroeg 839 millioen pesos tegenover 410 mil lioen tijdens de eerste drie maanden van 1936. Bovendien heeft een goed jaar voor den landbouw een veel grooteren in vloed op het gansche Argentijnsche volk dan een goed jaar voor de veeteelt. Noodtoestand in onze Hoender-, Varkens- en Rundveehouderij. Onder den titel Noodtoestand in onze Hoender-, Varkens- en Rund veehouderij zendt het Verbond der Groothandelaars in Veevoeders en Meststoffen van Oost' en West- Vlaan deren een artikel tot opname aan de pers. We zien dat deze groepeering ook met ons akkoord gaat dat alle schuld ligt aan de uithongeringspolitiek onzer Regeering. Hier volgen de bijzonderste bewijs voeringen van bedoelde mededeeling Ook in ons land klinken sinds gerui- men tijd de meest gunstige berichten over economische heropleving, over de algemeene herleving in het zakenleven, over de opslorping der werkloosheid, over de winstboekende balansen in de verscheidene nijverheden, met één woord wij zijn over de depressie heen en voorspoed lacht ons tegen. De stem der dokters, die zich jaren lang gebogen hebben over de zieke economie, de kwaal getracht hebben te ontleden en remedies voor te schrijven, gaat thans verloren in het koor der opti mistische berichten. Onze heeren Ministers zijn niet de laatsten om op dezen toestand te wijzen en meenen daaruit tot het succes der regeeringspolitiek te mogen besluiten. Hoe gaarne zouden wij ook mede jubelen in die vreugdezangen en met opgewekt gemoed de toekomst tegemoet zien. Maar helaas, er is een zeer belang rijke stand onzer Belgische Maatschap pij, die van die algemeene verbetering niet geniet, wel integendeel, zij ziet haar bestaan ernstig bedreigd wij noemen "De stand van de in het Vlaamsche land zoo talrijke middelmatige en kleine landbouwexploitanten met als hoofd vak hoender-, varkens- en rundvee houderij.,, Alleen een paar cijfers om den lezer eenigszins een gedacht te geven van den huidigen noodtoestand. De kostprijs der grondstoffen voor den veekweek (t.t.z. de voedering) kostte in 1937 over het algemeen minstens 25/30 t.h. méér dan een jaar geleden, terwijl de te ver- koopen producten eieren, boter en vleesch van 5 10 t.h. lager moesten verkocht worden. Er dient onmiddellijk bijgevoegd dat ook in 1936 en reeds sedert de laatste muntdevaluatie, de prijzen van boter en varkensvleesch in enge grenzen werden gehouden (zulks door de regeling van den invoer van melk- boter- en vleesch- producten), om den opslag der levens duurte te beperken, wat als onmisbaar werd aanzien om de plannen van eco nomische herleving der opvolgende Re geeringen Van Zeeland te doen lukken. Het kan dus geen twijfel lijden dat onze hoender-, varkens- en rundvee uitbatingen met groot verlies werken, zonder dat onze veeboer aanspraak maakt of wil maken op hooger loon, kortere arbeidsduur, betaalde verlof dagen en dergelijke sociale verbeterin gen meer, die nu mogelijk worden door den heropbloei onzer nijverheden. Werd er door onze Regeering niets ondernomen om aan dien noodtoestand te verhelpen Wij weten dat er sinds enkele maan den roering komt onder de zoo geduldige en vreedzame landbouwers, protestver gaderingen worden gehouden, parle mentairen van de landbouwgroep zullen interpelleeren, de Regeering nam reeds enkele maatregelen tot bescherming der zuivelindustrie, waarvan voor de toe komst verbetering verwacht wordter is thans een Kommissie voor Landbouw- orienteering tot stand gebracht door onzen Hr Minister van Landbouw, met Landbouw immers wordt veel intensie ver gedreven dan veeteelt en geeft per eenheid vaa oppervlakte aan meer men- schen werk dan de veeteelt het doet. En voorspoed beteekent koopkracht. Het is tengevolge van de laatste om standigheid, de sterk gegroeide koop kracht van de landbouwbevolking en allen die van haar afhankelijk zijn, dat ook in de kringen van handel en nijver heid optimisme heerscht. Niet alleen heeft de inlandsche nijverheid meer or ders te boeken, ook de invoer neemt toe. Het publiek koopt thans weer goederen die het jarenlang niet meer koopen kon. Toen had men geen geld. De boeren bevolking heeft zich gedurende de crisis jaren diep in de schulden gezet en de soberheid van leven opgevoerd tot grenzen welke men voordien voor on bereikbaar gehouden had. Tektielgoede- ren kocht hij zoo goed als niet meer, koffie, thee, tabak waren vrijwel afge schaft de tractor voor de landbouw machines bleef in de schuur staan omdat de benzine te duur was, in plaats daar van gebruikte de boer paarden, waarvan het onderhoud op het land ten minste geen baar geld eischt. Deze tijden zijn voorbij. De landbou wer koopt weer. En de winkelier schaft zich nieuwe waren aan, de grossier doet nieuwe voorraden op, de handelaar doet weer zaken en de nij veraar vergroot zijn personeel. In vele middens vreest men dat deze welvaart niet lang zal duren. De Argen tijnsche welvaart, zoo voert men aan, is grootendeels het gevolg van een om standigheid welke volkomen buiten Ar gentijnsche controle ligttwee jaren oogstmislukking in de Vereenigde Staten in 1934 en 1936. In de crisisjaren 1930- 1934 waren de Vereenigde Staten als koopers van Argentijnsche producten belangrijk, zonder echter als zoodanig een eerste plaats in te nemen. De jaar lij ksche uitvoer van Argentijnsche pro ducten naar Noord-Amerika had in die jaren onderscheidelijk een waarde van 135, 88, 44, 87 en 79 millioen pesos. In de jaren 1935 en 1936 steeg de uit voer echter onderscheidelijk tot 189 en 174 millioen pesos. De Vereenigde Sta ten waren de tweede in rangorde van Argentinië's afnemers geworden. En op dit oogenblik, onder den invloed van de oogstmislukking in de Vereenigde Staten in den Zomer van 1936, voert Argen- tinië groote hoeveelheden granen en lijnzaad daarheen. In de eerste twee maanden van 1937 bedroeg het uitvoer- cijfer naar de Vereenigde-Staten reeds t 64 millioen pesos. En dat zal zoo door gaan tot op het oogenblik waarop men in Noord-Amerika met zekerheid kan zeggen welke oogst er verwacht wordt. Op het oogenblik zijn de vooruitzich ten zeer gunstig. Komt er een goede oogst dan is natuurlijk een algemeene prijsdaling van Argentinië's voornaam ste landbouwproducten het gevolg en bovendien zal Argentinië minder uitvoe ren in de volgende oogstperiode die in December-Februari valt, voor wat de granen en het lijnzaad betreft, en in April-Mei voor wat maïs aangaat. Zoover is men echter nog niet. Hoe dikwijls zijn de voorspellingen over toe komstige oogsten niet in den eenen of anderen zin verkeerd uitgekomen. En een ramp zou dit voor Argentinië nog geenszins beteekenen. tenzij er een slecht oogstjaar zou op volgen. De on dervinding is in geen slechté aarde ge vallen én boer én regeering hebben ge leerd hoe men zich door de slechte tijden moet heenslaan zonder er al te erg onder lijden. Inmiddels zijn dit alles toekomstzor- gen. Argentinië is op dit oogenblik bezig een Hinken oogst aan tarwe, lijnzaad, haver, gerst en rogge van de hand te doen, terwijl de maïs-prijzen zeer bevre digend zijn. Er is geld in het land en voor een goed gedeelte zal dit geld gespaard worden [Zie vervolg 2de bladzijde.j j voor komende zorgen. TELEFOON 267.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1937 | | pagina 1