lle Internationaal Congres der Landbouwpers Het eeuwig onbegrip en knoeiwerk. Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor en door de Landbouwers uitwerking. De Overeenkomst van Bogota zonder i ZONDAG 20 JUNI 1937. Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven ftf! 2% cntiw 19d« JAARGANG Nt 963 Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opstelier O. CAUDRON. Bureel en Redactie t Zeebergkaai, 4, Aalst, De medewerkers zqn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. gehouden te Scheveningen (Den Haag, Nederland) op 15 en 16 Juni 1937. Het tweede Internationaal Con gres der Landbouwpers werd ge houden in het Kursaal van Sche veningen de gekende Neder- landsche badplaats op 15 en 16 Juni 1.1. Afgevaardigden uit 24 landen waren tegenwoordig, namelijk uit België, Nederland, Duitschland, Italië, Frankrijk, Spanje, .Zwit serland, Luxemburg, Oostenrijk, Denemarken, Letland, Roumenië, Polen, Portugal,Tsjeco-Slowakije, Argentinië,Brazilië, Cuba, Canada, Vereenigde-Staten, Uruguay, Co- lumbië, Japan, Indië. Het Congres werd te 10 uur ge opend door Z. Exc. Dr Deckers, Nederlandsch Minister van Land bouw, onder het voorzitterschap van Dr Ernest Feisst (Zwitserland), Voorzitter van het Internationaal Verbond der Landbouwpers. Aan de bestuurstafel zaten nog aan Prof. Dr Franco Angelini(Italië), Algemeen Sekretaris van de In ternationale Landbouwpers. Ing. Agronoom E. Morales y Fraile (Spanje), Ondervoorzitter. Prof. DrAndrea Cravino(Rome). P. De Vuyst en E. Van der Vaeren, onderscheidelijk gewezen Algemeen Bestuurder en -Secreta ris Generaal' van het Ministerie van Landbouw (België). Voor België waren nog aan wezig de heeren Bouckaert, Rectot der Landbouwhooge- school van Gembloers, Van den Abeele, Algemeen Bestuurder bij het Ministerie van Koloniën, Vranken, Bestuurder Eigenaars- en Landbouwersbond, te Brugge, Caudron, Bestuurder Redt U Zel- ven-De Koornbloem, te Aalst. Ruim 150 afgevaardigden woon den de openingszitting bij. Z. Exc Minister Deckers ver welkomde de congressisten en drukte op de bijzondere taak van de landbouwpers, welke een op voedende rol dient te spelen van onze landbouwers. Hij wees te vens op het belang van den land bouw, die voor alle naties van groote beteekenis is. Voorzitter Feisst dankte Ne derland voor zijn gastvrijheid als mede al de opgekomen congres sisten. Vervolgens gaf hij het woord aan de verschillende spre kers voor het ontwikkelen hun ner verslagen. Volgende punten werden be sproken 1Bedrijfsorganisatie der Land- bouwdagbladschrijvers, door Prof. Dr Angelini. 2. Inrichting en doel van de landbouwpers in de verschillende landen. 3. Opstellen van een lijst van al de landbouwbladen over de we reld verspreid, door Dr E. Mo rales. 4. Studiereizen en vergaderin gen voor de landbouwbevolking, door Prof. Brettipnière (Parijs). 5. Rol van de Radio en samen werking met de Landbouwpers. 6. Sociale rol van de Land bouwpers, door P. De Vuyst. 7. Rol van de Landbouwpers in het bekend maken der warenprij- zen, door Dr Schulze (Berlijn). Er werden tevens belangrijke besprekingen gehouden over deze verschillende onderwerpen, en onder meer de rol van de Land bouwpers als opvoedster en voor lichtster der boeren de verbete ring van de bijdragen in onze pers de groepeering der kleine bladen om te komen tot degelijke vakorganen, enz. enz. Het Congres ging ten slotte over tot aanvulling van het uit voerend komiteit, dat heden als volgt is samengesteld Eerevoorzitter Dr Paul De Vuyst, België. Voorzitter Dr E. Feisst, Zwit serland. Algemeene Secretaris Prof. Dr F. Angelini, Italië. Ondervoorzitters Dr R. Schul ze, Duitschland Dr Ed. Weber, Oostenrijk Ing. Agr. A. Gault, Frankrijk Prof. A. Cravino,Italië. Leden Dir. Fr. Vranken, Bel gië Ing. Agr. E. Morales, Spanje Ing. Agr. E. Reich, Tsjeco-Slo wakije Pxof. P. Jornescon, Roe menië. Het Congres werd besloten met een dankwoord van den Voor zitter, die tevens de aanwezigen uitnoodigde tot het volgend Con gres, waarvan plaats en datum later zullen vastgesteld worden. Woensdag werd op dezelfde plaats het Internationaal Land- bouwcongrefc geopend, waarover we toekomende week een volledig verslag hopen te geven. Het KoHievraagstuk. Enkele weken geleden hebben we hier op deze plaats een artikel gewijd aan het moeilijke koffie probleem. We hadden dit gedaan omdat er tusschen de bijzonderste koffievoortbrengende lan den van Zuid-Amerika een conventie was gesloten geworden, waarvan men heel wat verwachtte om de koffiemarkt te saaeeren. Men mag zeggen dat Brazilië vooral veel hoop stelde op deze con ventie. En' terecht. Immers, tot nog toe tieeft Brazilië alleen de onkosten, voor stoffenprijzen. In de eerste twee maan den van dit jaar bedroeg de uitvoer 2,26 millioen balen ter waarde van 3,43 millioen tegen 2,81 millioen balen ter waarde van 3,35 millioen in de over eenkomstige periode van het vorige jaar. In het licht van den totalen buiten- landschen handel van Brazilië bezien is bovendien een belangrijke compensatie door den uitvoer van andere grondstof fen in het leven geroepen. Zoo is bv. in de genoemde twee maanden de ka- toenuitvoer van 16.836 tot 24.617 ton gestegen. Eveneens vermeerde de uit voer van para-rubber, vellen en huiden. De stijging der koffieprijzen heeft ech ter een zeer ongezonden toestand in het leven geroepen. Weken geleden reeds heeft de Britsche Kamer van Koop handel te San Paulo (Brazilië) in een mededeeling gewezen op het groote verschil tusschen de prijzen voor Santos- koffle te New-York en in Brazilië zelf. Dit verschil werd veroorzaakt door de taktiek van het Braziliaansche Koffie- instituut en heeft een onevenredig hoo- gen prikkel tot speculatie gegeven. Door de tusschen komsten op de open markten heeft het Instituut de prijzen in tegen stelling tot de werkelijke statistische positie opgedreven. Gevolg verminde ring van uitvoer, wat weer voor gevolg had, dat het Instituut verdere drastische maatregelen moest overwegen tot een verdere reguleering der Braziliaansche koffiemarkt. In zoover het reeds bekend is, berus ten de getroffen maatregelen er in wezen op, dat in de plaats van de voor het loopend seizoen van de markt gehou den kwota van 30 °/o van de koffiepro- ductie, de gezamenlijke productie in drie trappen zal verdeeld worden, die met ingang van het nieuwe seizoen op 1 Juli. Van den nieuwen oogst, die op 26 millioen balen wordt geraamd zal 130 °/o wederom van de markt wor den gehouden. Deze 30 °/e omvat de lagere soorten, waarvoor, evenals in het s vorige seizoen, slechts 5 milreis per baal worden betaald. Deze 7 millioen i balen of 350.000.000 kg. zullen worden vernietigd. 2. 40 °lo van den oogst vallen onder een zoogenaamd compensatiekwotum. Deze hoeveelheden worden eveneens door het verdedigings-instituut tegen baar geld aangekocht, maar tegen 65 milreis per baal. 3. De overblijvende 30 °/0 worden voor uitvoer vrijgelaten. het hooghouden der koffieprijzen op een loonende hoogte, moeten dragen. Deze conventie heeft niet belet, dat de uitvoer van Braziliaansche koffie ver der achteruitging. In 1930 vormde hij nog slechts 62 °/o van den totalen Bra- ziliaanschen uitvoer en in 1936 nog slechts 46 °/o. Wat echter thans te denken geeft is de nog verdere daling in dit jaar. Weliswaar is de uitvoer in waar de iets toegenomen, in overeenstemming met de algemeene stijging der grond- Dat zulke politiek stukken van men- schen kost, hoeft wel geen betoog. De aankoop van de eerste 70 °/o zal vermoedelijk 720.000 contos vereischen, en daar dit bedrag niet alleen door het uitvoerrecht geheven op de koffie kan worden opgebracht, zal de Braziliaan sche bondsregeering nog een verder bedrag van 500.000 contos moeten voortschieten. De reeds bestaande heffingen op de koffie zullen nog twee jaar van kracht blijven, en wel tot einde December 1939. In de kringen van het Koffie-instituut denkt men intusschen nog altijd betrek kelijk optimistisch over de mogelijkheid, dat de verdere verdere verscherping der regeeringsmaatregelen ten slotte toch tot een oplossing van het moeilijke Braziliaansche kcffievraagstuk zal leiden. Volgens mededeelingen van den presi dent van het Instituut Costa zouden de verplichtingen van de instelling tegen over de Bank van Brazilië einde 1939 geheel zijn afgewikkeld en tezelvertijd ook de schulden bij de bondsregeering en de regeeringen van de afzonderlijke staten aanzienlijk verminderd zijn. Als dan zou ook het uitvoerecht aanzienlijk verlaagd kunnen worden en wel tot een peil, dat nog vereischt zou worden om den dienst van de kofflevalorisatieleening van 20 millioen dollar te dekken. Deze dienst eischt op het oogenblik reeds minder dan een derde van het bedrag, dat heden ten dage aan uitvoerrecht wordt geheven. Naast deze enkele min of meer opti mistische verschijnselen, zijn er andere die weer tot pessimisme stemmen. Onomstootbaar is gebleken, dat de eenigen tijd geleden gesloten Pan- Amerikaansche koffleconventie volko men haar uitwerking heeft gemist. Men kan gerust zeggen, dat deze verleden (Zie vervolg onderaan 4de kol.) In zijn regeeringsverklaring had de heer Van Zeeland het aanvankelijk overbodig geacht een woord te wijden aan het Vlaamsche vraagstuk, wiens be hoorlijke oplossing nochtans een levens kwestie is voor den Belgischen Staat. Toen tegen dit misprijzen van het Vlaamsche Volksrecht bij de bespreking der regeeringsverklaring verzet werd aangeteekend door sommige volksver tegenwoordigers, deed hij de uiterst rek bare belofte van het edelmoedig begrij pen. Welke de inhoud is van dit edelmoe dig begrijpen, heeft het Vlaamsche Volk deze laatste dagen op afdoende wijze kunnen beseffen. Wij hadden vooreerst de amnestie De overgroote meerderheid van het Vlaamsche Volk, met aan het hoofd de Vlaamsche Oud-strijders, die met hun bloed voor België hadden getuigd in de loopgraven van den Ijzer, eischten vol ledige en onvoorwaardelijke politieke, militaire en bestuurlijke amnestie. Gehoor gevende aan den oproep van V.O.S. zag Brussel, niettegenstaande het hatelijk verzet van Max, op 23 Mei 1.1. de overweldigende betooging van duizenden Vlamingen van alle denkwijze den eisch van volledige amnestie kracht dadig ondersteunen. Talrijke volksver tegenwoordigers van verschillende par tijen stapten aan het hoofd der betoo ging achter den spandoek M De Vlaam sche parlementairen solidair met hun volk De haatdragende franskiljonsche fra ternellen en enkele Waalsche en Brus- selsche politiekers hebben het gedaan gekregen, dat Van Zeeland de belofte brak van onvoorwaardelijke amnestie, welke hij aflegde aan de leiders der Ka tholieke Vlaamsche Volkspart(j. Het wetsontwerp op politieke am nestie door de Regeering ingediend werd afgeknot door uitsluiting der ter- dood veroordeelde activisten van het recht op verkiesbaarheid. De regeering bekwam voor de aldus verminkte am nestie eene meerderheid door de laffe houding der zoogenaamde Vlaamsche parlementsleden, die de regeering Van Zeeland verkozen boven den wil en het belang van hun volk. Talrijke gekozenen van het Vlaamsch 5 volk, zelfs dezen die de schaamteloos heid zoo verre dreven aan het hoofd te stappen der amnestiebetooging, hebben de Regeering Van Zeeland gered ten koste van vernedering en zwaren hoon voor het Vlaamsche volk. Slechts de volgende Vlaamsche par lementsleden hebben het Vlaamsche Volksrecht gesteld boven de Regeering Van Zeeland In de Kamer Al de Vlaamsche Na tionalisten en een zestal Vlaamsche Katholieken. In den SenaatAl de Vlaamsche Na tionalisten en 6 Vlaamsche Katholieken. De Rexisten stemden in Kamer en Senaat insgelijks tegen het verminkte amnestieontwerp der Regeering, doch meestal niet om reden dat de amnestie onvolledig was. Indien de Regeering verwacht dat door deze verminkte amnestie rust en vrede zal terugkeeren bij het Vlaamsche volk, heeft zij het totaal verkeerd voor. Het Vlaamsche volk begrijpt deze hardvochtigheid niet vanwege de re geerders om de volgende redenen 1) België zelf is de schuld van het Vlaamsche activisme, omdat het sedert 1830 het Vlaamsche volk heeft verdrukt jaar tot stand gekomen conventie te Bogota vrijwel van de baan is geruimd. De hoop welke er bijzonder van Bra ziliaansche zijde op gevestigd werd, werd dus niet verwezenlijkt. En thans dringt men er in toonaangevende Brazi liaansche kringen op aan, dat er een, de geheele wereld omvattende kofflecon ventie zal worden gesloten, in den aard van de onlangs tot stand gekomen sui kerconventie van Londen. De vooruitzichten daarop worden echter vrijwel sceptisch beoordeeld,,, en achteruitgesteld op alle gebied. 2) Het Vlaamsche volk begrijpt de gruwelijke strengheid niet waarmede de Belgische rechtbanken zijn opgetreden tegen de Vlaamsche activisten waarvan de overgroote meerderheid, naar de be kentenis van Staatsminister Van der Velde en wijlen Minister Renkin, uit idealisme heeft gehandelddan wanneer groot-leveraars van benzole aan de Duitschers door de Rechtbanken werden vrijgesproken. 3) België heeft bij onderteekening van het Wapenstilstand verdrag van Com- piègne en het Vredesverdrag van Ver sailles de verbintenis aangegaan geen vervolgingen in te spannen wegens po litieke misdrijven gepleegd in het bezette gebied. De veroordeelingen der activis ten zijn dus een schending dezer ver bintenis. In de vonnissen geveld tegen de acti visten werden de regels eener onbevoor oordeelde rechtspleging niet geëerbie digd. Sommige activisten werden voor bepaalde feiten ter dood veroordeeld, terwijl andere voor veel zwaardere mis grijpen een lichtere straf opliepen. De verkiesbaarheid weigeren aan de ter dood veoordeelden is dus geen crite rium van billijkheid en rechtvaardig heid bij het verleenen van amnestie. Wat de militaire amnestie betreft, deze werd ook grootelijks verminkt, ver mits zij werd onthouden aan de overloo- pers die uit politieke overwegingen heb ben gehandeld. De soldaten die deserteerden om min der verhevene doeleinden, zooals voor zelfbehoud, die zich hebben verminkt om aan het front te ontkomen, die zelfs misdaden pleegden tegen het gemeene recht, bekwamen integendeel amnestie 1 Door deze verminkte militaire am nestie heeft de regeering sommige leiders der Vlaamsche frontbeweging willen treffen I Meent de Regeering werkelijk op deze wijze bevrediging te brengen in het Vlaamsche land Wat de amnestie betreft voorde amb tenaren of beamten die meestal werden afgesteld en gebroodroofd wegens me dewerking met den bezetter, zonder dat zij het meest elementair recht verkregen zich te verdedigen tegen de beschuldi gingen uitgebracht te hunnen laste, heeft de regeering derwijze gemaneuvreerd dat de kwestie naar de commissie werd terug gezonden en op die wijze vermoe delijk een begrafenis van eerste klasse tegemoet gaat. In zake het taaistatuut van het leger, dat Van Zeeland beloofd had op recht vaardige en duurzame wijze te zullen regelen, had de Kamercommissie van Landsverdediging, na behoorlijke sa menwerking tusschen de Vlaamsche en Waalsche leden, een oplossing bereikt welke in groote trekken bevrediging schonk aan de beide volkeren. Deze op lossing gesteund op de splitsing van het legeronderwijs in Vlaamsche en Fran- sche instellingen, de indeeling van het leger in Vlaamsche en Waalsche regi menten met aanwijzing voor die regi menten van officieren komende onder scheidelijk uit de Vlaamsche en Fransch- talige onderwijsinstellingen, terwijl twee taligheid enkel werd geëischt van de officieren aangewezen voor de gemeng de legerdiensten en voor de hoogere officieren van den staf, werd grootelijks gekelderd bij de bespreking in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. De Minister van Landsverdediging, hierbij gesteund door enkele halsstarrige Brusselaars en franskiljons uit het Vlaamsche, heeft tegen het standpunt der commissie een grondige kennis der twee landstalen geëischt voor de majors, alsmede het vermogen voor de onder officieren overgeplaatst te worden naar een eenheid van één of ander taaire giem, indien zij de taal kennen van de eenheid waarheen zij hunne overplaat sing verlangen. De Vlaamsche socialisten hebben hier uit politieke berekeningen met het oog op het behoud der regeering Van Zee- TELEFOON 267.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1937 | | pagina 1