Het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet Arbeid adelt* Landbouwweekblad Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven Voor en d oor de Landbouwers Een zeer belangrijke instelling voor onzen Landbouw. Het Congres van Arbeids- orde en den Landbouw* Dc Fruittentoonstelling te St Truiden ZITDAG Landbouwers nieuwe Waarop wc moeten letten als we Fruitboomen planten. ZONDAG 14 NOVEMBER 1937. fijji 25 ««attent 20J« JAARGANG Ni 984 Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen v zonder aanduiding is streng ver an artikelen der bron roden. Bestuurder en verantwoordelijke Opstelier O. CAUDRON. Bareel en Redactie t Zeebergkaai, 4, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. I (3de bijdrage) In onze twee vorige bijdragen hebben wij het verslag aan den Koning dat het oprichtingsbesluit van het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet voor afgaat ontleed. In deze bijdrage zullen wij het oprichtingsbesluit toelichten. Vorm en Zetel van het Instituut. Het Instituut zal een zelfstandige openbare instelling zijn met hoofdzetel te Brussel of in een gemeente der Brus- selsche omgeving. Het instituut mag evenwel bijzetels in de provinciëa op richten naar rato van hoogstens één per bestuurlijk arrondissement. De verdere organisatie van het Insti tuut wordt uitgewerkt bij koninklijk be sluit op voordracht van den Minister van Financiën en van den Minister van Landbouw. Geldmiddelen waarover het Instituut zal beschikken. Als kapitaal van ^prstenoprichting be schikt het Instituut over dertig millioen dat hem ten bedrage van 15 millioen zal voorgeschoten worden door den Staat en ten bedrage van 15 millioen door de Algemeene Spaar- en Lljfrent- kas. Verder mag het Instituut kasbons uit geven voor een termijn van 2 tot 10 jaar alsook obligatiëa tegen voorwaarden van uitgifte en terugbetaling vastgesteld door zijn bestuursraad en goedgekeurd door den Minister van Financiën, na advies der bankcommissie. Het Instituut mag insgelijks, met toe lating van den Minister van Financiën, bij uitzondering voorloopige leeningen aangaan, met of zonder onderpand. De Staat waarborgt ten beloope van honderd millioen de betaling der interes ten en de terugbetaling van het kapitaal dezer kasbons, obligatiën en leeningen. De sommen welke de Staat ingevolge dezen waarborg zou moeten betalen worden hem in hoofdsom, verhoogd met den interest, naar denzelfden voet als deze van de gewaarborgde obligatiën, terugbetaald door voorafneming op de netto-opbrengst van het eerstvolgend boekjaar en desnoods van de volgende boekjaren. Verrichtinyen van het Instituut. Deze bestaan in het verleenen recht streeks of onrechtstreeks van voorschot ten of krediet ten behoeve van de land bouwers. Daartoe kan het Instituut inzonderlijk 1) verdisconteeren effecten, bestelbons, leveringsbewijzen yan landbouwpro ducten 2) aan derden alle verdisconteerde of gekochte effecten, warrants, bestelbons, ontvangstbewijzen van leveringen van landbouwproducten herdisconteeren, die stukken opnieuw in pand geven, den goeden afloop van deze effecten of van de desbetreffende disconto- en geld- schietingsverrichtingen waarborgen, derden in deze schuldvorderingen in de plaats stellen, ze overdragen of terug in pand geven, er den goeden afloop van waarborgen. 3) Het Instituut kan zijne bedrijvig heid uitbreiden tot landbouwonderne mingen. samenwerkende maatschappij en voor landbouwkrediet, voor aan koop, verkoop of verwerking van land bouwproducten voor aan- en verkoop van vee, meststoffen, zaden, oogsten en over 't algemeen van goederen en pro ducten betrekking hebbende op de uit oefening van het landbouwbedrijf. De rechtstreeksche leeningen aan on ze landbouwers op korten, half'langen en langen termijn alsmede deze aan de coöperatieve landbouwmaatschappijen zullen ongetwijfeld onze lezers het meest belang inboezemen. Als zekerheid voor de leeningen toe gestaan door het Iastituat wordt ver- eischt ofwel zakelijke ofwel persoon lijke borg gesteld hetzij door personen of rechtspersonen, door enkelingen of vereenigingen, en die door denBestuurs- raad worden aangenomen. Deze leenln- gen kunnen inzonderlijk worden ge waarborgd door het landbouwvoorrecht 1 voorzien door de wet op den veestapel en het laadbouwalaam. Bestuur en Beheer van het Instituut Het Instituut wordt bestuurd dooreen raad bestaande uit een voorzitter en zes leden die door den Koning worden be noemd en kunnen afgezet worden, op voordracht van den Minister van Fi nanciën en den Minister van Landbouw. Twee leden van den bestuursraad worden genoemd op de voordracht van den Dienst voor Economisch Herstel, een lid wordt gekozen op een dubbele lijst voorgedragen door de Algemeene Spaar- en Lijfrentkas, een lid wordt ge kozen op een dubbele lijst voorgedra gen door den Hoogeren Landbouwraad; de drie overige leden worden gekozen onder bevoegde personaliteiten op ge bied van landbouw, veeteelt en land bouwkrediet. Het nazicht der boekhouding en schrifturen wordt toevertrouwd aan drie revisoren benoemd door den Koning op voordracht van de Ministers van Fi nanciën en Landbouw. De voorzitter en leden van den Be stuursraad alsmede de revisoren worden benoemd voor zes jaren. Om de twee jaar treden twee leden van den raad en een revisor af. Zij kunnen worden her benoemd. De eerste volgorde van aftre ding wordt bij loting vastgesteld. Het gewoon of dagelijksch beheer van het Instituut wordt waargenomen door een algemeen bestuurder, die benoemd wordt en kan afgezet worden door den Koning. Zijn wedde wordt bij koninklijk besluit vastgesteld. De algemeen bestuurder vervult bij den bestuursraad en bij het bestuursko- mité gekozen in den raad, de functiën van verslaggever en is belast met de uit voering der beslissingen van beide be stuursorganen. De bestuursraad heeft binnen de grenzen van het oprichtingsbesluit de meest uitgebreide macht voor het be stuur en het beheer der maatschappelijke aangelegenheden. Hij stelt onder voor behoud der goedkeuring van de Minis ters van Financiën en Landbouw het huishoudelijk reglement vast. Hij be noemt de bedienden, zet ze af en stelt hunne wedde vast. Het organiek reglement bepaalt bin nen het kader van het oprichtingsregle ment de bevoegdheden van den voor zitter, van de leden van den bestuurs raad, van de revisoren en van den directeur- generaal. De voorzitter, bestuursleden en de revisoren mogen presentiegelden genie ten alsmede een vaste wedde, indien de bestuursraad aldus beslist onder goed keuring van de Ministers van Financiën en van Landbouw. De leden der Wetgevende Kamers, de personen die om het even welke functie waarnemen in private banken of in een handelsmaatschappij die rechtstreeks of onrechtstreeks 25 per honderd van het kapitaal van dergelijke banken in bezit heeft, mogen de functiën van voorzitter, lid van den bestuursraad, bestuurder of revisor van het Instituut niet waar nemen. Bij den bestuursraad wordt door den Minister van Financiën en door den Minister van Landbouw elk een wer kelijke afgevaardigde en een plaatselijke afgevaardigde aangeduid. Deze afgevaardigden oefenen bij den raad de functiën uit van regeeringscom- missarissen. Als dusdanig hebben zij toe zicht op al de verrichtingen van het Instituut en inzonderlijk op de uitgifte van obligatiën en kasbons. Zij mogen elke beslissing die naar hunne meening strijdig is met de wet of met de statuten of met 's Rijks belangen schorsen en ze aan de regeering kenbaar maken. Indien de betrokken minister geen uit spraak doet binnen volle drie dagen vanaf deze notificatie, wanneer het een kredietverrichting geldt, en binnen volle acht dagen, wanneer het een andere verrichting betreft, worden de beslissin gen van den bestuursraad uitvoerbaar. De bestuursraad sluit elk jaar de ba lans van het Instituut. Deze rekeningen worden samen met de verslagen van be stuursraad en revisoren overgemaakt aan den Minister van Financiën en aan den Minister van Landbouw en samen met de bewijsstukken voorgelegd aan de controle van het Rekenhof. Zij worden door de zorgen van den bestuursraad bekend gemaakt in het Belgisch staats blad ten laatste op 15 April van elk jaar. Bovendien stuurt de bestuursraad elke maand aan den Minister van Financiën een bondige opgave van den toestand van de inrichting. De netto-winst wordt aangewend als volgt tot1) uitkeering van een interest bepaald door den Minister van Finan ciën op het fonds van eerste oprichting van 30 millioen waarvan hooger sprake. 2) 50 °/o van het saldo tot samenstel ling van een reservefonds door aankoop van effecten gewaarborgd door den Staat. 3) 50 t.h. mogen besteed worden tot rente-ristournes op de voorgeschoten gelden of leeningen. Fiskale voordeelen toegekend aan het Nationaal Instituut en op zijne verrichtingen. Het Instituut en inzonderlijk de akte van oprichting geniet volledige fiskale vrijstelling Alle contracten, handelseffecten en over 't algemeen alle stukken, alle ge rechtelijke en buitengerechtelijke akten opgemaakt en afgeleverd in uitvoering van het oprichtingsbesluit, of waarin het Instituut tusschenkomt. zijn vrij van zegel. De akten van leening en kredietope ning toegestaan door het Instituut zijn vrij van het recht van hypotheek en borgstelling en worden geregistreerd tegen het vast recht van 15 fr. De obligatiën en kasbons uitgegeven door het Instituut zijn vrij van het zegel recht en hunne interesten vrijgesteld van de mobiliënbelasting. Indien de balans van het Instituut een batig saldo op levert is dit vrij van alle inkomstenbe lasting. De te gelde making of herverkoop door het Instituut van onroerende goe deren door hem ingekocht om onbe taalde schuldvorderingen te dekken ge schiedt met vrijstelling van alle fiscale lasten, inzonderlijk van zegel en registra tierechten. Duurtijd van het Instituut. Behoudens verlenging van zijn wer kingsduur of vroegtijdige ontbinding bij koninklijk besluit overlegd in den Mi nisterraad, wordt het Instituut opgericht voor een termijn van 20 jaar ingaande op den dag van het inwerking treden van het oprichtingsbesluit zijnde 4 No vember 1937. In een volgende bijdrage zullen wij onze zienswijze meedeelen over de orga nisatie en de werking van het Instituut. Het Congres Arbeidsorde dat op Zondag 7 November 1.1. te Antwerpen plaats had en dat op zijn programma had de studie van de hervorming der huidige liberaal-economische samenle ving tot een sociaal-corporatieve volks gemeenschap, kende een geweldig sukses. Niet alleen de algemeene vergade ring in den namiddag, doch ook de ver schillende afdeelingen van het Congres werden druk bijgewoond. De afdeeling landbouw vereenigde benevens vertegenwoordigers van de zelfstandige landbouwvereenigingen,ook talrijke vooruitstrevende jongeren uit de landbouwwereld, landbouwers en technici. De heer Piet Meeuwissen, landbouw ingenieur, hield er een merkwaardige le zing over de psycologische, economi sche en sociale oorzaken der minder waardigheidspositie onzer landbouwers in de Belgische samenleving. De heer Segers, bij vervanging van den heer Depaep belet, behandelde er het onder werp Wat kan gedaan worden door het privaat initiatief en door de open bare lichamen, voor de redding van den Landbouw Nadien had een vruchtbare bespre king plaats over verschillende punten van de twee voordrachten. Ten slotte werd lezing gegeven van de princiepen welke Arbeidsorde als grondslagen legt van zijn streven om aan den landbouw de plaats te bezorgen welke hem toekomt bij de corporatieve hervorming der samenleving. Wegens zijn aanzienlijk economisch belang als voortbrenger van grondstof fen voor de nijverheid en als bevoorra- der der Volksgemeenschap, wegens zijn maatschappelijke hoedanigheden zooals taaie werklust, spaarzaamheid, eerbied voor den godsdienst en de goede zeden, nuchteren kijk en geest, wegens zijn ethonologisch belang als reservaat of le vensbron voor het behoud en ontwikke ling der bevolking, zal de landbouw in de nieuwe corporatieve samenleving be tracht door "Arbeidsorde,, een eere plaats bekleeden. Deze princiepen zullen practisch wor den uitgewerkt door de landbouwcom- missie bestaande in den schoot van "Arbeidsorde,,. Wij komen ten gepasten tijde uitvoe riger terug op enkele punten der onder werpen behandeld in de afdeeling land bouw. Zaterdag 6 November 1.1. werd deze merkwaardige tentoonstelling, ingericht door het Landbouwcomice St Truiden. geopend door den heer Gouverneur van Limburg. De heer Minister van Landbouw, tengevolge der Regeeringskrisis te Brus sel weerhouden, had Mr Peeters afge vaardigd. Vele personaliteiten uit de land- en tuinbouwwereld waren vertegenwoor digd. De tentoonstelling mag oprecht ge lukt worden genoemd. Ruim 50.000 kg. appelen en peren van de voornaamste handelssoorten waren er tentoongesteld in kassen, gereed ingepakt om te wor den verkocht. Er waren kweekers die tot 7000 kg. fruit hadden ingebracht. De vruchten waren algemeen best verzorgd, gesor teerd en ingepakt en van prima hoeda nigheid. Een groot assortiment van allerlei sproeituigen waren tezelvertijd tentoon gesteld. Machienen met de hand en met motor, op wagens en autos. Op dit ge bied waren er leerrijke bestatigingen te doen. Een banket, waaraan ruim 120 per sonen aanzaten, sloot deze offlcieele ope ning. Spreekbeurten werden aldaar ge houden door de H.H. Gouverneur van Limburg, de Marneffe, voorzitter van de tentoonstelling. Kan. Cruysbergs, Volks- vertegenwoordiger Bruwier enz. enz. De fruittentoonstelling van Sint Trui den mag een mijlpaal worden genoemd op den weg naar voortbrengst en ver pakking van prima fruit. Willen de kweekers van gansch het land het hoofd bieden aan de konkur- rentie van vreemde fruiten, dan moeten ze als de kweekers van Sint Truiden best verzorgde en verpakte koopwaar op de markt brengen. De zitdag van onzen Rechtskun dige welke op 7 November moest plaats grijpen,wordt verschoven op Zondag 14 November. Men gelieve goede nota te ne men van deze verandering. ■■■MM abonnenten aan voor Uw blad I Er werd ons gevraagd of we den naam niet kennen van den weermaker die thans aan t roer staat. Omdat hij het zoo goed doet zouden ze hem nog een heel tijdje willen op zijn commandopost laten. Dit belet nochtans niet dat de meeste bladeren reeds van de boomen gerezen zijn en het tijdstip is aangebroken waarop de boomgaarden dienen aan gelegd. of gedeeltelijk vernieuwd te worden. Het schijnt ons toe dat we van de gelegenheid dienen gebruik te maken om dezen die fruitboompjes te planten hebben eens goed op 't hart te drukken, naar welke voorschriften ze hoeven te handelen om later een hoogen interest te bekomen van het kapitaal dat ze nu gaan uitzetten. In den pomologischen kring der pro vincie Oost-Vlaanderen werd op zeke ren dag de vraag geopperd hoevele jaren het aansleept alvorens een boomgaard met winst wordt uitgebaat, en men kwam tot het besluit dat de eerste 19 jaren de boomgaard verlies geeft dat natuurlijk geleidelijk vermindert en dat het slechts het 2Gstc jaar is dat hij ren deert. We weten wel dat er in die 20 eerste jaren wel eenige vette zullen zijn, maar de magere zullen wel te niet doen wat de eerste bijbrachten. De diepspitting, de bemesting, de aankoop der plantsoenen, het ontplan- ten en planten, hebben het belegde ka pitaal zoo hoog opgedreven dat de interesten de eerste 19 jaar moeilijk ge weerd kunnen worden. Het aanleggen of vernieuwen van boomgaarden is dus een werk van groot belang, dat met de meeste zorg moet gedaan worden, vermits men er slechts het 20e jaar voordeel mag van verwach ten. 't Is daarom ook dat we den maat regel van ons Ministerie van Landbouw om de kweekerijen onder toezicht te stellen zoo gulhartig goedkeuren. Dit toezicht beperkt zich nog wel tot appels en peren met onderstammen van deze vruchtsoorten en slechts tot de meest verscheidenheden en dit zoowel voor hoog- als laagstammen. Verschei dene boomkweekers die ernstig inge richt zijn, hebben zich reeds aan dien maatregel onderworpen en we kunnen reeds met zekerheid soortechte variëtei ten bij die fruitkweekers bekomen. Dit is al een grooten waarborg omdat we om de toekomst van onzen boomgaard voor wat de variëteiten betreft, geen bekom mering meer moeten hebben. We kunnen dan verder al onze aan dacht wijden aan de grondbewerking en de bemesting. Voor wat de grondbe werking aangaat is de diepspitting een allerdegelijkst werk daarop volgt dan een behoorlijke afwatering, 't liefst met steengruis en grove sintels of houtbus sels. Bij dit alles mag een sterke en vol ledige bemesting niet uit het oog verlo ren worden. Hierover hebben we reeds in vroegere artikels gehandeld en we vreezen in herhaling te vallen met in meerdere bij zonderheden te treden. Thans willen we meer de aandacht vestigen op het ge deeltelijk te vernieuwen waar,ofwel min derwaardige variëteiten dienen vervan gen of afgeënt, ofwel oude of ziekelijke boomen dienen uitgeroeid. Hier toch kan er van een algemeene diepspitting geen spraak meer zijn, doch kan ze vervangen worden door het gra ven van ronde putten met een middel lijn van ten minste 1 meter en een diepte van 50 tot 60 cm. Deze putten dienen een veertien dagen voor de planting uitgegraven om zoo de aarde er uit voortkomende aan de heil zame werking van de lucht bloot te stellen. De bodem van dezen put wordt nog opgestoken om zoo een goede doorzijpeling van het water te verze keren. De boompjes worden niet op den bo dem van deze putten geplant want dan staan ze veel te diep en we weten dat vooraanstaande personen uit de tuin bouwwereld ons bevestigen dat we een boompje moeilijk te ondiep kunnen planten. Iets wat we als regel mogen aannemen is hen zoodanig te planten TELEFOON 267. a

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1937 | | pagina 1