De Boterkwestie. Het Nationaal Instituut Landbouwkrediet voor De Landbouw in van de Nationale het Kader Economie. i «EPHB i Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor en door de Landbouwers Een zeer belangrijke instelling voor onzen Landbouw. Landbouwcommissic der Stad Aalst Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven ZONDAG 21 NOVEMBER 1937. frf* 23 tuuiit 204* JAARGANG Si',985 Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller O. CAUDRON Bureel en Redactie t Zeebergkaai, 4, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. Wij protesteeren tegen de verlaging der ningstaks bij den invoer van vreemde Vergun- boter. Pas is de vergunningstaks op den in voer van vreemde boter bij Koninklijk Besluit van 4 November 1.1. verminderd tot 5,50 fr. per kg of een nieuwe ver laging tot 4 fr. per kg. werd ingevoerd door Koninklijk Besluit van 10 Novem ber, verschenen in het Staatsblad van 11 November. Waar moet dit henen Zijn de huidige prijzen der boter dan werkelijk overdreven zooals de Regee ring het voorhoudt Wij zeggen van neen. De vorige week schommelde de melkerijboter in de mijnen rond 27 fr., de hoeveboter rond 24 fr. Prccentsge- wijze uitgedrukt ten opzichte van het overeenstemmend tijdperk van 1936, blijft de stijging van den boterprijs in ons land nog merkelijk onder deze vastge steld op de Londensche markt welke algemeen als wereldmarkt wordt be schouwd. Wij zijn in het seizoen dat de melk productie op haar laagste is, vandaar ook de afname der botervoortbrengst. Dit normaal verschijnsel wordt dit jaar dan nog aanzienlijk verscherpt door de muil- en pootplaag die in menige streek van het land voortwoekert. De hoogere prijs welke onze boeren thans bekomen voor melk en boter wordt dus meer dan ongedaan gemaakt door de afname der hoeveelheid van beide producten welke zij te koop kunnen aanbieden. Meent de regeering dan werkelijk dat de veeteelt voor onze boeren een goud mijn is geworden De regeering der Nationale Unie, merk Van Zeeland, heeft over lang reeds aan den landbouw een redelijke winstmarge beloofd even als aan de andere bedrijvigheden. Om bij de veeteelt te blijven, wijzen wij den Minister van Landbouw er op dat de prijzen van het slachtvee reeds sedert langen tijd zwaar bedrijfsverlies opleveren aan onze landbouwers. Prij zen van 4 tot 6 frank voor rundsvee. van 5,25 fr. tot 6,50 fr. voor varkens per kgr. op voet, volstaan toch niet om de productiekosten te dekken laat staan om een redelijke winstmarge te verzeke ren Welnu in onze veeteelt biedt de pro ductie van vleesch aanzienlijk belang bij de vastelling der bedrijfsuitslagen. Zij staat in nauw verband met de melk en zuivelvoortbrengst wat betreft het ren dement van de veeteelt. Om de prijzen van het slachtvee op een beter peil te brengen heeft de Re geering geen vin verroerd, om de prijzen der boter te remmen is zij er integendeel als de kippen bij. De laatste prijsverhooging der boter weegt nochtans niet op tegen het be drijfsverlies berokkend door de slechte prijzen van het slachtvee. De voort- brengstkosten zijn intusschen aldoor merkelijk gestegen. De bestrijding der levensduurte moet eens te meer geschieden uitsluitend op den rug der boeren. Zien wij niet in het Staatsblad dat verhooging van tolrech ten wordt toegestaan voor verschillende nijverheidsproducten, waartusschen van dagelijksch gebruik zooals schoenen, op hetzelfde tijdstip dat maatregelen het licht zien tot drukking der boterprijzen? Wij vergaten dat de veeteelt de bij zonderste bron van inkomen is voor on zen Vlaamschen landbouw. Aan Vlaan deren en aan onzen landbouw laten de Brusselsche Heeren zich weinig gelegen. Met hunne stadsmentaliteit. met hunne liberaal-economische opvattingen heb ben zij alleen oog voor de nijverheid, waar zij hunne kapitalen tegen ruimen dividend kunnen beleggen. De land bouw nu biedt hun hiertoe geen gelegen heid. Zijn lot zal dan ook ondergeschikt blijven aan dit van nijverheid en handel, zoolang een grondige hervorming der huidige samenleving in corporatieven volksgebonden geest hem de plaats niet zal hebben toegekend, welke hem toe komt als bijzonderste voortbrenger van economischen rijkdom, bevoorrader en levensbron der natie I (4de bijdrage) In onze drie vorige bijdragen hebben wij onze lezers kennis gegeven van de bijzonderste bepalingen van het Konink lijk Besluit van 30 September tot in richting van het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet en van de beschou wingen vervat in het verslag aan den Koning dat het oprichtingsbesluit voor afgaat. Om te sluiten willen wij hier ons oor deel over de werking van het nieuwe Instituut kenbaar maken, alsmede de vereischten waaraan het, naar onze meening, zal moeten beantwoorden wil het de uitslaan opleveren welke er door onze landbouwers van verwacht wor den. Onze zienswijze. De beschouwingen vervat in het ver slag aan den Koning betreffende het nut en de rol van het Landbouwkrediet in zijn individueelen en collectieven vorm, de algemeene opvattingen nopens de organisatie van het krediet op korten, half-langen en langen termijn kunnen we over 't algemeen bijtreden. Over de doelmatigheid der verrich tingen van het Nationaal Instituut kun nen wij spijtig genoeg aan de hand van de bepalingen van het oprichtinsbesluit en van het voorafgaande verslag aan den Koning geen genoegzaam oordeel vormen 1 Het oprichtingsbesluit is ten slotte maar een kaderbesluit dat nader dient uitgewerkt. Het Instituut zal waard zijn wat zijne toekomstige leiders zullen waard zijn. Wil het Bestuur van het Instituut zijne taak behoorlijk vervullen, dan zal het op gebied van techniek der Kredietverrich tingen en op gebied der landbouweco nomie volledig moeten ingewerkt zijn. Wij verwachten dan ook dat de be stuurder en beheerders niet zullen geko zen worden volgens de politieke partijen waartoe zij behooren, doch alleen om hunne bekwaamheden. De aanduiding der leiders van openbare instellingen met economisch karakter bij wijze van partij politieke doseering, zooals wij ze reeds hebben beleefd in de vorige parastataire instellingen, kunnen wij niet anders dan noodlottig heeten. Volgens het oprichtingsbesluit wordt de bestuurder benoemd en afgesteld door den Koning. De beheerraad wordt door den Koning benoemd alsvolgt Twee leden op voordracht van den Dienst voor Economisch Herstel, een lie op voordracht van de AlgemeeneSpaar- en Lijfrentekas, een lid op voordracht van den Hoogeren Landbouwraad, de drie overige leden worden gekozen on der de bevoegde personen op landbouw gebied I Indien wij daaruit mogen afleiden dat 4 op de zeven leden van den beheerraad op de hoogte zullen zijn der landbouw- toestanden, zou bedoelde samenstelling bevrediging kunnen schenken, in zoo verre de vertegenwoordigers van den Dienst voor Economisch Herstel en der Algemeene Spaar- en Lijfrentkas eenig inzicht hebben in landbouwaangelegen- heden en de bestuurder, uitvoerder der beslissingen van den beheerraad, de dubbele bekwaamheid vereenigt hooger vermeld. Wil het zijn rol vervullen dan dienen de verrichtingen van het Instituut aan gepast te zijn aan de behoeften en den aard van het landbouwbedrijf. Deze aard en behoeften verschillen merkelijk in Vlaanderen en Wallonië, zoowel wat betreft de structuur van het landbouw bedrijf als de productie. Om deze redenen van opportunisti- schen aard, doch meer nog wegens het gegronde recht dat het Vlaamsche Volk opvordert zijne economische belangen toevertrouwd te zien aan kinderen uit eigen Volk, is het volstrekt vereischt dat van laag tot hoog de diensten van het Nationaal Instituut voor Landbouwkre diet gesplitst worden in twee zelfstan dige afdeelingen, beschikkende over volstrekt gelijke rechten en bevoegd heden. Als vereischte waaraan 't landbouw krediet moet voldoen somt het verslag aan den Koning op dat het moet goed koop zijn en dat de termijnen moeten beantwoorden aan de mogelijkheden van terugbetaling welke het landbouw bedrijf biedt. Hiermede gaan we ak koord. Wij moeten er echter een derde ver eischte bijvoegen en wel deze de kre dietverlening moet eenvoudig en prac- tisch zijn. Dus geen ingewikkelde forma liteiten of paperasserie waartegen onze landbouwbevolking gekant is. Nu nog een paar beschouwingen over de houding en de werking van het Na tionaal Instituut ten opzichte van de be staande kredietorganismen voor den landbouw en ten opzichte van de land- bouwvereenigingen in 't algemeen. Het verslag aan den Koning betoogt dat het Instituut niet voor doel heeft de werking der bestaande organismen te dwarsboomen doch veeleer deze aan te vullen en wel namelijk door het verdis- conteeren van effecten, warrants, bestel bons en leveringsbewijzen van land bouwproducten, door het verstrekken van krediet aan landbouwcooperatieven voor aankoop, verkoop en verwerking van landbouwproducten. Inzake het collectief landbouwkrediet can het Nationaal Instituut voorzeker veel bijdragen tot bevordering van de andbouwnijverheden en inrichting van den handel in landbouwproducten onder de leiding en in 't voordeel der land- bouwvoortbrengers. Hier is echter samenwerking noodig met de bestaande landbouwvereenigin- gen. Wij verhopen dat het Nationaal In stituut hier niet zal handelen zooals het Ministerie van Landbouw, dat door gaans maar een enkele Vereeniging be schouwt als beroepsorganisatie der land bouwers, doch dat het al de landbouw- vereenigingen zonder onderscheid zal deelachtig maken aan de voordeelen der nieuwe kredietorganisatie. Over de technische uitwerking van de kredietverstrekking zouden wij hier ook nog kunnen uitwijden. Dit valt echter vooralsnog buiten het bestek dezer bij drage. Alleen willen wij zeggen dat de middelen waarover het Instituut zal be schikken, ons eerder gering voorkomen. Benevens het kapitaal van eerste in richting ten bedrage van 30 millioen voorgeschoten voor de helft door den Staat en de Algemeene Spaar en Lijf rentkas, zal het Instituut beschikken over de opbrengst der uitgifte van Kasbons en obligaties. De Staat verleent echter maar zijn waarborg tot beloop van 100 mil lioen voor de betaling der interesten en de terugbetaling der Kapitalen van deze Kasbons en obligatiën. De koers waar tegen deze Kasbons en obligatiën afzet zullen vinden zal in elk geval afhankelijk zijn van de beurswaarde der andere staatstitels. Wanneer men nu weet dat de titels der geunifieerde staatsschuld nog 4°/o opbrengen, zal het Instituut voor zijne obligaties ook deze rente moeten toe- (Zie vervolg 2de bladzijde.) ENGELAND II. Nieuwe doelstellingen. In een eerste artikel hebben wij er op gewezen, hoe in Engeland eindelijk weer het landbouwvraagstuk een groote plaats heeft ingenomen en hoe de landbouw politiek van Elliot schipbreuk leed. De dwang om in samenhang met de algemeene bewapening ook op den landbouw beroep te doen, heeft eindelijk een weinig klaarheid gebracht in de Regeeringspolitiek. We zeggen een wei nig klaarte, want van in den aanvang moeten wij er op wijzen dat er van de vlucht van de landbouwerszonen naar de steden en het gebrek aan bekwame landbouwers officieel niets geweten is. Alleen in de pers wordt daarop herhaal delijk de aandacht gevestigd. Onlangs nog schreef een groot Londensch blad, dat er niets gedaan was geworden om de vlucht van de landarbeiders stop te zetten en om een enkele landar beider uit de stad naar het land terug te doen keeren. Men is het er in Engeland over eens dat er geen spraak kan zijn in tijden van oorlog op eigen voedselvoorziening te kunnen rekenen. Ook voor de noodige grondstoffen bijvoorbeeld petroleum zal Eogeland steeds op den invoer zijn aangewezen. Daarom wordt op dit oogenblik de vloot in snel tempo uitge breid. De zeewegen moeten vrij gehou den worden. Doch men moet in staat zijn door eigen middelen een bepaalde tijdspanne te kunnen doorworstelen. Tal rijke speciale departementen houden zich met deze taak bezig. Het plan werd reeds in groote trekken uitgewerkt. Men gaat van het standpunt uit dat Engeland steeds moet kunnen rekenen op een voorraad levensmidde len en grondstoffen toereikend voor alle behoeften gedurende een tijdspanne van zes maanden. Onder economisch oog punt gezien ware het voor Engeland voordeeliger zich op de veeteelt toe te leggen en graan en andere voedingsmid delen in te voeren. Krijgswetenschappe- lijk is echter de tegenovergestelde oplos sing te verkiezen zelf graan bouwen en het vleesch, dat minder scheepsruimte jeslaat, invoeren. In het begin van 1937 is de beslissing gevallen de landbouw wordt nog niet geheel in de oorlogseco nomie opgenomen, doch er werd een aanvang gemaakt met het meer verbou wen van graan naast een intensieve veeteelt. Niet alleen tarwe wordt tegen prijsdalingen gewaarborgd, ook haver en gerst. De veeteelt wordt intensief voortge zet, doch onder voorwaarde dat de vruchtbaarheid der weide verhoogd wordt om in geval van nood onmiddel lijk te kunnen worden omgeploegd en met graan verbouwd. Zooals in Duitsch- land neemt ook in Engeland de Staat een groot deel van de onkosten voor den aankoop van de noodige meststof fen voor zijn rekening. Men raamt dat j dit de Staatskas niet minder dan een millioen pond sterling per jaar zal kos- ten. Verder neemt de Staat zijn deel in de betere bewateringsonkosten, waarin ook de lokale organismen hun deel zul len te betalen hebben. In het plan om minstens gedurende zes maanden aan een gebeurlijke blok kade te kunnen wederstaan, is ook dit punt opgenomen de Regeering zal ver der de proefnemingen om met kunst middelen gras te drogen blijven steunen. Het hooien was in Engeland op drie of vier weken in Juni begrensd Men hoopt deze periode tot zes maanden te kunnen uitbreiden en wel van April tot Septem ber en voorraden aan vroeger niet benut grasland zijn voldoende voorhanden. Tot hiertoe staat vast dat voor voed zaamheid het gedroogde gras niet voor het beste hooi moet onderdoen. Welk gras de beste resultaten afwerpt is ech ter nog niet uitgemaakt. De nieuwe regeling voor melk, bacon en eiervoortbrengst is nog niet openbaar gemaakt. Eerst in de volgende parle- mentszitting zal deze kwestie ten berde komen. Toch levert de landbouwwet- geving van 1937 reeds een belangrijke bijdrage om ook hier schade te verhoe den. Er werd een centrale dienst opge richt waaraan de beste veeartsen van Engeland verbonden werden, dienst die aan den Staat jaarlijks 600.000 pond sterling zal kosten. Een in 1934 doorge voerd onderzoek had uitgewezen dat minstens 40 °/o der koeien aan tuber culose leden en 40 °/o aan andere ziekten. Het jaarlijksch verlies in den veestapel door ziekte toegebracht werd op 14 millioen pond sterling geraamd, zoodat hier voor den nieuwen dienst een uitge breid arbeidsveld klaar ligt. Al deze maatregelen zijn van zulken aard dat landbouwers niet als bedelaars worden behandeld. Integendeel. Door rationalisatie wil men een nieuwe rente afwerpende basis leggen, die nog slechts alleen tegen te groote prijsschommelin- gen moet beschermd worden. Eigenlijke ondersteuningen zullen slechts nog in uitzonderingsgevallen worden toege staan. Dit wil niet zeggen dat de subventies voor granen, suikerbeeten enz. spoedig zullen afgeschaft worden. Neen, daar aan wordt niet geraakt. Ook de markt- verordeningen voor aardappelen en hop blijven bestaan. In deze twee laatste gevallen moeten ze een overproductie verhinderen. Daaren tegen eischen de marktverordeningen op bacon en versche melk spoedige ver anderingen. Onlangs nog werd de melk prijs verhoogd. Doch de Regeering ziet daarin slechts een voorloopigen maat regel. Ze beoogt dat het verbruik van melk te klein is in vergelijking met dit in andere kultuurlanden. En de Regeering en al de landbouworganismen zijn op zoek naar een middel om het melkver- bruik te verhoogen. Reeds zijn in de groote steden plaatsen waar de school kinderen melk kunnen bekomen. Doch is dit niet voldoende. Zooals voor den oorlog moeten de Engelschen in het algemeen weer meer melk drinken. Als tegenprestatie van de voorloopige hulp eischt de Regeering dat het melkbedrijf zou gerationaliseerd worden opdat ze de zekerheid zou hebben dat er reine en gezonde melk op de markt zou komen, aan minder hoogen prijs voortgebracht. Dit is, in enkele trekken geschetst, de nieuwe oriëntatie van den Engelschen landbouw, in het kader van de nationale economie, die een oorlogseconomie aan 't worden is. Op de vergadering van Maandag 15 November 1.1. werden volgende beslui ten getroffen a) Na onderzoek over de juistheid der uit- en invoerprijzen voorin- en uitland- sche hop, zal het verzoekschrift, opge maakt in gemeenzaam overleg met de hopfederatie, gedrukt en naar de belang hebbende verzonden worden om meer dere voordeelen voor onze hopkweekers te bekomen. b) Twee voordrachten handelende over de nieuwe richtingen in zake fruit kweek en fruithandel, groentekweek en groentehandel zullen kortelings aange kondigd worden. I c) De zaden der variëteiten van struik- boonen en savooien zullen ten gepaste tijde aangekocht worden, ten gerieve van onze groentekweekers. d) De fruittentoonsteiling en fruit- week kunnen in 1938 niet gehouden worden, indien het Stadsbestuur aan de Landbouwcommlssie geen milderen steun verleent. Hier zal nog eens aan gedrongen worden. Namens de Landbouwcommissie De Schrijver, De Voorzitter, L. Haemst O. Caudron. TELEFOON t 267.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1937 | | pagina 1