Rijlcsvergoeding voor
Mond- en Klauwzeer
BOTERKOLEN
Voorloopige Handelsover
eenkomst met Denemarken
i
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
Voor en door de Landbouwers
DEMOCRATIE!
Ook Ethiopië wordt ontgind en bevolkt.
ZONDAG 15 JANUARI 1939.
Prijs 35 cetiem
21ste JAARGANG Ni 1045
Abonnementsprijs 15 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
ia streng verboden.
Beatnnrder en verantwoordelijke Opstelier
O. CAUDRON.
Bareel en Redactie i Zeebergkaai, 4, Aalst.
De medewerkers z$n
verantwoordelijk voor hnnne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
Een onrechtvaardige maatregel ten nadeele
van onze Vlaamsche boeren.
Naar we vernemen worden door het
Ministerie van Landbouw vele aanvra
gen voor vergoeding inzake sterfgeval
len tengevolge mond- en klauwzeer
verworpen omrede dat DE RUNDVEE
HOUDERIJ NIET HET VOOR
NAAMSTE DEEL UITMAAKT DER
LANDBOUWUITBATING.
Deze maatregel, alswanneer hij streng
wordt toegepast, zal voorzeker vele vee
houders onterven van de voornoemde
staatstoelagen, en zou ten slotte alléén
geldig zijn voor de veeboeren uit de
streek van Herve en van enkele melk
boeren rond de steden.
Wij vragen ons af wie zulke toepas
sing heeft uitgedacht en hoe het komt
dat de toelagen niet aan alle landbou
wers kunnen worden gegeven.
We vragen ons eveneens af waar de
scheidslijn wordt getrokken en door wie
en hoe deze wordt vastgesteld
Volgens de laatste onderrichtingen
moet het bedrijf minstens voor 40 °/o
aan veehouderij doen om te kunnen ge
nieten van eventueele tegemoetkomin
gen.
Voeg daarbij de vele andere eischen
en formaliteiten, dan zal het ten slotte
neerkomen op een zóó bezwarend on
derzoek dat alleen zeer zeldzame ge
vallen in onze streken kunnen in aan
merking komen.
We kunnen ook niet akkoord gaan
met de uitsluiting van kalvers en zwij
nen, gezien voor deze dieren groote
verliezen werden geleden. De kweek van
vetkalvers wordt bijna uitsluitend ge
daan op kleine en middelmatige bedrij
ven, wat eveneens voor een groot ge
deelte het geval is voor den zwijnen-
kweek.
De vergoedingen door de Regeering
voorgesteld in hun geheel genomen,
kunnen betiteld worden als een vrekkige
aalmoes, waardoor men den schijn heeft
willen geven voor de landbouwers iets
te doen, zonder in werkelijkheid reke
ning te houden met de meest elementaire
gevoelens van hulpvaardigheid.
niet spreken van de honderden miljoenen
die op de meest onnuttige, ja wraak
roepende manieren door deuren en
vensters worden gesmeten.
Merken we hier bij op dat de land
bouw zijn zwaren tol betaalt aan de
Staatskas, waaruit het geld zoo gemak
kelijk wegvloeit, van zoohaast het
doeleinden betreft die niet naar
landbouw rieken.
Hier volgen eenige voorbeelden
1. Voor het Albertkanaal werd des-
sijds door de bevoegde diensten van
het Ministerie 873 millioen voorzien .Tot
hiertoe werd 2200 millioen uitgegeven.
2. Een Museum voor Natuurlijke
Wetenschappen werd aangenomen voor
60 millioen. De Staatskas betaalde reeds
120 millioen.
3. Voor de Noord-Zuidverbinding te
Brussel, werk zonder eenig nut, werd
400 millioen voorzien. Het zal minstens
1 milliard kosten.
4. De werken aan het bekken van de
Vesder werden op 85 millioen geschat,
doch zullen 150 millioen bedragen.
5. In Gent zal aan de Landbouw-
hoogeschool 19 millioen uitgegeven
worden in plaats van 9 1/2 millioen zoo
als voorzien was.
6. De raming der normaalscholen van
Andenne en Laken bedroeg 8.700.000
fr., terwijl hunne oprichting in werkelijk
heid 33,5 millioen kostte, t.t.z. vier maal
zooveel.
7. Vóór 8 jaar werd den bouw der
Technische Faculteit van Henegouwen
op 60 millioen geschat door de adminis
tratie. Inplaats daarvan zijn reeds 122
millioen aan dit werk besteed.
8. De Minister van Financiën ver
klaarde in 1935 dat het kanaal van
Nemy naar Antoing 120 millioen zou
kosten. Het kost nu reeds 170 millioen
en zal, als het klaar is, maar even 500
millioen kosten.
Hoe bleek wordt de schijn van de
reddende hand welke de Regeering aan
de getroffen landbouwers wil toesteken,
wanneer men de handelingen derzelfde
heeren nagaat in andere aangelegen
heden.
Uit de bloemlezing die hier gaat vol
gen zullen de brave werkers van den
lande zien hoe kwistig er met centen
wordt omgesprongen waar het bv. open
bare werken geldt. We zullen vandaag
Voor de vergoedingen uit te betalen
aan de boeren welke zwaar werden ge
troffen door de sterften van hun vee,
werd een aalmoes voorzien. Naar het
voorbeeld van de openbare werken zal
de Minister van Landbouw deze som
brengen op 20 millioen. Hij zal verder
alle sterfcegevallen in aanmerking ne
men zonder uitzondering en een behoor
lijke steun geven aan den zwaar getrof
fen veekweek.
Mogen we hopen dat die droom ver
wezenlijkt wordt, of blijft de landbouw
ten eeuwigen dage het stiefkind der
regeering
De Italiaansche Kolonisatie.
De ontwikkeling van de Landbouwuitbating vordert goed.
Hier en daar rijzen er ook reeds fabrieken op.
In het vierde artikel van deze reeks
hebben we een gedrongen over
zicht gegeven van hetgeen de
Italianen in Ethiopië reeds tot
stand brachten inzake wegenaan
leg en pacificatie der stammen. In
dit artikel willen wij, aan de hand
van Italiaansche gegevens, een
beeld schetsen van hetgeen de
Italianen op economisch gebied
reeds presteerdenHet resultaat is
niet overweldigend. Integendeel.
We doen onze lezers echter op
merken dat wat in het kort tijds
verloop van een paar jaar werd
volbracht, niet als maatstaf voor
de toekomst mag aanzien worden.
Naar het voorbeeld van Duitschland
streeft Italië naar autarkie, naar zelf
voorziening. Het rekent vooral op Oost-
Afrika om <Ut doel te bereiken. Voor
wa'. het graan betreft zal het echter nog
lang duren eer Ethiopië er zal kunnen
uitvoeren. Naar raming heeft dit lanc
zelf jaarlijks 100.000 ton graan noodig
en brengt er amper 20.000 voort, dus
1 5 van wat de inlandsche bevolking
noodig heeft. Om de ontbrekende hoe
veelheid zoo snel mogelijk uit den
Afrikaanschen bodem te stampen heeft
de Italiaansche regeering een concessie
systeem in het leven geroepen, waarvan
de Italianen veel verwachten.
Aan kolonisten en maatschappijen
worden uitgestrekte landerijen gegeven
In den loop van verleden jaar zijn dui
zenden landarbeiders uit de Romagna,
Puglië en vooral uit Noord-Italië naar
Ethiopië uitgeweken. Deze werken bijna
allen voor rekening van groote land-
bouwmaatschappijen. Aan 7 bedrijven
zouden 50.000 hectaar zijn toegewezen,
zoowel in de buurt van Ambo als van
Dessie4 andere bedrijven hebben een
aanvraag ingediend voor het bewerken
van 26 000 hectaar, Ook werden 12
voorloopige concessies toegestaan. De
uitbaters bezitten alleen het oogstrecht.
In het Hawasch-dal, tusschen Auasc en
Adama, wordt op groote schaal de ka
toenkuituur bedreven.
Kolonisten in gesloten nederzettingen
zijn er ook reeds op vele plaatsen te
vinden. De nederzettingen "Puglië» bij
Harrar, Sicilia bij Addis-Abeba,
"Romagna» bij Gondar en "Veneto»
jij Gimma, bieden ieder plaats voor
1200 families. Ongeveer 16.000 hectaar
grond worden reeds met graan bebouwd
en leverden twee oogsten per jaar op.
n den loop van een paar jaren hoopt
men naast de 20.000 ton der inlanders
ongeveer 50.000 ton van de kolonisten
te oogsten. Daarmede zou het graan-
probleem spoedig opgelost zijn.
In een verdere toekomst stelt men zich
voor zelfs graan uit Ethiopië naar het
moederland te kunnen uitvoeren. Maar
dit zal jaren en jaren aanloopen en alleen
minder waardevolle graansoorten be
treffen.
Inzake levensmiddelenvoorziening kan
totnogtoe alleen de vleeschbehoefte door
de inlandsche productie worden gedekt.
Althans kwantitatief, want over de
cwaliteit van het Ethiopische vleesch
zijn de blanken niet te spreken.
Aardappelen, groenten, kaas, wijn,
enz. moeten ingevoerd worden.
Met de groentenverzorging is reeds
een bescheiden begin gemaakt. In de
juurt van Addis-Abeba, waar het kli
maat niet te warm is, zijn ongeveer 80
hectaar in groentenkweekerijen omge-
tooverd, die echter voor alles de leger-
behoeften moeten dekken.
De eigenlijke rijkdom van de Ethio
pische economie lag in veeteelt en kof
fiecultuur, want de voornaamste uitvoer
artikelen van het rijk van den negus
bestonden uit koffie en huiden. Thans
nog ontwikkelt de uitvoer dezer produc
ten zich regelmatig. Wat er aan koffie
wordt geexporteerd, gaat naar Italië
de huiden daarentegen worden in meer
derheid naar andere landen dan Italië
gezonden. Een dekreet bepaalt dat
slechts 20 °/o van den Ethiopeeschen hui-
denuitvoer Italië tot bestemming mag
hebben.
Plannen hebben de Italianen nog met
de vleetin de eerste plaats beramen zij
een systematische aanplanting van ka
toen en andere textielplanten. vooral de
verschillende Agave-soorten. De agave
is rijk aan vezels, heeft weinig verzor
ging noodig en kost zoo goed als niets.
Deze plant werd reeds met succes ver
bouwd in Erythrea, Kenya en Tanga
nyika en schijnt een groote toekomst te
hebben. Verder brengt Ethiopië nog
kapok en jute voort.
Inzake plantaardige weefstoffen hoopt
men in Italië dat het nieuwe Imperium
het moederland spoedig tot een volledige
autarkie zal voeren.
Ook voor het uitbaten van de onder -
grondsche rijkdommen zijn er reeds vele
concessies toegekend, doch tot resulta
ten hebben de opzoekingen nog niet ge
leid. Weliswaar werden zoowel van de
zijde van private als van regeeringson-
dernemingen berichten over rijke vond
sten de wereld ingezonden, vooral in de
provincie Harrar en Galla-Sidama.
Doch wat deze eigenlijk waard zijn, kan
alleen de toekomst uitmaken. Alleen de
Société Minière Prassa die in hare mij
nen van Uollega platine wint, werpt
goede resultaten af. In 1937 bedroeg de
productie 280 kgr. en men hoopt dat
binnenkort de Italiaansche behoefte vol
ledig zal kunnen bevredigd worden.
Hier en daar rijzen ook reeds fabrie
ken op. De cementfabriek van Dire
daoea, bijvoorbeeld, kan dagelijks 1600
ton voortbrengen deze van Ambo 500
ton. En deze fabrieken kunnen de orders
niet uitvoeren, zoo druk wordt er ge
bouwd en zooveel wegen worden er
aangelegd in Ethiopië. Ook z(jn er groo
te steenbakkerijen vooral rond Addis
Abeba. Hier en daar, vooral rond de
groote steden, werden er electriciteits-
fabrieken gebouwd die met oliemotoren
arbeiden. In de buurt van Addis Abeba
is er een oude alcoholstokerij geheel
vernieuwd en brengt dagelijks 30 hecto
liter alcohol voort.
(Zie vervolg onderaan éde kol.)
Wij vernemen dat het invoercontingent voor BOTER tijdens
de maand Januari verhoogd werd van 500.000 tot 900.000 kg. Als
reden wordt opgegeven de mindere aanvoer op de markt van boter
ingevolge de jongste koude. Doch tijdens deze koude was er ook
zeer groote behoefte aan KOLEN. Wij hebben nochtans niet ver
nomen dat verhoogde contingenten voor den invoer van vreemde
kolen weiden toegestaan. Kolen zijn nochtans een artikel van groot
verbruik evenzeer, indien niet meer, dan boter.
Het verschil In de kolennijverheid hebbende groot-financiers
hunne kapitalen belegd. Boter wordt slechts voortgebracht door
boeren, die bij de regeering weinig in de pap te brokken hebben en
toch zoo verduldig zijn
De arme lieden kunnen gerust vervriezen, met behulp en volle
toestemming van de regeering, die hooge taksen zet om de kool
bazen te beschermen, maar aan de geldkoffers der kolenbarons mag
niet worden geroerd
tLn dat noemt men in ons land
Geheimzinnigheid
voor onze
die niets goeds voorspelt
Landbouwers.
-
0
Dat de verkoopprijzen van het slacht
vee sedert ruimen tijd zwaar verlies be
rokkenen aan onze veehouders, is onze
lezers overbekend. Dit verlies wordt
volgens ernstige gegevens vastgesteld
op 1,50 fr. per kg. levend gewicht.
De oorzaken van deze prijsinzinking
kunnen wij zeer beknopt samenvatten
alsvolgt
Door de uitbreiding van de veeteelt is
onze landbouw er de laatste jaren toe
gekomen de inlandsche markt bijna vol
ledig aan rundvleesch te bevoorraden.
Dit wordt duidelijk wanneer wij weten
dat de invoer van rundvleesch in 1936
slechts nog circa 28 millioen kg. bedroeg,
zijnde 8 °/o der vleeschbevoorrading, en
dat deze invoer in 1937 gedaald is tot
17 millioen kg. Anderzijds daalde onze
uitvoer aan rundvleesch van 410.000
kwintalen in 1930 tot 121.000 kwinta
len in 1937.
Dit feit volstaat natuurlijk niet om de
prijsdaling uit te leggen, doch er komt
bij dat de Regeering volstrekt onvol
doende maatregelen heeft getroffen om
de Belgische markt aan de inlandsche
rundvleeschproductie voor te behouden.
Gebonden door handelsovereenkom
sten die voor onzen landbouw werkelijk
noodlottig zijn, onder meer met Ierland,
Nederland en Denemarken, had onze
De gebeele ontwikkeling van Ethio
pië hangt vanzelfsprekend van het im-
migratievraagstuk af. De inlandsche be
volking heeft totnogtoe weinig blfik
gegeven van vernuft en ijver en Italië
moet dus eigen menschen sturen, wat
overigens geheel in de lijn ligt der Ita
liaansche kolonisatie-politiek, zooals we
dat gezien hebben in de vorige artikels.
De regeering hoopt in een nabije toe
komst op de Abyssynsche hoogvlakte
een waar leger van blanke boeren te
kunnen onderbrengen, waaraan de taak
zal worden toevertrouwd Italië onaf
hankelijk te maken van de andere lan
den inzake grondstoffen en levensmidde
lenvoorziening.
Of dat mogelijk zal zijn, is een andere
vraag.
De Italiaansche sanitaire diensten
stellen thans alles in het werk om er iets
op te vinden dat de blanke bevolking
van epidemieën zou vrijwaren. Luidens
de laatste berichten is alle hoop toege
laten.
Italië heeft zich een geweldige taak
opgelegd het ontgint en bevolkt zijn
koloniën tot grootere welvaart van deze
gebieden en van het moederland.
(EINDE)
Regeering alle vrijheid verbeurd om den
invoer uit deze landen te stremmen en
aan te passen aan afzetbehoeften der
inlandsche vleeschproductie. Voegt
hierbij dan de merkelijk grootere aanvoer
ter markt van slachtvee, veroorzaakt
door het woeden gedurende de laatste
maanden van het vreeselijk mond- en
klauwzeer. Deze plaag heeft immers
talrijke melkkoeien vroegtijdig tot slacht
vee gedoemd.
Zoo kwamen wij fataal tot een over
productie van slachtvee met de daaruit
voortspruitende drukking der verkoop
prijzen, temeer dat het vreemd slachtvee
of rundvleesch hier wordt ingevoerd
onder aanzienlijken, rechtstreekschen of
onrechtstreekschen regeeringssteun,van
wege de uitvoerende landen.
Dat de aanzienlijke prijsdaling van
het slachtvee weinig of niets heeft ge
profiteerd aan de verbruikers is voor
zeker niet de schuld onzer veehouders,
doch ligt in de uitgesproken wanverhou
ding bestaande, vooral wat betreft het
vleesch, tusschen de voortbrengersprij-
zen en de verbruiksprijzen. Meer dan
één Minister heeft op deze wanverhou
ding de openbare aandacht gevestigd en
maatregelen beloofd tot een betere
regeling van het verdeelingsprobleem
der landbouwproducten.
Doch evenals Moeder Anna wachten
zoowel voortbrengers als verbruikers op
de aangekondigde maatregelen en zien
tot heden niets gebeuren.
Wat onze landbouwers vooral tegen
den kop stootte was het handelsver
drag dat België verbond met Denemar
ken, niet alleen wat betreft de veel te
hooge hoeveelheden rundvleesch waar
van de invoer, levend of geslagen, was
toegestaan doch meer bijzonder het
feit
1) Dat het beheer van de Belgische
invoervergunningen aan de Deensche
uitvoerders werd toevertrouwd.
2) Dat aan de Denen terugbetaling
werd gedaan van het vergunningsrecht
van 2 fr. per kg. (onlangs verhoogd tot
2,20 fr.) dat werd geheven op den invoer
van vreemd rundvleesch ofwel van het
vergunningsrecht van 1 fr. per kg. levend
gewicht (onlangs verhoogd tot 1,10 fr.)
geheven bij den invoer van levend rund
vee.
Een regeling om zich met handen en
voeten vaster te binden aan de tegen
partij, is toch moeilijk denkbaar 1
Handelsverdragen waar het over
landbouwproducten gaat zijn hier over
't algemeen geheim, dat is traditie. Door
wat hier en daar uitlekte werd echter ge
weten dat het invoercontingent voor
TELEFOON i 267.