Van ons Jeugdfront
HOE BEMESTEN?
Volledige Samengestelde
Meststoffen R. U. Z.
AMMONIAKSULFAAT
De teelt van Bloemen
in België.
CHILINITRAAT
a
Neen, de Pausen
sterven niet
Lentebemestingen
Volledige Vetten R* U* Z*
Volledige Samengestelde
Meststoffen R* IL Z*
Snelle en aanhoudende Werking
Krachtda
digheid
Lagen
prijs
k
CHILINITRAAT
Zondag 12 Maait 1939
DJ5 KOORNBLOBM
O, Troon van alle eeuwen.
Onwrikbaar als graniet,
Laat Satan's geesten schreeuwen.
Gij koen hen weerstand biedt I
O, Kerk, wie u wou hindren.
Dolf steeds zijn eigen graf.
Want uw miljoenen kindren
Staan het Geloof nooit af I
Waar 't bloed der martelaren
Doordrenkte Nero's grond.
Waar reine maagdenscharen,
Gegeeseld en gewond,
Den dood verachtend, stierven,
Zwaaiden de zegevaan
En 't eeuwig loon verwierven,
Verrees het Vatikaan
Op Petrus' Rots aestegen.
Met Sleutels en Tiaar,
Toen vloeide milde zegen,
In vorstelijk gebaar,
Uit de gezalfde handen
Van Hem, zoo wijs en sterk.
Voor 't Volk der verste landen,
Ja, gansch de Roomsche Kerk 1
En nu de Paus van Vrede
Klom op haar 's Hemelshof,
Treurt heel de wereld mede.
Bij lijkzang, traag en dof...
Maar trots het stormig leven,
Hoe bang de tijd ook vliedt,
Wordt PIUS XII ons gegeven 1
De Pausen sterven niet
Aalst, 3-3-1939. Petrus Van Nuffel.
Landbouwleergang.
4. BEMESTING.
Scheikundige Meststoffen.
Het zal wel niet noodig zijn het be-
lang der scheikundige meststoffen te
bespreken, want wie kan zich onze
tegenwoordige teelten indenken zonder
scheikundige bemesting
Ze bieden ontegensprekelijk een heele
boel voordeden
1) Men geeft zooveel voedsel als men
wil.
2) Men geeft het in de gepaste mate
voor ieder gewas.
3) Men kan het toedienen in den best
geschikten vorm en op het gepaste tijd
stip
4) De vruchtafwisseling moet niet
meer zoo streng toegepast worden,
5) Ze vergen veel minder arbeid als
stalmest.
Waarheidshalve moeten we echter
vermelden dat sommige scheikundige
meststoffen een slechten invloed hebben
op de structuur van den grond en op het
leven der bacteriën.
In de volgende artikels zullen we dan
ook de voornaamste en meest gebruikte
leeren kennen, want absoluut volledig
zullen we niet zijn, ten andere, elk jaar
zien we er weer nieuwe opduiken, zoo
als er telkens weer al even roemloos uit
de aandacht verdwijnen.
De Stikstofmesten.
Deze kennen we onder vier vormen
a) De nitraten. Ze bevatten nitrische
stikstof.
b) De ammoniakzouten, die ammo-
niakale stikstof inhouden.
c) In urine (pis) en in kalkcyanamide
vinden we amidische stikstof.
d) In organische stoffen als stalmest,
groenmest enz. is de stikstof aanwezig
onder organischen vorm.
1. Nitraten.
A) Sodanitraat van Chili, Chilisal-
peter.
Deze nitraat, gewoonlijk "zout. ge
noemd door onze landbouwers, wordt
gevonden in Chili, het Westen van Zuid-
Amerika. Het wordt aangetroffen in
lagen van 0,5 m tot 3 m. dikte, die men
caliche noemt. Daar is het Chilinitraat
natuurlijk onzuiver, vermengd met
aarde, keukenzout enz., en moet dan ook
geraffineerd worden. Men is het niet
eens over de manier waarop het zou
ontstaan zijn.
Samenstelling 15,5 °/0 stikstof.
Somtijds, doch vroeger meer dan nu,
bevat het Chilinitraat een gifstof (ka-
liumperchloraat). De vergiftiging die
erdoor ontstaat, werkt het ergst op
rogge, die er zeer gevoelig aan is. We
zien dan de bladeren oprollen als een
kurkentrekker. De aar verschijnt veel te
vroeg en geeft een kleine opbrengst.
Eigenschappen 1) Lost gemakkelijk
en gansch op in water en heeft daar
door een snelle en flinke werking. Wordt
dus daarom meest gebruikt als dekmest.
2) De stikstof van sodanitraat wordt
niet vastgehouden door de grondcollo-
iden en spoelt dus gemakkelijk uit, zoo
dat we nooit veel ineens noch laat in 't
seizoen zullen mogen toedienen.
3) Geeft groote, waterrijke, goed ver
teerbare maar zwakke planten die even
eens weinig voedzaam zijn. Geeft veel
gevaar voor legeren bij graangewassen.
4) Verlaat de rijping en geeft geen
suiker. Vormt te veel eiwit bij gerst die
Stilaan wordt het tijd om aan de
te denken.
Het ontbreekt bij de landbouwers noch aan raadgevingen,
noch aan propagandisten om dit of dat produkt aan te prijzen.
De ondervinding der laatste jaren heeft echter geleerd dat de
een buitengewonen uitslag gaven en niet te vergelijken zijn met
andere produkten.
Door vooraanstaande landbouwers, vetleggers en kweekers
werden proeven genomen in alle opzichten en steeds kwamen de
aan den kop.
Vele landbouwers beproefden zelfs met volledig te bemesten
en kwamen er nooit toe met dezelfde uitgaven even goede
oogsten te bekomen.
Alhoewel dit eenigszins vreemd klinkt voor sommigen zijn we
steeds bereid door PROEVEN de waarheid van onze beweringen
te bewijzen.
Duizende landbouwers hebben dit reeds ondervonden en klein
is het getal der leden van Redt U Zeiven die geen Samengestelde
Vetten R.U.Z. gebruikte.
Tot deze die de waarde onzer volledige vetten nog niet
kennen, zeggen weNiemand is verplicht onze woorden voor
Evangelie aan te nemen, maar iedereen heeft er alle belang bij
ernstige proeven te doen.
Alle vooraanstaande landbouwers gebruiken enkel en alléén
voorwei- en klaverlanden, tuinen en boomgaarden, granen,
haver, aardappelen, beeten, witloof, hop, rapen enz. enz.
Onze volledige vetten bevatten voor iedere plant de passende
hoeveelheden Stikstof, Phosphoovzuuv, Potasch en Kalk.
Ze zijn GEWAARBORGD onder lood en etiket van de
Samenwerkende Maatschappij Redt U Zeiven.
daardoor moeilijker gist en onbruikbaar
wordt voor de brouwerij.
5) Maakt de planten zeer vatbaar
voor zwamziekten, doch als er voldoende
fosfoor en potasch aanwezig zijn, moe
ten we deze nadeelen niet vreezen.
6) Werkt korstvormend op kleigrond
bij droogte.
7) Heeft een slechten invloed op de
grondstruktuur.
8) Werkt basisch.
9) Trekt het water aan en moet daar
om op een droge plaats bewaard worden.
10) Is giftig voor dieren.
Gebruik
1) Juist voor 't zaaien of als dekmest,
maar dan moeten de planten steeds
goed droog staan.
2) Vooral in lichte gronden weinig
ineens toedienen (niet meer dan 200 kg.
per Ha.).
3) Bij onderploegen wordt er veel af
gesloten van de lucht, zoodat er dan ook
denitrifleatie zal plaats grijpen, waar
door verlies ontstaat.
4) Is zeer goed op weide in 't voor
jaar (vlugge werking).
B) Kunstmatig Sodanitraat of Natron
salpeter.
Inhoud: 15,5 stikstof. Nooit per-
chloraat.
Het is gekorreld in kristalen.
Bewaring en gebruikzie Chilinitraat.
C) Kalksalpeter.
Bevat 15,5 °/o nitrische stikstof (28 °/o
kalk).
Trekt zeer het water aan.
Eigenschappen 1) Verbetert de
grondstructuur.
2) Werkt basisch.
3) Bevat nooit perchloraat.
4) Werkt uiterst snel.
NadeelWerkt bijtend op de huid en
als hij in een wonde komt kunnen vrij
erge storingen voorkomen.
Gebruik Zelfde als sodanitraat, doch
door zijn zeer snelle werking alleen als
dekmest toedienen (kalk aanwezig).
('t Vervolgt).
OPMERKING. Nu ligt het voor
de hand dat er reeds bij deze meststof
fen een twijfel zou kunnen onstaan. Dit
zal vooral hier uit voortspruiten
Natronsalpeter (synth. sodan.) is be
terkoop als sodanitraat en bevat noch
tans evenveel stikstof. Hoe is dit te
verklaren Is de meeruitgave dan ge
wettigd
Natronsalpeter is een scheikundig
product dat nooit perchloraat bevat en
van dien kant een voordeel daarstelt.
Hier moeten we waarheidshalve aan
stippen dat het gehalte aan perchloraat
in Chilisalpeter zeer gering is maximum
4 °/oo (Holl. Codex). Dit vergift werkt
zoodanig op rogge dat deze er nog kan
door aangetast worden wanneer de
nitraat toegediend werd aan de voor
gaande vrucht.
Van den anderen kant bevat Chili
nitraat nog in kleine mate sommige.zeld
zame levenselementen, zooals boor,
iodium en mangaan. Vooral de twee
eerste zijn zeer nuttig. Gebrek aan boor
veroorzaakt hartrot der beeten en
iodium is genoeg gekend al ware het
slechts onder den vorm van iodium-
tinctuur. Daarmee beduiden we natuur
lijk-niet dat deze stoffen niet in den
grond voorkomen, maar ze zijn en blij
ven toch steeds nuttig.
Alles samen genomen wordt door
velen de voorkeur gegeven aan Chili
nitraat boven synthetisch sodanitraat,
maar we geven dit niet als stellig bewijs
want zelf namen we nooit proeven des-
aangaande. Moest één onzer leden of
lezers proeven desaangaande genomen
hebben, dan zouden we de uitslag ervan
gaarne aan onze lezers mededeelen, al
ware deze ook buiten onze verwach
tingen.
We wachten 1
't Is het OOGENBLIK om
«THOMASSLARKENMEEL»
toe te dienen voor de lente
bezaaiingen. Op voorwaarde dat
het bedolven wordt door de be
ploeging, is het gelijkwaardig aan
om het even welk phosphoorzuur-
inhoudend meststof. (Ingez.)
(Vervolg).
Rond 1780 kwam een Gentsch hove
nier, Huytens genaamd, tot de overtui
ging dat de zin voor schoone bloemen
bij de liefhebbers kon ontwikkeld wor
den en aanleiding kon geven tot een
aanzienlijken opbloei van den handel.Op
dit tijdstip had Engeland, dank aan zijn
verre koloniën en aan de talrijke plan
ten, die het daaruit meebracht zijn tuin
bouw sterk ontwikkeld en bezat een
soort monopolium van den bloemen
handel. Huytens trok naar Engeland en
bracht van daar een zeker aantal hier
onbekende planten mede, namelijk rho
dodendrons, azalea's en fuchsia's Hij
oogstte natuurlijk veel bijval en, van
toen af namen de openbare verkoopen
toe.
In 1796 werd de Gentsche planten
tuin gesticht in de aanhoorigheden van
de oude Abdij van Baudeloo, aan het
Steendam, en werd spoedig zeer be
langrijk dank aan den tuinbouwkundige
Karei Van Hulthem, die er honderden
vreemde planten kweekte. Deze zeer
voorname en heel rijke persoon werd de
groote beschermer van de tuinbouw-
kunst.
In 1808 ondernam een ander plant
kundige, Frans Van Cassel, geholpen
door eenige tuinbouwkundigen, eene
reeks voordrachten over den voorspoed
van den tuinbouw in Engeland hij
drong aan op het nut en de groote voor-
deelen welke de tentoonstellingen zou
den bieden aan de plantentelers om hun
produkten te doen kennen. Op 3 No
vember van datzelfde jaar werd de maat
schappij opgericht die later de machtige
Koninklijke Maatschappij van Land
bouw en Kruidkunde zou worden, we
reldberoemd om haar bloemenfeesten.
Van dit oogenblik af en dank aan de
jaarlijksche bloemententoonstellingen
ontpopte zich de Gentsche bloementeelt
en nam een breeder handelskarakter,
tevens van jaar tot jaar opbloeiend en
aan belang winnend.
Middelerwijl waren verscheidene
soor'.en camelia's, alsook aspidistra's,
clavia's en andere planten uit Japan in
gevoerd geworden door toedoen van
Dokter von Siebold, lijfarts van Koning
Willem I van Nederland,ander bescher
mer van de Gentsche Bloementeelt.
De eerste tentoonstelling van bloeien
de planten werd gehouden op 7 Febru
ari 1809 in een koffiehuis dat diende als
lokaal voor een vereeniging van een
vijftigtal hoveniers en bloemenliefheb
bers, in 1808 gesticht met als doel het
inrichten van tentoonstellingen van bloe-
mendragende planten. Deze eerste ten
toonstelling begreep 49 verschillende
plantensoorten, waarvan de meeste her
komstig van Engeland. Opzoekers had
den ze meegebracht uit Amerika,Austra
lië, Japan en uit andere nog weinig ge
kende eilanden van het Britsche Rijk. In
1817 vermelde de eerste catalogus van
den Gentschen Kruidtuin 970 planten
soorten met 4.100 variëteiten.
De Koninklijke Maatschappij van
Landbouw en Kruidkunde, die in 1834
met luister haar 25 jarig bestaan vierde,
richtte vijf jaar later te Gent het eerste
vijfjaarlijksch Bloemenfeest in deze
internationale sierplantententoonstelling
wordt sindsdien regelmatig alle vijf jaar
gehouden aan het einde van April.
In het midden van de vorige eeuw
werden te Gent 120 plantentelers geteld
en 320 serren waarvan de produkten
naar gansch Europa werden verzonden.
Al de vorstenhuizen deden hun aankoo-
pen van sierplanten en bloemen te Gent.
Omstreeks 1850 werden de beroemde
kweekerijen van Wetteren opgericht
door Adolf Papeleu. In de inrichtingen
Louis Van Houtte, die 14 hectaren over
dekten met een kuituur van 250.000 hy
acinten en 100.000 tulpen, bloeide voor
het eerst in België,de vermaarde Austra
lische plant "Victoria Regia,, waarvoor
een speciale serre was gebouwd.
In 1860 telde Gent reeds meer dan
200 tuinbouwers met honderden serren.
Het was toen, dat dank aan de talrijke
plantenjagers, over heel de wereld op de
kosten der kweekers onderhouden, de
orchideeën, de palmboomen talrijke te
voren in onze streken onbekende plan
ten werden ingevoerd.
Deze vooruitgang maakte van Gent
het belang: ijkste tuinbouwcentrum Jvan
de wereld onder zijn meest vermaarde
bloemen begon de azalea een overwe
gende uitbreiding te nemen.
Op de Bloemenfeesten, die in 1908 de
honderdste verjaring van de Koninklijke
Maatschappij vierden, werden 18 000
plantensoortenten toon gesteld. In 1913,
ter gelegenheid van de Internationale
Tentoonstelling te Gent, liet de Maat
schappij, in het midden van het Park,
het ruime Feestpaleis opbouwen, waar
van de oppervlakte 3 hectaren beslaat
en waar sindsdien tijdens de vijfjaarlijk-
sche Floraliën de onvergelijkbare ver
zamelingen zijn ondergebracht.
Op dat tijdstip bereikte de Gentsche
bloemenkweekerij haar hoogtepuntze
genoot van een waren voorspoed en
van breede afzetgebieden buiten de
grenzen. De streek telde 1019 tuinbouw
inrichtingen, te weten 65 0/o van het
gansche land
De oorlog sloeg echter alle bedrijvig
heid lam en vernietigde tal van inrich
tingen. In 1918 begon de heropstanding,
bemoeilijkt door de verandering in de
economische voorwaarden. Een lang
durige krisis drukte naderhand op de
bloementelers, die zich slechts rond
1923 uit den greep konden losmaken.
Toen luidde een nieuw bloeitijdperk
in. De merkwaardige ondernemingszin,
steeds door de tuinbouwers aan den dag
gelegd, streefde er naar het oude over
wicht van de Gentsche bloementeelt op
nieuw te herstellen. Overdrijving was
zelfs niet totaal uitgesloten. Nieuwe
uitbatingen schoten als paddestoelen uit
den grond, doch het bedrijf was veran
derd, het kweeken van de zeldzame
planten moest worden prijsgegeven,
daar ze voor de verminderde koop
kracht van de klanten ongenaakbaar
waren geworden. Men sloeg de richting
in van goedkooper kuituren. Aldus ont
wikkelde zich vooral het telen van be
gonia's waarvan elk jaar tientallen mil-
lioenen bollen op de verschillende
markten werden verspreid, de uitvoer
negen tieoden in beslag nemend.
Deze kuituur werd vooral uitgeoefend
door kleine familiale ondernemingen.
Haarlem verwierf een echte vermaard
heid door zijn tulpenteelt en alle jaren
gaan duizenden menschen de Neder-
landsche bloemenvelden bezoeken. Gent
hernieuwde zijn eeuwenoude befaamd
heid dank zij de begonia's wier velden
in Augustus en September bezoekers
trekken uit alle hoeken van het land en
zelfs uit den vreemde.
Het invoeren van de begonia klimt
tot 1873 op. Deze teelt vond rap ingang
in de gemeenten van Loochristi, Sint
Denijs-Westrem, Saffelare, Beirvelde,
Meile, De Plate en Deurle en heel bij
zonder langsheen den steenweg Gent-
Lokeren. De begonia stelde zich aldus
in de plaats van duurdere producties en
gaf aanleiding tot een vernieuwde vraag.
De Bloemenfeesten herkregen hun
ouden luister. In 1928 stroomden een
half millioen bezoekers te Gent toe. In
1932 en ondanks de reeds heerschende
krisis, was de toeloop nog grooter.Voor
de jongste Bloemenfeesten, die van 1938,
overtrof de uitslag alle verwachtingen.
De Floraliën zijn echter slechts mijl
palen, die het geduldig en volhardend
streven van de voorgaande jaren in het
licht stellen en de aandacht trekken op
de planten- en bloemenweelde, doch,
tusschen elke tentoonstelling in, heeft de
arbeid te kampen met de moeilijkheden,
waarmede een aan de veranderingen in
de economische conjunctuur zoo gevoe
lige uitbating gepaard gaat.
('t Vervolgt).
HET
DE EENIGE NATUURLIJKE
STIKSTOFMESTSTOF
is noodzakelijk om een goed opkomen
der beet te verzekeren.
Gebruikt het voor het planten met
een middelmatige dosis van 600 Kg. per
hectare voor de suikerbeet en van
800 Kg. per ha. voor de voederbeet»
Voor AARDAPPELEN is de dosis
van 200 Kg. per hectare voor het plan
ten en van 200 Kg. per hectare voor het
aanaarden.
Gebruikt in Maart 300 Kg. per hectare
voor WEIDEN en GRAASLANDEN.
Eischt het echte
Het woord CHILI op de zakken
en de fakturen is een teeken van waar
borg.