De nieuwe Regeering en de Landbouw Kickenkweck De Vlucht naar de Steden Van ons Jengdfront 1 Arbeid ac lelt* Landbouwweekblad Voor en door de Landbouwers Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zcivea ZONDAG 7 MEI 1939. Prl)a 33 cetiem 21ste JAARGANG Ni 1061 BS* Abonnementsprijs 15 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron ia streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opstelier O. CAUDRON Bureel en Redactie i Zeebergkaai, 4, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. Diepe teleurstelling voor onze Landbouwers. Na ellendige palabers, na maanden lange stuurloosheid, welke het land op den boord van den fiaancieelen en eco- nomischen afgrond hebben gebracht, zijn de politieke partijen er ten slotte in geslaagd een regeering te vormen. Deze is thans tweeledig katholiek liberaal Zij zag het levenslicht, omdat er uiteindelijk toch een oplossing komen moest onder den drang der ernstige gebeurtenissen op bultenlandsch gebied en van de dringende economische en financieele noodwendigheden van het oogenblik. Of bedoelde oplossing de goede is, is een andere vraag. Zoowel wat hare samenstelling als programma betreft, is de nieuwe regee ring voor de Vlamingen en voor onze landbouwers een bron van bittere teleur stelling. De Vlamingen, 5/8 der Belgi sche bevolking, kunnen het stellen met 4 ministers op de 13 of de 4/13 der re- geeringsmacht. De ministerieele departementen welke voor de kuituur en de eigen nationale nooden van het Vlaamsche Volk van overwegend belang zijn, n 1. Buiten- landsche Zaken, Binnenlandsche Zaken, Openbaar Onderwijs, Rechtswezen en Landbouw werden toevertrouwd aan Walen of Vlaamschvijandige Brusse laars. De Vlamingen kregen de zoo- veelste belofte van stipte naleving der taalwetten en van een zekere aanpassing van het ministerie vanOpenbaar Onder wijs. Van de tijdens de jongste verkie zingscampagne zoo vaak beloofde cul- tuurautonomie, van een logische en grondige bestuurlijke hervorming waar door ons Vlaamsche Volk in de open bare ambten en betrekkingen zijn recht matig aandeel zou bekomen, is er in de regeeringsverklaring geen spraak. De landbouw, hoofdzakelijk een Vlaamsch bedrijf, komt in handen van een Waalsch edelman, heer d'Aspre- mont-Lynden. Deze staat voorzeker buiten elke voe ling met de betrachtingen en de nooden van onze landbouwbevolking en vooral van onze Vlaamsche boeren. Het mid den waarin hij tot heden leefde, zijn be trekkingen, zijn omgang, hebben aan dezen man een stadsmentaliteit gegeven. Het is in het licht van deze mentaliteit dat hij fataal de landbouwtoestanden zal beoordeelen. De oplossingen welke hij zal zoeken aan de huidige zeer scherpe nooden van onzen land- en tuin bouw, in de veronderstelling dat hij daartoe den vereischten goeden wil en werking ontplooit, zullen bijna zeker halve oplossingen zijn, omdat zij zullen gegrondvest zijn op onvoldoende ken nis, op een gebrekkig aanvoelen der toestanden en nooden onzer boerenbe volking De heer Pierlot, huidige kabinetsvor mer, is de traditie getrouw gebleven. Aan Landbouw wordt een Minister ge noemd die in de landbouweconomie zijn debuut moet maken, terwijl aan koloniëa een Minister werd genoemd die in de landbouwmiddens thuis hoort. Het is voorwaar het stelsel van den rechten man op de rechte plaats dat in het parlementair regiem wordt gehul digd Wat het Regeeringsprogramma be treft, ziehier het paar arme zinnen waarmede onze landbouw het kan stel len Inzake landbouw zullen dezelfde princiepen als voor de nijverheid gelden, namelijk wat betreft de voldoende ren dabiliteit van de prijzen en de bescher- ming tegen de kunstmatig door het bui tenland ondersteunde mededinging. Het is tenslotte een variante op de in 1935 reeds door Minister Van Zeeland beloofde winstmarge voor den land bouw. Onze land- en tuinbouwers heb ben sindsdien aan den lij ve gevoeld hoe ®en te Brussel deze winstmarge opvat. Sommige groote landbouwvereeni- 9'ngen kunnen zich voldaan verklaren over dergelijke armzalige verklaring om dat zij, naar hun zeggen, den grondslag vormt voor een gezonde landbouwpoli- j i tiek zooals zij door het Blok der Katho lieken wordt verdedigd. Voor ons biedt deze algemeene en uiterst rekbare verklaring niet de minste waarde voor onzen landbouw. Het eenige wat onze boeren interesseert is te vernemen welke maatregelen de regee ring voornemens is te treffen, om aan onze landbouwers behoorlijke prijzen te verzekeren voor hunne bijzonderste pro ducten en om de inlandsche landbouw markt te verdedigen tegen de dumpings- praktijken toegepast door het buiten land. Wij hebben voor oogen de motie aan genomen door het Katholiek Blok op haar landbouwcongres van 220ctoberll. Daarin komen onder meer volgende concrete eischen voor herziening der grondslagen van onze handelsverdragen met Nederland, Denemarken, Luxem burg, teneinde de binnenlandsche markt op afdoende wijze te kunnen verdedigen. Wij stellen onze lezers de vraag, ligt deze herziening besloten in hooger aan gehaalde vage regeeringsverklaring In de motie van laatstgenoemde groep lezen wij den eisch onderwerping aan vergunning en eventueel aan contingen- teering van alle producten waarvoor de regeering nog volle vrijheid bezit. Nogmaals stellen wij de vraag staat zulks ook geschreven in de regeerings verklaring Waar maakt de regeering melding van maatregelen die zij voornemens is te treffen om de overdreven pachtprijzen te verhinderen en de misbruiken van trusts en monopolies te beteugelen Nochtans kwamen deze concrete eischen ook voor in de motie aangenomen door het Katholiek Blok op zijn landbouw congres. Zelfde groepeering heeft zich uitge sproken voor dringende maatregelen tot valorisatie van het rundvleesch. Ook daarvan vinden wij geen spoor in de regeeringsverklaring. Van een bestendige politiek tot valo risatie der graangewassen als factor tot herstel of behoud van het evenwicht in de landbouwproductie, een andere con crete eisch op bedoeld landbouwcon gres vinden wij ook geen spoot in de regeeringsverklaring. In dergelijke voorwaarden zeggen dat de regeeringsverklaring de princiepen aanvaardt welke alsdan werden aange nomen als grondslagen eener gezonde landbouwpolitiek, kunnen wij dan ook slechts bestempelen als onze boeren een rad voor d'oogen draaien. In werkelijkheid kan dergelijke hou ding geen ander doel hebben dan de lamlendige en karakterlooze houding verdoezelen der zoogenaamde land- bouwvertegenwoordigers tijdens de on derhandelingen tot samenstelling der nieuwe regeering. Daar de nieuwe Regeering, gezien haar tweeledige samenstelling, slechts over een vijftal stemmen meerderheid beschikte, verkeerden de landbouwver- tegenwoordigers in een buitengewoon sterke positie om hunnen steun aan de Regeering afhankelijk te maken van het inzetten eener duidelijke en logische landbouwpolitiek. Slechts zes of zeven boerenvertegenwoordigers moesten maar hiertoe den vereischten moed en en karaktervastheid betoonen. Doch eens te meer hebben zij zich gedragen als lieden zonder ruggegraat en hebben zooals in 't verleden geknikt met de anderen mee. Wanneer nu, wat onvermijdelijk is, onze land- en tuinbouwers de gefopten in het spel zullen zijn en zich roeren, zullen dezelfde boerenvertegenwoordi gers interpelleeren, motie's stemmen, kongressen houden en wanneer het op nieuw kiezing wordt aan de boeren he mel en aarde beloven. Zoo was het in t verleden, of het echter in de toekomst zoo zal blijven, moet echter nog worden uitgemaakt. Onze boeren rijn verduldig, doch zelfs engelengeduld geraakt ten slotte uitgeput I Onze boeren moeten uit dit alles de les trekken dat hun heil, hun redding gelegen is in hun eigen handen Zich sterk groepeeren in vrije zelfstandige vereenigingen buiten alle partijpolitiek en langs dien weg de Regeering dwin gen hun levensbelangen te eerbiedigen. Heden willen we enkele woorden zeggen over een nochtans zeer bekend ras namelijk de Mechelsche koekoeken. Wie kent er de Mechelsche koekoe ken niet Deze kiekens met hun grof uiterlijk en hun overvloedig gespikkeld aschgrauw gepluimte Deze uiterlijke kenteekenen maken er vooral een typisch Iras van. Dit ras zou ontstaan zijn uit kruisin gen met brahma' hoenders. Een heele geschiedenis is aan dit alles verbonden en men heeft in de voor- en naoorlog- sche jaren alles in het werk moeten stel len om dit uitmuntend en opbrengend hoen in zuiverheid en in gezondheid te bewaren. De Mechelsche koekoeken worden gehouden om hun interessanten Herfst- en Winterleg ook om hun vleeschpro- duktie. De jonge kippen leveren aan de "kie- kenfretters hun dik en smakelijk tafel hoen. Het Brusselsch kieken is ten andere 'n bekende plat ia gewone en verzorgde menu's. 't Zijn vooral de jonge hanen die men tot dit doel voorbestemd. Zij groeien vlot en grof op en wat meer is hun ge slachtsrijpheid is laattijdig, zoodat men voldoende den tijd heeft om er een lek kere keukenbrok van te maken. De jonge hennen worden meestal met zorg doorgehouden om de eieren waar naar ten allen tijde veel vraag is en die in massa opgekocht worden door de groote kweekerijen. En het dient gezegd geen hoen kan men gemakkelijker kweeken en doen opgroeien met kunstmatige bebroeding en verwarming dan de Mechelsche koekoeken. 't Zijn trouwens de ware "iadustrieele„ kippen, die opbrengen en waaruit dub bel voordeel en diensvolgens dubbele munt te slaan is. Nu de techniek in de broednijverheid tot zoo'n uitbreiding is gekomen mogen we als euvel aanduiden dat de Mechel sche koekoek nog al vroeg aan het broe den gaat. Voor den gewonen kweeker heeft dat zijn nut, doordat hij ook vroeger jonge kuikens heeft, doch voorwat de volle uitbating betreft, gesteund door de techniek, kan het als een nadeel aanzien I worden. Maar ja, men heeft het nooit zooals men wil en aan het houden van andere rassen zijn ook nadeelen verbonden, j Nochtans over het leggen heeft men niet te klagen. Het gemiddeld legcijfer gaat van 120 tot 150 eieren per j atfr. De eieren wegen van 55 tot 70 grammen en om hun speciale kleur zijn ze wel zeer gewild ook voor het verbruik. Het aanvetten van de Mechelsche koekoeken gaat van zelf. Met boekweit bloem, ontroomde melk en zemelen, kan men aan jonge en oude vogels heel wat gewicht bijzetten, als men de voorzorg neemt van ze in kleine vethokken op te sluiten. Het eerste jaar wegen de hanen al van 3 tot 5 kg. om op ouderen leeftijd dit gewicht te overtreffen. Wat de hennen betreft, zij gaan van 2 112 tot 3 112 kg. om als ouder hoen 4 kg. en meer te wegen. Nu nog streeft men er naar dit ras nog vroegtijdiger te maken, alhoewel in opzicht van zware vleeschrassen het als het meest gunstig en gewaardeerd ras aangeschreven staat. Men is er ook in gelukt van de Mechelsche koekoeken verschillende onderrassen te kunnen afscheiden en te selectionneeren. Als onderrassen hebben we het Merchtemsche hoen, de Mechel sche kalkoenkoppen en andere, waar over we kortelings zullen spreken. Om U op duidelijke wijze vertrouwd te maken met de Mechelsche koekoe- Een Internationaal overzicht. II. - Landen die een te snelle Industrialisatie doorvoerden. Vervolg op de 2de bladz.) In ons vorig artikel hebben we, in korte trekken, de toestanden geschilderd in zekere landen waar de landbouw over te veel handen beschikt en de nijverheid in een begin-stadium verkeert. Deze landen bevinden zich in een erbarme- lijken toestand, want steeds zal de be volking van het land een uitweg zoeken naar de steden en naar de nijverheid. Landelijke werkloosheid is steeds zoo schadelijk als stedelijke werkloosheid. Harmonie tusschen landbouw en nijver heid is het ideaal. In tegenstelling met de landen waar de overbevolking der land bouwgebieden geen uitkomst naar de steden heeft, zijn er andere landen waar de industrialisatie te snel werd door gevoerd. I. - Letland Daar werden de eco nomische methodes op de radikaalste wijze veranderd. Een sterke nationalis tische strooming voerde naar economi sche vormen die bijzonder steunden op den uitbouw van de industrie. Van de 6,6 milliard Lat dat het volksvermogen bedraagt, zijn er ongeveer 2 milliard in het bezit van den staat. 35 °/0 van het staatsinkomen stammen uit eigen bezit tingen. Ongeveer 40 groote industrieele instellingen hangen rechtstreeks of on rechtstreeks van den staat af. Voor het overige bestaat de nieuwe industrie, die als 't ware uit den grond werd gestampt en zich vooral toelegt op het verwerken van inlandsche grondstoffen, uit kleine bedrijven, die geheel op de binnenland sche markt zijn aangewezen. Zij biedt een broodwinning aan 105.000 arbeiders. Het gevolglandvlucht. Een tweede gevolg de landbouw komt handen te kort, zoodat, jaarlijks, ongeveer 35.000 tot 40.000 buitenlandsche landbouw- arbeiders moeten aangeworven worden om het werk op de velden te verrichten. II. - Estland Gedeeltelijk heeft dit land het voorbeeld van Letland gevolgd. In 1919, na de verdeeling van het groot grondbezit, gingen talrijke landarbeiders naar de industrie over. Zij keeren in den Zomer, echter, grootendeels naar het land terug en helpen er aan den oogst. Estland telt naast 41.000 landarbeiders, 20.000 seizoenarbeiders. Door de Land- bouwbank werd de bouw van kleine landwoningen in de hand gewerkt om de arbeiders op het land te houden. De landvlucht is er nochtans geen onbeken de verschijning. Op het land is er thans gebrek aan goede arbeidskrachten, ge brek dat men tracht goed te maken door de mecaniseering en rationalisatie van I de landbouwbedrijven. In 't geheel is de toestand er beter dan in Letland. Andere landbouwlanden hebben de industrialisatie minder snel doorgevoerd. Zij hebben in de eerste plaats getracht door verbetering van den bodem, prijs- en credietpolitiek den levensstandaard van de bevolking van het land te ver beteren. In de landen die we hier laten volgen, stelt men alles in het werk om de landvlucht tegen te gaan. Joego-Slavië 80 °/0 van de bevol king leeft van den landbouw, 97 van het grondbezit bestaat uit kleine hoeven. De landbouw levert het grootste deel van het volksinkomen. Ongeveer 57,2 °/0 de industrie volgt met 26,4 de handel met 8.4 °/o. De hervorming van het landbouwwezen door de verdeeling van het grootgrondbezit en de vermin dering der schulden die op de boeren drukten, waren de meest doelmatige maatregelen welke door de regeering werden getroffen om de landvlucht tegen te gaan. De hoofdtrek van de bodem hervorming bestaat er in dat men niet meer dan 50 hectaar grond mag bezitten, indien men ze niet zelf bewerkt. Onder 637.328 families werden ongeveer 2,5 millioen hectaar verdeeld. Inzake schul den werden even radikale middelen toe gepast. De Nationale Landbouwbank heeft al de schulden der landbouwers ten overstaan van crediet-, verzekerings- en andere maatschappijen voor hare reke ning genomen. Landvlucht bestaat omzeggens in Joego-Slavië niet. BulgarijeHier ook werd in de laatste jaren veel gedaan om den levens standaard der landbouwers te verbete ren. In October 1934 werd een groote Landbouwbank gesticht, die thans meer dan 140 bijhuizen in heel het land telt. Haar doel is, met sterke ondersteuning van den Staat, de productie van de kleine zoowel als van de middelmatige bedrijven op te voeren, vooral door mo derniseering van het materiaal. Zij be vordert eveneens den uitvoer van land bouwproducten als zijde, rozenessence, tabak enz. Ook in Bulgarije is de land vlucht zoo goed als onbekend. Roemenië: In dit land heeft de landvlucht bestaan, niet naar de steden maar naar de petroleum velden. Om dit euvel tegen te gaan, want langen tijd rendeerde de nijverheid zeer slecht en waren er talrijke werkloozen, heeft de Regeering in zekere mate het voorbeeld van Bulgarije gevolgd. In Juni 1938, toen de crisis in Roemenië katastrofale afmetingen aannam, werd een wet uit gevaardigd waardoor de kleine land- bouwmaatschappijen in een groot Natio naal Cooperatieflnstituut werden ver- eenigd. Dit instituut is een departement van het Ministerie van Landbouw ge worden. Over de resultaten kan men nog geen oordeel vormen. Deensche vaklieden, die voorzeker zeer sterk zijn op coöperatief-gebied, hebben er de leiding van in handen en buitenlandsche waarnemers zijn van meening dat de Roemeensche boeren een betere toe komst tegemoet gaan. Indien dit werke lijk zoo is, dan zal ook meteen aan de landvlucht een einde zijn gesteld. Hongarije Graaf Teleki, de huidige Eerste-Minister, was in 1935 Minister van Landbouw. Op het einde van 1935 verklaarde hij, dat de landbouwpolitiek op breedere grondslagen moest opge trokken worden. Wie het land bebouwt moet ook het land bezitten, was zijn leus. En onder zijn krachtige leiding werden vele kleine boerenbedrijven in 't leven geroepen, veelal voor klein-pachters. De landarbeider, die geen middelen bezit, werd aan den grond gebonden. Een woning, een stuk land werd hem in pacht gegeven. Na een zekeren tijd zal hij dit alles zijn bezit kunnen heeten. Verder is de wetgeving voor de land arbeiders en kleine pachters zoo mild als voor de nijverheidsarbeiders de wedu wen van landarbeiders krijgen staats pensioen en het systeem van familie- en kindertoelagen is ook voor de landarbei ders en kleine boeren van kracht. Alles wat de landarbeiders zou kunnen aan zetten om het land te ontvluchten en een betere toekomst in de steden te zoe ken, wordt vermeden. Ons inziens, het eenige middel om de landvlucht tegen te gaan. De landarbeider moet het zoo goed hebben als de fabriekarbeider. SpanjeOok Spanje is een land- bouwland en landvlucht komt slechts voor in Catalonië en Baskenland. Wel iswaar, zijn vele lieden uit Murcia des tijds uitgeweken naar Barcelona. Het programma van de Palange, dat door generaal Franco onderschreven werd, voorziet een verdeeling van het groot grondbezit, een "verhuizing» van de boeren die onvruchtbaren grond bebou wen naar vruchtbare streken enz. Tot nogtoe is van dit programma niets in huis gekomen. Nochtans, indien de Re geering werkelijk wil, kan zij de land vlucht vermijden. ('t Vervolgt). TELEFOON 267. Zijt gij reeds ingeschreven voor de reis naar de Waterfeesten van Gent-Terdonk Tevens bezoek aan de Rijkslandbouwhoogeschool te Melle. De reis gaat door op Don derdag 18 Mei (O.L.H. Hemelvaart) Haast U, want de plaatsen zijn beperkt I Zie verdere Inlichtingen op do tweede bladzijde.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1939 | | pagina 1