De Speciale Vergoeding
Zomer-fflelkmeel
De Vlucht naar de Steden
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Voor en door de Landbouwers
ZITDAG
aan de onder de wapens geroepen
militairen.
Kweekwijze van
Meloenen
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt II Zelve®
ZONDAG 28 MEI 1939.
21ste JAARGANG Nr 1064
Abonnementsprijs 15 fir. 'a jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
sonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller i
O. CAUDRON.
Bureel en Redactie i Zeebergkaai, 4, Aalst.
De medewerkers rijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
De wet van 22 Mei verschenen in
het Belgisch Staatsblad van 22-23 Mei
1.1. behelst de bepalingen nopens het toe
kennen eener bijzondere vergoeding aan
de gezinnen der militairen met soldij, die
wegens de maatregelen getroffen voor
de landsverdediging terug onder de
wapens werden geroepen.
Voorwaarden waaronder deze
vergoeding wordt toegekend.
1) De vergoeding is verschuldigd van
af den dag der wederoproeping onder
de wapens tot en met den dag waarop
de militair naar zijn haardstede terugge
zonden wordt. Zij wordt verleend aan
het gezin van de weder opgeroepene.
2} De personen die als leden van het
gezin worden beschouwd zijn hierna,
naar orde van voorrang vermeld
a) De echtgenoote van den militair.
b) De personen die de kinderen on
derhouden,indien de militair weduwnaar
is of uit den echt gescheiden met kinde
ren van minder dan 16 jaar oud, of met
kinderen die wegens ziekte of gebrek
kigheid, uitgewezen door een genees
kundig attest, onbekwaam zijn om in
hun onderhoud te voorzien.
De militair die één of meer kinderen
wettelijk erkend heeft, wordt gelijk ge
steld met den weduwnaar met kinderen.
c) De wettige vader en moeder van
den ongehuwden militair of de overle
vende ouder.
d) De persoon die voorziet in het on
derhoud van de ouderlooze of verlaten
broeders of zusters die minder dan 16
jaar oud zijn of, wegens ziekte of ge
brekkigheid uitgewezen door een ge
neeskundig getuigschrift, onbekwaam
zijn in hun onderhoud te voorzien.
e) De grootouders of ascendenten van
van den militair.
[j Indien de militair een erkend na
tuurlijk kind is, wordt bij ontstentenis
van echtgenoote of van kinderen uit zijn
huwelijk, de vergoeding toegekend aan
de vrouw die de erkenning deed, indien
deze vrouw in de geboorteakte aange
duid staat en de erkenning vóór de
voormobilisatie van het leger is geschied.
De betrokken militair heeft steeds het
recht als begunstigde een ander erken
nend persoon aan te wijzen, mits tot
staving een gelijkluidend afschrift van de
erkenningsakte voor te leggen.
g) Bij gebreke aan rechthebbenden
vermeld onder litteras a tot f hierboven
wordt de vergoeding toekend aan den
persoon die den militair heeft opgeno
men als wees of verlaten kind, hem heeft
opgevoed en gedurende ten minste vijf
jaar ten laste had vóór dat hij ten volle
19 jaar oud was.
h) Indien de ouders of grootouders
uit den echt of van tafel en bed geschei- I
den zijn. beslist de militair of het bedrag
der vergoeding aan ieder der ouders of
grootouders voor de helft dient toege- i
kend, of wel voor het geheel aan den-
gene der echtgenooten welke hij aan- j
duidt.
i) De militair kan tegen de uitbetaling
der vergoeding aan zijn echtgenoote, j
die schuldig bevonden is aau wange- I
drag, verzet aanteekenen, voor zoover
de kinderen haar niet werden toever
trouwd. Zoo uit een onderzoek door de
gemeenteoverheid blijkt dat het verzet
gegrond is, dan wordt de militair gelijk
gesteld met den weduwnaar met of
tonder kinderen. De vergoeding wordt
dan verleend zooals aangeduid onder
letter B hierboven.
Bedrag en wijze van uitbeta
ling der vergoeding.
De vergoeding is vastgesteld op
A. 8 fr. per dag voor de echtgenoote
van den militair voor de wettige ouders
of een hunner, voor de rechthebbenden
vermeld onder D hierboven en voor
deze vermeld onder E hierboven. Na
tuurlijk kan slechts een der rechthebben
den in de rangorde booger vermeld
onder A tot E aanspraak maken op de
vergoeding.
B. 3,50 fr. per dag en per kind ten
laste van de echtgenoote of van de per
sonen vermeld onder B hierboven die in
het onderhoud der kinderen voorzien.
Voor de militairen die na 1 April
1939 onder de wapens werden geroe
pen of gehouden, wordt de vergoeding
van 3,50 fr. verhoogd tot 5 fr. per dag
en per kind vanaf en met den 31" dag
der wederoproeping, op voorwaarde dat
de militair in totaal dertig dagen aan
wezigheid telt onder de wapens binnen
een termijn van zes maanden te rekenen
vanaf den 1"« dag militairen dienst
recht gevende op de vergoeding. Deze
vergoedingen zijn niet vatbaar voor
overdracht noch beslag.
De vergoedingen worden betaald
door het gemeentebestuur van de ver
blijfplaats der aanvragers, door de di
plomatieke of consulaire overheid bin
nen wier gebied de aanvragers in het
buitenland verblijven, of door het Mi
nisterie van Binnenlandsche Zaken in
dien de aanvragers in Congo verblijven.
De aanvragen tot het bekomen der
vergoeding moeten SCHRIFTELIJK
gericht worden door de rechthebbenden
op de vergoeding, hetzij tot het gemeen
tebestuur hunner verblijfplaats in België,
hetzij tot de diplomatieke of consulaire
overheid binnen wier gebied zij in het
buitenland verblijven, hetzij tot het Mi
nisterie van Binnenlandsche Zaken, in
dien zij in Congo verblijven.
De termijn voor het indienen der aan-
vraag is bepaald op vijftien dagen voor
de rechthebbenden die in België verblij
ven op één maand voor hen die in een
Europeesch land verblijven en op drie
maand voor hen die buiten Europa ver
blijven.
Deze termijn neemt aanvang vanaf
den dag dat de militair naar zijn haard
stede wordt teruggezonden.
Militairen uitgesloten van
de vergoedingen.
De vergoedingen worden niet toege
kend
1) Wanneer de militair de vergoeding
geniet voorzien door artikel 52 der mili-
t ie wet. Het betreft hier de vergoeding
van 300 of 500 fr.' per maand welke
wordt toegekend aan de militieplichti-
gen der lichtingen 1937 tot en met 1941
die 17 maanden werkelijken dienst doen,
vanaf de 13" maand van hunnen leger
dienst.
2) Wanneer de militair voortgaat zijn
wedde of loon te trekken als ambtenaar
of beambte in dienst van den Staat, de
provinciën, gemeenten, regieën, de
vergunde diensten, de openbare inrich
tingen en over 't algemeen van al de
ondergeschikte openbare besturen.
3) Wanneer de militair volkomen
werkloos is. Nochtans wordt de vergoe
ding aan de rechthebbenden van den
volkomen werklooze toegekend wan
neer het een soldijtrekkende militair be
treft die na 1 April 1939 terug onder de
wapens werd geroepen of gehouden met
het oog op de versterking of eventueele
mobilisatie van het leger.
in Bakken en Kassen.
Een internationaal overzicht.
Nu veel koeien op de weide
gaan, hebben we weer het Zomer-
Melkmeel samengesteld.
Dit .Zomer- Melkmeel is geheel
aangepast aan het seizoen.
Koeien, die jong gras eten en
straks klavers, geve men
uitsluitend
Zomer-Mellcmeel.
Indien de koeien gedeeltelijk
stalvoeder met hooi of stroo krij
gen, dan geve men Winter- en
Zomer-Melkmeel elk om de helft.
De meloen is een plant uit het kom
kommergeslacht en afkomstig uit de
warme streken van Azië. Dit laatste zegt
ons reeds genoeg dat we, om met deze
teelt naar behooren te slagen, moeten
beschikken over broeibakken of serren.
De gladde, de Detvormige en de wrat
achtige meloenen zijn als zoovele onder
verdeelingen die dan nog een groot aan
tal verscheidenheden behelzen. Die alle
maal opsommen met hun gebreken en
boedanigheden zou ons voorzeker te
verre leiden we bepalen ons liever bij
een enkele variëteit die 't meest ge
kweekt wordt omdat ze, in ons land, de
beste uitslagen qeeft en wel namelijk
de zwarte Karmeliet een ronde
vrucht, platgedrukt aan onder- en boven
kant. zwarte huid, oranjekleurig, zoet en
zeer welriekend vleesch. Voorzeker een
der beste verscheidenheden voor de
vervroegde teelt. We zouden, weliswaar,
nog vele andere goede variëteiten kun
nen noemen maar 't voornaamste is de
manier van kweeken uiteenzetten, de
keuze van soorten is van minder belang.
Onder ons klimaat, aangezien de me
loen zich slechts op een warmtegraad
van 10 tot 12 graden ontwikkelt, is het
bijna onmogelijk deze plant te telen in
vollen grond, tenzij op een zeer zonnige
standplaats en op zonnebarm naar het
zuiden gekeerd buiten dit zeer uitzon
derlijk geval behoeft men glas. Sommige
hoveniers denken dat deze plant slechts
goed groeit in zuivere mestaarde, dit is
nochtans niet het geval aangezien een
half-z waren hofgrond haar meer welkom
is. Half ontbonden stalmest is in 't alge
meen 't voordeeligst voor den groei
voegt ge daarbij nu een 50 gram'groen-
tevette R.U Z. per m2, dan hoeft ge U
om de bemesting niet meer te bekom
meren.
De meloenen worden gewoonlijk ge
kweekt onder koud raam of in koude
kas en het is dan ook deze manier van
kweeken waarover het hier gaat. Indien
de bakken waarin we vervroegde bloem-
koolen, wortelen, salade of aardbeziën
gekweekt hebben thans ledig gekomen
zijn kan men ze tot de teelt van meloe
nen aanwenden.
Men zaait in April in zaaikistje of teil
gevuld met teeltgrond gemengd met
zand. Men plaatst de zaden op een af
stand van 2 cm. en men drukt ze een
centimeter diep in den grond men
maakt de oppervlakte effen en men dekt
bij middel van een glasruit om het ont
kiemen te bevoordeelen. Deze teil of
bakje plaatst men dan op een warme
plaats waar men, op zijn minst, een
warmtegraad van 20° ontwikkelen kan.
Wanneer de zaadlobben volgroeid
zijn en men er tusschen reeds sporen
ontwaart van een eerste te verschijnen
blad, dan neemt men de jonge plantjes
voorzichtig uit. om ze in potten te plan
ten van 8 tot 10 cm. doormeter en ge
vuld met een mengsel van teeltgrond en
zand. De zaadlobben van de planten
mogen op den grond rusten.
De grond van den bak zal men op de
volgende manier gereedmaken om de
jonge verpote planten te ontvangen. In
het midden van lederen bak graaft men
een groeve van 30 centimeter diep en
75 cm. breed en men vult deze met mest
op. De uitgegraven aarde, welke men
langs beide zijden van de groeve had
geplaatst, wordt nu benuttigd om boven
op den mest te leggen ten einde alzoo
een barm te bekomen, waarop men dan,
onder elk glasraam een meloenplant zet,
dan den grond eens goed begiet met
regenwater dat op voorhand een warm
tegraad van de heerschende luchtgestel
tenis verkregen heeft en men dekt daarna
den grond met korten mest om 't uit
drogen te beletten. Bij meloenen, even
als bij tomaten en bloembollen is het
geraadzaam dat de planten niet uit den
groei gaan.
BEHANDELING.
Men snoeit de meloenplanten om zoo
gauw mogelijk vrouwelijke bloemen en
bijgevolg vruchten te bekomen, ook om
de ranken binnen den bak te houden. De
eerste snoei heeft reeds plaats voor de
Vervolg op de 2de bladz.)
V. - Een paar gevallen die in geen bepaalde reeks zijn
onder te brengen.
We kunnen dit internationaal over
zicht niet sluiten zonder nog een kleine
uiteenzetting te geven van de toestanden
in de Vereenigde-Staten en Italië. Deze
twee landen verdienen een afzonderlijke
behandeling, daar zij in geen der reeds
behandelde reeksen zijn onder te bren
gen.
Vereenigde Staten. De ontwikke
ling der loonen, aan de eene zijde, en
van de prijzen der landbouwproducten,
aan de andere zijde, is in de Vereenigde
Staten, tijdens de crisisjaren, geheel an
ders geweest als in de meeste andere
landen. Ik zou durven zeggenomge
keerd. Sedert den oorlog stegen de
loonen der landarbeiders sneller dan de
prijzen der landbouwproducten, zoodat
de landbouwers voor de keus werden
gesteld het aantal gebruikte landarbei
ders te verminderen of hun loonen te
verminderen. De ongunstige toestanden
in de steden in verband met het te groot
aanbod van landarbeiders, maakte het
de landbouwers mogelijk de tweede op
lossing door te drijven. In 1935 was het
index der loonen 98. dit der prijzen ech
ter 108 (1909/14 100). De groote
droogte in den tijd dat de crisis het
hevigste was, dwong duizenden en dui
zenden landbouwers hun hoeve te ver
laten en ergens als landarbeider brood
te zoeken. Juiste cijfers werden nooit
meegedeeld. Nochtans we weten dat van
in Juni 1935 tot in Maart 1937 80.000
personen uit de gebieden waar de droog
te de meeste verwoesting aanbracht
naar Kalifornië uitweken. Men mag aan
nemen, zonder vrees van overdrijving te
worden beschuldigd, dat 200.000 men-
schen hun streek verlieten en in de staten
Idaho, Washington en Oregon een on
derkomen zochten.
Door de verdere mecaniseering van
het landbouwbedrijf werd de toestand
der landarbeiders nog gestadig slechter.
De oogstmachines hebben het mogelijk
gemaakt, dat de uitwijking van 250.000
seizoenarbeiders uit Texas naar Dakota
en Montana, waar zij den oogst hielpen
binnenhalen, geheel heeft opgehouden.
Hetzelfde kan gezegd worden van de
machines die gebruikt worden om den
maïsoogst en suikerbietenoogst binnen
te halen. De nieuwe machines die thans
op de markt worden gebracht om katoen
te plukken werpen verder een donkere
schaduw op het leven van de land-
arbeiders vooral in de Zuidelijke staten.
Daarbij komt dan nog dat de bevolkings
toename in deze staten grooter is dan in
de Noordelijke staten.
In het Zuiden is er een overbevolking
merkbaar doch ook in het Noorden
zijn de arbeidsloozen legio. Het doet wel
eenigszins eigenaardig aan, dat er in het
Noorden duizenden en duizenden jonge
lieden zijn die geen arbeid kunnen vin
den. Van 1920 tot 1930 zijn er twee
millioen jonge lieden van het land naar
de steden getrokken om daar een brood
winning te zoeken. Van 1930 tot 1940
zullen minstens een millioen andere
jonge lieden naar de steden trekken en
men heeft uitgerekend dat er nog een
millioen op het land achterblijven... die
er geen bezigheid kunnen vinden. De
gelegenheden om zich een eigen bezit
aan te schaffen zijn gering gezien het
groot aantal jonge lieden die hetzelfde
doel nastreven. Ook wordt met de jaren
het bezit aan gronden kleiner, daar én
door verkoop én door erfenis de groote
eigendommen verdeeld worden. De
landarbeiders hebben dus minder kans
om aan werk te geraken.
Met de hulp der machines lijdt het
dus geen twijfel, dat het landproletariaat
in de Vereenigde Staten nog verder zal
toenemen. Een eigenaardig, wellicht
eenig geval in de wereld.
Italië. Wellicht is het in Italië ge
weest waar de eerste noodkreet opging
tegen de vlucht naar de steden. En thans
is nog meer als 50 °/0 der bevolking in
den landbouw werkzaam. Men mag in
dit verband niet vergeten, dat de Ita-
liaansche landbouwer zeer zelden in de
omgeving van zijn landerijen woont,
doch in kleine landstadjes. En in deze
"paece» voelt de Italiaan zich goed. De
grootstad trekt hem niet aan, hij verlaat
zijn "paece» niet vrijwillig. De groei der
steden is een gevolg van de snelle indus
trialisatie die in het raam van de autar-
kie-poliek snelle vorderingen maakt, en
van den dwang welke aan de arbeiders
wordt opgelegd om de nijverheden in de
grootsteden te volgen. Deze arbeiders
stammen uit de bergen waar nog onge
veer 10 millioen menschen wonen. De
bergsteden verarmen en worden ont
volkt verarming van den bodem en te
hooge uitbatingskosten zijn de oorza
ken. Een geringe verbetering werd be-
"xT C*00r ket aanP'anten van bosschen.
Naar berekeningen van het "Comitato
Geografico del Consiglio delle Recerche„
is het aantal bergbewoners in de Alpen
?o-7C,en, d?el van de Apenijnen vanaf
1871 slechts met 400.000 vermeerderd.
In zekere deelen van het Alpengebied is
de bevolking zelfs verminderd. "Red
ding van het gebergte» is thans een be
langrijke actie tegen de vlucht uit de
bergen 1
Voor het overige heeft de landelijke
bevolking van Italië, in tegenstelling
met hetgeen zich in alle andere groote
staten van Europa heeft voorgedaan,
kunnen handhaven, daar in de jaren van
het fascistisch regiem de seizoenarbei
ders uitgeschakeld werden door aan een
stuk bodem gebonden boeren. De 60
landarbeiders van 1871 waren in 1936
tot 26 °/o verminderd. Vooral in den
loop der laatste vijftien jaren werd de
landarbeider tot boer omgevormd. Het
regiem van Mussolini was op dit gebied
uiterst bedrijvig door inlandsche koloni
satie, graanveldslag, landbouwcredieten
en het scherp toezicht dat uitgeoefend
werd op de ontwikkeling van de groot
nijverheid. Ook een uitzonderlijk geval
Indien we thans de gegevens van dit
internationaal overzicht samenvatten,
dan kunnen we besluiten dat tegenover
:en landelijke overbevolking in Polen,
apan en de Vereenigde Staten een even
sterk uitgesproken landelijke "Onderbe
volking» in de zoogenaamde oude kul-
tuurlanden staat. De landbouwlanden in
Zuid-Oost Europa kennen nog geen
landvlucht en treflen maatregelen, zoo
als het in de Scandinaafsche en Oostzee-
staten gebeurt, om een begin van land
vlucht tegen te houden.
Landvlucht heeft met kuituur niets te
maken het gebrek aan harmonie tus
schen nijverheid en landbouw en een
slechte opvoeding der jeugd, verblind
door het schijngeluk der steden, alleen
draagt daaraan schuld. Dr Reischle
heeft onlangs de landvlucht als "een
volksvernietigende volksziekte»Jbestem-
peld. En hij heeft gelijk. <'4jH
Dat bewijst dit internationaal over
zicht ten overvloede.
van Rechtskundige Dienst
wordt gehouden op Zondag
4 Juni van 8,30 tot 10,30
uur, In ons Lokaal, Groote
Markt, Aalst.
De heer Derwa. Rijkslandbouwkun-
digeder omschrijving Dendermonde-
ot Ni klaas-Aalst, zal voortaan te sore-
ken zijn
te Dendermonde in - Den Hert» alle
Maandagen van 10 tot 11 uren
te St Niklaas in "De Hoop! iedere
i Donderdag der maand van 10 tot 11 u
te Aalst in Het Paviljoen iedere
f. atcrda3 dcr maand van 10 u. tot
10 u, 30;
te Aalst in De Koornbloem» iedere
J Zaterdag der maand van 10 u. 30
tot 11 uur.
DE
TELEFOON i 267.