De behoorlijke Winstmoge lijkheid voor den Landbouw Roemenië verbouwt Sojaboonen. i Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor en door de Landbouwers ZITDAG De kweek van den Andijvie Landbouwers Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven ZONDAG 4 JUNI 1939. Pïsj* 35 cctleta 2 Uit JAARGANG Nr 106£ Abonnementsprijs 15 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opstelier O. CAUDRON. Bareel en RedactieZeebergkaai, 4» Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hnnne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. Wanneer eindelijk de Landbouwpolitiek welke haar kan verwezenlijken De belofte eener behoorlijke winstmogelijkheid voor den land bouw schijnt, evenals deze eener stipte naleving der Vlaamsche taalwetten,een geijkte formule ge worden die moet dienst doen in alle regeeringsverklaringen. Aan de uitvoering van beide beloften schijnt de regeering echter tot he den maar weinig zorg te besteden. Een redelijke winstgevenheid voor onzen land- en tuinbouw kan slechts bekomen worden hetzij door inkrimp'ng der voortbrengst- kosten, hetzij door verbetering der verkoopprijzen, derwijze dat het verschil tusschen deze twee fac toren aan den landbouwer een ge noegzame bedrijfswinst overlaat, om zijn arbeid en het kapitaal dat hij in zijn bedrijf heeft belegd op normale wijze te vergoeden. Het landbouwindex over het jaar 1938 wijst uit dat deze mo gelijkheid nog verre van bereikt is. Immers het indexcijfer der ver koopprijzen voor de akkerbouw producten bedroeg in huidige fran ken slechts b89, in vóóroorlogsche franken 71,5, dit der veeteeltpro ducten onderscheidelijk 689 en 71,5. Voor akkerbouw en veeteelt samen bedroeg het index in huidi ge franken 643 en in vóóroorlog sche franken 66,7. De productiekosten integendeel bereikten over hetzelfde jaar 1938: 757 in huidige franken en 78,6 in vóóroorlogsche franken. Dit maakt dus een nadeelig saldo van 114 punten in huidige franken en van 11,9 punten in vóóroorlogsche franken. Het Instituut voor landbouw economie der Hoogere Landbouw school te Gent kwam, bij middel van degelijk aangelegde boek houdkundige gegevens betrekking hebbende op 49 landbouwbedrij ven uit het Vlaamsche land met een gemiddelde oppervlakte van 15 ha. tot even nadeelige bedrijfs resultaten. Voor het bedrijfsjaar 1936-37 stelde bet een bruto-ver lies vast van 716 frank per hectaar. De prijzen welke de bijzonder ste landbouwproducten hebben gemaakt tijdens het bedrijfsjaar 1937-38 zullen voorzeker geen gunstiger uitslag geven. Immers het landbouwindex voor Maart 1939 wijst een daling aan van 17 punten op de verkoopprijzen der akkerbouw- en veeteeltproducten ten opzichte van hetzelfde index over 1937 en een stijging van 17 punten op de productiekosten te genover hetzelfde index van het jaar 1937. Het nadeelig verschil tusschen het index der verkoop prijzen en dit der voortbrengstkos- ten is dus sedert 1937 nog toege nomen met 34 punten. Deze gegevens vertoonen een duidelijk beeld van den zeer be narden economischen toestand waarin het landbouwbedrijf ver keert. Dringende maatregelen met ruime draagwijdte zijn dus vol strekt vereischt om het landbouw bedrijf van den ondergang te redden. Iedereen die op de hoogte is van de landbouweconomie weet dat deze maatregelen niet te zoe ken zijn in de verlaging der kost prijzen, noch in de verbetering der kwaliteit van de landbouw producten. Vergelijkende landbouwstatis- tieken uitgaande van het Inter nationaal Landbouwinstituut van Rome bewijzen dat onze land- en tuinbouwers, op gebied van hoe danigheid hunner producten, tus schen de eersten van de wereld dienen gerangschikt. Wat de vermindering der kost prijzen en verbetering der techniek bij de voortbrengst aangaat, heb ben onze boeren sedert enkele jaren zeer aanzienlijken vooruit gang gemaakt. Verbetering is hier natuurlijk nog steeds mogelijk onder stuwing van het vakonder wijs en van de gezamenlijke voor lichting door de openbare over heden en de beroepsvereenigin- gen, doch hiervan een genoegzaam resultaat verwachten om de hui dige landbouwcrisis op te lossen is ten slotte ongegrond optimisme en gevaarlijke illusie. Men vergete het nietverlaging der voortbreng stkosten en verbe tering der kwaliteit zijn een werk op langen termijn. De economische toestand van den landbouw vergt echter maat regelen met onmiddellijke uitwer king, namelijk deze er toe strek kende de verkoopprijzen te ver- hoogen of te verbeteren. Het is in deze richting dat de actie der openbare besturen zich moet ontwikkelen. In andere woorden gezegd, de Regeering moet een doeltreffende verkoop- prijzenpolitiek volgen. Deze politiek moet steunen op de drie volgende princiepen 1) Onze land- en tuinbouw moet den voorkeur hebben bij de be voorrading der inlandsche markt. Dit princiep sluit in zich de ver dediging der Belgische markt tegen overdreven invoer uit het buitenland en tegen dumping of andere methoden van abnormale vreemde mededinging. 2) Er dient een bestendig even wicht betracht in onze landbouw productie om prijsinstortingen te voorkomen voortspruitende uit overproductie in bepaalde be drijfstakken van onzen landbouw. Dit princiep sluit in zich dat de passende maatregelen dienen ge troffen om de voortbrengst zoo snel mogelijk aan te passen aan de mogelijkheden van afzet of ver koop op de binnenlandsche markt dat uitbreiding dient gegeven aan de teelten waarvoor geen over productie te duchten is, terwijl integendeel de inkrimping dient bevorderd van teelten welke de behoeften van het verbruik over schrijden. 3) Onze uitvoer van landbouw producten dient met alle mogelijke middelen bevorderd en uitgebreid. In een volgende bijdrage zullen wij breedvoerig de maatregelen uiteenzetten tot verwezenlijking dezer princiepen en tevens de zware leemten en tekortkomingen aantoonen in de tot heden ge volgde regeeringspolitiek, bij de doorvoering van hooger aange haalde princiepen. Een onderdeel van het Duitsch-Roemeensch handelsaccoord. Bijzonder als men in den tuin geen al te groote dosis kalk heeft gebezigd kunnen de bladeren van de fijngekrulde andijvie, gebruikt als salaad, zeer malsch zijn, met een tikje bitter, terwijl de ge kookte breedbladerige andijvie een zeer smakelijke groente is. We hebben hier voor ons twee pakjes andijviezaad liggen voortkomende uit een verzameling van zestien pakjes en gekocht tegen 10 fr. in R U Z het eene is zaad van de gekrulde winter- andijvie en 't andere van de volhartige breedbladerige die beide een doormeter van 40 cm. kunnen bereiken en die aangeschreven staan als twee zeer aan te bevelen variëteiten, de breedbladerige is zelfs een verbetering van de groene andijvie of breedbladerige ronde. Aangezien beide verscheidenheden zoo gunstig bekend zijn, willen we er ons op toeleggen zelf zaad er van te kweeken. We moeten hierom de zaad dragers kiezen uit planten voortkomende van een zaaiïng gedaan na 15 Juni en in de beste voorwaarden overwinterd in een koude serre of onder koud raam. We vreezen dat er voor toekomend jaar veel minderwaardig zaad in den handel zal worden gebracht om reden dat de meeste planten, dienende als zaaddragers, door de plotse, Siberische koude van December 1938 zullen ver vroren zijn en de handelaars in zaden hun toevlucht zullen genomen hebben tot een ander middel om toch maar in 1939 een genoegzamen voorraad andij viezaad te bekomen. Dit middel bestaat hierin dat men zaait op een warme broei- laag in Februari, verspeent in Maart insgelijks op warme laag, om dan einde lijk in April de planten ter plaatse te zetten. Deze planten schieten snel tot zaad dragers op en men bekomt alzoo nog zaden in 1939. Zulke zaden zijn niet zoo goed en zullen in zich een grootere neiging hebben tot opschieten dan deze voori komende van planten die men heeft overwinterd. Deze laatste worden dan in April-Mei op 50 tot 60 cm. afstand in alle rich tingen op een goed voorbereid zaadbed uitgeplant, een bed dat, om het te be reiken doel, rijkelijk voorzien werd van potasch- en fosfoormesten. Wanneer de bloemstengels een hoogte van 60 cm. hebben verkregen, nijpt men ze de kop pen uit en de zijvertakkingen nijpt men op 40 cm. in. Op die manier bekomt men misschien wel wat minder zaad, maar integendeel zaad dat kloeker en kiémkrachtiger is. Het zaad rijpt in Augustus-September en rijst gemakkelijk. Daarom snijdt men de stengels eenige dagen voor de volle dige rijpheid af en men laat ze drogen in een open luchtige plaats, tot men ze dorschen en reinigen kan. Op die manier is men zeker goed zaad te bezitten dat gedurende acht jaar zijn kiemvermogen zal bewaren. Liefhebbers die enkel kweeken voor eigen gebruik kunnen zaad koopen bij te vertrouwen zaad handelaars of beter nog in hun Veree- niging R.U.Z. De andijvie verlangt, om goed tot zijn recht te komen, een lossen, frisschen en rijken grond. Het perceel der bladge wassen is voor haar bestemd en we gaven er dit jaar niet minder op dan 600 kg. stalmest, 3 kg. Groentevette R U Z., 2 kuipen beer per are en moes ten we, binst den groei, bemerken dat ze er niet genoeg van doorgaan, we zou den niet aarzelen er nog een 3 kg. zwa velzuren ammoniak of 4 kg. sodanitraat aan toe te voegen en dit in een of twee- Vervolg op de 2de bladz.) Over het Duitsch-Roemeensch handelsakkoord, dat enkele weken geleden te Bukarest werd afge sloten, werd veel geschreven. Ge waagde men niet dat de onder- te ekening werd afgedwongen door een ultimatum We willen er niet over uitweiden we willen er alleen maar een onderdeel van be lichten. In Januari 1937 hebben we op deze plaats een korte geschiedenis gegeven van de sojaboon en vertelt dat zij bijna voor alle doeleinden dienstig is, o.a. voor het vervaardigen van olie, boter, rubber, petroleum, verfstoffenshellak, vernis, kunstzijde... om er slechts enkele te noemen. Totnogtoe beheerscht Japan nog steeds de wereldmarkt van dit pro- dukt al hebben de Vereenigde Staten zich ook aan de verbouwing van de sojaboon gezet. Thans reeds staat de onaanzienlijke sojaboon, een typisch produkt van Mandchukuo, in de rij naast de groote wereldprodukten rijst, katoen, graan, olie, goud. In Europa is het Duitschland geweest dat het eerst het nut van de sojaboon heeft ingezien. In den aanvang, welis waar, niet zoozeer als een produkt voor de nijverheid. Slechts 18 °/o ervan lever de olie op (voor margarine en zeep) en 80 °lo diende voor het vervaardigen van krachtvoeder voor het vee. In den aan vang richtte Duitschland zich ook tot Japan voor het bekomen van de soja boonen. Er werden ruilakkoorden ge sloten tusschen Duitschland en Mand chukuo sojaboonen tegen machines. Het verre vervoer belastte de prijzen en de Duitsche landbouwkundigen keken rond of niet op eigen bodem en in aan palende landen met de verbouwing van de kostbare sojaboon kon begonnen worden. In Duitschland zelf is het klimaat slecht geëigend. De eerste proeven wierpen geen schitterend resultaat af. Dit wil niet zeggen dat er hier en daar geen sojaboonen worden gewonnen. De hoop van Duitschland in dit opzicht, echter, is gesteld op Joego Slavië en Roemenië. Vooral het tweede land be looft een groote voortbrenger te worden van sojaboonen. De meest noordelijke deelen van deze landen van Centraal en Oost Europa waar totnogtoe met succes maïs werd verbouwd, schijnen het best geschikt voor het winnen van de sojaboon. En Duitschland stelt alles in het werk om de verbouwing aan te moedigen. En de landbouwers vragen niet beter. Duitschland is een vaste af nemer aan loonende prijzen, terwijl er voor zoovele andere producten, tarwe en maïs vooral, geen afnemers opdagen. Het was, trouwens, een Duitsch- Roemeensche maatschappij die met het verbouwen van de sojaboon in Roeme nië is begonnen. Dit gebeurde in 1934. De maatschappij sluit met de landbou wers contracten af waardoor zij verze kerd zijn den oogst, gewonnen op een in het contract vastgestelde oppervlakte aan den man te kunnen brengen. In de proefjaren bedraagt deze oppervlakte niet meer dan 1 hectaar. De prijs is zoo hoog gesteld dat alle boeren die nauwe lijks van hun tarwe een loonende ver dienste bekomen, het met de sojaboon willen probeeren. Daarbij kunnen ze dan rekenen op de hulp van geschoolde landbouwkundigen die de boeren met raad en daad bijstaan. Voor den oogst van 1937/38 was de betaalde prijs 33 °/o hooger dan deze welke op de wereld markt werd betaald voor het volgend seizoen werd de prijs nog verhoogd. De heele oogst, behalve het zaadgoed, werd naar Duitschland uitgevoerd. En de zaken van de Duitsch- Roemeensche maatschappij schijnen niet slecht te gaan vermits het kapitaal van 33 op 550 mil- lioen lei werd gebracht. Van 1934 tot 1937 werden zoowat overal in Roemenië proeven genomen. Naar het schijnt is er wel geen boer meer die het niet heeft geprobeerd op een stukje land sojaboonen te winnen en er iets aan te verdienen. Na die eerste drie jaar had men genoeg materiaal en werden er nog slechts kontrakten afge sloten met de boeren die in de bestge- schikte deelen van het land woonden, doch in doorsnee slechts voor een aan bouw op een oppervlakte van 2 hectaar. En het gevolg van deze politiek is ge weest, dat de gemiddelde productie on gewoon sterk is opgeloopen. Niette genstaande een vermindering van de bebouwde oppervlakte, was de oogst opbrengst even groot als de vorige jaren. Thans eerst denkt men er aan de contracten in de uitgekozen deelen van het land uit te breiden. Tezelvertijd zal de Soja A G. voor een betere technische en machinale uitrusting van de land bouwers zorgen. Dit ook is een onder deel van het Duitsch-Roemeensch han delsakkoord. Waar wordt de Sojaboon gewonnen In 't begin van 1935 had de Duitsch- Roemeensche maatschappij de meeste contracten afgesloten met boeren die in de omgeving van de Lagere Donau woonden, dus in de eerste plaats in de Dobroedsja (het gebied dat Bulgarije terugeischt) en Bessarabië (dat voor den oorlog aan Rusland toebehoorde). In 1938 werden 85 van de contracten afgesloten met landbouwers uit Bessa rabië, terwijl in de Dobroedsja de ver bouwing van sojaboonen zoogoed als geheel werd stopgezet. Ook in het noordelijk gedeelte van de Moldau, in Bukowina en Zevenbergen schijnt de bodem geschikt en zijn de toekomstmo gelijkheden zeer groot. Zoowel voor wat betreft de kwaliteit als de productie werpen de noordelijke provinciën de beste resultaten af. Dat hadden de Duitsche landbouwkundigen, die enkele proefjaren in Mandchukuo doorbrachten, voorzien. Ook in Mand chukuo worden in het noorden de beste uitslagen bekomen. Daaruit besloten de Duitschers dat het beste geschikte ter rein zich moest uitstrekken van Bessara bië, Bukowina naar Oost-Galicië en Podoliën. Ook vermoeden zij dat Ze venbergen (waar de eerste proeven goede resultaten hebben afgeworpen), Slowa kije en Moravië ook uiterst goed ge schikt moeten zijn voor den aanbouw van sojaboonen. In ieder geval, sterk door de ondervinding opgedaan in Roe menië. zal Duitschland in eigen land en in Slowakije nieuwe proefnemingen doen. De invoer uit het zuid-oosten van Europa bedraagt reeds fantastische cijfers. Men mag echter niet vergeten dat de proefjaren juist achter den rug zijn. Wat zal het dan binnen enkele jaren worden 1 Duitschland heeft een schrijnende behoefte aan grondstoffen, vooral olie houdende planten en vetten. Men mag werkelijk zeggen dat heel de krachtin spanning, op economisch gebied wel te verstaan, gericht is op de Sojaboon en de walvischvaart. Sojaboonen en wal- vischvet leveren de grondstoffen voor het vervaardigen van... boter 1 En daar aan is er in Duitschland een groot gebrek van Rechtskundige Dienst wordt gehouden op Zondag 4 Juni van 8,30 tot 10,30 uur, In ons Lokaal, Groote Markt, Aalst. abonnenten aan voor Uw blad I TELEFOON 267.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1939 | | pagina 1