De behoorlijke Winstmoge
lijkheid voor den Landbouw
?l
De Melkstaking
geëindigd.
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Voor eo door de Landbouwers
Het Aandeel der Vreemdelingen
in den Franschen Landbouw
Landbouwers
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
ZONDAG 16 JULI 1939.
Prijs 33 ceticn
2 late JAARGANG Nt 1071
Abonnementsprijs 15 fir. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller
O. CAUDRON.
Bareel en Redactie i Zeeberg kaai, 4» Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bfldragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
Wanneer eindelijk de Landbouwpolitiek welke haar
kan verwezenlijken 7
(4e Bijdrage.)
Zooals wij meedeelden in ons vorig
nummer wenschen wij thans de midde
len te onderzoeken tot practische toe
passing of doorvoering van het derde
princiep dat als grondslag ligt eener
doeltreffende verkoopprijzenpolitiek ten
voordeele van onzen land- en tuinbouw
n.l. bevordering van den uitvoer onzer
land- en tuinbouwproducten, met alle
mogelijke middelen.
Over de twee eerste princiepen dezer
verkoopprijzenpolitiekvoorkeur aan
onzen land- en tuinbouw bij de bevoor
rading der inlandsche markt, bestendig
evenwicht in onze landbouwproductie,
hebben wij onze zienswijze uiteengezet
in de nummers van 25 Juni en 9 Juli 11.
Bevordering van den uitvoer
onzer land- en tuinbouw
producten.
Alhoewel, zooals wij het in een vorige
bijdrage betoogden, onze landbouw voor
den afzet zijner producten in hoofdzaak
is aangewezen op de binnenlandsche
markt, is de uitvoer voor sommige pro
ducten een noodzakelijkheid. Zulks is
onder meer het geval voor onze trek
paarden, voor bepaalde produkten van
onzen tuinbouw zooalsdruiven, wit
loof. chicorei, vroege aardappelen, as
perges, bloemkoolen, bloembollen, ker
sen, enz. Voor andere producten is uit
voer op bepaalde tijdstippen van groote
voortbrengst ook zeer nuttig, zooals
boter, varkensvleesch, enz.
Voor de algemeene economie van het
land is deze uitvoer van zeer gewichtig
belang. Het betreft immers verfijnde
producten waaraan uitsluitend Belgische
bedrijfskapitalen, grondstoffen en arbeid
werden besteed. Benevens den gunstigen
invloed welke de uitvoer dezer produc
ten uitoefent op 's lands handelsbalans,
mag zonder tegenspraak worden gezegd
dat, op gebied van tewerkstelling van
inlandsche werkkrachten en aanwending
van eigen nationale grondstoffen, de uit
voer dezer verfijnde land- en tuinbouw
producten voor het land heel wat meer
nut oplevert dan de uitvoer van halfaf-
gewerkte nijverheidsproducten welke
een ruim en met den dag toenemend aan
deel innemen in onzen industrie-export I
Op het meer beperkte terrein onzer
landbouweconomie, is de uitvoer van
bedoelde producten een noodwendig
heid, daar bij het wegvallen ervan, het
evenwicht in onze landbouwproductie
onwederroepelijk in 't gedrang wordt
gebracht.
Hoe dient nu deze uitvoer in stand
gehouden en ontwikkeld
Wij weten het het internationaal
handelsverkeer wordt dezen laatsten tijd
allerwege gehinderd en belemmerd door
allerlei maatregelen, zooals contingen-
teering, deviezenbeperking, differentieele
toltarieven, hooge douanerechten, sani
taire maatregelen welke als voorwend
sel worden gebruikt tot beperking van
den invoer, enz. Er dient dus een voort
durende, behendige en hardnekkige strijd
gevoerd om buitenlandsche afzetgebie
den te behouden en meer nog onvze uit
te breiden. Vandaar de noodzakelijkheid
de openbare besturen welke den buiten-
landschen handel in hunne bevoegdheid
hebben behoorlijk uit te rusten en alle
doeltreffende middelen te bezorgen om
bedoelden strijd met kans op slagen te
voeren.
Wij laten hier in 't midden of het niet
doelmatiger ware de dienst voor buiten-
landschen handel welke thans is gehecht
aan het Ministerie van Buitenlandsche
Zaken, onder te brengen bij het Minis
terie van Economische Zaken waar hij
op het eerste zicht beter thuis hoort,
doch het staat vast dat, met het oog op
de behartiging van den uitvoer onzer
land- en tuinbouwproducten, de Dienst
voor Buitenlandschen handel zware
leemten vertoont.
Slechts te Londen is er een speciaal
ambtenaar met opdracht zich bezig te
houden met de belangen van onzen land
en tuinbouw. In andere groote naburige
landen zooals Frankrijk en Duitschland,
wier aanzienlijk belang als afzetgebieden
voor onze land- en tuinbouwproducten
in 't oog springt, is België niet vertegen
woordigd door speciale land- en tuin-
bouwconsulenten. Nochtans zouden ge
specialiseerde agenten begaafd met on
dernemingsgeest en werkkracht, alsook
met kennis onzer landbouweconomie en
der behoeften van het land waarin zij
verblijven, groote diensten kunnen be
wijzen tot bevordering van den uitvoer
onzer land- en tuinbouwproducten.
Zij zouden ter plaatste tijdig nuttige
inlichtingen kunnen verzamelen nopens
de behoeften der bevolking aan onze
land- en tuinbouwproducten en onze
voortbrengers desaangaande inlichten,
hun nuttige aanwijzingen verstrekken
nopens de kwaliteit, de wijze van ver
pakking en verzending die gewenscht
worden door de invoerders en de ver
bruikers, met de invoerders interessante
zakenrelaties aanknoopen, doeltreffende
publiciteit maken voor onze land- en
tuinbouwproducten.
Kortom, deze agenten zouden geen
ambtenaars moeten zijn doch wel onder
legde en ijverige handelsmenschen staan
de in dienst van onzen land- en tuin
bouw en beschikkende vanwege de
regeering over de vereischte actie
middelen.
Hier stelt zich ook het zeer gewich
tige vraagstuk der afsluiting van han
delsovereenkomsten met het buitenland.
Wij hebben hier menigmaal aan de
kaak gesteld, hoe bij de afsluiting van
die handelsverdragen men alleen oog
had voor de belangen onzer nijverheid
en onze land- en tuinbouw als wissel
munt werden gebruikt om voordeelen te
bekomen ten bate der nijverheid. Het
zou ons te ver leiden desomtrent talrijke
voorbeelden op te sommen. Wat wij
eischen is 1) dat bij de onderhandelin
gen, onze land- en tuinbouw vertegen
woordigd wezen door ambtenaren vol
ledig op de hoogte van de nooden van
onzen land- en tuinbouw, van de struc
tuur en de bestanddeelen onzer land
bouweconomie 2) dat de vertegen
woordigers onzer land- en tuinbouwers
geraadpleegd worden bij de voorberei
ding van, en ook tijdens de onderhande
lingen nopens handelsovereenkomsten
met het buitenland3) dat de afgesloten
handelsovereenkomsten zonder verwijl
en volledig worden kenbaar gemaakt
aan onze landbouwers, omdat zij voor
hen uiterst nuttige inlichtingen behelzen
nopens de verdere richting van hunne
productie. Het moet nu eens voor goed
gedaan zijn met de geheime diplomatie
en dubbelzinnigheid, welke de nieuwe
handelsverdragen als met een rookwolk
omsluierden voor onze boeren, opdat zij
niet te scherp zouden gevoelen dat zij
de gefopten zijn.
Ten slotte vragen wij, dat waar men
aan de met ons contracteerende landen
den invoer toelaat van bepaalde land
bouwproducten. men ook als vergelding
van hen bekomen, dat zij een invoer
toelaten van de land- en tuinbouwpro
ducten, waarvoor wij op den uitvoer
zijn aangewezen.
Wij aanvaarden wel dat inzake uit
voer er een zekere solidariteit moet
heerschen tusschen nijverheid en land
bouw. Doch die solidariteit mag niet
eenzijdig worden opgevat en doorge
voerd, derwijze dat alleen de offers wor
den gevergd van den landbouw,
Indien bij toepassing van die recipro
citeit het noodzakelijk is tegen ietwat
duurder prijzen te koopen bij landen
welke haar kunnen toestaan, dan is het
de plicht der volksgemeenschap dit klei
ne offer te brengen.
Men vergete immers niet dat een ge
zonde landbouw en een welvarende
boerenstand, op sociaal en economisch
gebied zoowel als op dit der bevolking,
de hoeksteen en levensbron zijn der natie.
De leiding van Het Boerenfront
heeft na elf dagen de melkstaking als
geëindigd verklaard. In haar weekblad
motiveert zij deze beslissing als volgt
1De regeering heeft zich verbonden
binnen kort de vereischte koninklijke be
sluiten af te kondigen tot regeling van
het zuivelvraagstuk. De minister van
Landbouw heeft zijn eerewoord gege
ven dat er een begin van verwezenlij
king gaande is wat betreft de gezond
making van den verkoop van verbruiks-
melk in de stad.
2) De melkerijen zullen voortaan melk
aan 30 graden motten verkoopen in
plaats van aan 28°.
3) Aan de melkvoortbrengers zal con-
trool verleend worden op de bepaling
der vetgehalte der melk.
4) Door verschillende maatregelen zal
zoo spoedig mogelijk de prijs der boter
en der melk verhoogd worden, zoodat
ze den kostprijs zullen benaderen.
5) In den beheerraad van den Natio-
nalen Zuiveldienst zal een vertegen
woordiger van het Boerenfront zetelen,
evenals in de Centrale Zuivelcommissie.
Wat den onmiddellijken opslag der
melk betreft, wordt in bedoelde verkla
ring meegedeeld, dat het Boerenfront,
door de tegenwerking van den Boeren
bond en van de Landbouwvertegen-
woordigers die kost wat kost het Boe
renfront willen nekken, nog geen vol
doening heeft bekomen.
Over de juiste waarde der verbeterin
gen bekomen door het Boerenfront,
dank zij de hardnekkige en vastberaden
staking zijner leden, wenschen wij geen
oordeel te vellen alvorens de Koninklijke
Besluiten tot regeling van het zuivel
vraagstuk in het Belgische Staatsblad
zijn verschenen. Dit is intusschen nog
niet geschied en het Boerenfront en alle
landbouwers zullen er op te waken heb
ben dat de regeering hare beloften ge
stand blijft.
Intusschen spreken wij onze bewon
dering en onze goedkeuring uit voor de
kranige houding onzer stakende bedrijfs-
genooten. Zij hebben alvast dit resultaat
bereikt dat zij de openbare meening op
afdoende wijze hebben ingelicht nopens
de uitbuiting waarvan de voortbrengers
en de verbruikers de slachtoffers zijn in
den melk- en zuivelhandel, en dat de re
geering eindelijk heeft toegezegd hande
lend te zullen op treden tot regeling van
het distributievraagstuk.
Alhoewel het Boerenfront in zijn jeug
digen overmoed, gemeend heeft de hulp
onzer Vereeniging te kunnen missen,
hebben wij met objectieve eerlijkheid de
rechtvaardigheid van zijn strijd erkend
en solidair verklaard met de stakende
boeren.
Wat de houding van den Boerenbond
betreft, wij keuren ze af om de redenen
uiteengezet in ons vorig nummer.
Wij kunnen niet aannemen dat dit
organisme dat steeds bij hoog en laag
beweert alleen de echte verdediger te
zijn van de belangen der landbouwers,
de melkstaking als gelegenheid heeft ge
grepen om zijn woede bot te vieren tegen
een hinderend concurrent en zich heeft
geschaard bij de bekampers onzer sta
kende landbouwers.
Aangenomen dat de staking hem niet
als een passend of doelmatig middel
voorkwam, had hij minstens een neutrale
houding moeten aannemen in het con
flict. Het ging hier immers niet alleen om
de belangen der boerenfronters, doch
om de levensbelangen van alle melk
voortbrengers. Doch als spelbreker op
treden, van zijn politieken invloed ge
bruik maken om te beletten dat het
Departement van Landbouw als scheids
rechter zou optreden bij de vaststelling
van den melkprijs, is een laakbare daad
welke de boeren hem niet zullen ver
geven.
Ook de katholieke partij beging een
zware fout toen zij weigerde deel te
nemen aan de afvaardiging van het
Boerenfront welke een onderhoud had
gevraagd aan den heer Minister van
Landbouw met het doel een oplossing te
treffen inzake de prijzen voor de melk.
Wij herhalen het hier nogmaals een
(Zie vervolg onderaan hierneven).
Frankrijk.
650.000 hectaar land worden door vreemdelingen bebouwd.
In verband met de landvlucht, die
we hier reeds in menig artikel heb
ben behandeld, willen we, na een
reis doorheen Frankrijk, enkele
bijzonderhèden geven over het
aandeel dat de vreemdélingen heb
ben in den Franschen landbouw.
We verlaten daarmee niet geheel
de bespreking der kwesties welke
op het XVIIIe Internationaal
Landbouwcongres te Dresden
werden onderzocht. Heeren Mar
cel Fouchet, Gérard Vée hebben
er breedvoerig uitgeweid over de
landvlucht in Frankrijk, doch zij
hebben vergeten dat de inwijking
van vreemde landarbeiders en boe
ren een der doelmatigste midde'en
is om het tekort aan arbeidskrach
ten te keer te gaan.
We willen deze leemte vullen.
Over de ontvolking van Frankrijk is
reeds veel gezegd. Doch telkens wan
neer men door dit mooie land reist, dan
grijpt de verlatenheid van de dorpen u
opnieuw aan. Groot is het aantal depar
tementen die als verlaten schijnen en
zonder toekomst zijn. In zoovele kleine
stadjes hebben wij de markten opge
zocht en het gedoen der landbouwers
gadegeslagen. Ea ik weet niet, maar
telkens kwamen mij daarbij herinnerin
gen op aan een reis door Finland. De
onvruchtbaarste streken van Frankrijk
zouden voor een Finschen landbouwer
gelijk schijnen aan een paradijs En noch
tans, weet de Finsche boer een betere
kwaliteit producten op de markt te bren
gen. Hij vergenoegde er zich, trouwens,
niet mee zijn producten op de markt van
Viborg of Uleaborg te verkoopen, neen,
hij sloot zich aan bij andere boeren om
de kwaliteit van zijn producten te ver
beteren en om een ruimer afzetgebied te
veroveren. En hij is er in gelukt.
De Finsche boter en de Finsche kaas
zijn wereldberoemd zij worden zelfs
naar Amerika uitgevoerd. En wat leve
ren de Fransche provincies aan de we
reldmarkt Wijnen. Dat is alles.
Voor het departement der Landes
moet men wellicht een uitzondering ma
ken. Dichters hebben geschreven over
de verlatenheid van de wouden van pijn-
boomen. Deze wouden worden echter
verzorgd en zijn een bron van rijkdom
geworden. Hars en terpentijn worden
aan goede prijzen uitgevoerd en een
hout- en papiernijverheid is er ontstaan.
Dat is alles.
Overal elders ontvolken de dorpen en
de boeren, die aan hun grond houden,
zijn er op aangewezen het tekort aan
arbeidskrachten door machines goed te
maken. Wanneer een verlaten hoeve,
echter, terug betrokken wordt, dan is
het meestal door vreemdelingen.
Het aandeel der vreemdelingen in den
Franschen landbouw groeit met den dag,
niettegenstaande een beperking van de
inwijking werd getroffen. Deze maatre
gel is het gevolg der klachten van han
delaars en ambachtslieden, die vanwege
de vreemdelingen een groote mededin
ging ondervinden. Dit kan niet gezegd
worden van den landbouw, waar de
vreemdelingen groote diensten bewijzen.
Trouwens, de vreemdelingen die zich
in de steden vestigen zijn bijna allen
politieke vluchtelingen. Dit verschijnsel
is van zeer recenten datum, terwijl land
arbeiders reeds vóór den oorlog naar
Frankrijk uitweken.
Tien jaar geleden telde Frankrijk on
geveer 250.000 vreemde landarbeiders.
Sindsdien zijn er ieder jaar nieuwe bij
gekomen. In 1935 ongeveer 46.000 in
1937 meer dan 77.000. Men rekent, dat
meer dan een millioen vreemde land
arbeiders naar Frankrijk zijn uitgeweken.
afdoende oplossing van gansch het melk
en zuivelvraagstuk zien wij sleets in
i minimaprijzen voor den voortbrenger
gepaard met maxima-prijzen voor den
verbruiker.
Hoeveel blijven er nog van op het land?
Men weet het niet juist. Men gewaagt
van 500.000. In ieder geval heeft Frank
rijk ieder jaar 50.000 inwijkelingen
noodig om de leemten te vullen.
Merkwaardig is ook dat het aantal
seizoenarbeiders regelmatig vermindert,
en wel van 86,4 op 56,4 °/o. Dit bewijst
dat een merkelijk deel van deze arbeids
krachten voorgoed in Frankrijk blijft.
De graan- en suikerbeetoogsten in
Noord-Frankrijk zijn op Belgische en
Poolsche landarbeiders aangewezen in
het Zuiden, daarentegen, kan men de
Italiaansche en Spaansche arbeidskrach
ten niet missen. Alleen in het departe
ment Hérault worden bij den druiven
oogst 70.000 Spanjaarden aan het werk
gesteld.
Eigenaardig is zeker het feit, dat deze
vreemde arbeidskrachten zich volgens
nationaliteit in zekere gebieden groe-
peeren. Het meerendeel der Belgen in
het Noorden en in de omgeving van
Parijsin het Noorden en Midden-
Frankrijk, Polen en Slaven. De Span
aarden vindt men in Gascogne en Lan-
guédoc en de Italianen in het Z.-Oosten.
Deze landarbeiders zijn werkzaam en
matig en vinden gelegenheid om een cent
te potten. Na een zeker aantal jaren
huren of koopen zij een hoeve. In Frank
rijk worden 650.000 hectaar land door
vreemdelingen bebouwd, dit wil zeggen
de oppervlakte van een departement.
En men mag hun werk zien. Trouwens,
deze elementen zijn stabiel, en hun fami
lies passen zich goed aan. De kinderen
volgen Fransche scholen en vergeten
spoedig hun moedertaal. Dan verlaten
zij ook het land en zoeken gemakkelijken
arbeid in de steden. Dit vereischt dan
weer een nieuwen toevoer van vreemde
lingen.
Al deze vreemdelingen vinden hun
eigen werkkring. De Hollanders en de
Zwitsers worden meestal veeboerende
Belgen leveren technici voor den teelt
van suikerbeeten, vlas, hop, enz. De
Noord-Italianen zijn kloeke werkers. Zij
bebouwen de landerijen die door hun
vroegere eigenaars verlaten werden
omdat zij niets opbrachten. Ons werd de
geschiedenis verteld van een Italiaan die
in Périgord een kleine verlaten hoeve
had gekocht. Lang zou hij het er niet uit
houden, was het algemeen gedacht. Hij
moest als het ware het land opnieuw
ontginnen en het eerste jaar oogstte hij
90 zakken graan, het tweede 500, het
derde 600.
Over het algemeen zijn de vreemde
landarbeiders werkzaam, gehoorzaam en
verknocht. De Fransche arbeiders ver
wijten hun wel dat zij voor een te laag
loon werken, en eens dat zij geld hebben,
hoogere huurgelden betalen dan gebrui
kelijk. Dit belet niet, dat de vreemde
landbouwers grootere winsten verwe
zenlijken dan de Fransche. Dit komt
omdat de Fransche landbouwers, enkele
katholieke streken uitgezonderd, een
talrijk kroost schuwen. Zij moeten zich
behelpen met gehuurde landarbeiders en
dure machines. De vreemde landbou
wers, daarentegen, werken met eigen
volk, althans toch totdat de zonen sol
daat moeten spelen.
De Fransche Regeering heeft thans
een grootscheepsch initiatief ingezet om
de ontvolking tegen te gaan. Er zal met
premiën gejongleerd worden. In de ka
tholieke kringen in Frankrijk, is men er
van overtuigd dat dit initiatief te laat
komt. Het Fransche volk werd onchris
telijk. God werd uit de scholen verjaagd.
Frankrijk ondergaat thans daarvan het
noodlottig gevolg. Zonder toevoer van
vreemd bloed zou Frankrijk totaal uit
sterven. Ieder jaar heeft de landbouw
50.000 vreemde landarbeiders noodig
om in 't leven te blijven.
Arm Frankrijk.
werft
nieuwe
abonnenten aan voor Uw blad I
•ViViT/iVJ'riV
'vl-wlVW'
fOBBBHHOCpBUUBBDOBHBBHlH^na
V.V.V.V,;, \vt \i.y.
TELEFOON 267.
I,