Het Behoud onzer Neutraliteit i PLANTAARDAPPELEN Het planten van Fruitboomen Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor en door de Landbouwers Het trekken van Witloof met behulp van electrische verwarming Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven ZONDAG 22 OCT. 1939. Prijs 35 «en tie» 21ste JAARGANG Nr 1085 Abonnementsprijs 15 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron ia streng verboden. Bcstnnrder en verantwoordelijke Opsteller s O. CAUDRON. Bareel en Redactie t Zeebergkaal» 4, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. Rond den Europeeschen Heksenketel. H? Waar we het in ons vorig nummer hadden over het streven naar de neu traliteit van België, wenschen we thans uit te weiden over de vredeskansen voor België en over de gevaren die ons neu traal statuut bedreigen. Laten we zeggen dat onze hoop om uit deze nieuwe aan gang zijnde men- schenslachting te blijven, zeer groot is. En dat deze hoop gebaseerd is op vast staande feiten, moge blijken uit de vol gende beschouwingen. Veronderstellen we eerst een moge- lijken inval van Duitsche zijde. Wat zou er het gevolg van zijn Eerst en vooral den tegenstand van het Belgische leger. Ten tweede, en dit is een grooten factor Dat Duitschland niet zoo dwaas meer zal zijn, zijn missing van 1914 te herhalen, want toen, even als nu, had het de onzijdigheid van Bel gië gewaarborgd. Met den inval in ons land echter, kreeg het al de nog neutrale landen tegen zich, die het niet meer be trouwden. Duitschland heeft thans groot belang bij het onzijdig blijven van België, Ne derland en Denemarken, daar zijn vijand Engeland zich thans met zijn leger aiover Frankrijk moet richten aan welker grens hij een lijn van staal en beton gebouwd heeft. De neutraliteit van België laat aan Duitschland toe het gevechtsfront zoo klein mogelijk te houden. Van dien kant uit meenen we dat er voorloopig geen gevaar te duchten is. Wat dan gezegd van een mogelijken Franschen inval We meenen dat dit gevaar nog kleiner is. Immers, een in rukken van Fransche troepen in ons land zou het sein voor Duitschland zijn om ook onze grenzen te overschrijden. En het is een feit dat de Fransche noordergrens dus onze zuidergrens 1 niet kan bogen op een versterkingsgordel zooals de Maginot-lijn aan de Fransche den hebben ons neutraal statuut in het gedrang te brengen, wat ze dan ook deden. Verschillende Waalsche en Brussel- sche personaliteiten, die door den band heen steeds bekend stonden als verwoe de Vlaamschhaters, deden in de volgen de dagen op een of andere treurige ma nier van zich spreken. Een Waalsch socialistisch kamerlid, tevens lid der Kommissie van Landsver dediging, dreef den waanzin zoo ver dat hij ging dienst nemen in het Fransche leger 1 En bij dat alles opent zich een zon derling perspectief degenen die gedu rende jaren werden uitgescholden voor Landverraders „en" slechte Belgen blijken thans de mannen te zijn die door hun onverpoosd] werken, niet alleen Vlaanderen, maar tevens België gered hebben. Zij die steeds te koop geloopen en ge paradeerd hebben met vaderlandsliefde en vorstenhuis en steeds getooid waren met de Belgische driekleur, bewijzen thans door hun misdadige houding, dat hun verkleefdheid maar voorwaardelijk was. Anders gezegd dat ze maar Bel gisch waren zoolang het heil van een ander land voorging op de nationale be langen. Het is niet onze bedoeling de zaken voor te stellen als zouden al de Walen dwazer zijn dan wij zelf. Verre vandaar, de overgroote meerderheid vraagt ook niet beter dan van de oorlogsgruwelen gespaard te blijven. Maar toch blijft het een feit dat er vijanden der neu traliteit te vinden zijn bij de Waalsche politieke leiders aller pluimage. En dan de houding der pers 1 Het is een treurig feit dat gezaghebbende kranten, die juist door hun positie aan gewezen zijn om leiding en steun te ver- noord-oostergrens. Vandaar dat de gekken aan de door den Koning gege Fransche noorderdepartementen zouden bloot staan aan een Duitschen inval. We mogen dus gerust zeggen dat de onzijdigheid van-België de beste verde diging is voor de Fransche departemen ten uit het Noorden, en daaruit voor heel Frankrijk. Ten derde dan, de veronderstelling van een inval door Engeland. Evenals het geldt voor Frankrijk, zou ook een Engelsche inval onmiddellijk door een Duitschen inval gevolgd worden, en we zijn de meening toegedaan dat de Brit ten er niet naar verlangen om de Belgi sche Noordzeekust gebeurlijk in de macht te zien van den Duitschen kollos. Gedenkt maar de woorden van Napo leon Antwerpen is het pistool op het hart van Engeland. Zoodat we terecht mogen verklaren dat de vredeskansen voor België heel groot zijn. Maar dan zijn er voorwaarden aan verbonden. En niet geringe l Het is na melijk een feit dat een land dat zich neu traal noemt, ook in werkelijkheid, in zijn houding en zijn uitingen neutraal moet blijven. Zulks is maar logisch. We moeten echter op onze hoede zijn en we zijn er van overtuigd dat de strijd voor de volstrekte onzijdigheid verre van gestreden is. Er zal hard dienen ge kampt om onze veroverde stellingen te gen de vijanden te verdedigen. En die vijanden zijn talrijk, ze vertoonen zich onder verschillende uitzichten en bevin den zich in ons land zelve. Laten we even nadenken Daar waar Z. M. de Koning in een radiorede, begin September l.l., aan drong bij de Belgische bevolking tot het behoud der kalmte en het zich onthou den van elke uiting van partijkiezen, meende de Brusselsche burgemeester Mex, nog geen 24 uur later, den Koning een kaakslag te moeten geven door het verzenden van twee telegrammen res pectievelijk naar de burgemeesters van Parijs en Londen, en die opgesteld wa ren in bewoordingen die allerminst strookten met de richtlijnen door den Koning gegeven en die als gevolg kon- ven richtsnoeren, zoo slecht hun plicht Ingrijpen en een taak vervullen die effenaf schandalig moet genoemd wor den. Ze zullen er de oorzaak van zijn als eerstdaags in ons land de perscensuur zal ingevoerd worden l Ook de kwestie der filmjournalen, die door hun eenzijdige strekking groot na deel berokkenen aan onze onzijdigheid door de publieke opinie te bewerken ten voordeele van één der strijdende partijen. Er is nog een gevaar dat ons be dreigt, en we hebben het als het laatste gehouden om te bespreken de openbare meening zelf. We begrijpen volkomen, en niemand zal het willen beletten, het ware trou wens ook een onmogelijkheid, dat ieder een zich een eigen gedacht gevormd heeft omtrent de verantwoordelijkheid voor deze nieuwe menschenslachting. We weten ook, dat als gevolg van den oorlog I9l4-'l8 de openbare mee ning een zekere oorlogvoerende partij nu niet precies op de handen draagt. Maar het is toch niet noodig dat we het alles op hoeken en kanten gaan uit schreeuwen, dat we alle zelfkontrool verliezen en in onzen dagelijkschen om gang, door onbetamelijke woorden, ern stige schade toebrengen aan onze inter nationale positie. We hoeven konsekwent te zijn l We zijn neutraal en we moeten daar naar handelen. We willen er den nadruk op leggen dat het onzinnig gezwets der menschen en het onrechtstreeksch partijkiezen een gebeurlijke reden kan zijn voor een of ander der oorlogvoerende Staten om ons grondgebied te schenden, aanvoerend dat het onze neutraliteit niet betrouwt, daar ze slechts een masker is van partij digheid. We willen aan onze menschen een hernieuwde editie I9l4-'l8 besparen, en om zulks te bekomen en te bestendigen, mag geen offer ons te klein wezen. Wij willen de neutraliteit, den eenig mogelijken uitweg tot het behoud van den vrede voor ons land, bewaren en we zullen de stem der Vlaamsche boeren gemeenschap laten weergalmen. De stem die de uiting is van haar eensge- zinden wil voor Vrede l De oorlog die buiten onze grenzen woedt, gaat om belangen die ons noch van verre, noch van dichtbij aangaan. We zien dan ook met den besten wil ter wereld niet in waarom we onze jeugd opnieuw zouden laten afslachten. Wij verkiezen niet te strijden en te sterven voor andermans plezier en voor deel. Wij verlangen de voortzetting van onze neutraliteit en eischen tevens de strengste straffen tegen hen die er een aanslag durven op plegen. Ze dienen aanzien te worden als Volksvijand N° l l Wij lezen in het Nederlandsch land- bouwweekblad Land en Vee„ t (Vervolg). In een vorig artikel zagen wij, dat ook in den tuinbouw electrische verwar ming de meest ideale mag worden ge noemd, doch dat in vele gevallen de hooge kosten geen economische toepas sing mogelijk maken. Blijkens de reeds in vele gevallen toegepaste electrische verwarming van witloofbakken is het bij deze teelt, wel met goed gevolg mogelijk, daar de installatie niet zoo zwaar behoeft te zijn en met nachtstroom kan worden volstaan. Het ligt voor de hand, dat een wit- loofbak warmteverliezen heeft, welke afhankelijk zijn van de temperatuur van den omgevenden grond. Deze zijn dus het grootst aan den omtrek van den bak en ondervindt hiervan de kropontwikke- ling een rem menden invloed, welke wordt teniet gedaan door de electrische grondverwarming. Bij onverwarmde bakken kan men in de wintermaanden eerst na eenige maan den overgaan tot het uithalen van het witloof, terwijl dit bij verwarmde bakken reeds na 3 4 weken kan geschieden. Uit verwarmde bakken kan per seizoen dus ten eerste meer witloof getrokken worden en ten tweede kan het witloof, dat vroeg in het seizoen ter veiling wordt gebracht, meer opbrengen. Beschouwt men een voltooide cultuur van een onverwarmden bak, dan ziet men, dat de witloofstruiken, die aan de kanten van den bak staan, door de groo- tere afkoeling ter plaatse, minder ont wikkeld zijn dan de struiken in het mid dengedeelte. Daarentegen ziet men, dat in een op de juiste wijze verwarmden bak de kroppen over de geheele breedte van ongeveer gelijke grootte en dikte zijn de opbrengst in kilogrammen moet bij een verwarmden bak derhalve ook uit dien hoofde grooter zijn. De gemiddelde opbrengst van een on verwarmden bak varieert van 35 tot 45 °/o, d.w.z. dat van de 100 kg. wortels die gekuild worden, 35-45 kg. witloof wordt getrokken. Van een verwarmden bak is de gemiddelde opbrengst 45- 60 Bij de laatste categorie heeft men dus naast het voordeel van een ongeveer tweemaal zoo snellen groei, een circa 15 °lo grootere opbrengst. Wij zullen thans eens nagaan, aan welke eischen een witloof bak-verwar ming moet voldoen. Teneinde den normalen cultuurtijd te bekorten, is het allereerst noodig, dat het optreden van broei bevorderd wordt. Om dit te bereiken, moet de inhoud van den kuil zoo snel mogelijk worden opge warmd. Is de broei eenmaal ingetreden, dan is het nog slechts noodzakelijk de warmteverliezen, die door de afdekking rueds tot een minimum beperkt zijn, te dekken. Uit het voorgaande is gebleken dat de afkoeling aan de kanten van den bak het sterkst is hieruit volgt, dat de capaciteit van de verwarming op deze plaatsen het grootst moet zijn om naar het midden van den bak toe af te nemen. De geringe verwarming in het middengedeelte dient dan in hoofdzaak om bij den aan vang van de cultuur het broeiproces te helpen inleiden. Uit proefnemingen is het komen vast te staan, dat de voor de cultuur gunstigste grondtemperatuur, gemeten tusschen de wortelkoppen, c.a. (Zie vervolg 2de bladzijde). De belanghebbenden gelieven kennis te nemen van volgende mededeelingen inzake verkoop van plantgoed 1) Voor INDUSTRIE, OLDENWALDER en ACKERSEGEN van Polen bestaat weinige kans dezelve te kunnen leveren. Men ge lieve dezelve te vervangen door andere soorten. 2) Volgende soorten en maten, alles gekeurd in letter beste Friesche kleigronden kunnen met WAARBORG geleverd Roode Eerstelingen Letter B maat 30/40 B van worden Eerstelingen Bintje (Muizen) Krugers Roode Star Industrie Alpha Furore (Select) 28/35 30/40 28/35 30/40 30/40 35/45 30/40 35/45 30/45 30/45 30/40 Een zaaier is een rader, Een planter is 't niet min. Al deed hij 't vroeg of spader, 't Hield vele zorgen in. We hebben het vandaag over 't plan ten van fruitboomen. Ondanks al de goede zorgen aan de planting besteed, beantwoordt de oogst niet altijd aan de gewettigde verwachtingen. De fruitteelt wordt bij de meeste onzer landbouwers nog aanzien als een bijzaak, die sommige jaren wel wat opbrengen kan als een goeden bloeitijd en gunstig weder krach tig medewerken, maar die al geeft ze weinig, toch ook niet veel uitgaven heeft gevergd en nog veel min moeite en werk. Deze opvatting van den fruitkweek is radikaal af te keuren wij zeggen en be weren dat het integendeel een zeer winstgevende zaak kan zijn als men de volgende voorschriften bij de planting wel in acht neemt Keuze der Kweekerij. Vraagt eens, op den man af, aan een landbouwer vanwaar zijn boomen van daan komen en niet zelden zult ge als antwoord krijgen ik heb ze van de markt medegebracht „of 'k heb hem van uit het open veld in mijn boomgaard geplant We hebben hoegenaamd niets tegen de markt maar er ligt veel waarheid in de spreuk "Op de markt kunt ge van alles krijgen, maar de beste waar heeft de markt niet noodig. De goede vaarzen worden op stal verkocht, sprak de vader tot zijn gedurig uitvliegende dochter. Gaat dus om boompjes te koopen naar een kweekerij die zich vrijwillig onder toezicht van den Staat heeft geplaatst om U de echte variëteit onder waarborg te leveren. Wendt U dan tot een be- roepskweeker of fruitkenner in wien ge volle vertrouwen hebt en vraagt hem naar een aantal goede verscheidenheden die passen voor uw grond, met uw kli maat en met uw beoogde doel. Dit is de rechte weg en gedenk hierbij dat ge een werk gaat doen dat, eens uitgevoerd, gedurende een gansch men- schenleven winsten moet afwerpen. Keuze der plantsoenen. Neemt deze niet te oud een jonge boom laat zich gemakkelijker verplanten dan een oudere en laat U niet verleiden door de dikte van den stam of de groote ontwikkeling van de kruin, 't Is zoo 'n kloeke, hij is half was en zoo meer. Wat wordt er niet allemaal gezegd om te kunnen verkoopen 1 Natuurlijk moet ge zoo'n boom ook duurder betalen, hij zal vroeger vruchten dragen en met een der gelijke kruin ook vele en groote. Een boompje mag hoogstens drie jaar oud zijn en voor kleinere vormen lie ver twee. Zulke plantsoenen lijden wei nig door 't ontplanten, hernemen ge makkelijk na het planten, laten zich ge dwee tot den geijkten vorm snoeien en leveren fruit als het gunstige oogenblik gekomen is en gewoonlijk niet het 1ste of 2e jaar na de planting. Vele men schen hebben toch zoo gaarne bloeme- kens en zelfs fruit het jaar zelf van de planting en ze vergeten daarbij dat in de natuur alles wat zijn dood nabij is, zich verhaast voort te brengen, 't Boompje gaat verdrogen, 't heeft al zijn krachten uitgeput, 't Is onbegonnen werk. Keuze der Onderstammen. Deze zal afhangen van het beoogde doel. Vroeger wierd hier zoo geen aan dacht op geslagen en vergenoegde men zich met een hoogstam afgeënt op zaai ling en een kleinere vorm op kwee, pa radijs of zoetappel, volgens het peren of appels gold. Thans dienen de typen als richtsnoer. Bij peren spreekt men van type A en B voor groote boomen en type C voor leivormen of pyramide. Voor appels heeft men type I, II, IV, IX, XI, XII enz. waaronder type IX bij zonder aan te bevelen is. Al deze typen kunnen evengoed kwee voor peren, paradijs of zoetappel voor appelboomen zijn, maar 't is een selectie die ze in Engeland in het proef station van East Maling voor ons heb ben gedaan en waarin we dan ook volle vertrouwen mogen hebben. Sommige verscheidenheden vragen ook een tus- schengriffeling om beter te groeien op kwee zoo bijvoorbeeld Clapp's favo rite, William Duchesse, Beurré de Na- ghin enz. Om 't kort te zeggen kiest boompjes geënt op den gepasten onderstam. Er is ook nog een anderen factor die zijn in vloed laat gelden bij de keuze der plant soenen en wel namelijk De Bevruchtiging. Hoe dikwijls hooren we niet klagen over de geringe jaarlijksche opbrengst van een boomgaard waarin de boomen gezondheid te over hebben en toch geen vruchten geven,omdat niet den gepasten bestuiver in de onmiddellijke nabijheid staat. Dit is geen werk voor gewone lieden en dat is ook niet noodig, de spe cialisten zijn er voor we hoeven ons maar te gedragen naar hun ondervin dingen. Een raad die ge niet moogt in den wind slaan bij de planting is wel van een zeker aantal verscheidenheden in den boomgaard te kweeken en U verder om deze zaak nog weinig te bekomme ren de bijtjes en andere insekten zullen wel zorgen dat er vele bloempjes be vrucht zijn door het pollen der neven staande variëteiten. Dit zijn een heele reeks zorgen die de planting voorafgaan. In een volgend ar tikel bespreken we de planting zelf, frdaa TELEFOON i 267. E_4.LIJJ-.— TZ u»n i>icnf>«iAa«*n tr\r\ nun r\ll/*n II II II II

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1939 | | pagina 1