De Melk- en Boterprijzen. Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor eo oor de Landbouwers Het Hoekje van onzen Deskundige Na Peter De Groote dringt Stalin op naar de Oostzee. Landbouwers Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven ZONDAG 19 NOV. 1939. PrQt 35 centiem 21ste JAARGANG Nr 1089 Abonnementsprijs 15 fr. 'a jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opstelier i O. CAUDRON. Bureel en Redactie t Zeebergkaai, 4» Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. Het dringende vraagstuk voor de veekweekers. Een oplossing hangt enkel al van den goeden wil der Regeering. Wij stellen haar het redmiddel ter hand. R De door ons opgegeven redmiddelen om de melk en boter tot een behoorlij ken verkoopprijs te brengen, en ver schenen in ons blad van 5 November, hebben de algemeene aandacht getrok ken. "We zagen met genoegen dat het dag blad Volk en Staat het weekblad Het Boerenfront en wellicht andere bladen onze bijdrage geheel of gedeelte lijk hebben overgenomen, weliswaar zonder veel commentaar. Van regeeringskringen werd ons ge meld dat de heeren Ministers hunne volle aandacht hadden gewijd aan de door ons aangegeven reglementeering en dezelve-met veel zorg zouden instu- deeren. Zoodat we kunnen zeggen dat het zaad der gedachten werd uitgeworpen en wellicht kiemkracht genoeg zal be zitten om tot een stevigen oogst op te schieten. We tellen er echter niet op dat dit zonder slag of stoot zal van stapel loopen, integendeel, we rekenen op een sterke tegenkanting van de zijde der margarinefabrikaoten, gesteund door zekere economisten, die den schijn wil len verwekken op te treden in het be lang van de verbruikers, maar in feite de verdoken advokaten zijn van een machtige trust. We vreezen de tegenkanting van sommige raadgevers en landbouwspe- cialisten in de ministeries, die beweren dat we veel te veel vee bezitten en er geen reden bestaan om goede boterprij zen te dulden, zoodat de helft der vee houders mogen kreveeren. Wat die landbouwers met 2 tot 5 hec taren moeten beginnen weet men niet te vertellen, tenware men nog werk had in de koolmijnen en men onze koehouders voor dat werkje zou willen gebruiken, gezien de Waalsche arbeiders hunne handen niet zwart wenschen te maken. In dezelfde kringen beweert men dat Zuid-Amerika bevroren vleesch zal le veren aan zeer lage prijzen en dat de margarinefabrikanten voor boter zullen zorgen, zoodat ten slotte de helft der melkkoeien mogen afgeslacht worden. Die oplossing kan voor vele invoer ders, handelaars en margarinefabrikan ten zeer goed zijn, maar leidt 200.000 boerenfamilies tot den bedelstaf. En zeggen dat dergelijke ongeluks profeten nog gehoor vinden bij som mige ministers en het hooge woord zou den willen spreken in de regeering I Wij vragen in eerste plaats recht op leven voor onze veehouders, die noch koolmijners noch doppers wenschen te worden en door alle middelen hun goed levensrecht zullen weten te verdedigen. Zooals we in ons vorig artikel heb ben gemeld, bestaan er nog andere mid delen om betere prijzen voor onze zui- velprodukten te bekomen. Het staat vast dat op vele tijdstippen des jaars te veel melk en boter aan de markt komen. Voor de boter gaven we reeds in de eerste bijdrage de middelen. Voor de overvloedige melk bestaat ook een zeer goed toe te passen redmiddel, namelijk Het droogen van volle en afgeroomde melk op oogen- bllkken dat deze overvloedig voorhanden zijn. Dit stelsel bestaat reeds door privaat initiatief. Vele melkerljen passen het regelmatig toe en hebben de noodige machienen om melk en vooral afgeroom de melk te droogen. Het volle melkpoeder wordt ver kocht aan de chocoladefabrieken en hiervoor bestaat reeds eene regeling door de regeering getroffen, waarbij eerstgenoemde verplicht worden de voorraden op te nemen aan een behoor lijken prijs. Het mager melkpoeder wordt ver kocht aan fabrikanten van biscuiten, fijne koekjes, aan pasteibakkerijen, enz., ook voor diervoeder. Langs den weg van het melkdrogen kan de regeering eene gemakkelijke en voor de natie zeer voordeelige oplossing vinden voor de zuivelkwestie. Ze hoeft enkel een reglementeering uit te vaardigen, waarbij 1° Het gebruik van melk poeder In chocoladefabrieken en hoogergenoemde nijverhe den wordt verplichtend ge maakt, en vreemde invoer ge heel of gedeeltelijk wordt stopgezet. 2° Voor het gewoon brood de bijvoeging van een kleine hoeveelheid mager melkpoe der wordt Ingevoerd. Proeven door ons genomen met 10 °/o mager melkpoeder en 90 gewone bloem gaven een melkbrood van eerste hoedanigheid. De kleur was lichtgeel, de smaak zeer lekker, het brood was malscher en bleef verscheidene dagen versch. .Het spreekt vanzelfs dat de voedzaamheid van melk brood veel hooger is als van de gewone bak. De inmenging hoeft echter geen 10°/o te zijn, want ons land kan onmogelijk zooveel melkpoeder voortbrengen. Nemen we 3 A 5 %en de kwestie van de overtollige ondermelk is voor goed opgelost. De prijsverhooging met bijvoeging van 5 "Io melkpoeder per brood zou 0,08 0,10 fr. bedragen, maar gezien de hoogere voedingswaarde zou de prijs in feite niet verhoogen. Is die prijsverhooging voor het brood van 8 10 centiemen niet duldbaar, zoo als men ons reeds van hooger hand verzekerde Dat kunnen we niet aannemen en we verwijzen enkel naar de verplichte inmenging van inlandsche tarwe voor verleden jaar die ons een prijsverhoo ging bracht van 0,20 fr. per brood. We meenen dat de verplichte inmen ging van melkpoeder door de regeering dient onder oogen gezien. Ze heeft ook nog dees voordeel dat ons land en kele millioenen kilos tarwe minder zal hoeven in te voeren en de veeboeren ook bij de landgenooten zullen gerangschikt worden en hunne verdere medewerking voor de voedselvoorziening der natie zullen kunnen verzekeren. Daarenboven zal iedereen lekker en voedzaam brood kunnen eten. Deze regeling zal de te groote inkrim ping van onzen veestapel tegenhouden wat vooral in tijden van oorlog een onherstelbare ramp voor de natie zou kunnen worden. Als bijkomend middel om de boter markt te steunen kunnen we aangeven wat in Holland gebeurt, namelijk de ver plichte inmenging van een zekere hoe veelheid boter in de margarine. Deze maatregel heeft vele slechte kanten, zoodat we dezelve niet durven verdedigen zooals voorgaande redmid delen. Ondermeer zou de margarine te duur worden en als goedkoop volks- voedsel wegvallen, hierdoor zou zij haar doel missen. Er zijn ook nog andere schaduwzijden waaruit we kunnen besluiten dat dit stelsel geen volledige oplossing noch voldoening zou schenken, Zooals reeds gezegd hebben we aan de Regeering de middelen ter hand ge steld om de veehouders van een zekeren ondergang te redden. We hebben opbouwend werk gele verd en hopen dat hier van hoogerhand rekening zal worden mee gehouden. Aan gansch de Regeering en aan den heer Minister van Landbouw in de eerste plaats, dragen we deze studie op met de vaste hoop dat dringende maat regelen zullen worden getroffen en dat aan onze kleine boeren, wier bestaan bijna uitsluitend afhangt van de vee kweek en melkvoortbrengst, niet langer het recht van leven zal worden ontzegd. Voor de tarwekweekers en beetplan- ters werden regelingen getroffen waar door deze standgenooten behoorlijk door 't leven kunnen komen. We verheugen ons om deze toestan den, maar meenen dat ook de veekwee kers met dezelfde maat dienen gemeten. Aan de Regeering door daden aan te toonen dat alle boeren, zooals alle Belgen, "gelijk zijn voor de Wet„. O. C. Vorige week beloofde ik een bespre king te zullen houden over de voedings waarde van aardappelen. Hieronder dan wel te verstaan de gebruikswaarde als varkensvoeder. Ik zal daartoe de ge middelde waarden in verteerbare eiwit stoffen, vet, de zetmeelwaarde en het getal voedereenheden als basis nemen. De cijfers die ik daarbij geef zijn na tuurlijk gemiddeld Aardappelen zijn nogal verschillend in droge stof-gehalte en in dit produkt zitten natuurlijk alleen de voedingsstoffen. Als men voor het gehalte aan droge stof in Eigenheimers (Krugers) het cijfer 100 neemt, dan wordt als gemiddelde dit cijfer voor Voran 120, voor Bintje 86, voor Industrie 109 en voor Alpha 99. Dit geeft dus onderling al een groot verschil in voederwaarde. Deze cijfers zeggen natuurlijk niets voor wat betreft de wenschelijkheid welke soort men in 't vervolg moet uit- planten. Daarbij komen geheel andere vragen naar voor, zooals geschiktheid voor een bepaalden grond, totale op brengst, gevraagdheid als eetaardappel enz. enz. Hierover zal ik dus niet spreken om dat het in dit artikel niet past en ook buiten mijn terrein ligt. Het is alleen gesteld om aan te too nen, dat oogenschijnlijk dezelfde arti kelen toch lang niet dezelfde voedings waarde hebben. Dit geldt eveneens voor de granen. Als men goed uitgegroeide droge granen heeft, dan is daarvan de voe dingswaarde veel hooger dan van afwij kende en vochtige kwaliteiten. Ook in granen kan een verschil van 10 °/o meer of minder droge stof gemakkelijk voor komen. Hier bedoel ik niet de verschil lende granen onderling, doch in dezelfde soort. In mijn praktijk heb ik maïs gehad met 13 en ook met 22 °/o vocht. Men begrijpt dat daardoor zoowel voedings waarde als kwaliteit sterk verschillen. En hier gaat het nog maar alleen over het verschil in vochtgehalte, terwijl er ook zooveel andere factoren zijn, waar door een bepaald voedermiddel een grootere of kleinere voedingswaarde heeft. Denk maar aan het verschil in eiwit, vet, zetmeel, suiker, ruwvezel, mineralen, vitaminen enz. en daarnaast weer de bruikbaarheid van al die stof fen voor een bepaald doel, dus de bio logische waarde, dan ook nog. smaak, reuk enz. Ieder artikel heeft vele factoren, die de waarde als voedingsmiddel voor een bepaalde diergroep of aangegeven doel omschrijven. Daarom is ook de onderlinge waarde van voeders, die men denzelfden naam geeft, zoo geheel verschillend. Als men "Varkensmeel,, of "Melk- meel,, koopt, dan heeft men daarom nog geen vaststaande waarde. Die verkrij gen ze alleen door de grondstoffen waaruit ze bestaan en de vakkundigheid van den samensteller. Melkmeel, Varkensmeel of eenige Vervolg op de 2de bladz.) De beheerschlng der Oostzee. De nieuwe fase van een zeer oud vraagstuk. Door de verdragen met Litauen, Est land en Letland heeft Sow jet-Rusland het raam, dat uitgeeft op het Westen, op een kier geopend en maakt zich ge reed zijn aanspraken als Oostzeemo- gendheid weer te doen gelden. Het was duidelijk dat het Russisch reuzenrijk zich op den duur niet met een nietig, in de Finsche Golf verborgen stukje kust zou tevreden stellen, dat bovendien zoo goed als geblokkeerd is door de daarvoor liggende eilandengroepen. Sowjet- Rusland stelt Finland vele eischen om Leningrad, het eenige naar Europa gekeerd venster, en de oorlogs haven Kroonstadt te beveiligen. In het Westen is dat doel reeds bereikt door de verdragen met de randstaten in het Noorden zal dit ook moeten geschieden en Finland zal zich, ten slotte, ook moe ten neerleggen. Het "dominum maris Baltici». de be heerschlng der Oostzee, is een staatkun dig vraagstuk van eerste orde, dat reeds eeuwenlang de wereld heeft bezigge houden en verontrust. Thans werd het dus weer actueel. De Oostzee is het groote bekken, dat zich na den ijstijd in Noord-Europa heeft gevormd. In de oudheid had dit gebied geen historische beteekenis. De klassieken hadden van deze wateren slechts een zeer vage kennis. Eeuwenlang hebben Slaven, Ugriërs en allicht nog andere volken de kusten van deze zee bewoond. De groote volks verhuizingen hebben hier ook belang rijke veranderingen gebracht. De voor naamste daarvan is zeker wel geweest het voortdringen der Slavische stammen naar het Westen. In de sagen van Karei den Grooten begint het Slavenland aan de overzijde der Elbe. In dien tijd staat de Oostzee nog bui ten het historische leven van Europa. In de volgende eeuwen wordt dat anders door de opkomst van Denemar ken en de Duitsche kolonisatie. Beide gaan gepaard met de uitbreiding van het Christendom. Rond 800 begint de lange reeks der Deensche koningen. Hun macht groeit snel. De beroemde Canut de Groote, bijvoorbeeld, beheerschte ook Engeland en Noorwegen. Na zijn dood (1035) konden zijn opvolgers hun macht niet handhaven, doch onder de Waldemars kwam Denemarken weer tot een groote macht in de Oostzee. Aan de dochter van Waldemar IV, de beroemde Margareta, gelukte het in 1397 de Unie van Kalmar tot stand te brengen, die Denemarken, Noorwegen en Zweden onder één kroon vereenigde. Intusschen was aan de Oostzee een nieuwe macht opgekomen de Duitsche. Het Duitsche Rijk was toen al in ont binding en toch volbracht toen het Duitsche volk de grootste cultuurdaad der Middeleeuwen de kolonisatie aan de overzijde van de Elbe langs de Oost zee naar de Finsche Golf. Omtrent 1140 zette die kolonisatie in. Vlamingen,Hol landers, Friezen, Westfalen trokken toen, gehoor gevend aan den oproep van den machtigen Hendrik den Leeuw, naar Oostland. "Naar Oostland willen wij varen zooals het oude volkslied zegt. In 1143 stichtte Hendrik de Leeuw Lübeck, de eerste Duitsche stad aan de Oostzee. En sedertdien stroomden onaf gebroken Duitsche kolonisten naar het Oosten Duitschers, Saksers, Franken, Rijnlanders, Opperduitschers, Hollan ders, Brabanders en vooral Vlamingen. In de eerste plaats kwamen hier land- j bouwkoloniën van vrije boeren tot stand. Later werden kloosters gesticht en steden als middelpunten van nijver heid en handel. In 1226 vestigde zich de bekende Duitsche Orde aan de Oostzee. Zij legde den grondslag van Pruisen. In 12 35 nam zij de oudere Zwaardorde in zich op, waardoor zij haar macht en daardoor de Duitsche kolonisatie kon uitbreiden tot de Finsche Golfsteden als Libau, Riga, Reval (het huidige Tallinn) zijn Duitsche stichtingen. Daarmee was de kring van Duitsche steden om de Oostzee gesloten. Het zijn deze steden, die onder de leiding van Lübeck, het beroemde verbond der Han ze hebben gevormd. In de XIVe eeuw was deze bond reeds zoo machtig, dat hij Denemarken kon bestrijden. De Hanze kon hare machtspositie aan de Oostzee niet handhaven, omdat, zoo als wij hooger reeds schreven, de Unie van Kalmar tot stand kwam en de zee varende Hollanders zegevierend tot in de Oostzee doordrongen. Bij het begin der nieuwe geschiedenis was een soort evenwicht aan de Oost zee bereikt, weliswaar met een klein overwicht van Denemarken.Toen kwam Zweden weer op. De expansie vanZwe- den was al vroeger begonnen. In de XIII' eeuw was Finland reeds onderden Zweedschen invloed geraakt. In 1581 werd Finland als groothertogdom onder de Zweedsche kroon gebracht. In 1617 werd het verwante Karelië en Inger- manlaad met Finland vereenigd. Toen was ook de Zweedsche macht reeds aan de andere zijde van de Finsche Golf ge vestigd. In 1561 veroverde Erik XIV Estland. Na een oorlog met Polen behield Gustaaf Adolf, in 1629, Lijfland. Polen bleef daardoor van de Oostzee afgesne den. In den dertig jarigen oorlog behaal de Gustaaf Adolf nog grootere over winningen in Duitschland. In Noord- Duitschland wist hij zich een machtige positie te verzekeren. Door den vrede van Munster bekwam Zweden Voor- Pommeren, met Stettin, het eiland Rü- gen, de stad Wismar en de hertogdom men Bremen en Verden. Behalve aan de Oostzee was Zweden toen ook machtig aan de Noordzee. Denemarken, Polen en Holland vie len deze macht aan. Vergeefs, althans vele jaren. Doch onder Karei XII werd de ondergang van Zweden bezegeld. Rusland nam zijn plaats in aan de Oost zee. De opvolger van Karei XII moest aan Hannover, Pruisen en Rusland al de overzeesche bezittingen afstaan: Bre men, Voor-Pommeren, Lijfland, Est land, Ingermannland en een deel van Karelië. Alleen Finland mocht Zweden behouden. Het doordringen van Rusland tot aan de Oostzee werd door Peter de Groote bezegeld door de stichting van Peters burg, het huidige Leningrad. De opvol gers van Peter de Groote zetten zijn werk voort. Bij de derde verdeeling van Polen, in 1745, geraakten ook Litauen en Koerland in Russisch bezit. In 1809 volgde Finland na een korten oorlog met Zweden. Bij den vrede van Frede- rikshamm moest Zweden geheel Finland en de Aalandseilanden aan Rusland af staan. Keizer Alexander I werd groot hertog van Finland. Zoo was aan en om de Oostzee een evenwichtsverhouding ontstaan. Deze bleef ongeveer een eeuw voortduren. Na de Russische revolutie van 1917 en de Duitsche ineenstorting van 1918 deden zich groote veranderingen voor Pil- soedski bevrijdde Polen Finland ver dreef de bolsjewisten Estland. Letland en Litauen riepen hun onafhankelijkheid uit En thans is weer een nieuwe fase in getreden in de ontwikkeling van het dominium maris Baltici Rusland heeft zijn gevaarlijke macht weer geves tigd aan de Oostzee en bedreigt Finland, Zweden en Noorwegen. Doch niet al leen in de Oostzee rust deze bedreiging op de Scandinavische landen. Ook in het Hooge Noorden, in de IJszee, waar Rusland zijn eenige haven bezit die uit geeft op een vrije wereldzee, Moer- mansk. Dit is een nieuwe ontwikkeling van de Russische politiek, die we in een volgend artikel zullen bespreken. warit nieuwe abonnenten aan voor Uw blad I TELEFOON 267.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1939 | | pagina 1