De Koerier van onze Soldaten. Voor onze Soldaten Berichten AMMONIAKSULFAAT iinauin PU HOL Ruwe huid Snelle en aanhoudende Werking Lidmaatschap Belangrijk Vrede Krachtda- digheid Lagen prijs Een goede raad Landbouwers an £eeft*BLea«i Het Hoekske van Tijl Uilenspiegel Zondag 3i Dec. 1>39. Alle Redt U Zeivers onder de wapens kunnen gratis ons blad De Koornbloem» ontvangen. Het zal ons een waar genoegen zijn door middel van ons blad met hen in voeling te blijven. Ze hoeven hiervoor hun volle dig militair adres op te geven op onze bureelen. We zijn ook ter beschikking van onze soldaten, om hen te hel pen of eenigszins ten dienste te zijn. Alle soldaten-jonggezellen die nen onverwijld het adres hunner OUDERS-LEDEN op te geven. Indien ze zelf een landbouwbedrijf bezitten hun eigen lidmaatschap. We willen namelijk onderzoe ken of we wel te doen hebben met regelmatig ingeschreven leden van Redt U Zeiven. We drukken er op ons vol ledig in te lichten over hun lid maatschap van RedtU Zeiven. De gemobiliseerde Redt U Zeivers, welke ons hun militair adres opgaven, om De Koornbloem te ontvangen, mogen overtuigd zijn dat ze hen regel matig wordt verzonden. Indien ze ons blad niet wekelijks be komen, moeten ze een klacht indienen bij hunne militaire overheden of bij den postbode van het kantonnement. van onze Jongens Pax homini'bus bon» voluntatis. (Vrede den menschen van goeden wil.) Vrede zij den mensch gegeven, Aan den mensch van goeden wil. 't Is de sleutel van het leven, Van 't geluk de ware spil. Vrede, woordje niet zeer lange. Vrede, maar 't bediedt zooveel, Vrede, wie kan meer verlangen Vrede zij ons. beste deel. MAAR... Menschen zijn maar menschen. Met den goeden wil zoo raar, Soms bezield met schoone wenschen, Maar de daden blijven daar. Menschen zouden moeten helpen Menschen die er zijn in nood, Menschen zouden moeten stelpen .Menschen\it\Aeu toch zoo groot. Plichten, allen zijn te s>preken Over plicht, bij d'andren, ja. Dat z'er zeiven aan ontbreken Dat en zien zij zelfs niet na. Plichten?dat zijn onbekenden, Plichten werpt men over boord, Plichten mag men elders zenden, Plichten, wat een lastig woord. Rechten, allen hebben rechten. Zwakken, kleinen soms te veel, Volkeren dagelijks nog vechten Om te rooven andrens deel. Rechten mag men niet verhindreu. Rechten moet men allen biên, Rechten vragen reeds de kindren, Rechten vergen alle liên. Deden allen hunne plichten, Gaf men 't recht aan 't ware recht, 't Leven, menschen, zou verlichten, 't Ware vrede, waar en echt. Plichten worden steeds verstoken, Rechten worden vaak verkracht, Menschen 't leven wreed verbroken, Vrede, vrede blijft verwacht. Callebaut Louis. 25 December 1939. Te Velde. VAN EEN RESERVIST. 1Geachte Heer Bestuurder, Aan alle lezers en lezeressen een goe den dag van ergens uit België. Hier ben ik met wat soldatennieuws en ik zal U ha bijzonderste maar eerst vertellen. Voor wat ons logement betreft, het is hier heel moderne ingerichtEen oude kast op 3 pooten waar de muizen van achter in- en van voren uitkomen, en J k ons brood als kolenmijnen maken (ver leden nacht was het hier echt bruilofts feest op de tafel van die ongewenschte gasten) een tafel, ik geloof dat het nog een is uit den tijd van Julius Cesar, de pooten zijn zoo dik als kleine boomen, het blad van ouden eik. zoo hard als been. De stoof ziet er wat oud en scheef uit, maar ze brandt zoo goed dat we som moeten deuren en vensters open gooien, en dat is nog het bijzonderste. Op de schouw staat een oud kruisbeeld, twee kcfflidoozen, een vetpot, een bo kaal. Op den grond liggen 4dikkestroo- zakken of liever hooizakken. Dat het in onze kamer niet al te proper is kunt ge wel denken, alle dagen loopen we in en uit met vuile schoenen en als de week uit is kan de deur bijna niet meer toe van al de aarde op den vloer. Dan wordt het water en den bezem aange sproken en een uur nadien zou men van de tichels eten. Om de overtollige bezoekers buiten te houden, die zich dagelijks kwamen war men (en die zijn er genoeg) hebben wij een eenvoudig middel gebruikt. Wij heb ben in groote letters op de deur geschre ven doodsgevaar, springstof». Daar de andere deur in den koestal uitkomt, hebben we langs dien kant weinig last omwille van den reuk. Vóór enkele dagen moest ik samen met een soldaat op karwei. Eerst reden we naar de keuken, om de slechte oude steekkar te halen. Vandaar naar 't ma gazijn om prikkeldraad. Brrr... ik was bang het goedje vast te nemen,want dat steekt, maar we moesten het hebben op het werk. En nu zoo gauw mogelijk met onze vracht op weg. Als we zoo 2 of 3 maal gereden hadden, waren we al tamelijk moe. Wat nu gedaan Eens nagedacht... Ha ik had het Laat ons bij Jef Lampet den kleinen ezel halen, zei ik tegen mijn helper. En nog rapper als tellen was mijnheer ingespannen. Ik was voerman en mijn makker lader. En of we fier waren. Eens de kar volgela- laden kropen we er bovenop, en ju... Daar reden we als twee die aan niemand riskeerden door het dorp. Natuurlijk hadden we onze spreuk "springstof„niet vergeten te schrijven op het zijvlak van de kar. De luitenant stond hartelijk te lachen, toen we daar toekwamen, maar daar gaven we niet om 1 Wij zorgden alleen voor ons gemak 1 "Waar hebt ge dat nu weer gehaald» vroeg de luitenant. Ha, sprak ik, bij Jef Lampet». "Kunt ge met paarden rij den vroeg hij toen. Neen, sprak ik, enkel met ezels 1» Wat deed ge in 't burgersleven vroeg nu de luitenant, "Ha, antwoordde ik heel serieus, ik was was hovenier op een oorlogschip Zoo gaat de tijd verder, dan eens droef, dan eens blij, maar aan ons hart laten we het toch niet komen, daarom houden we hier van tijd tot tijd eens ke telmuziek, terwijl een van ons aan den wafelslag is. Ik ga eindigen, misschien tot volgen den keer, als 't God belieft. Serg. V. C B. Ergens uit België. j Te velde 17-12-39. Geachte Heer Bestuurder, Bij mijn laatste verlof las ik in "De Koornbloem» dat de opgeroepen leden, op aanvraag, gratis het blad konden ontvangen. Hierbij doe ik daarvoor mijn vraag. Het regelmatig ontvangen van het blad is voorzeker het beste, zooniet het eenige middel om met de vereeni- ging in kontakt te blijven, die zoo moe dig jp de bres staat voor de verdediging van onze belangen als boer en als soldaat. Ik ben alleen als manspersoon op een hoeve van 6 7 Ha. met mijn vrouw en 2 kinderen, mijn moeder en mijn zuster. Dat op een dergelijk bedrijf het 100/100 sukkeling is door mijn oproeping, kunt U zich best voorstellen. De Baafmis hebben ze thuis nog redelijk goed door- sparteld, maar wat zal de Lente bren- gen wanneer alle dagen hun eigen nieuw werk brengen en dat zoo den heelen Zomer door I Het vriest flink hier in Limburg en ik vraag me afzullen de beeten wel goed gedekt zijn, en de aardappelen en de planters Het is toch droef zich al zulke dingen te moeten afvragen. Tien dagen seizoenverlof heb ik ge kregen, van 24 Nov. tot 4 Dec., en het waren 10 regendagen. Daardoor verlies ik nu mijn verlof van November dit is wettelijk maar ook dat van De cember. Men loochent nu het landbouw- verlof het is een gunstverlof van twee maand conclusie men solt overal met de boeren. En wat gaan we krijgen in de Lente Wanneer men daaraan denkt, moet men u niet de ooren van den kop zagen met de woorden "goeden dienst doen» en "plicht tegenover het Vader land», men zou er wel den brui aan geven Het is misschien verkeerd wat ik U nu vraag, maar vergeet niet dat ik sol daat ben moest U eens een goede me- rac/csiiic ter ontmoeten die een soldaat in Lim burg zou willen een aandenken zenden ter gelegenheid van Kerstmis of Nieuw jaar, doe dan een goed woordje voor me, ik zal er U dankbaar om zijn, geloof me vrij. Deze feestdagen die bij uitstek familiedagen zijn, zullen voor mij droe viger zijn dan de andere dagen, harder en dieper zal het heimwee aan ons hartje knagen.» Ik moet eindigen, mijn brief wordt al een heel epistel. Overtuigd kortelings weer "De Koornbloem» te lezen, dank ik U, Heer Bestuurder, zeer hartelijk bij voorbaat en groet U uit het stille Lim burg, met de meeste hoogachtinq. R. V. W. 14' Reg. Geschut. Te velde, den 21 Dec. '39. Geachte Heer Bestuurder, Toen ik den laatsten keer in verlof ben geweest, heb ik met vreugde ver nomen dat ook onze geliefde Vereeni- ging haar gemobiliseerde vrienden niet vergeet. Dit is iets wat haar ter eere strekt en het bewijs geeft dat zij in alle tijden en omstandigheden haar leden wil behulpzaam zijn. Ik zou het dan ook zeer op prijs stel len, heer Bestuurder, zoo U de goedheid zoudt willen hebben mij ook ons geliefd orgaan "De Koornbloem» te willen op sturen. Het is een schoone gelegenheid om steeds in voeling te blijven met alles wat het landbouwbedrijf aangaat. Het zal me het genoegen verschaffen steeds wat nieuws uit onze streek te vernemen en op de hoogte te blijven van den strijd dien ge tot ons aller welzijn voert. Daar U ook vraagt naar ons adres van thuis om aan mijn aanvraag te kunnen voldoen, geef ik het U hier. Ik ben ook lid van de Jeugdvereeniging RUZ. Ik durf verhopen, Heer Bestuurder, dat U aan mijn vraag zult voldoen, en bied U bij voorbaat mijn hartelijksten dank. Brigadier R L. 14' Artillerie V' Groep i 15' Batte rie. Nieuwjaarsmijmeringen uit ergens In België. Ergens in België zit ik, mijne gedach ten zijn tehuis, in mijne streek, bij vrien den en vriendinnen. Ik denk aan vroe gere nieuwjaarsdagen. Een vel papier ligt voor me, de wil bezield me een nieuwjaarsgroet aan on ze Jeugd te sturen. Gedachten op gedachten flitsen me door het hoofd. Sterk voel ik het aan wat een hemelsbreed verschil er ligt tus- schen het verleden en het heden. Als ik bedenk, hoe tehuis een leemte zal zijn bij het vieren van oudejaarsavond. En nochtans, hoeveel verhevener zullen on ze wenschen niet klinken dan op andere jaren. Wat al hoop en verwachtingen worden er niet gebouwd met de intrede van het nieuwe jaar. Hartstochtelijk en welgemeend, zal men elkander zijn verlangen, een ver langen dat algemeen zal zijn toesturen. Op elks wezen zal men dezelfde wen schen kunnen zien. Millioenen en mil- lioenen zullen aan elkander zeggen :God geve dat dit jaar den vrede onder de menschen moge terug brengen, dat wij weldra verlost zijn van het wapenge weld, dat om ons heen loeit als een storm. Dat wij bevrijd zullen blijven uit het akelige doodennet rondom ons ge spannen door het niets ontziend, alles vernietigend, machtig en goddeloos ka pitalisme der wapen- en munitie(abri- kanten degenen die de Kerstboodschap met de voeten treden, zich verrijkend op de doodbloedende menschheid. Den wensch zullen we uiten dat onze mannen, onze jongens, weldra naar hun ne haardsteden, naar hunne moeder zul len mogen terugkeeren. Dat weldra een nieuw Europa moge herschapen worden, gebouwd op ste vige beginselen, waarin vrijheid en recht voor alle volkeren heerschen, waarin menschen wonen die intellectueel, hoog staand en redelijk verheven, de macht en de kracht bezitten den oorlogsgruwel van hen af te weren. Dat een nieuw Europa herboren worde, waar landbouw en nijverheid bloeien, waar de handel met de verschil lende landen onderling, niet meer lam gelegd is door de imperialistische strek kingen van sommige naties, en van machtige trusten in de handen der Joden, uit haat tegenover andere volkeren. Dat wij, boerenzoons en -dochters, als het ons lust een eigen haard te stich ten. er niet zullen moeten voor terug deinzen een landbouwbedrijf over te nemen, inplaats van in de nijverheid een bestaan te zoeken. Dat wij eens een machtige Vereeni ging willen wezen, die onze lamlendige Regeeringen zal kunnen dwingen een goede landbouwpolitiek te volgen, waardoor we voor onzen arbeid en zorg zullen beloond worden zooals het zijn moet. Dat wij. leden der Jeugdvereeniging, gauw weer voltallig zullen bijeen zijn, om onze vroegere vermaken, onze fees ten en uitstappen te kunnen vieren, zon der die gedachten die onze zinnen be nevelen, terug te moeten optrekken naar de kantonnementen. Deze en nog zooveel meer andere wenschen willen besloten liggen in een Nieuwjaarsgroet. Moge dit maar bewaarheid worden, moge deze wenschen als een bede op stijgen tot God, beheerscher van gansch de wereld, opdat hij zich ontferme over de dwaze menschheid. Mocht ieder deze wenschen uiten op dat ze klinken als een vloek, over de hoofden dergenen die ons misleiden. Mocht weldra de zon weer schijnen, vreugde en geluk brengend in het nieuwe jaar. Dit zijn mijn wenschen, die ik allen toestuur, uit ganscher harte, voor het nieuwe jaar 1940. A. V. D. 2' Gidsen. Te velde 17-12-39. Waarde Heer Bestuurder, Het is mij een waar genoegen geweest door middel van "De Koornbloem» te vernemen, dat U de belangen van de gemobiliseerde soldaten ter harte neemt. Het zal ons, als Vlaamsche opgeroe- penen, van zeer groot nut zijn door ons blad op tijd en stond te mogen verne men, welke rechten wij in het leger heb ben. Wij hebben er veel, tenminste zooveel als de Walen, maar onze rech ten worden nog op dezen oogenblik met de voeten getreden. Volgend geval zal het U duidelijk maken Wij zijn hier in een Vlaamsch regi ment, t.t.z. met 2 Vlaamsche bataljons en 1 Fransch. In mijn kompagnie zijn de 4 officieren, dat zijn de Kommandant en 3 luitenanten. Walen. Het bureel wordt door Walen opge dreven, welke geen enkel woord Vlaamsch verstaan. De fijne postjes zijn alle voor de Walen, alleen het werk en de korvee's zijn voor de Vlamingen. Het geneeskundig onderzoek is ook vol ledig in 't Fransch. Kan "De Koornbloem» tegen zulke wantoestanden geen protest aanteeke- nen Heer Bestuurder, het zal mij genoe gen doen "De Koornbloem» in 't ver volg in het leger te ontvangen, waarin onze soldatenbelangen verdedigd wor den, zooals ze de boerenbelangen ter harte neemt. Hopende dat mijn vraag een gunstig onthaal zal genieten, dank ik U bfi voorbaat. Hoogachtend. J.H. 39Linie-Regiment. Onbekende Soldaat Volgende brief kwam ons terug met de meldingONBEKEND. Mijnheer Alfons Siau, 2' Linie Reg. 3' Compagn. TE VELDE. Mijnheer Siau, We ontvingen Uw schrijven van 20-12-39. Om aan Uwe beide vragen te kunnen voldoen, hebben we Uw volledig adres als gemobiliseerde alsook het volledig adres U wer ouders noodig. Gelief ons dus zonder verwijl de beide adressen te laten geworden. Ontvang, Mijnheer Siau, onze op rechte groeten. Nieuwjaarswenschen van Tijl. Beste en getrouwe lezers en lezeres sen van ons dierbaar orgaan "De Koornbloem„, ik wensch U allen een zalig en gelukkig Nieuwjaar. Het jaar 1939 is heengegaan, en, we mogen het gerust zeggen, het is er geen geweest waar we ook maar in eenige mate fier hoeven over te zijn. Het heeft ons den modernen geesel der mensch heid, de oorlog, gebracht. De West- Europeesche beschaving, alle redelijk heid ten spijt, gaat onder in een poel van vuur. Voor 1940 wensch ik vooreerst aan iedereen de grootste schat die men op aarde bezitten kan een goede gezond heid naar ziel en lichaam. Aan onze boeren wensch ik een jaar toe van voorspoed en welstand, opdat eindelijk hun harde labeurwerk een wel verdiende belooning vinden moge dat de Voorzienigheid hen spare van on voorziene tegenslagen in hun huisgezin en in hun bedrijf. Ik heb dit jaar nog andere wenschen, en ik richt me voornamelijk tot onze ge mobiliseerde Redt II Zeivers? die "er gens in Belgiëde wacht houden opdat geen vreemde mogendheid onze grenzen schenden zou. Jonge Vlaamsche boeren. Tijl Uilen spiegel brengt U allen een diepgevoeld eeresaluut I Aan U gaan mijn oprechte wenschen, opdat gij allen, dragers en voortbouwers van den Vlaamschen boerenstand, weer spoedig en voorgoed moogt terugkeeren naar eigen huis en haard, naar uw stille dorpkens ergens in ons schoon dierbaar Vlaanderen. Voorgoed terugkeeren, verlost van de militaire nachtmerrie, naar al uw dierbaren die uw komst, met ongeduld verbeiden. jgg Jonge boerenkerels, buiten onze gren zen raast het wreede oorlogsspook. Daar heerschen dood en vernieling. Met U hoop ik dat ons kleine lage landeke bij de zee niet door den waanzinnigen oor- logsstroom worde meegesleurd en dat gij. jeugd van Vlaanderen, niet het offer van uw jonge leven zult moeten plengen op het bloedig altaar van den mensche- lijken waanzin. Verder wensch ik, dat niet alleen ons land buiten het huidig konflikt zou blij ven, maat ook, dat de donkere oorlogs wolken welke sinds maanden den Euro- peeschen gezichtseinder verduisterden en thans in een woedend orkaan zijn losgebarsten, zoo spoedig mogelijk zou den afdrijven dat de zonne van een duurzamen vrede schijnen moge en dat de volkeren der wereld voortaan in vriendschap zouden leven, zonder haat, zonder wrok, zonder afgunst, maar in een geest van rechtvaardigheid en van onderling begrijpen en waardeeren. Dat het nieuwe jaar 1940 ons aUen heil en zege brenge l TIJL II. Goede raad is vaak onbetaalbaar, zegt men wel eens en dat is waar ook. Laatst ondervonden wij dat nog, toen men ons de geschiedenis van die beklagenswaardige familie vertelde. Vader moest hard werken voor vrouw en kinderen, doch al dat zwoegen hielp hem niet want zijn vrouw, die aan rhumatiek leed, gaf groote sommen gelds uit aan genees middelen zonder genezing te vinden. Een vriendin gaf haar dan de raad eens Aspirine te nemen en toen ze dit ook deed stond ze verwonderd over de bereikte resultaten. Reeds een eerste proefneming deed hare pijnen verzachten en het geregeld gebruik van enkele Aspirine tablet jes deed haar voor goed de rhuma- thiek vergeten. Schrale lippen Gesprongen handen verzacht-geneest otheken Voor een zelfde waarde vrucht baarheid wordt de eenheid phos- phoorzuur in het "THOMASSLAKKENMEEL, hedendaags 35 goedkooper verkocht dan deze van andere goede phosphoorzuurhoudende meststoffen. flnoezondan.) «bonnanten aan voor Uw blad I rtmrrynuMpBi Doos 4 en /.50 fr. em;* imsswmsmsssssmma

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1939 | | pagina 3