De Heer Minister van Open
bare Werken aan het woord
De Oorlog en ons
Economisch Leven
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Voor en c
oor de Landbouwers
A
Onvolledige
Inlichtingen
Flinke Reizigers
gevraagd
Landbouwers
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
ZOND AO 7 JANUARI^1940.
Prij« 35 centiem
22ste JAARGANG Nr 1096
Abonnementsprijs 15 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Hei overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestnnrder en verantwoordelijke Opstelier s
O. CAUDRON.
Bareel en Redactie t Zeebergkaai» 4» Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
Onze strijd tegen de modderpoelen.
De zeer zakelijke en beredeneerde
:oespraak van onzen Minister van
Dpenbare Werken en Werkverschaf-
ing, heer Arthur Van der Poorten, mag
ran de aandacht van onze gemeenteva
deren niet ontsnappen.
We hebben aan den heer Minister
jevraagd zijn rede te ontvangen ten
einde dezelve in ons blad weer te geven.
O as doel is heel klaar we willen de
sandacht trekken onzer burgemeesters
en schepenen der vele Vlaamsche ge
meenten op het feit, dat er nog veel, om
liet te zeggen alle, mogelijkheden be
staan om werken op hun gemeente uit
te voeren.
Zooals de heer Minister het zoo wel
cegde, is hij partijganger van kleine
en gemeentelijke werken waarvoor
ïij kredieten voorziet en waarvoor hij
materiaal zal verschaffen. Daarenboven
oestaat de gelegenheid om de werkloo-
cen bezigheid te geven en ook die
menschen te helpen
Het plan en de voornemens van den
beer Van der Poorten zijn prachtig en
we moeten hem gelukwenschen om deze
Initiatieven.
Het woord is nu aan de openbare be
sturen om er vlug bij te zijn. Allo, burge
meesters en schepenen, de handen uit de
mouwen 1 Leest en herleest de woorden
van den Minister en handelt vlug ten
einde niet te visschen achter het net 1
Voor de gemeenten bestaat nu meer
dan ooit de gelegenheid om hun slechte
en onbruikbare binnen- en veldwegen te
verbeteren.
De handen uit de mouwen 1
Hier volgt de rede in kwestie
Brussel, 27 Decmber 1939.
Kunstlaan, 25.
Heer Bestuurder,
Ingaande op Uw verzoek van 21 De
cember 1939, heb ik de eer U hierin-
gesloten een afschrift over te maken van
mijn laatste Radiorede.
Met de meeste hoogachting,
Geachte toehoorders,
Het Departement van Openbare
Werken bestaat sedert meer dan hon
derd jaar, soms zelfstandig, soms met
andere departementen versmolten, b.v.
met dit van Landbouw, van Nijverheid,
van Financiën, en in den laatsten tijd
van Verkeerswezen. Op dit oogenblik is
het opnieuw zelfstandig en zoo ik mij
niet vergis ben ik de 45' Minister van
Openbare Werken in het Koninkrijk
België. Sommige mijner voorgangers
hebben het zeer lang uitgehouden, tot
acht jaar toe, anderen pas enkele maan- 1
den. Weik op dat gebied mijn lot zal
zijn weet ik zelf niet.
Er is geen plezieriger taak dan deze
van Minister van Openbare Werken op
voorwaarde dat er veel geld tot zijn be
schikking gesteld worde Dat heeft hij
gemeens met veel huishoudens waar al
les opperbest gaat zoolang er veel zaad
in 't bakje is. Maar dat is precies op het
oogenblik niet het geval en ik bevind
mij in de zeer moeilijke positie van
iemand die een erfenis gedaan heeft
waar meer schulden te betalen zijn dan
batige posten te verdeelen.
Zooais gij weet. komt mijn departe
ment tusschen in twee begrootingen, na
melijk in een gewone en in een buiten
gewone. De gewone begrooting dient
tot het betalen van het personeel en het
gewoon onderhoud van wegen, water
wegen en gebouwen. De buitengewone
i
begrooting dient tot het aanleggen van
nieuwe wegen, nieuwe waterwegen en
het optrekken van gebouwen. Voor de
gewone begrooting van 1940 zal ik over
ongeveer 290 millioen beschikken, t.t.z.
over evenveel als verleden jaar. Van die
290 millioen zal ongeveer 170 millioen
gebruikt worden voor het onderhoud
van wegen, waterwegen en gebouwen.
De buitengewone begrooting zal 550
millioen bedragen in de plaats van 720
millioen verleden jaar en meer dan een
milliard gedurende de vette jaren. Van
die 550 millioen zullen 120 millioen voor
wegen, 235 millioen voor waterwegen,
90 millioen toelagen aan Gemeentewe
gen en 80 millioen voor gebouwen ge
bruikt worden.
Ik hrb. toen ik mijn taak als Minister
opnam, bij de bespreking der eerste be
grooting die ik té verdedigen had, ver
kondigd dat ik de Minister zou zijn der
kleine en middelmatige openbare wer
ken. Dat was vóór den oorlogstoestand.
Het spreekt vanzelf dat de tegenwoor
dige omstandigheden mij vandaag, he
laas. meer dan ik dacht, in het gelijk ge
steld hebben. Ik zal dus voorloopig geen
groote openbare werken aanvangen
maar alleen de begonnen werken vol
eindigen, zoo bv. het Albertkanaal. en
de tendienststelling van de autosnel
wegen.
Wanneer ik het woord Albertkanaal
uitspreek, dan denkt gij onmiddellijk aan
de dijkbreuk te Hasselt. Laat ik u zeg
gen dat deze dijkbreuk zeer ernstig ge
weest is en dat ik van den beginne af
heb verklaard dat het er bij mij niet op
aankwam vlug te werken om deze dijk
breuk te herstellen, maar vooral goed te
werken teneinde te vermijden dat een
dergelijke ramp ons nog zou treffen. Ik
heb daarin al mijn verantwoordelijkheid
opgenomen en werd op dat gebied door
de overgroote meerderheid van het Par
lement en, ik ben er zeker van, van de
heele bevolking van dit land goedge
keurd. De herstellingswerken schieten
goed op. Ik maak van de gelegenheid
gebruik om ook de andere dijken te ver
stevigen en in de aanstaande Lente zal
het kanaal op heel zijn lengte bevaar
baar zijn. Zoodoende zal de hooge uit
gave, namelijk 2 milliard, nuttig kunnen
gebruikt worden in het voordeel van
's lands economie. Over dit Albert
kanaal vertel ik U later bij een andere
gelegenheid waarschijnlijk wel iets meer.
Dit kan ik U nu reeds zeggen, dat deze
groote waterweg ook een strategisch
doel heeft en dat in den tegenwoordigen
toestand, op het oogenblik dat ik tot U
spreek, de Landsverdediging er al het
nut uit halen kan die de Generale S af
van het Leger ermede bedoeld heeft.
Terugkomend op mijn politiek van
kleine en middelmatige openbare wer
ken, deel ik U mede dat het in mijn be
doeling ligt de gemeenten te helpen door
het verstrekken van materiaal om de
gemeentewegen, die zich vaak in een
ellendigen toestand bevinden, te verbe
teren. Dit zal daarenboven een gelegen
heid bieden om werkloozen werkstellig
te maken. De Regeering heeft desbe
treffend mijn voorstel goedgekeurd en
dit voorstel zal eerlang in uitvoering
gaan. Ik zal daarenboven de noodige
maatregelen treffen om de achterstallige
toelagen aan de gemeenten beloofd uit
te betalen, zoodat deze op haar beurt
haar verplichtingen tegenover de aan
nemers geleidelijk zullen kunnen nale
ven. Voor de toekomst heb ik vast be
sloten, wat mij betreft, geen enkele be
lofte van toelage te doen wanneer de
kredieten daarvoor niet beschikbaar
zijn. Ik ben de meening toegedaan dat
men steeds moet leven naar zijn inkom
sten en volgens een oud Vlaamsch
spreekwoord "de tering naar de nering,,
moet stellen. Zooniet, gaat men onver
mijdelijk den dieperik in.
Ik heb daarenboven van mijn Collega's
in de Regeering de instemming beko
men een groote uitbreiding te geven
aan den Dienst der Gebouwen, namelijk
in dezen zin dat alles wat Rijksgebou
wen betreft in het vervolg door mijn de
partement zal beheerd worden. Zoo
ben ik zeer gelukkig belast geworden te
zijn met de uitvoering der wet die mijn
naam draagt en die het bouwen en on
derhouden van schoolgebouwen ten
laste van den Staat legt. Die wet is een
geestelijk kind waaraan ik zeer gehecht
ben en ik zal dan ook mijn uiterste best
doen. in samenwerking met mijn Collega
van Openbaar Onderwijs, opdat onze
Rijksmiddelbare Scholen, Athenea,
technische scholen en normaalscholen
zoo degelijk mogelijk zouden zijn. Ik
streef niet naar weelde maar naar com
fort en hygiëne. Onze kinderen moeten
in behoorlijke klasselokalen onderge
bracht worden waar hun gezondheid en
veiligheid niet in het gedrang komen.
Het gaat er niet om het land te be
zaaien met noodelooze nieuwe school
gebouwen, maar wel om de krotscholen
door fraaie, niet al te dure, stevige en
geriefelijke schoollokalen te vervangen.
Ik zou U nog willen onderhouden
over veel andere punten, namelijk de
Albertina-Bibliotheek die op den Kunst
berg zal opgericht worden, de herin
richting van het Half Eeuwfeestpaleis
en het verhuizen van het Mundaneum,
het herstellen van de spoorbruggen te
Luik en te Zelzate en dergelijke actuali
teiten meer, maar de tijd schiet daartoe
vandaag te kort. Ik resumeer met de
volgende woorden het is verkeerd te
denken dat in dit land geen openbare
werken meer zullen uitgevoerd worden,
vermits daartoe voor den Staat alleen,
buiten de provincies en de gemeenten en
de parastatale inrichtingen. 700 millioen
in 1940 zullen gebruikt worden. Maar
deze werken zullen van zulken aard zijn
dat zij, respectievelijk beperkt in om-
vang, zich zullen uitstrekken over het 1
heele land, zoodat daardoor de werk
loosheid zooveel mogelijk zal opgeslorpt
worden. Mijn departement draagt den
naam van Openbare Werken en Werk
verschaffing. Als hoofd van dit departe
ment mag ik niet vergeten dat de
voornaamste taak van mijn Ministerie
is de economische outillage van het
land verrijken en tezelvertijd werk en
brood verschaffen aan dezen die niet j
beter vragen dan naar het bijbelsche
woord "in het zweet huns aanschijos„
hun brood te verdienen. Hopen wij dat
de ellendige tijd dien wij nu beleven I
eerlang moge tot een einde komen en
dat mijn departement weldra over deze
bedragen zal kunnen beschikken die wij
nu noodgedwongen voor 's lands vei
ligheid moeten gebruiken. Met die
woorden van hoop in de toekomst sluit
ik deze korte toespraak en dank U allen
voor de verleende aandacht.
Het N. I. R.
kondigde dees week aan
Uit Brugge. Het gemeentebe-
stuur van deze stad heeft een serie van
groote werken en herstel van al de
gemeentewegen ingezet. Al de kleine
banen zullen verbeterd en gelegd
worden. Verder begint men met het
aanleggen van drie speelpleinen.
De stad stelde 200 werkloozen te
werk om deze plannen ten uitvoer te
brengen.
Zoodat we vaststellen dat er al stads
en gemeentebesturen zijn die er als de
kippen bij zijn om de mogelijke werken
uit te voeren.
Wat deden de gemeentebesturen van
Aalst, Ninove en al de omliggende ge
meenten
Dagelijks krijgen we onvolledige in
lichtingen
We kunnen niet langer aan deze
brieven gevolg geven en moeten dezelve
naar de scheurmand verwijzen.
Men gelieve dus zonder fout de vol
ledige militaire adressen en het lidmaat
schap op te geven.
II. - De binnenlandsche Marlet.
We herinneren ons nog allm de op
winding der eerste weken. Publiek en
handelaren wierpen zich op de voorra
den, alsof we reeds volledig van de we
reld waren afgesloten. De groothandels-
prijzen van levensmiddelen stegen in
September met 30 °/o, die van oliën en
vetten met meer dan 50 Toen na en
kele weken wachten de schepen voor
Antwerpen werden te lang in de Downs
van Dover tegengehouden weer la
dingen ontscheept werden, trad een in
zinking in. Ook het koninklijk besluit
van 2 October inzake de verplichte op
gave van stocks werkte eveneens kal
meerend. Vele handelaars gaven er toen
de voorkeur aan, hun voorraden op de
markt te brengen en het publiek, ziende
dat alle noodzakelijke artikelen weer
voorhanden waren, zette zijn stormloop
op de magazijnen stop en verbruikte
stilaan de opgeslagen voorraden.
De prijzencommissie, bestaande uit
deskundigen en vertegenwoordigers der
regeering en der kamers van koophan
del, verricht goed werk, terwijl ook het
parket, indien het noodig blijkt, niet
aarzelt om in te grijpen. Boeten, sluiting
van zaken en inbeslagneming van voor
raden hebben hun uitwerksel niet ge
mist.
De handel heeft thans weer een be
trekkelijk normaal verloop al is er
van optimisme nog geen spraak... be
halve in regeeringskringen.
In ons eerste artikel hebben wjj er op
gewezen, dat de zware nijverheid, die
voornamelijk voor het buitenland ar
beidt, gouden zaken maakt. Dit is ook
het geval voor kleinere uitvoerindustries.
Frankrijk en Engeland koopen hier tal
rijke artikelen, waarvoor zij vroeger
weinig belangstelling toonden. Dit komt
omdat de Fransche en Britsche nijver
heden zich vooral moeten toeleggen op
het vervaardigen van oorlogsmateriaal.
Voor de nijverheden, die hun producten
op de binnenlandsche markt afzetten, is
de toestand minder rooskleurig. Het
publiek heeft den aankoop van vele goe
deren stopgezet.
In de eerste plaats besteedt de Belgi
sche kooper zijn geld voor den aankoop
van levensmiddelen. Hij doet dit des te
meer omdat de verhooging der prjjzen
een grooter deel van zijn uitgaven eischt.
En eens dat deze noodzakelijke aankoo-
pen gedaan zijn, tracht hij eenig geld
opzij te leggen, om, in geval van nood,
over baar geld te beschikken. Vroeger,
vóór dezen oorlog, bewaarden de men
schen slechts weinig geld in huis. Steeds
werd uitgezien naar een loonende be
legging Dit is thans veranderd. In ieder
huishouden is thans eenig liggend geld
en in de koffïrtj?s der banken worden
bankbiljetten, goud en buitenlaodsche
deviezen opgestapeld Dit is de oorzaak
van de groote verhooging van den geld-
omloop, die van 21 milliard op onge
veer 30 milliard is gestegen.
En de bevoorrading, hoe is het daar
mede gestaan en gelegen Naar alle
hoofdsteden zijn handelsmissies vertrok
ken, doch over de uitslagen door deze
afvaardigingen bereikt, werd totnogtoe
weinig of niets meegedeeld. Welke is
hun taak Het publiek zou dat gaarne
weten, doch de regeering zwijgt als ver
moord. De geruchten willen, dat er
vooral gehandeld wordt over grondstof-
fenaankoopen.
Dit kapittel hebben wij reeds in ons
eerste artikel aangeraakt en wij hadden
de gelegenheid aan te toonen, dat voor
wat betreft de grondstoffen die de zware
nijverheid noodig heeft, de toestand
alles behalve rooskleurig was. En voor
de andere
Wij verbruiken 28.000 ton kaas en
produceeren er slechts 7.000 tot 8.000
ton we hebben 250.000 ton olieinhou-
dende vruchten noodig en moeten ze
alle invoeren we verbruiken 50.000 ton
koffie, 10.000 ton kakao, 80.000 ton ap
pelsienen, 20.000 ton bananen en bren
gen daarvan zelf geen kilo voort. Ver
der hebben we een groote behoefte aan
voedergraan en moeten jaarlijks 50.000
ton haver, 120.000 ton rogge, 410.000
ton gerst, 670 000 ton maïs, 300.000 ton
meelkoeken, 1 millioen ton tarwe uit het
buitenland invoeren.
We geven hieronder enkele cijf-rs
Gedurende de maand November hebben
we 128 000 ton tarwe ingevoerd ;62000
ton maïs 31 000 ton rogge, enz. Ver
der beschik ken we over groote voorra
den, die we in 't begin van dezen oor-
log hebben moeten aanspreken, doch die
thacs terua op hun vroeger peil werden
gebracht. Het is voor niemand geen ge
heim, dat de invoerders van tarwe over
een voorraad van 75.000 ton beschik
ken als wanneer het veiligheidsplan van
de regeering slechts 60*000 ton voorziet.
De maalderijen van hun kant beschik
ken over een stock van 100.000 ton, als
wanneer de regeering hen slechts heeft
verplicht een voorraad van 80.000 ton
aan te leggen.
Waarheidshalve moeten wij erken
nen, dat er geen gevaar dreigt voor de
bevoorrading aan levensmiddelen.Trou-
wens, in den loop der laatste twee, drie
weken is de invoer via Antwerpen be
vredigend. In 't begin van den mijnen-
oorlog, toen het eene schip na het ande
re verging, was er wel reden om niet al
te optimistisch te zijn. Een merkelijke
verbetering is ingetreden, doch niets
zegt, dat Duitschland morgen niet deze
manier van oorlogvoeren terug in nog
scherpere vormen zal hernemen. Het is
duidelijk, dat de Duitsche legerleiding
slechts een proef heeft gedaan. Zij heeft
er Engeland willen van overtuigen, dat
het veel te verliezen heeft indien het den
oorlog voortzet. Thaos is er een periode
van afwachten ingetreden. Hoelang zal
zij duren Niemand weet het. Het staat
echter vast, dat indien de oorlog, de
werkelijke oorlog uitbreekt, de scheep
vaart van en naar Antwerpen er ernstig
zal onder te lijden hebben.
Opzettelijk hebben we gehandeld
over enkele bepaalde producten en niets
gezegd over boter, vleesch en vet, want
daarmede is heel het landbouwvraag
stuk gemoeid. Daarover zullen we het
in ons derde artikel hebben.
We wilden er slechts op wijzen dat
onze bevoorrading geen onmiddellijk ge
vaar loopt en dat dit niet het werk is
van de regeering, maar van den handel,
die, indien men hem betrekkelijk vrij
laat, er wel zal voor zorgen dat het ons
zoo goed gaat als het in de huidige om
standigheden mogelijk is.
Waar de regeering wel iets kan in
veranderen, is in de verhooging van den
uitvoer. Dit is een taak voor de talrijke
handelszendingen in het buitenland
nieuwe afzet ebieden vinden voor onzen
uitvoer. Sommige landen hebben dit op
voorbeeldige wijze weten klaar te spe
len, o. a. Italië, dat zich het leeuwen
aandeel van de door Duitschland verlo
ren markten heeft weten toe te eigenen.
De ligging van Italië is veel voordeeli-
ger dan de onze, dat geven we grif toe,
nochtans blijft er voor Btlgië op dit ge
bied nog heel wat te doen.
werit
nieuwe
TELEFOON i 267.
Ministerie van Openbare Werken
en Werkverschaffing.
VOORDEN MINISTERt
De Privé-Secretarts,
Ceulemans.
Mededeellng door den heer
Arthur VANDERPOORTEN,
Minister van Openbare
Werken en Werkverschaffing.
A. Van der Poorten.
1) met onvolledige militaire
adressen
2) met militaire adressen zonder
vermelding van het lidmaatschap.
op de hoogte van het vak, voor
verkoop van Dierenvoeders en
andere produkten. Goede brood
winning.
Aanvragen aan S.M. Redt.U Zei
ven, Zeebergkaai, Aalst.
abonnenten aan voor Uw blad I