HOPELOOS De Hopkwestie in de Branding, De Oorlog en ons Economisch Leven Arbeid ac lelt* Landbouwweekblad Voor es door de Landbouwers Het Kiekenras wordt uitgeroeid Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven ZONDAG 14 JANUARI^ 1946, Prijs 35Tcentiem k2ste jAARGANG Ni il97 Abonnementsprijs 15 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen sonder aanduiding der bron ia streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller O. CAUDRON Bureel en Redactie t Zeebergkaai, 4, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor kunne bjjdragen. Aankondigingen volgens akkoord. Waar wil de regeering naartoe met onze kweekers We hoopten steeds op verbetering van vleeschprijzen voor varkens en vee, en van goede eierprijzen. Het zijn enkel de voedergranen en melen en alle andere voe ders die stegen, terwijl onze voortbrengselen nog steeds bespotte lijk laag staan. We lezen in de dagbladen dat Argentinië groote hoeveelheden varkensvet en opgelegd rundsvleesch heeft ingevoerd. We weten dat het leger buiten het gewone contingent duizen- de tonnen varkensvet en meer dan 5 000 ton vleesch uit Amerika betrok. Waarheen moet ons dit alles leiden, als tot onzen totalen on dergang en de totale stopzetting van alle kweekerijen Vindt onze Regeering daar geen beenen in Moeten de getallen der doppers nog met enkele tienduizenden stijgen Bestaat er geen wet in onzen democratischen staat, die ook den k'einen boerenstand van ondergang kan behoeden of heeft deze volksklas geen recht meer op bestaan, terwijl de grootnijverheid en kolenbazen de millioenen uit ons zakken pompen Schuilt er geen gevaar in voor de natie wanneer we onze kwee kerijen stopzetten en dat door dit feit ons land totaal van het bui tenland afhangt We stellen deze vragen aan de heeren van de Regeering en van de leidende kringen in Brussel. Tengevolge van de slechte eierprijzen hebben tal van kwee kers hun kiekens afgeslacht of verkocht. We dringen bij de kweekers aan hun rassen niet totaal uit te roeien en toch enkele kiekens over te houden. Eens komt de tijd dat de heeren Ministers en de stadsmenschen te kort krijgen aan eieren en dat dezelve, als straf voor hun dwaze uithongeringspolitiek der kleine boeren, de eitjes 3 fr. per stuk zullen betalen. En voor later dient er ook een plan van wederopbouw in 't oog worden gehouden. De Stad Poperinge fn actie. Vanwege het Bestuur van genoemde Stad werd aan Zijne Excellentie den Heer Minister van Landbouw, Brussel, volgend schrijven gezonden i Poperinge den 26 Dec. 1939 Weledele Heer Minister, Het Schepencollege der Stad Pope ringe neemt eerbiedig doch dringend de vrijheid op uwe welwillende tusschen- komst beroep te doen ten voordeele onzer Hoppekweekers. Jarenlang is de Hopteelt voor den hoppekweeker een zwaar verliezende post geweest. Jarenlang vragen de hopplanters de tusschenkomst der Regeering om den hopteelt te beschermen door 1. doelmatig inkomrrcht te heffen op vreemde hop 2. het buitenhouden van verjaarde hop en van hop zonder gekenden oor sprong alleen iaten invoeren hop ver gezeld van een getuigschrift van oor sprong, geperst, verpakt in origineele verpakking, die gezegeld of gelood is met offlcieele merken 3. verbeteren der hopkwaliteit bij kweek en bewerking, ten einde de brouwerijen voldoening te geven op gebied van hoedanigheid. Opzoeken naar middelen om hop van slechte hoe danigheid uit te schakelen 4. toezicht c p den verkoop der in- landsche hop, ten einde te voorkomen dat deze onder een of ander naam of als gemengde soort zoude worden aan den man gebracht. Er is een wanverhouding tusschen het jnvoerncht van vreemde hep in België en het invoerrecht van Belgische hop in den Vreemde. In Polen 2000 fr. Ia Duitschland 1800 fr. In de Vereenigde Staten 1600fr. In Engeland llOOfr. In Frankrijk 800 fr. In België 60 fr. Ons land zoekt nieuwe bronnen van inkomsten moesten er rechten gelegd worden op het invoeren van vreemde hop in evenredigheid der inkomrechten daarop gelegd door andere landen, dat zou voor het land een mooie som op brengen. Jarenlang werd de faam der inland- sche hop en bijzonderlijk der Pope- ringsche hop te niet gedaan door het feit dat Eigelsche hop van slechte hoe- danijheid bij heele schepen langs Oostende ons land binnenkwam, en dit zonder één cent inkomrecht te betalen daar ze Diet binnenkwam als hop maar oader de benoeming van "muiten». Die hop mocht in Engeland niet ver bruikt worden gezien haar slechte hoe danigheid, maar zij werd in België "bewerkt» en verkocht, wie weet onder welke naam. En wellicht ligt daar een groot deel van de schuld der misachting die bij de Belgische Brouwerij bestaat tegenover de Poperingsche hop en der na'uurlijk daaruitvolgende minder waarde. De Regeering Meef steeds doof op de hu'pvraag der hoptelers. De hopteelt her ft de laatste jaren aan den kweeker veel verlies berokkend 1936. 1937 en 1938 bracht de hopkwee- ker ten onder. Door de Fiscus werd aanvaard dat het verlies bedroeg in 1937 5 000 fr. verlies per ha. in 1938 3 000 fr. verlies per ha. In die jaren werd er gewerkt en ge wroet met groot geldverlies. De land bouwer betaalde de groote kosten voor onderhoud der bestaande hoppevelden, het aankweeken, p ukken en drogen der hop. en nooit zag hij zijn onkosten terug. Velen moesten geld gaan leenen om de pacht te kunnen betalen en met hun gezin te kunnen leven. In Mei en Oogst van dit jaar heeft ons S adsbestuur U dringend gevraagd het noodige te willen doen om aan die toestand te verhelpen. Wij verstaan dat de omstandigheden het nu onmogelijk maken onderhande lingen met andere Staten aan te knoopen om wijzigingen aan handelskontrakten te brengen. Intusschen zijn de prijzen der hop normaal geworden. De prijzen dit jaar aan den hopkwee- ker betaald, geven hem een normale winst. De hopkweeker heeft er van'gebruik gemaakt om schulden te ver» ff men die hij in de 3-4 vorige jaren moest aan gaan. Het is niet te verdedigen dat de hop kweeker die jarenlang met verlies werk te, wanneer er dan een winstgevend jaar komt, die winst zou moeten weg dragen. In sommige gevallen en uitbatingen kan dat misschien, maar voor de hop kan en mag dat niet. Wat de laatste jaren gebeurde, is een gedurig herhalen in de hoppewereld. In de laatste 50 jaren hebben we steeds hetzelfde gezien: drie-vier slechte jaren gevolgd door een of twee goede jaren. De hopkweeker draagt de hop in zijn hart en kan er niet toe besluiten deze vrucht bij slechte jaren uit te roeien. De hop is ten andere een vrucht die jaren werk vraagt voor zij ten volle opbrengt. De inrichting van een hoppeveld, zoo als dit te Poperinge geschiedt, is heel kostelijk en deze inrichting moet een aantal jaren blijven staan De hopkwee ker, eens begonnen, moet voort hop kweeken en kan niet, naar willekeur, het eene jaar hop kweeken en het ande re jaar niet. Bij goede jaren en ook bij slechte beloopen de productiekosten per hec- taar tot ongeveer 16 000 fr. Bij slechte jaren blijft de kweeker hopen en moet soms veel lijden door verlies eenige goede jaren doen het leed vergeten. En meest al onze landbouwers leven daarmede en als de hop gaat, dan gaat den handel bij alle neringdoeners, want Poperinge heeft geen nijverheid en moet leven van den landbouw. Wat dit jaar gebeurt, gebeurde regel matig juist op zelfde wijze in de laatste 50 jaren. Die groote prijsschommelingen kwa men juist gelijk nu voor, toen het geen oorlog was. De huidige tijdsomstandigheden heb ben dus met de prijsverhooging der hop niets te zien en dus mag, wat de land bouwer dit jaar aan de hopteelt meer wint dan verleden jaar, volstrekt niet als een uitzonderlijke winst aanzien wor den. Dit is geen uitzonderlijke winst over 5-10 15 20 jaar, over 30 35-40 jaar gebeurde juist hetzelfde jaren lage prij zen aevolgd door jaren loonende p'ijzen. Wat nu gebeurt, is de normale gang der zaken in hopteelt. Wat normaal is sedert 50 jaar en meer, moet als normaal aanzien worden ook dit III. - De toestand in het Landbouwbedrijf. jaar. I De hopkweeker was in nood door groot geldverlies van 3 4 jaren 1939 laat hem toe zijn schulden te vereffenen en eer aan zijn zaken te doen. De hopkweeker wil graag het Land helpen met de gewone belasting te be talen in evenredigheid van hetgeen nor- maai de handel en de nijverheid betaalt, maar de hopptijs aanzien als uitzonder lijk en 70 buitengewone belasting etschen. ware den ondergang van den i(Zie vervolg onderaan htecneven). k Het lijdt geen twijfel iedereen is thans begaan met den economischen toestand van het land. Men vraagt zich afzullen wij, indien de oorlog lang duurt, gebrek lijden En aan wat Het is opvallend dat oeo dan steeds denkt aan de invoermogelijkheden en nooit aan hetgeen onze eigen landbouw kan presteeren. Dit voorbeeld komt van hoogerhacd. Daar is een ministerie van Voorlichting dat van korten duur was en een dienst van Bevoorrading in het leven geroepen, doch het schijnt niet dat men er in de Brus«elsche regeeringskringen over nagedacht heeft of de landbouw thans ook niet, gezien de omstandighe den, onder nieuwe leiding moest ge plaatst worden en een nieuwe richting inslaan. Het is waar ook de Rrgeering heeft aan den landbouw gedacht Er werd gedecreteerd dat er 50 °/o tarwe meer moest gezaaid worden, zonder dat men er zich te Brussel van vergewist heeft, of deze maatregel uitvoerbaar was. Het is allemaal goed en wel te bevelen dat de landbouwers meer tarwe moeten zaaien, maar dan moet in de eersie plaats ge zorgd worden dat deze teelt rendeerend gemaakt wordt. Waarom is sedert den vorigen oorlog de oppervlakte met tarwe bezaaid, steeds verminderd Vraag het aan de landbouwers, heeren van Brussel. Kan men van de landbouwers verlangen dat zij "met verlies» zouden arbeiden We geven anderzijds toe. dat het voor het land voordeelig ware over voldoende tarwe te beschikken. Dit is echter een onmogelijkheid. Trouwens, volgens onze bescheiden meening zal er geen werkelijk gebrek aan tarwe te duchten zijn. Er is een overvloed in de wereld aan tarwe en het is toch niet in te denken dat het laatste schip zal gekel derd worden. Integendeel. Moest het vervoer op werkelijke groote moeilijk heden stuiten, dan zijn er nog altijd de Amerikaansche schepen die ladingen tarwe naar Antwerpen kuanen brengen. Waar er in de eerste plaats moet voor gezorgd worden, is dat het levens peil van den landbouwer nog niet meer naar omlaag worde gedrukt. In andere woorden, de Regeering moet zorgen dat de landbouwer voor de voortgebrachte granen een rendeerenden prijs bekomt, doch ook voor al de andere produkten, vooral boter en vleesch. De prijzen der zuivelprodukten moeten op peil worden gehouden, anders dreigt het gevaar dat onze veestapel gestadig zal verminderen zooals reeds de met tarwe bezaaide oppervlakte is verminderd, hetgeen de Regeering zooveel om ust schijnt aan te doen. Indien zij de valorsatie der graan prijzen had doorgedreven, zou het nooit zoover gekomen zijn. Dit weze voor haar een les. hoppekweeker en van ons ganscn Ge west dat van den landbouw moet leven. Wij durven hopen, Excellentie, dat Urd. deze zaak grondig zult willen on derzoeken. Dat zal U de rechtvaardig heid van dezen wensch doen inzien. We durven voldoening op ons drin gend doch eerlijk-rechtvaardig verzoek verwachten en bidden II intusschen. Weledele Heer Minister, in onzen naam en in naam van alle hoppekweekers, on zen besten dank en oaze hooggeachte groeten te willen aanvaarden. De Burgemeester, (get.) Dr J. Van Walleghem. De Schepenen J Cassiers. H. Lefebvre. V. Sansen. NOTA. - Redt U Zeiven en De Koornbloem sluiten zich volkomen a »n bij het betoog en de motie van de Stad Po peringe. Een zelfde schrijven zal aan de Regeering worden gericht. Niemand zal durven beweren, dat de prijzen van het vee op voet rendeerend zija. In ieder geval zija zjj veel lager dan het jaar tevoren, niettegenstaande de kostprijs merkelijk in de hoogte is gegaan en wel met ongeveer 30 °/0. In dien dit voortduurt zal de veestapel worden aangetast hetgeen voor de landbouwers zelf een vermindering van inkomsten beteekent, doch voor alle verbruikers de bedreiging dat er tekort aan boter, aan melk en aan inlandsch vleesch zal zija Ea deze produkten kun nen niet zoo gemakkelijk worden inge voerd als tarwe. Trouwens, meer dan ooit moeten wij er op bedacht zijn zoo weinig mogelijk in te voeren om de han delsbalans in evenwicht te houden, het geen thans noodzakelijker is dan ooit te voren. In dit opzicht moet de Regeering er over waken, dat de boterprijzen vooral loonend zijn. Bevel werd aan het leger gegeven om iedere week 10 tot 20.000 kg boter aan te koopen. Dit werd enkele weken gedaan en de boterprijzen stegen met een paar frank, m3ar inlange niet genoeg. De prijzen der boter zijn bene den de prijzen die rond hetzelfde tijdstip van verleden jaar werden betaald en dit niettegenstaande de hoogere onkosten der veevoeders. Trouwens, een stijging der boterprijzen is normaal in dit sei zoen, gezien de vermindering der pro- duktie. Dat deze stijging echter niet grooter is, is het gevolg van het feit dat onze voorraad te groot is. Men raamt dat bij het begin van de volle producie nog een voorraad van twee millioen kilo zal voorhanden zijn. Men moet geen profeet zijn om te voorspellen, dat de boterprijzen gevoelig naar omlaag zul len worden gedrukt. En het gevolg de landbouwers zullen hun veestapel nog met enkele eenheden verminderen. Dit moet vermeden worden. De vee stapel moet op p*il gehouden worden, want die is onze werkelijke rijkdam Om te vermijden dat de landbouwers zich van hun vee ontdoen, moeten de boter prijzen dus op doelmatige wijze worden gesteund. Dit is een taak die de reg tering krachtdadig ter hand moet nemen en zij zal daarmede heel het land een dienst betoonen. Dan ook zal de landbouwer met grooter optimisme de toekomst tege moet zien. De laadbouwer heeft erg ge leden en lijdt nog erg onder de gevol gen van deze mobilisatie. Het leger heeft paarden, haver, stroo en hooi opje- ëischt en in vele gevallen moet de land bouwer het noodige terug koopen aan hoogere prijzen dan het leger er voor egevenhad Hoevele drachtige koeien werden in het begin niet opgeëischt en naar het schijnt zou dit thans hier en daar nog gebeuren. Hoogere uitgaven en verminderde in komsten met in het vooruitzicht stijgen- d- pachtprijzen en hoogere belastingen I Neen, de landbouwers hebben geen re denen om erg tevreden te zijn Indien de Regeering werkelijk wil, zal het de hee ren van Brussel niet veel hoofdbrekens kosten om daarin een verandering ten goede te brengen. Vaak genoeg werden de middelen aangeduid. De Regeering moet alleen over genoeg durf en door- drijvingskracht beschikken om ze toe te passen. Ea als slotsom van deze kleine studie, die geen aanspraken maakt op volledig heid, moeten wij andermaal vaststellen, dat de landbouw weer "tiet kind van de rekening» is. zooals het hier in België de gewoonte is. De Regeering mag echter niet uit het oog verliezen, dat het dit maal niet alleen gaat om de landbou wers, maar om heel de bevolking. Oaze groote uitvoerindustrie moet ons de noo dige deviezen aan de hand doea om ons toe te laten de onontbeerlijke producten te koopen anderzijds, en op dezelfden rang, s aat onzen landbouw: een na tuurlijke en onontbeerlijke reserve, die in stand moet gehouden worden, wil het volk niet verhongeren. TELEFOON 3*7. De hop betaalt per 100 kilos invoer recht als volgt Die winst moet als normale winst aanzien worden en aan den landbou wer blijven.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1940 | | pagina 1