Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor ea door de Landbouwers De vergoedingen voor schade voortspruitende uit de Mobilisatiemaatregelen. De Canadeesche Bevolking staat slechts gedeeltelijk achter Engeland. De Belgische Tuinbouw in verband met de huidige internationale toestanden* Wie gaat Tabak planten Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven i XOüfDAQ 10 MAART 1940. Prfli 35.'centiem 22«U JAAftaAMO «i'1105 twee 00 en egde, :rgge- Oscai Vfoer- drachi :egem aller- ran di vat rik. bi Wijn it, bl alsool Abonnementsprijs 15 fr. 's jaars. Rouck Men «chrjjft in op ons Bareel en op alle postkantoren. Fran Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller O. CAUDRON. Bareel en Redactie i Zeebergkaai) Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bjjdragen. Aankondigingen volgens akkoord. landtt raat, 2 dracht Welle bt, eet geprl Rober ir dei genei rekt ilemoi lerhov 1 vaat beet tz., b: aat, 2! weket in de ckhou urelD kana achte baut, t d, got at, 2\\ maan Arthu derdet jen ge Smetle in al I paai casie t )deget :n cm eggea ompei ag pro s Me t UI lefoos terbeej ef Vat PGe, ihedes 40 ca, 3, Pij n eige unnen nden vooi te bie- sardei e ver fwaar- odijns, l. Leb- uwera, te wei' goeda n dag in alle waert, i voor eenige renden gkaai, Qeine n gra- Adh. 29, 1321, In onze bijdrage van verleden week hebben wij een beknopte uiteenzetting gegeven van het gedeelte van de nota gericht aan de militaire overheden door den Minister van Landsverdediging be treffende de eerste reeks van schade n.l. deze welke het voorwerp is geweest van een opeisching inzonderlijk voor het installeeren der diensten van het leger, voor het aanleggen van een vliegveld, voor het oprichten van een versterkings- werk, voor het logeeren van troepen. Wij hebben tevens een samenvatting gegeven van de bepalingen van den omzendbrief van den Minister var Landbouw behelzende de regelen rot schatting en vaststelling der aangerichte schade. Thans vatten wij de onderrichtingen samen voorkomer de in voormelde nota van het Departement van Landsverde diging betreffende de drie overige cate gorieën van schade 2e Reeks van schade. Zooals reeds gemeld in onze vorige bijdrage is hier sprake van schade voortvloeiende uit voorbehoedende verdedigingsmaatregelen welke getrof fen werden zonder opeisching, zooals het aanleggen van loopgraven, niet- besten dige beschuttingen, prikkeldraadver sperringen, onderwaterzettingen, ver sterkingen der muren van een gebouw, vernielingen, mijnontplofflngen enz. De onder deze reeks gerangschikte schade kan niet alle van stondé aan ver goed worden. De ten deze toe te pas sen regelen zullen door een wet worden bepaald. Zonder de aanneming van deze wet af te wachten, moet deze schade echter vastgesteld en, voor zoover dit mogelijk is geschat worden, tot bewa ring der rechten van de belanghebben den. Voorde beschadigde gebouwen of beplantingen welke in den omtrek van bestendige versterkingen ge'egen zijn, is het niet noodig nauwkeurig te bepalen of deze onroerende goederen al dan niet in het gebied der militaire erfdienst baarheden gelegen zijn Dit zal later worden uitgemaakt door de instellingen gelast met de uitbetaling der vergoedin gen. De militairen moeten met de ge meentebesturen samenwerken. Wanneer het leger gebruik maakt van boomen of schaarhout welke het heeft moeten vellen, of van materialen voortkomende van gebouwen welke het heeft moeten sloopen, dient deze be nuttiging, zelfs wanneer het een bij reeks II voorzienen voorbehoedsmaat- regel geldt, als een opeisching be schouwd en als zoodanig geregeld door het cfleveren van een bevel model 8 en van een ontvangstbewijs model II, over eenkomstig de aanduidingen van art. 85 van het reglement op de militaire opeischingen. De verstrekkers worden schadeloos gesteld door tusschenkomst van de ge meentebesturen, die zich moeten ge dragen naar de bepalingen van artikels 112 en volgende van het reglement op de militaire opeischingen. Van deze regeling dient melding gemaakt op de processen-verbaal betreffende de schade aan de ontboschte of gesloopte eigen dommen, daar deze schade dient bere kend na aftrek van de wegens op eisching toegekende vergoeding. Het Ministerie van Economische Zaken. Middenstand en Ravitaillee- ring is gelast hulpgelden, bij wijze van voorschot, te verleenen aan de behoef tige slachtoffers van de door het Leger uitgevoerde onderwaterzettingen, en in zonderlijk aan de landbouwers die in de onmogelijkheid verkeeren hun bedrijf voort te zetten. 3e Reeks van schade. Het betreft hier de schade voort vloeiende uit het schieten naar vreemde vliegtuigen welke ons grondgebied over vliegen. Deze soort schade kan in den tegen- woordigen stand der wetgeving even min worden vergoed. De processen-verbaal van vaststelling en schatting moeten dus eveneens wor den opgemaakt tot bewaring van de rechten der belanghebbenden. 4e Reeks van schade. Het betreft hier de schade voort vloeiende uit de ontpit fflagen van zee- mijnen gelegd door de oorlogvoerende landen, uit gevechten tusschen vreemde vliegtuigen boven ons grondgebied, uit het vallen of landen van vreemde lucht vaartuigen. De vergoeding dezer schade valt in princiep ten laste van de betrokken vreemde landen. De vaststellingen en schattingen moe ten met de meeste zorg door de territo riale militaire overheden gedaan wor den. De huurwaarde van een goed dient, bij gebreke aan schriftelijke overeen komst, geschat volgens het kadastraal inkomen dat bij het gemeentebestuur kan worden bekomen. Bovendien kan de militaire overheid, wanneer het gaat om belangrijke schade meer dan 5000 fr. welke zij met haar eigen middelen niet in staat is te schatten, volgens het geval, het advies inwinnen van de ambtenaren van Open bare Werken of van Landbouw (boschbouwkundigen, landbouwkundi gen) die zich ter plaatse bevinden. Voor de onder reeksen I en II ge rangschikte schade, uitgenomen voor de schade veroorzaakt door den brand, moet de forfaitaire schatting gedaan in een geest van minnelijke overeenkomst, als regel gelden. Onze zienswijze. Deze nochtans beknopte samenvat ting der regeling welke thans wordt toegepast bij de vergoeding der schade aangericht door de mobilisatie, toont aan dat deze onvolledig en verward is. Wij zijn er van overtuigd dat de dien sten gelast met de uitvoering van deze ingewikkelde bepalingen er zelf niet wijs uit geraken. Onze geteisterde landge- nooten hebben volstrekt niets aan de rangschikking der schade in verschillen de reeksen opgemaakt door de overhe den. Het eenige wat hen interesseert, en wat overigens geboden wordt door de rechtvaardigheid, is dat zij op billijke wijze vergoed worden voor de schade welke hen veroorzaakt wordt door het leger. Het stoot inzonderlijk tegen de borst, dat de personen die ingevolge de onder waterzettingen of andere militaire wer ken hun have en goed hebben moeten verlaten of hun bedrijf hebben moeten stop zetten geen vergoeding kunnen ont vangen omdat er nog geen wet voor handen is tot vaststelling en regeling dezer vergoeding. Hetzelfde dient ge zegd van de schade gerangschikt onder reeksen II en III. Ia naam der landbouwers, die onte gensprekelijk het meest te lijden hebben onder de schade aangericht door de mobilisatiemaatregelen, elschen wij een dringende aanvulling en samenordening der wettelijke schikkingen tot vergoe ding der schade aangericht door het Leger. Deze schikkingen moeten duide lijk en op rechtvaardige wijze de ver goedingen bepalen toekomende aan de geteisterde burgers en de pleegvormen tot het bekomen der schadevergoeding tot een minimum herleiden. Waar onze kroostrijke boerengezinnen reeds veruit het grootste aantal jongens leveren tot vrijwaring van ons grondgebied, mag ten minste gevraagd worden dat zij door de militaire verdedigings- werken niet tot den ondergang worden gedoemd. In afwachting dat een doeltreffende en billijke wettelijke regeling der scha devergoeding tot stand komt, geven wij onze geteisterde landbouwers den raad er bij het gemeen te bes' uur der ligging van de beschadigde goederen op aan te dringen dat het onmiddellijk zou over gaan tot een beschi ij venden staat der beschadigde goederen. Deze staat dient opgemaakt in aanwezigheid van den eigenaar of den uitbater der goede ren. Hij dient in twee exemplaren opge steld, waarvan een voor den eigenaar en het tweede dient bewaard door het gemeentebestuur tot nader order. Hieronder een officieel model van be- schrijvenden staat van beschadigde goederen Provincie Gemeente Naam, voornaam en woonplaats van den verstrekker (vermelden of deze eigenaar of huurder is. Indien hij huur der is. insgelijks den naam, voornaam en adres van den eigenaar vermelden). Aanduiding der militaire overheid die de bezetting of opeisching der goederen deed (Regiment, bataljon of groep, compagnie, batterij of eskadron). Ligging van het goed (kadastrale aan wijzingen). Aard der bezetting (loopgrachten, onderwaterzetting, andere werken). Oppervlakte der gronden bezet door het leger a) Oppervlakte werkelijk ingenomen door de militaire werken. b) Oppervlakte onbruikbaar gewor den ingevolge deze inname (wegens on- toegangbaarheid enz.). c) Pacht van het bezette terrein. In dien het den eigenaar geldthet kadas traal inkomen van het terrein. d) Grondbelasting betrekkelijk het bezette terrein. e) Aard en uitbating van het terrein (akkerbouw, weide, boomgaard enz Schatting der schade (welke thans kan worden geraamd) a) Teelt zich op het terrein bevin dende (aard der kuituur, hoeveelheid, bedrag der schade). b) Onkosten welke de teelt heeft ver oorzaakt (beploegen, eggen, meststoffen, zaad enz c) Gebruiksderving. d) Andere schade. Bemerking Ik verklaar op mijne eer dat huidige verklaring echt en volledig is. De verstrekker, Gezien voor wettiging van het hand- teeken van den verstrekker en beves tiging der nauwkeurigheid der gege vens van huldigen staat. De Burgemeester, Het Britsche Imperium en de oorlog. De Fransche Canadeezen gekant tegen een deelneming aan den oorlog. Wat zullen de algemeene verkiezingen brengen 7 Ministerie van Landbouw. Rekening houdende met de huidige internationale toestanden, acht het Mi nisterie van Landbouw het gewenscht aan belanghebbenden volgende mede- deelingen te verstrekken in verband met eventueele aanpassingsmogelijkheden op tuinbouwgebied. Er dient rekening gehouden dat bij gebeurlijk verscherpen van de interna tionale moeilijkheden, de exportmoge lijkheden inzake tuinbouwprodukten sterk ongunstig zouden kunnen be- invloed worden. Anderzijds dient ook opgemerkt dat de groote elasticiteit van de vraag naar tuinbouwprodukten oorzaak kan wor den van een belangrijke vermindering der consump'ie in geval van verminde ring der koopkracht van den verbruiker. Inzake fruitteelt heeft België een be langrijke overproductie van druiven voor wat de andere fruitsoorten betreft, zou naar gelang de omstandigheden, een normale productie kunnen volstaan om aan de behoeften te voldoen. Een inkrimping der druiventeelt schijnt geraden, terwijl de productie der andere fruitsoorten beter zou dienen verzorgd door het toepassen van doel matige, aangepaste en meer intensieve cultuurmethoden. Voor wat aangaat de andere tuin- bouwbedrijvigheden kan er op gewezen dat België een overproductie heeft van volgende teelten opgesomd volgens be langrijkheid in gewicht van het produc tieoverschotwitloof, azalea's, bloem- koolen (tijdens de maanden Mei, Juni, Julij, serreplanten andere dan azalea's (Zie vervolg 2Jt bladzijde.) IV. Enkele weken geleden hebben wij hier een artikel gegeven Canada als arse naal en graanschuur. We hebben toen ook terloops een woord gezegd over de oprichting van groote luchtvaartscho- len voor de opleiding van Engelsche vliegeis en van uit de verschillende Do minions. De eerste detachementen zijn reeds in Engeland aangekomen. Dit is echter slechts een begin. Men verwacht dat Canada op deze wijze per jaar niet minder dan 25.000 tot 30.000 getrainde manschappen voor de Engelsche en Do minion-luchtmachten zal kunnen afle veren. De maatregelen voor de militaire hulp door voetvolkregimenten zijn op minder grootsche schaal opgezet. Reeds zijn er Canadeesche troepen in Enge land aangekomen, waarvan het getal zorgvuldig geheim wordt gehouden. Naar raming kan het de 20.000 niet overtreffen, al wordt er aan toegevoegd dat meerdere divisies zullen volgen. On danks het feit, dat al de Engelsche pro- pagandadieosten groot gewag maken over de aanwerving van vrijwilligers in Canada, is men de meening toegedaan, dat de hulp welke deze Dominion aan Engeland zal verleenen veel minder zal zijn dan in 1914 toen het een leger van 600.000 man op de been bracht. Trouwens.de algemeene dienstplicht welke in Engeland werd ingevoerd, zal in Canada voorloopig niet worden in gesteld. Dat is zonder twijfel een wijs bes uit. In 1917 leidde de instelling van den algemeenen dienstplicht immers tot ernstige troebelen met de Fransch- Ca nadeesche bevolking van Quebec, die thans weer afzijdig staat tegen een deel name aan den oorlog. Delinks georiën teerde eerste-minister van Quebec, heer Hepburn, is de leider van een beweging tegen den oorlog gericht en hij vindt zijn besten steun juist bij de bevolking van Fransche afkomst. De algemeene verkiezingen welke de centrale regeering onverwacht heeft uit geschreven, moeten, onder den druk van den oorlogstoestand, deze beweging in de kiem smoren, voor zij tijd heeft ge - had zich te ontwikkelen. Hepburn zegt dat bij de belangen van de bevolking behartigt, terwjjl de centrale regeering deze van de nijverheid, die groote win sten uit dezen oorlog hoopt te halen, vertegenwoordigt. In het kader van het Britsche Impe rium neemtCanada een bijzondere plaats in. Dit Dominion is practisch een we relddeel dat nauwer aanleunt bij deVer- eenigde Staten dan bij Engeland. In dit uitgestrekt gebied wonen nagenoeg elf millioen menschen, waarvan echter niet de helft van Britsche afstamming zijn. Dertig der bewoners zijn van Fran sche afkomst en meer dan 20 zijn uit andere Europer sche landen gekomen. Hier gaat het dus niet zooals in Austra lië en Nieuw- Zeeland om een overwe gende Britsche kolonisatie. Integendeel, want het cijfer van deËritsche bevolking neemt gedurig af tengevolge van het hooger geboortecijfer van de andere groepen, bijzonder van de Fransche groep. Men heeft uitgerekend, dat bin nen 35 jaar het Fransche element het Britsche volledig zal hebben overvleu geld. En deze Fransche-Canadeezen stellen een gesloten bevolkingsgroep daar. Zij zijn trouwens de eenige die in heel Ame rika tot in de derde en vierde generatie hun moedertaal getrouw blijven. En 3/4 van deze Fransche-Canadeezen verwer pen de materialistische wereldbeschou wing der Amerikanen en hechten nog waarde aan de kulcureele rijkdommen van een volk.Zij zijn in overwegend aan tal katholiek en dit feit kan, voor wat betreft de verdere ontwikkeling van Ca nada van zeer groot belang zijn. Tenge volge van hun samenhoorigheid bezitten deze Fransche Canadeezen ook een grootere liefde voor hun vaderland, waarmede zij niet geheel Canada bedoe len, doch alleen het Fransche gedeelte van Canada, namelijk de provincie Que bec. Het overige gedeelte van Canada is voor hen vreemden bodem. Zij voe len zich echter ook niet verbonden met Frankrijk. Daar zij mee van de oudste bewoners van Amerika zijn, houden zij zich voor "echte„ Amerikanen. Als de koning van Engeland in het voorjaar van verleden jaar voor de eer ste maal den voet zette op Canadeesch grondgebied, gaf het groote Engelsche dagblad "The Timts» een bijzonder nummer uit Op het titelblad was het oorlogsjedenkteeken van Ottawa afge beeld, opgericht in herinnering aan de 62.000 Canadeesche dooden van den wereldoorlog. 62 000 dooden op een leger van over de 600.000 man is een bescheiden cijfer in vergelijking met de verliezen door andere landen geleden. Men mag echter niet vergeten, dat de Fransche Canadeezen schier geen solda ten hadden g-leverd en dat deze dooden alleen gevallen waren tusschen de Ca nadeezen van Eagelschen en Ierschen oorsprong. Thans doen de Ieren even min als de Franschen mee zoodat de Eagelschen alleen staan voor de groote taak Engeland in dezen oorlog te helpen. Wat de algemeene verkiezingen zul len geven, blijft een raadsel. In ieder ge val, ook ia het parlement vormen de Fransche Canadeezen een aaneengeslo ten blok en zoo min als men onder den grooten oorlog gewaagd heeft de alge meene dienstplicht in de provincie Que bec in te voeren, evenmin zal men het thans wagen. Uit bovenstaande kan men dus be sluiten, dat m-er dan de helft van de be volking van Canada gekant is tegen een deelneming aan den Europeeschen oor log. Om dit overzicht te sluiten, moeten wij nog een woord wijden aan Australië en Nieuw Z'eland. Deze staan m-t man en macht achter Engeland. Zooals Ca nada heeft Australië een expeditiekorps van 20.000 man op de been gebracht, dat samen met enkele duizenden vrij willigers uit Nieuw Zeeland in Egypte is ontscheept. Hoeveel soldaten Austra lië naar Europa zal zenden staat nog niet vast. Dat zal afhangen van den loop der zaken aan de fronten en ook van de houding van Japan in den loop van het konffikt. Naast dit eerste expe ditiekorps heeft Australië nog 80.000 man in training en heeft het een lucht macht van 550 man ter beschikking van het moederland gesteld. Als besluit kan men dus zeggen, dat Engeland in tegenstelling met hetgeen in 1914 gebeurde, slechts in zeer beperkte mate op de hulp van zijn Dominions kan rekenen. In Indië. waar de burgerlijke ongehoorzaamheid is afgekondigd, spitst de toestand zich toe, evenals in Ierland. Canada en Zuid Afrika doen onwillig mee. Alleen Australië en Nieuw Zee land blijven het moederland onvoor waardelijk trouw. .eï EINDE. Naar we vernemen zal hier en daar wat meer tabak worden geplant. We kunnen de planters verzekeren dat ze een GROOTE OPBRENGST EN PRIMA HOEDANIGHEID zullen bekomen door bet gebruik van de sinds jaren beproefde Volledige Tabakvette R.U.Z. Vraagt het maar aan alle kweekers van eenig belang en ze zullen U vertel len wat ze met onze Speciale Tabakvette hebben bereikt. TELEFOON 2*7. E WOI

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1940 | | pagina 1