J.2
,et opzoeken van Tering-
H lijders bij de Runders.
/e
Over Grasmengsels en
Zaaitijd
Een overvloedige Rapenoogst
Volledige Raapvette R.U.Z.
Landbouwweekblad
Voor en door de landbouwers
Bestelt op tijd
Voedende Rapen.
a Krat Arbeid adelt*
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
iflöACS 4 OOGST 1940.
Prfli 35 cjcntle»
i2tu j6A*®&AÖ Ai 111£
■PW
in het i
LKME!
af wo
jnnementsprljB 15 fr. 'i jaar».
3LLEI ^en 'n °P OM
eel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
nonder aanduiding der bron
1» streng verboden.
Bestaarder en verantwoordelijke Opsteller 2
O. CAUDRON.
Bareel en Redactie Zeebergkaai» 4, Aalst.
gebit"
De verschillende methoden van onderzoek
en hun waarborgen.
nen
ien-
ege
)U
u
en
1 van
Iers
)e laatste twee jaren werd veel ge-
n Ban tuberculosebestrijding het
a fraaljnt dan ook gepast eens na te gaan,
hierbij te werk wordt gegaan, wel-
nanier van onderzoeken het meest
ruikt wordt en welke waarborg het
lerzoek geeft.
miners, we mogen niet vergeten, dat
tegenover de tuberculose niet staan
tegenover een andere ziekte van
^^_ezen is hier geen sprake en een af-
'4MÜnde oplossing zou zijn het ongena-
afslachten van alle lijders. Dit is
jretisch wel mogelijk, doch wanneer
1 praktisch tot dezen maatregel zou
len overgaan stoot men onmiddellijk
verticdien grooten struikelblok, dat een
prijzeiot deel van onzen veestapel, mis-
MAQen wel de helft, tot verdwijnen zou
stige loemd zijn. Dit radikaal middel van
isaffenIcteuitroeiïng kan men, zelfs met den
lekendedsten cfficieelen steun, moeilijk in
/irweging nemen. Wij moeten dus
Ikhten op een andere manier het vraag-
vu op te lossen.
iet gaat er om de nog niet aangetaste
p|ten te beschermen en van besmetting
vrijwaren.
S gevtpubtrculose is een besmettelijke ziek-
dit wil zeggen, dat gezonde dieren
de zieke worden aangestoken en
H"''eni; tuberculeus worden. Vandaar de
Set ™s')rclc^n® 3roote sckaal en
"°')g pre cent aangetaste dieren in ons
■■■M. Wij mogen ons nochtans niet
teelden dat al de tuberculeuse
tren |n staat zijn gezonde dieren
besmetten, gelukkiglijk is dit niet
t geval. Het zijn alleen die die-
i, die OPEN letsels hebben dus
seis waarlangs zij mikroben af
leiden, die de omgeving en zoo
gezonde dieren aansteken.
Wanneer men er in zou gelukken die
elen 'EN lijders te ontdekken en onscha-
jn_ ijk te maken, dan zou men bijna het-
iie resultaat bekomen als bij efslach-
•estrijg vaR a] jje tuberculeuse dieren, maar
Q9' t oneindig veel minder onkosten.
3 ®C?Dit is dan cok den grondslag van de
enwoordige tuberculosebestrijding. Is
nu mogelijk
1° De tuberculeuse dieren tusschen de
ummtijere te vinden, en
dikwijl De OPEN lijders uit de tubercu-
orevillse dieren uit te halen. Met de midde-
mmmm waarover de wetenschap thans be-
ïikt, kan men op de eerste vraag ge-
it bevestigend antwoorden, en de
ikvi't'ede hijna even bevestigend,
arvao Welk dier is tuberculeus
ren zoOm tusschen de runders de tubercu-
ir sch:lse dieren te vinden beschikken we
lagen «oral over de TUBERCULIN ATIK-
zij ^OEF.
•n Mlll Wlj willen trachten in het kort en
Ie. 2t0 duidelijk mogelijk, de werking dezer
of *jbef uit te leggen. Ze bestaat in het
:ht diengen van TUBERCULINE in aan-
n, dieting met het lichaam,
en cotTuberculine is een donker-bruine
iden. oeistof, een aftreksel van kiemen der
n Miberculose. Ze heeft als eigenschap bij
rt ver«berculeuse dieren verschijnselen op te
wijfeldepen, welke bij gezonde dieren uitblij-
openi-n. Er zijn verschillende manieren om
tken lie tuberculine te gebruiken en men oa-
s er betrscheidt er vooral drie.
groete Bij de eerste manier wordt de tuber-
m weeidine eenvoudig, van buiten, OP EEN
vrouwEVOELIG SLIJMVLIES (het oog)
[Jdschafcbrachtbij de tweede werkwijze
ot oflordt ze ingespoten IN DE HUID, bij
t derde methode wordt ze ingespoten
ren allüNDER DE HUID. In het eerste ge-
l ovei»l spreekt men van OOGREAC-
majooiIE* in het tweede van BINNEN-
gelattilUIDSCHE TUBERCULIN ATIE
ze lulu in het derde van ONDERHUID-
er gtCHE TUBERCULINATIE. Wij zul-
n te om deze drie methoden van dichter bij
liet nfeschouwen, hun techniek uitleggen en
maoun uitslagen aangeven.
ea w De Oogreactie.
VC |n het oog van een rund wordt eerst
een verdunde oplossing van tuberculine
gegoten om het oog gevoelig te maken.
Na twee of drie dagen worden in het
zelfde oog enkele druppels onverdunde
tuberculine gebracht. Bij gezonde die
ren is na deze operatie niets bijzonders
te zien bij tuberculeuse dieren daaren
tegen verschijnt na eenige uren (tus
schen het zesde en het twaalfde uur) in
den hoek van het behandelde oog, een
soort etter, die verschillende uren, soms
dagen, zichtbaar blijft.
Deze proef, wanneer ze goed toege
past wordt, heeft een groote waarde en
is getrouw in haar uitslagen.
Ze is nochtans vatbaar voor be
drog, in dezen zin, dat men bij een
gezond dier, die etter kan doen
verschijnen bij middel van sommige
stoffen en dat men de etter uit het
oog van een ziek dier kan wegve
gen, tegen dat de veearts voor het
nazicht komt. Dit gaf dan ook aanlei
ding tot het toepassen van andere me
thoden.
De blnnenhufdsche reactie.
Ook deze methode werd reeds lang
toegepast. Ze bestaat in het inspuiten
IN de huid van een kleine hoeveelheid
verdunde tuberculine. Vroeger werd
veel ingespoten in het oogscheel of in
een der staartplooien. Thans spuit men
meest in de huid van den nek. Na drie
dagen verschijnt bij het zieke dier een
gezwel van de grootte van een noot tot
zelfs van een ei op de plaats van inspui
ting. Bij een gezond dier is niets te mer
ken en vindt men alleen soms het kleine
bolletje der ingespoten tuberculine terug.
Bij inspuiting in het oogscheel of in
een staartplooi had men een schoon ver
gelijkingspunt met de andere, niet inge
spoten oogscheel en staartplooi, maar
door de plaats der inspuiting zelf, was
deze soms wel moeilijk, daar de dieren
niet rustig blijven daarom is de inspui
ting in de huid van den nek veel gemak
kelijker en ze geeft dezelfde uitslagen.
Hier kan men niet bedrieglijk
een reactie doen ontstaan of ver
dwijnen en dat is een merkelijk
voordeel op de voorgaande proef.
De onderhuldsche tuber-
cullnatle.
Deze methode werd vroeger het
meest gebruikt doch wordt, om redens
van praktischen aard, van langs om
meer verlaten. Ze bestaat in het inspui
ten ONDER de huid van den nek, van
3 tot 4 kubiek centimeter verdunde tu
berculine. Veoraleer tot deze proef over
te gaan moet de temperatuur of
warmtegraad van het dier gemeten wor
den, want de uitslag steunt; juist op het
behoud van die temperatuur of het stij
gen ervan. Bij gezonde dieren blijft de
begintemperatuur ongeveer gelijk of
stijgt slechts zeer matig. Bij tuberculeuse
dieren daarentegen heeft men na zes tot
een en twintig uur een stijging die
schommelt tusschen 1 en 2 graden.
Er zijn nochtans verschillende nadee-
len aan deze methode verbonden. Ze
kan niet gedaan worden op dieren die
koorts hebben bij het begin der proef
ze is moeilijk, omdat men niet precies
weet op welk uur de reactie gebeurt, en
om ze niet te missen is men verplicht
tusschen de 6e en 21e uur dikwijls de
temperatuur te nemen, of anders moet
men een warmtemeter in den aars vast
naaien.
Bij dieren, die te voren een
koortswerend middel hebben ge
kregen, kan men ook niets merken.
Verder schijnt deze methode ook
de letsels bij tuberculeuse dieren
te verergeren.
Door al die manieren is het dus moge
lijk de zieke dieren te vinden, zelfs wan
neer ze er nog zeer goed uitzien.
Elke positieve reactie, dit wil zeggen
wanneer men tuberculose vaststelt, heeft
een groote waarde, een negatieve
wanneer men geen tuberculose kan vast
stellen daarentegen heeft niet diezelfde
waarde, want we zien dikwijls, bij zeer-
erg-aangetaste dieren geen reactie meer
verschijnen en dat wordt uitgelegd, daar
de kleine hoeveelheid gifstof, die de in
gespoten tuberculine voor de tubercu
leuse koe daarstclt, geen invloed meer
heeft op dat gestel dat verzadigd is van
gifstoffen. Van een anderen kant ziet de
vakman hier bij deze erg-aangetaste
dieren ook de ziekte zonder tuberculina-
tie. alleen op het uitzicht van het dier.
Wij hebben dus bewezen dat onze eer
ste vraag, het vinden der tuberculeuse
dieren, tusschen de andere, mogelijk is.
Nu komen we tot de tweede vraag,
namelijk of het mogelijk is tusschen de
tuberculeuse dieren, de OPEN lijders,
dus de gevaarlijke, te vinden.
Welk tuberculeus dier Is
open lijder
Hier ook nemen wij tot verschillende
proeven onze toevlucht. Wij hebben
hooger gezegd, dat de gevaarlijke
dieren, die zijn, waarvan de letsels
een uitweg naar buiten geven. Wij
zullen daarom bij al de verdachte dieren,
die vermageren, of hoesten, of buikloop
hebben, of letsels langs den kant van
den uier, die afscheidingsprcdukten ne
men en ze aan het laboratorium toever
trouwen, hetwelk in die produkten de
aanwezigheid van kiemen zal opzoeken.
Daar het vooral langs de longen en
langs den uier is, dat de kiemen worden
uitgeworpen zullen we ons eerst tot die
organen wenden.
Onderzoek van het speeksel.
De kiemen die langs de longen uitge
hoest worden, vindt men in het SPEEK
SEL der aangetaste dierendaarom
neemt men, bij nuchtere dieren, een staal
speeksel, bij middel van een stalen potje,
bevestigd aan een stalen staaf, welke in
den slokdarm wordt gebracht. In het
laboratorium wordt dit speeksel inge
spoten aan zeeratjes, welke na eenige
weken afgeslacht worden. Bevonden zich
in het ingespoten speeksel kiemen van
tuberculose, dan vindt men in de ratjes
tuberculeuse letsels. Die letsels kunnen
er niet zijn, wanneer het speeksel geen
kiemen bevatte, want het zeeratje is niet
vatbaar voor natuurlijke besmetting met
tuberculeuse kiemen, alleen voor kunst
matige besmetting door inspuiting.
Hieruit blijkt dat een positieve reactie
een onbetwistbare waarde heeft, doch
dat de negatieve reactie alleen zegt, dat
in het Ingespoten speeksel geen mikro
ben waren, wat nog niet wil zeggen dat
er in bet speeksel van dat dier nooit kie
men aanwezig zijn, want het is wel aan
te nemen, dat de afscheiding en het uit
werpen van kiemen niet altijd even
sterk is.
Onderzoek van de melk.
Van die verdachte dieren wordt ook
MELK genomen, vooral wanneer een
voorr fgaande proef met BROMO- j
THYMOLPAPIER het dier als ver-
dacht heeft aangewezen. In de melk
worden, door het laboratorium, kiemen
gezocht doch ook met serum van de
melk worden nog aanvullende proeven
gedaan.
Onderzoek van het bloed.
Eindelijk wordt van de verdachte die
ren ook nog het BLOED genomen. On
der invloed van de kiemen ondergaat
het bloed zekere veranderingen die
kunnen gemeten worden en die aange
ven, niet alleen dat er letsels zijn, maar
ook of die letsels van gevaarlijken aard
zijn, wat weer eens een vooruitgang is.
De uitslagen van dat bloedonderzoek
worden aangegeven door een overeen
gekomen teeken, namelijk bij middel van
kruiskens. Zoo is een dier met één
kruisje weinig besmet, een met twee
kruisjes is meer besmet en een dier dat
na zijn nummer vier kruisjes heeft Is
zwaar aangetast, en zoo spoedig moge
lijk op te ruimen.
Door den noesten arbeid van onze
laboratoriummenschen, die maar veel te
veel vergeten worden, zijn wij ook in de
bestrijding van den geesel van onzen
veestapel een grooten stap vooruitge-
(Zie vervolg onderaan ie kolom).
De medewerkers sfn
verantwoordelijk voor hnnne
bjjdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
Ten einde op begraasde weiden na
korten tijd een goede zode te verkrijgen
is het totaal af te keuren den grond aan
zich zelf over te laten ofwel uhooizaad„
te bezigen (mengsel van hooizolder).
Zaait uitsluitend txtra graszaad uit
met hooge kiemkracht en zuiverheid en
zooveel mogelijk van gekende herkomst.
Het blindelings aankoopen van de
gewone handels-grasmengsels raden wij
af. Meestal bevatten ze veel minder
waardig zaad en in elk geval te weinig
van de goede soorten
Zij die mengsels van 10 of meer gras
soorten voorhouden, vergeten o.a. maar
al te dikwijls dat de landbouwer al deze
soorten maar moeilijk kan verkrijgen en
dat de voorzorgsmaatregelen bij het uit
zaaien te ingewikkeld worden.
Ons steunende op de allerlaatste me-
dedeelingen van de proefstations voor
grasland-onderzoek moeten wij de land
bouwers aanzetten zich te beperken tot
enkele goed bij elkaar passende grassen.
Wij moeten ook vermijden, dat b.v. een
der soorten een overheerschende rol
gaat spelen ten koste van de andere.
Ziehier volgens het Rijksstation voor
Plantenveredeling te Melle twee type-
grasmengsels voor begraasde weiden
A. Voor vruchtbare klei-, leem-
en zand-leemgronden
25 kg. Engelsch ray gras
8 kg. lammerstaart of timothee
6 kg. veldbeemgras
4 kg. Italiaansch ray gras
5 kg. witte klaver.
B. Voor normale humusrijke
zandgronden
20 kg. Engelsch ray gras
12 kg. beemdlangbloem
6 kg. veldbeemdgras
4 kg. Italiaansch ray gras
5 kg. witte klaver.
OPMERKING. Mengsel A (volgens
Ing. Slaats) Lammerstaart zaailin
gen groeien bij lange niet zoo snel als
deze van Engelsch raygras. Lammer
staart of timothee zal dus in het aller-
gaan en waarschijnlijk is de tijd niet ver
verwijderd, waarop het mogelijk zal zijn
een dier onder oogpunt van tuberculose
te klasseeren, alleen bij middel van een
staal bloed. Nu vergt dat volledig on
derzoek van de verdachte dieren van de
veeartsen en van het Laboratorium
werkelijk een reuzenwerk, maar het leidt
tot belangrijke uitslagen waarvan de
komende geslachten zeker het nut en de
vruchten zullen oogsten.
eerste stadium grootendeels onderdrukt
worden. Vandaar de noodzakelijkheid
een ruime hoeveelheid te nemen.
Wij maken geen gebruik van beemd
langbloem. Deze komt op den gestelden
grond minder van pas, want na 2-3 jaai
is de beemdlangbloem praktisch volledig
uit de zode verdwenen.
OPMERKING. Mengsel B Geen
lammerstaart wordt op den gestelden
grond te hard. Beemdlangbloem gaf
op het Proefstation te Melle binst droge
maanden, in reinbestand, goede uitsla
gen.
De Rijkslandbouwkundigen alsmede
het Rijksstation voor Plantenveredeling
te Melle houden zich ter beschikking
van de landbouwers voor het verstrek
ken van aanvullenden uitleg.
Wat nu de zaaitijd betreft, best zaait
men in het voorjaar en wel rond einde
Maart begin April. Een goede uitzaai is
een uiterst moeilijk werk.
Het Italiaansch ray gras vervult on
der meer de rol van dekvrucht. Het
eerst zaait men de grootere graszaden
zooals raygrassen en beemdlangbloem.
Deze kunnen dan licht ingeëgd worden.
Daarna worden de kleinere zaden en
witte klaver uitgestrooid, om ten slotte
het land te rollen of alles zeer licht in te
sleepen.
Het is aan te bevelen het graszaad
breedwerpig te zaaien, zoo mogelijk
overlangs en overdwars. Men kan grof
zand ofwel meststoffen aan het zaad toe
voegen, waardoor regelmatiger wordt
gezaaid.
Herfstzaai (Augustus-September) biedt
wegens het uitwinteren, alsmede de
moeilijkheden met de dekvrucht, door
gaans min zekerheid.
De gebruikelijke doenwijze bij het
aanleggen van weiland, namelijk het
graszaad uitzaaien als ondervrucht in
haver (zooals voor klaver) is praktisch
af te keuren.
De voordeelen wegen niet op tegen
de menigvuldige nadeelen.
Ofwel lijdt de haveropbrengst er on
der, ofwel het jonge gras en feitelijk
mislukt zoowel de haver als de weide-
aanleg minstens gedeeltelijk.
Onvoldoende bemesting en onder-
houdszorgen veroorzaken het niet uit
schieten of wegsterven van de jonge
grasplanten en na korten tijd zijn de
minderwaardige grassen en het onkruid
overweldigend.
Wat baat het dan ontaarde weiden
om te ploegen, wanneer het jonge gras
bestand er niet beter voorstaat 1
COULIER G,
is verzekerd wanneer men aan de rapen de passende hoeveelheid
voedende elementen geeft welke ze noodig hebben.
Het is echter niet gelijk onder welken vorm en met welke
kunstmesten men deze toedient.
Sedert jaren gaf de
de meest prachtige uitslagen.
Wie onze raapvette gebruikt, is verzekerd van een overvloe-
digen oogst van
Het is niet genoeg veel loof te hebben, men moet ook de rapen
kunnen winnen met een groote rijkheid aan voedende bestanddeelen.
De bekendheid van onze Raapvette is algemeen.
want de aanvragen vermeerderen telkenjare en we kunnen niet
iedereen tegelijk bedienen.
f 1
TELEFOON i 267.