BROODGRAAN - MALEN i De Balans van Autarkisch Europa. Arbeid adelt* Landbouwweekblad BERICHT Voor en door de Landbouwers Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt li Zelveu 1(|Mi««BA6 18 OOGST 1940. Pit)» 33 ccüUcw tfilt JA.aJUSA*ïÖ 1120 r lecfti :voedt aeel. nits M'_ l ca {abonnementsprijs 15 fr. janrs. nrs 11 Men schrijft in op ons lureel en op alle postkantoren. 1 ca. eC, oi Het overnemen Tan artikelen zonder aanduiding der bron ia streng verboden. Bestaar der en verantwoordelijke Opsteller O. CAUDRON. Bareel en Redactie i Zeebergkaai, 4, Aalat. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hnnne bydragen Aankondigingen volgens akkoord. land tt 13. atste ki 340 fr. land ti 117c-l an deo Departement van Volksgezondheid en Ravitailleering en Departement van Landbouw. van het gen rai voomt wn> Secretaris-Generaal van het dinislerie van Volksgezondheid en Ra- itailleering 3St^l9i pe Srcretaris-Generaal van het Mi- "K,:isterle van Landbouw, Gezien de wet van 10 Mei 1940, be- rtffende de overdracht van bevoegd» lie ereen. ln oorlogstijd .{J Gezien de besluitwet van 23 Septem- 7ijfhuli/er 1939, waarbij het gebruik en de erkoop van inlandsche tarwe worden lereglcmenteerd en het ministerieel be- ■■■■luit van denzelfden datum dat in uit- 'oering van bedoelde besluitwet geno- aen werd Gezien de besluitwet van 27 October 939, genomen om de bevoorrading van 11 CClliet land te verzekeren, besluitwet ge- t\7p|»ijzigd door de besluitwetten van 11 en „4 Mei 1940; r Stal Gezien de besluitwet van 9 Novem» e btier 1939, betreffende de rantsoeneering neereer eetwaren adn Herzien de besluitwet van 22 Septem- voot l>er '939, betr< ffende de bereiding van .arwemeel, gewijzigd bij het besluit van. ™!6 Mei 1940; y Herzien het ministerieel besluit van j, Maart 1940, gewijzigd door de beslui- en van 25 Juni, 8 en 15 Juli 1940, Besluiten )JJ0S| Sectie i. Graan, meel. Artikel 1. Tarwe, rogge, spelt en e l vhaste!uin, zoowel inlandsche als inge- aoderLoerde, geSchikt voor menschenvoe» eststoiing, mogen, behoudens den voor de ■■bezaaiingen noodigen voorraad, slechts vorden benuttigd voor het winnen van jroodmeel. Art. 2. Uit de te malen gezuiverde '«tarwe, moet ten minste 85 th. meel ge pruild worden in verhouding tot de dro- AIMAje stof, moet dit meel ten minste 0 95 matigt,h en ten hoogste 1.15 t.h. minerale schaffdtoffen bevatten. Op dit gehalte mag het ffektiineel geen ruwe zemeldeeltjes bevatten, ftfill Het rxtracijfer, alsmede het gehalte aan minerale stoffen van het andere aaU broodgraan (rogge, spelt, masteluin), en loowe' inlandsch als ingevoerd, zal door een later besluit worden bepaald, ui Art. 3. Het malen, zoowel indus- }„JftIt?ieel als tegen maalgeld, het te koop diat Jfbieden, de verkoop, het gebruik in be- ^c^eiding tot handelsdoeleinden van n wemeel gebuild op minder dan 85 >p heti21'0 '«boden. Art. 4. Het is verboden in broodmeel ander meel op te nemen dan kon zlcvan tarwe, rogge, spelt en masteluin. efheidi Sectie Malen over het e dusk algemeen. 1 haret Art. 5. De molens, die tegen maal» indhei geld malen, mogen niet voor den ban- a's kiidel malen. De meelfabrieken of de in- el waidustrieele molens mogen niet malen te» ileefeegen maalgeld. eren i Art. 6. De meelfabrieken of de in- s zoo nJustrteele broodmeelmolens moeten ▼oorzien zijn van een automatisch weeg» Ik wat toestel dat de te malen hoeveelheden raar li registreert. Het weegtoestel moet wor» weeni den geplaatst onmiddellijk vóór de eer- ongeli ste vermalingsverrichting. Het moet voorzien zijn van een toestel dat de et; ze nauwkeurigheid van het geregistreerd anen I gewicht controleert en van een gemalen rd NI kas met venster De kas moet verzegeld zich« worden door de beambten die door den [en tec Minister van Volksgezondheid en Ravi» wetec tailleering zijn aangesteld. Zij alleen zijn zout bevoegd om de kas te ontzegelen, be» an has halve in geval van overmacht, zooals het toevallig stilvallen van het weegtoe» er zoo stel. In dit geval mag de molenaar de kas doekt ontzegelen en moet hiervan, zonder ver» leterzi wijl, den beambte inlichten, die voor de i, Feu controle aangesteld is bij zal de gema Ien hoeveelheden moeten rechtvaardi Jen v gen, welke niet door het weegtoestel ge» een pt registreerd zijn. Art. 7. De molenaar houdt een dagregister bij, eenerzijds van het aan voeren van graan en het uitvoeren van meel, en anderzijds van de hoeveelbe- den gemalen graan en de geproduceerde hoeveelheden meel en afval, alsmede een maandelijkschen inventaris (hoeveelhe» tar- t.h., het stem en eo 11, zei dat bi n hij ftVi den en hoedanigheden) van den voor raad, zoowel ln graan als in meel en af val, welke zich bevindt in den molen, diens aanhoorigheden of elders, in be waring of in een entrepot. De controleurs van het Ministerie van Volksgezondheid en Ravitailleering mogen, ten allen tijde, ter plaatse kennis nemen van de registers en zich alle be wijzen van de er in opgeteekende ver meldingen en opgaven doen voorleggen. Sectie III. Voedselreserve van den landbouwer. Malen. Art. 8. De bevoorrading in brood of meel of voedingsdeegwaren van den andbouwer die broodgraan voortbrengt, mag vervangen worden door een reser ve, welke hij van zijn oogst mag afne men, zulks tot 400 gram graan per dag voor elk van de personen waaruit zijn gezin is samengesteld. Deze personen zijn de landbouwer, de leden van zijn inwonende familie en iet in zijn landbouwbedrijf gebezigd personeel dat hij doorloopend te zijnent luisvest en voedt. Deze reserve mag niet gecumuleerd worden met het rantsoen brood, meel of voedingsdeegwaren waarvan de uitdee- ing is bepaald door de besluiten betref- ende de rantsoeneeiing der eetwaren. De aan die landbouwers verstrekte ravitailleeringszegels voor brood, meel of voedingsdeegwaren dienen, hetzij om den aankoop van brood, meel of voe dingsdeegwaren te rechtvaardigen, het zij om het gebruik van de reserve brood graan te controleeren. Art. 9. Het graan dat de landbou wer voor eigen voeding reserveert, mag slechts gemalen worden in een molen welke werd erkend door het Ministerie van Landbouw. In den erkenden molen is het malen en gelijk welke andere arbeid, zelfs het in ontvangst nemen van graan en het weghalen van meel of van afval slechts tusschen zonsopgang en zonsondergang en, op gelijk welk tijdstip van het jaar, niet vóór 6 uur of na 18 uur toegelaten. Art. 10. De molenaar mag het uit de broodgraanreserve getrokken meel aan den landbouwer niet rfleveren zon der de overlegging van een bevoorra dingsmachtiging, afgeleverd door het gemeentebestuur van de woonplaats van den landbouwer. Deze machtiging zelf wordt aan den landbouwer verleend, mits overhandiging van ravitailleerings zegels nr 1De zegels worden geplakt op het borderel, waarvan het model bij onderhavig besluit is gevoegd (bijlage A) en geannuleerd door toedoen van het gemeentebestuur op de wijze zooals on deraan voornoemd borderel wordt voor geschreven. Art. 11Er wordt bij de erkend* molens een afzonderlijke boekhouding gevoerd van het gemalen graan voor de voedingsreserve van den landbouwer. Al hetgeen inkomt of uitgaat wordt er op den datum in vermeld, met opgave van naam, voornamen en juist adres van den landbouwer, alsmede van de hoeveelheden ontvangen graan en gele verd meel en afval. Art. 12. Het vervoer van brood graan naar den molen en het vervoer van het meel en den afval die van dat graan voortkomen, mogen slechts ge schieden met een vervoerbiljet, waar van het model bij dit besluit is gevoegd (bijlage B),en dat afgeleverd wordt door den burgemeester van de gemeente waar de landbouwer zijn verblijf heeft. Dit vervoer mag slechts tusschen zons opgang en zonsondergang en, op gelijk welk tijdstip van het jaar, niet vóór 6 uur of na 18 uur geschieden. Art. 13. Het vervoerbiljet wordt gescheurd uit een blokboekje waarvan de talons bewaard worden door het ge meentebestuur. Achter het nummer van het boekje en achter zijn volgnummer in het boekje, staan op de vóórzijde van het biljet de volgende vermeldingen welke er op aangebracht worden door den burgemeester of door dezes afge vaardigde 1. datum van de aflevering vervoerbi'jet 2. naam, voornamen en nauwkeurig adres van den landbouwer 3. kwantiteit van het vervoerde graan 4. aanwijzing van den molen. Deze aanwijzingen worden ook op den talon aangebracht. Op de keerzijde staan de volgende aanwijzingen welke er door dsn mole naar dienen op aangebracht 1. datum van aflevering van het meel aan den landbouwer 2. kwantiteit van het afgeleverd meel. Het vervoerbiljet moet voorgelegd worden aan het gemeentebestuur, uiter lijk den eersten dag na deze waarop zijn geldigheid ophoudt van kracht te zijn het gemeentebestuur schrijft hoogerver- melde aanwijzingen op den talon van het vervoerbi'jet. Art. 14. De geldigheid van het vervoerbiljet zoowel voor meel als voor graan, vet strijkt na den vijfden dag na dien waarop het werd afgeleverd. Geschiedt het malen in een windmolen, dan verstrijkt de geldigheid van het ver voerbiljet den achtsten dag na dien waarop het werd afgeleverd. Sectie IV. - Sancties. Art. 15. De inbreuken op dit be sluit worden opgespoord en gestraft bij toepassing van de artikelen 6 tot 10 van van de besluitwet van 27 October 1939, genomen om de bevoorrading van het land te verzekeren, gewijzigd door de besluitwetten van 11 en 14 Mei 1940. (Voorziene straffen 1° geldboete, met inbegrip van de opdecimes 700 A 700.000 frank 2° gevangenisstraf15 dagen tot 3 jaar 3° verbeurdverklaring van de levensmiddelen en koopwaren 4° sluiting van de inrichting. Bij herha ling worden de geldboete en de gevan genisstraffen verdubbeld Art. 16. De sluiting van de inrich tingen voorzien bij 3 van artikel 9 der besluitwet van 27 October 1939, gewij zigd door deze van 11 en 14 Mei 1940, kan, naar het geval, verordend worden door den procureur des Konings of door den onderzoeksrechter, dadelijk na het vaststellen van de inbreuk de aldus ten uitvoergebrachte sluitingsduur komt in mindering van den sluitingsduur uitge sproken door de rechtbank. Overgangsbepaling. Art. 17. De voorraden tarwemeel gebuild op minder dan 85 t.h., ingehou den voor handelsdoeleinden en niet ver bruikt op den datum van inwerkingtre ding van onderhavig besluit zullen, tegen betaling van hun waarde, door de Alge- meene Vereeniging der Belgische Maalders worden teruggenomen. De le vering van dit meel zal uiterlijk vijftien dagen na het in werking treden van dit besluit geschieden. Dit besluit treedt in werking den dag waarop het in het Staatsblad is bekend gemaakt. De gemeentebesturen zullen er uittreksels van aanplakken. Brussel, den 30 Juli 1940. De wn Secretaris-Generaal van het Ministerie van Volksgezondheid en Ravitailleering, Raymond Delhaye. De Secretaris-Generaal van het Ministerie van Landbouw, H. Van Orshoven. Provinciaal Gouvernement van Oost-Vlaanderen. Met het cog op de aanstaande her nieuwing der Provinciale Landbouwka» mer en in verband met het bericht dien aangaande gepubliceerd op 1 April 1940, wordt er ter kennis gebracht van de vrije landbouwvereenigingen die ten doel hebben de algemeene belangen van den landbouw te bevorderen en die verlangen deel te nemen aan de samen stelling der Kamer, dat de termijn van 30 Mei 1940, voorzien voor het indie nen van de verklaring, voorgeschreven bij art. 35 van het K B. van 15 Septem ber 1924, en dat wegens de tijdsomstan digheden niet kon geëerbiedigd worden, verlengd werd met 3 maand t bedoelde verklaringen moeten dus vóór 31 Oogst 1940 op de Griffie van de Rechtbank van Eersten Aanleg te Gent, neergelegd (Zie vervolg onderaan 4e kolom). Wat het Europeesch vasteland heeft en niet heeft. II. In het eerste artikel dezer reeks heb ben we terloops aangestipt dat Con tinentaal-Europa niet genoeg graan voortbrengt om in eigen behoefte te voorzien. Voegen weer hier echter aan stonds aan toe, dat dit tekort niet ver ontrustend iser ontbrerkt slechts 8 De lezer zal ons echter gelijk geven in dien we hier onderlijnen dat de totale positie niet alleen van beteekenis is, doch vooral deze van ons eigen land. En dan is het beeld minder schitterend. We kunnen slechts voor 37,8 °/o in eigen be hoefte voorzien. We verbruiken jaarlijks ongeveer 1.500.000 000 kilos graan en daarvan moeten we ongeveer 1.000.000.000 kilos invoeren, voornamelijk uit Zuid-Ameri ka en de Vereenigde Staten. Gelijk in zooveel andere zaken heeft onze vluch tende regeering hare taak niet naar be- hooren volbracht. De opgeslagen voor raden waren niet bijster groot en daar is dan nog bijgekomen, dat de aftrekkende troepen aanzienlijke hoeveelheden heb ben verwoest, net alsof de bevolking na den aftocht niet meer moest eten. Hoe groot de voorraden thans nog zijn, we ten wij niet. Gelukkig schijnt de oogst van dit jaar niet zoo slecht te zijn als eerst werd gevreesd, zoodat wij met zui nig te zijn gemakkelijk den Winter zullen doorkrijgen. Mocht dit alles toch te klein zijn om het tot het einde van den oorlog uit te houden, dan zal het zonder twijfel tot een der eerste taken van onze tegen woordige economische leiders gerekend worden om in het tekort, dat dan ont staat, zooveel mogelijk te voorzien. Voor de andere graansoorten, rogge, gerst en haver is de toestand voor kon- tinentaal Europa globaal gezien nog iets beter als voor de tarwe. Continentaal Europa daaronder verstaan we alle landen van Europa zonder Engeland, Ierland en het Europeesch gedeelte van Sow jet-Rusland dekt voor rogge en haver 98 °/o en voor gerst 95 °/o van zijn totaal verbruik. Voor wat de maïs be treft is de toestand slechter 80 °/o van de noodige hoeveelheden wordt slechts voortgebracht, namelijk in Roemenië, Bulgarië, Hongarië en Zuid-Slavië. De maïs-invoer van de continentale landen bedroeg in 1937 ruim 4 millioen ton. Van toen af werd hij door de toe nemende invoeren van Dultschland op 6.6 millioen ton gebracht. Twee derden van deze invoeren kwamen uit Argenti nië. De uitvoeren van Zuid-Oost-Euro pa bedroegen in normale jaren gemid deld iets meer dan 1 millioen ton, dus ongeveer een vierde gedeelte van den totalen continentalen invoer. Dit cijfer klom echter van jaar tot jaar en alles laat voorzien dat het dit jaar weer zal stijgen. Hieruit kan men derhalve de ver wachting putten, dat het nadeelig ver schil merkelijk kleiner zal zijn dan uit de cijfers van vroeger jaren zou kunnen blijken. Trouwens, in vele landen van Europa heeft men zich voor wat de vee houderij betreft reeds tot andere ver- vangproducten gewend. Voor België en Holland is de toestand juist als voor de tarwe weer veel minder rooskleu rig omdat er zoo weinig maïs wordt ofwel aan hetzelfde adres bij een ter post aangeteekenden brief overgemaakt worden. De Landbouwcomicen moeten deze verklaring NIET indienen. De vrije landbouwvereenigingen met beperkt landbouwdoel, die meenen recht te hebben op een vertegenwoordiging, kunnen daartoe, bijtijds, een vraag in dienen bij het Bureel der Landbouwka- mer (provinciaal gouvernement, Hene gouwstraat, 31, Gent). Gent, den 7 Augustus 1940, De Voorzitter van de Bestendige De putatie, het burgerlijk beheer der pro vincie waarnemend, H. Van de Velde. voortgebracht. Wie het ergst onder de zen toestand lijdt is ongetwijfeld Argen tinië, de m&ïsschuur van Europa ge noemd. Door de blokkade van Euro- peesche vasteland ziet dit land zich be roofd van de helft van zijn uitvoer aan maïs. Rekent men bovendien, dat het verkeer met Engeland, waarheen 30 tot 40 °/o van den totalen uitvoer ging, veel moeilijker is geworden, dan kan men zich voorstellen, welk een weerslag deze 2uropeerche oorlog op de Argentijn- sche economie moet hebben. En daar we het terloops over de veehouderij hadden, zullen we maar in eens verklappen, dat Continentaal- uropa voldoende boter produceert ïetgeen vele menschen hier te lande, die in de laatste dagen aan geen boter tonden geraken, moeilijk zullen be grijpen. En toch is het zoo. De boterinvoer van de landen van Continentaal-Europa bedroeg in de 'aatste jaren gemiddeld 90 000 ton daarentegen voerde Engeland alleen reeds een half millioen ton in, waarvan ruimschoots de helft uit zijn overzeesche toloniën en dominions, dank zij de pre- verentieele tarieven die Londen toege staan had. De andere helft van zijn in voer werd geleverd door de continentale 5uropeesche landen. O ader de belang rijkste uitvoerders naar Engeland komen voor: Denemarken met 150.000 ton, Nederland met 55 000 ton, en verder Estland, Finland, Letland, Litauen, Zweden en Rusland, elk met ieder jaar- 'ijks tusschen de 10.000 en de 20.000 ton. Hieruit kan men derhalve besluiten dat Continentaal-Europa, dank zij het wegvallen van Engeland als kooper, over voldoende boter zal beschikken om iet verbruik op gelijken voet als voor- leen voort te zetten, althans indien de productie op hetzelfde peil kan gehand- ïaafd blijven. In ieder geval heeft men in Duüschland het rantsoen boter reeds kunnen verhoogen, en, indien de pi ijzen op een loonend peil worden gebracht, zal ook hier te lande geen gebrek aan joter zijn. We brengen namelijk 98 °/q van onze eigen totale behoefte voort. Ook de voorziening aan eieren staat er niet slecht voor. De landen van Con tinentaal Europa voerden jaarlijks ge middeld 140.000 ton eieren in Enge land daarentegen alleen reeds 160.000 ton. Deze invoer was schier uitsluitend afkomstig uit Europeesche landen, voornamelijk uit Denemarken en Neder land, welke resp. 90.C00 en 65.000 ton leverden. Hieruit blijkt, dat met hetzelfde voor behoud als voor de boter gemaakt, na melijk gelijkblijvende productie en ge lijkblijvend gebruik, Continentaal- Europa over voldoende eieren zal kun nen beschikken. Het komt ons echter voor, dat om voldoende graan voor menschelijke voeding beschikbaar te hebben, de boter- en eierproductle het zal moeten ontgelden. Voor wat België betreft, inzake eieren productie beschikken we over een overschot. 9 van de productie kan uitgevoerd worden. Ook voorzien we voor 100 °/o in onze behoefte van melk, terwijl we in normale jaren haast de helft van onze aardappelproductie kun nen uitvoeren. Uit vele streken komen echter slechte berichten over den aardap peloogst binnen. In 1939 bedroeg de oogst 3,3 millioen ton; thans durft zich niemand aan een schatting wagen. ('t Vervolgt). VERZEKERINGEN. - De heer De Henau, opziener bij NOORDSTAR- BOERHAAVE, is alle Zaterdagen in ons lokaal van 10 tot 12 uur, om U kosteloos inlichtingen te verstrekken inzake verzekeringenBrand-Ongevallen- Leven, waar hij voor rekening van het hoofdagentschap "R.U.Z.., de zaken behandelt. DE K00RKBL0EM TELEFOON i 267. ieb, 0!

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1940 | | pagina 1