Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Voor es door de Landbouwers
°e De Fronlboeren in de
mam Roode Zone
De Fruitverzorging, Een aktueel Vraagstuk.
De Graanvoorziening
i
SOWAQirSEPT. 1940.
Orgaan
der Landbouwersvereenigmg Redt U Zeiven
Frflo 33 centiem
2sU «i 1122
eeftljd
ieders
el.
i>cnnementsprija 15 fr. 'a jaars.
Men schrijft in op ons
^0 urcel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
sonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller i
O. CAUDRON.
Bureel en Redactie i Zeebergkaai» 4» Aalst.
De medewerkers z*jn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
franJlt de Pers.
We lazen in het Algemeen Nieuws een artikel dat vele landbouwers ten
'en terste zal aanbelangen en geven het om die reden in ons blad van heden weer i
:n-
)Sphi Deze ietwat zonderlicg klinkende ti-
l VQ0rtl moet bij U. waarde lezer, geen poli-
ere .jtke herinneringen wakker roepen. De
itoffen e'kelijkheid is geheel anders, zooals U
iat zien.
■iHi De "roode zone„. zoo noemde men
[[in het zoo plotseling verdwenen Wes-
lijk front, de terreinstrook tusschen
a9etjkginotlijn en Westwall dus zoo on-
'u fD Weer wat men in den wereldoorlog
nj'"tnNiemandsland noemde. Maar die
rook was heel wat breeder. Langs den
Ijn, tusschen Baden en Elzas, strekte
yilïïzich aan weerszijden uit overeen
VV'eedte van ongeveer 5-6 kilometer,
i Gréjlaar in het Noorden, waar de grens
i het tsschen Lotharingen en Saar-Palts door
ddellijkït landschap heenkronkelt, gaat zij
kmachkteraard veel dieperaan den Fran-
welke then kant zelfs tot 30 en 35 km. achter
ijke pre oude grens. Die cijfers doen eenigs-
ingen. ns opschrikken en men vraagt zich af,
oor hei at er in godsnaam gedurende de negen
n allciinge maanden belegering met al die
t stroolometers terrein gebeurd mag zijn.Het
ïtwoord op die natuurlijke vraag is een
tcressaute geschiedenis, niet de minst
"■■■errijke uit dezen zoogenaamd "zonder
sgen.
oorlog. Zij wordt in de Berliner
t ^'örsen Zeitung verhaald door Kasten-
lw ySlz, die alles ter plaats is gaan bekijken.
Boerenbedrijf onder
smam kanonvuur.
Aan den kant van Baden, op den
chteroever van den Rijn, was de be-
ekkelijke smalle strook (5-6km.) slechts
'Cit \Weeltelijk ontruimd. Het land werd er
i de lente bewerkt tot onder de prik-
J ÜilSeldraadversperring haver zaaide men
s t allio'tot een Paar honderd meter van de
ransche machinegeweernesten. Slechts
tree Badensche dorpen werden trou-
:ert# e-ens door artillerievuur vernield. De
icfres. rook aan de (Fransche) overzijde,
>r hetsarentegen, werd totaal ontruimd, en
Telel. t bevolking is nog, voor het overgroot
^^1 lede el te, in de Dordogne of op den
VgvUiuisweg.
Verder naar het Noorden, tusschen
t\ A Laar_ Palts en Lotharingen, is het con-
MB»ast nog meer opvallend. Terwijl de 35
zmmenm. Fransche strook geheel onverzorgd
Jikwijli gebleven, werden in het Duitsche
aevtkensgebied soldaten samen met de zoo-
<—JDaamde "frontboeren„ (onder dienst-
^^^icht) aan het werk gesteld.
de w Daar, in Saar-Palts, werden ont-
uikt haiiimd meer dan 200 gemeenten met
laand ijnd de 600.0C 0 inwoners (waaronder
Mrs. 5 °lo landbouwbevolking), meer dan
zorgvil.000 boerderijen met 90.000 hectaren
erkb3akkergrond 9.000 paarden, 56.000 run-
kondeaeren, 70.000 varkens, 37.000 geiten,
lie„ c!4.0C0 schapen, enz.
gemakl Voor het dorschen van den oogst, die
ld ze rij het uitbreken van den oorlog reeds
laat. Zbinnen» was, werden dadelijk, in ge-
tte opieen overleg tusschen leger en partij
ment, NSDAP), dorschdetachementen met
ledereaorschmachines aan den arbeid gezet,
ie meer dan eens onder het vijandelijke
st haaiuur bleven doorwerken. Alles samen
gestoktedrn daaraan mede 3.000 burgerlijke
Vas nu Erntehelfer of dienstplichtige oogst-
roeger,elpers en 5.000soldaten en zij oogstten:
ir leed 0.0C0 ton koren, 42 000 ton aardappe-
naarkin, 30.000 ton hooi, 400 ton tabak,
als d(.000 ton fruit, enz. De dienstplichtige
'enkwarontboeren hebben bovendien, in de
marten tnte, het land bewerkt in lOOgemeen-
oude fen, over een oppervlakte van meer dan
jrijs w5.000 hectare. Zij werken er onder de
ij naaiïiding van den plaatselijken boeren-
Irie uurtider (Ortsbauerr ffthrer) in detache-
Wij wosanten van gemiddeld 10-20 man, zon-
lde en I" in de minste mate rekening te hou-
zljn hakn met de bestaande scheiding tusschen
van r'e verschillende eigendommen en akkers,
hadroi Niet al het land kon natuurlijk be-
Zij snerkt worden. Er moest rekening wor-
ar zaklen gehouden met militaire noodwendig-
«den. Bovendien zijn tal van velden
tog dicht "bezaaid» met mijnen. Eerst
uilen deze worden weggeruimd in den
^ervolgtctfst zal dan de onkruidsbestrijding met
man en macht worden aangebonden,
zoodat in de lente van 1941 de zaaima-
chine haar werk zal kunnen aanvangen.
In ieder geval konden, tot in Mei 1940,
in het ontruimde gebied worden bezaaid
(in morgen)72.000 akkergrond, 24.000
weide, 8 000 klaver en luzerne. De lands-
boerenleider rekent, alleen uit de lente-
bezaaïing, op een oogst van ten minste
60.000 ton graan ook maïs, hennep en
vlas werden gezaaid. Voor dat werk
werd de trekkracht door het leger gele
verd er waren paarden uit Polen, Hon
garije, Denemarkenbovendien werden
100 tractoren gebezigd. Het hooi werd
nog meestal door de detachementen
van frontboeren binnengehaald, bij den
graanoogst werkte reeds de teruggekeer
de dorpsbevolking mede.
Een ruilverkaveling van
belang I
Bij deze "oogenblikkelijke,, taak is
het echter niet gebleven men heeft de
gelegenheid te baat genomen om een
blijvende reorganisatie van het boeren
bedrijf in de bewuste streek te bewerk
stelligen.
De versnippering van den grond was
namelijk in Saar-Palts veel verder ge
gaan dan in de meeste andere gedeelten
van Duitschland. Van de 48 000 boerde
rijen waren er 48 niet grooter dan
2 hectaren, 29 tusschen 2 en 5 hec
taren, enz. In de "roode zone» gebeur
de het niet zelden dat een "plek» van
2 hectaren in 60 80 en zelfs meer ak
kertjes versnipperd lag. Van deze "voor
schootjes» hebben de frontboeren mooie
aaneengesloten velden gemaakt, waar de
tractoren dezen herfst prachtig werk
zullen kunnen verrichten.
Het kan als zeker worden beschouwd,
schrijft Kastenholz, dat de oude ver
snippering niet meer terug zal komen.
De landsboerenleiding neemt voor de
minimum-grootte van boerenbedrijven,
een oppervlakte van 12-13 Ha aan.Maar
tezelvertijd zal worden gezorgd voor
het behoud van het systeem der kleine
boerderijtjes voor mijn- en fabrieksar
beiders, dat in de Saar- Palts buitenge
woon ontwikkeld is (slechts 7500 boeren
hadden een bijberoep, daarentegen deed
1 3 van de mijnwerkers aan boerderij).
Het plan bestaat om, bij de nieuwe
ordening van de bedrijven, in de nabij
heid van de arbeidsplaatsen perceelen
van 1 tot 2 morgen af te bakenen ten
behoeve van de industriearbeiders, zoo
dat deze hun vrije uren nuttig zouden
kunnen besteden,
Een doelmatige veestapel
Ook de veestapel zal op rationeelen
grondslag worden heringericht, in ver
houding tot het beschikbare voeder. Het
aantal runderen zal met bijna de helft
worden verminderd 29.000 in plaats
van 56.000. Nog sterker worden de var
kens besnoeid van 70.000 op 24.000,
terwijl van de 27.000 geiten er nog 9000
mogen overblijven. Daar er voor de
schapen voeder genoeg voorhanden is.
zal hun aantal (14.000) behouden kunnen
worden. De paardenstapel zal, met het
oog op de noodige trekkracht, practisch
onverminderd blijven (8600), terwijl ook
zoo spoedig mogelijk voor trekvee zal
gezorgd worden (in deze streek immers
speelt het rund ook bij welgestelde boe
ren een vrij groote rol als trekdier).
Reeds nu zijn 50-60 °/o van de "ont
ruimde» bevolking in de Saar-Palts te
ruggekeerd, en met bekwamen spoed
wordt aan de herneming van het nor
male leven gewerkt. Aan den overkant
van de oude grens, in Lotharingen en
Elzas, waar de roode zone een woeste
zone is geworden, en het overgroote ge
deelte van de bevolking nog niet is te
ruggekeerd (te Straatsburg b.v. zijn nog
90 van de winkels gesloten), zal het
hernemingsproces aanmerkelijk langer
duren, tot groote schade voor de bevoor
rading der inmiddels terugkeerende be
volking.
Ziekten- en Insectenbestrij-
dlng In den Tuin.
Er is een Vlaamsch spreekwoord dat
luidt "Wat baten kaars en bril als de
uil niet zien en wil Inderdaad vele
land- en tuinbouwers hebben ons reeds
hun spijt uitgedrukt omdat ze verwaar
loosd hebben hun aardappelen te spui
ten tegen de plaag en tegen den Colora
dokever. We twjjfelen er niet aan of we
doen die kerel te veel eer aan met hem
met een hoofdletter te schrijven; 'tis
een geduchte vijand, de meest schade
lijke onder alle kevers, een rekel die ons
niet meer zal loslaten en waartegen we
een onverbiddelijken strijd zullen hoe
ven te voeren, willen we hem nog ooit
zien verdwijnen.
We mogen hem daarom toch niet be
schuldigen met al de zonden van Israël
en ook de aardappelplaag op zijn actief
schrijven. Hij kan misschien wel on
rechtstreeks hierin een handje toesteken
met het verzwakken van den groei en d*
storing in den bladsomloop, maar zijn
rol is eerder hierin tot het minst te her
leiden.
Op de laatste vergadering van de
tuinbouwmaatschappij Vooruit door
Studie en Samenwerking werd er op
gewezen dat ook het fruit schurfcziek
was, gebarsten en aangetast door moni-
liarot.
De oorlogsgebeurtenissen hebben
voorzeker vele tuinbouwers in de onmo
gelijkheid gesteld hun fruit te verzorgen
dat willen we gereedelijk toegeven, an
dere zullen door angst en kommer aan
gegrepen ook niet gespoten hebben; '1 is
allemaal aan te nemen, maar laat ons
ook eens openhartig bekennen dat men
gemakkelijk een uitvluchtsel vindt om
een veronachtzaamheid goed te praten.
Zie, we houden het dan nog meer met
dat boerken dat ronduit zegde 'k Zou
me de haren uit het hoofd rukken, om
dat ik toch mijn aardappelen en mijn
fruit niet heb besproeid, 'k heb al mijn
gerief thuis en wat ik niet heb, weet ik
waar halen en toch heb ik het niet ge
daan, domhoofd dat ik ben en nu was
er eens geld te verdienen 1
Helaas I 't is te laat 1 Al wat we nu
nog doen kunnen is goede voornemens
maken voor 't aanstaande seizoen.
Voorbije zaken hebben geen keer en
we praten over iets anders.
In den fruittuin vinden we thans een
tweede generatie van de bessenblad-
wesprupsen. Men bestrijdt ze doelmatig
met een oplossing van 75 gram nospra-
sit in 10 liter water. Dit gaf ons altijd
bevredigende uitslagen en gezien de bes
sen nu toch reeds lang geplukt zijn, be
staat er geen gevaar meer voor vergifti
ging. U zult ook acht slagen op het feit
dat zoolang de struiken groeien, de bla
deren hun rol te vervullen hebben en ze
grootelijks den struik verzwakken indien
ge deze laat kaal vreten Een oplossing
van 150 gram uraniagroen en 500 gram
kalk in 100 liter regenwater met bijvoe
ging van eenige grammen Agripon als
uitvloeier, zal U insgelijks goede uitsla
gen geven.
Op kriekelaars en perelaars zult ge op
dit tijdstip ook wel slakrupsen aantref
fen die 't bladgroen oppeuzelen en de
bladeren gelijk maken aan een zeef met
kleine gaatjes waardoor ze min of meer
een droog uitzicht verkrijgen en zelfs to
taal droog worden als we niet op tijd
ingrijpen. Levende kalk strooien op hun
teere slakkenhuid is voorzeker niet slecht
en het uitwerksel met onze twee vorige
oplossingen (nosprasit en uraniagroen)
zal ook goed zijn. U zult misschien zeg
gen. maar de bladeren gaan weldra toch
rijzen, waarom nu nog die moeite doen
en ons die onkosten getroosten. Ons
goed, maar dan later niet gejammerd en
gezegd 'k geraak ze nimmer kwijt die
veelvraten van slakrupsen, ze eten mijn
boomen kaal en mijn fruit blijft klein en
is niet smakelijk, noch gezond.
't Gebeurt ook wel meer dat er bij
onze steenfruiten kriekelaars, perzik-
boomen en bijzonder pruimelaars, ook
appelaars, loodziekte gevonden wordt.
De bladeren worden dofwit in plaats
van groen, twijgen en takken sterven af
en eindelijk valt de boom dood. De be-
(Zie vervolg onderaan 4e kolom).
In dé reeks artikels getiteld De
Balans van autarkisch Europa
hebben we getracht aan te toonen,
dat de uithongering van Europa
door de Engelsche blokkade, geen
kans op slagen heeft.
In de genoemde artikels konden
we echter slechts een korte schets
geven van wat het vasteland heeft
en niet heeft. Daar bij de bevol
king voornamelijk der steden
de vrees heerscht, weldra zon
der brood te vallen, willen wij in
onderhavig artikel het actueele
vraagstuk der graanvoorziening
ruimer behandelen aan de hand
van de cijfers van het Interna
tionaal Landbouwinstituut, die,
in den loop der jaren, hun dege
lijkheid hebben bewezen.
Uit vele landen komen berichten toe
over den oogst van dit jaar en uit de
ramingen blijkt zonneklaar dat de op
brengst dit jaar ruimschoots minder zal
zijn dan in de twee voorbije jaren 1938
en 1939. Voegen we er echter aan
stonds aan toe, dat dit twee record
jaren waren, tijdens dewelke de op
brengst van 25 tot 50 o hooger lag
dan het gemiddelde van 1934-'38. Het
feit dat Europa thans nog beschikt over
grooter voorraden uit deze uitzonderlijk
goede jaren, zal het ruimschoots helpen
om de moeilijke maanden welke voor de
deur staan, door te komen. We mogen,
in dit verband, niet vergeten, dat de
Europeesche uitvoerlanden, bij den aan
vang van den Winter, nog over een
voorraad van ongeveer 30 millioen cen
tenaar beschikten, afgezien van de na
tionale reserves welke in alle landen
voorzichtigheidshalve waren aangelegd.
Het Internationaal Landbouwinstituut
heeft onlangs enkele cijfers gepubliceerd
over de ramingen van den oogst van dit
jaar. En wanneer men er een oogslag
op werpt, blijkt duidelijk dat de lang ge
koesterde vrees voor een totale misluk
king is uitgesloten. 1940 levert geen re-
cordoogst, wel een goeden middenoogst.
In de gepubliceerde lijst ontbreken na
tuurlijk de oorlogvoerende landen, doch
daar de gekende cijfers van de verschil
lende naties eenzelfde beeld geven, mag
men daaruit besluiten, dat ook in de
oorlogvoerende landen de oogst een
goed gemiddeld cijfer zal benaderen.
Aan de hand van de gepubliceerde
cijfers door het Internationaal Land
bouwinstituut laten we hieronder enkele
beschouwingen volgen. De gegeven cij
fers beduiden den totalen oogst aan
tarwe, rogge, gerst en haver, behalve
voor Spanje, dat nog geen raming van
den haveroogst heeft opgegeven, en
Italië, waar nog slechts de cijfers van
den tarweoogst zijn bekend gemaakt.
Spanje zal dit jaar beschikken over
60 millioen centenaar graan tegen 47
millioen in 1939 en een gemiddelden
oogst van 69 millioen centenaar. Aan
tarwe hebben de Spaansche boeren on
geveer 33 millioen centenaar geoogst,
hetgeen slechts een tekort van 5 millioen
centenaar op het verbruik daarstelt.
Voor dit jaar zal dit tekort goedschiks
smette takken dienen zonder verwijl
weggesnoeid tot op het gezond hout en
daarna met teer toegesmeerd.
Een al te stikstof rijke bemesting be-
voordeeligt deze ziekte we raden dan
ook de Tuin- Boomgaardvette R. U. Z.
aan, omdat de verhoudingen in de voor
naamste voedingstoffen goed zijn en we
er den gezondheidstoestand van den
boom door bevorderen. De bloedluis-
koloniën zal men in deze maand nog
eens opzoeken en bestrijden met oplos
bare carbolineum. Een sterke potasch-
bemesting doet deze schadelijke insecten
als bij tooverslag verdwijnen.
Land- en tuinbouwers, er valt te wer
ken. Niets zonder arbeid, daarom niet
getalmd, eens een ronde gemaakt in den
boomgaard en de aangetaste boomen
eens goed onder handen gepakt, U zult
er later veel genoegen aan beleven,
wanneer ge zult kunnen vaststellen hoe
dankbaar de boomen zijn voor de hun
toegediende zorgen.
kwaadschiks moeten goedgemaakt wor
den. daar Spanje geen groote hoeveel
heden zal willen invoeren.
Het volgende jaar, daarentegen, zal
Spanje waarschijnlijk voldoende tarwe
winnen om het eigen gebruik te dekken.
Zooa's al de autoritaire landen legt
Spanje zich op autarkie toe, voorname
lijk voor wat betreft de voorziening aan
levensmiddelen.
Op het eerste zicht zou de Roemeen-
sche oogst beter kunnen zijn. De cijfers
van het Internationaal Landbouwinsti
tuut geven 48 millioen centenaar tegen
ongeveer 62 millioen in 1939 en een ge
middelde van 53 millioen. In werkelijk
heid is de Roemeensche oogst niet slecht
en de maïs levert een recordopbrengst,
maar de vermindering komt grootendeels
voort uit den afstand van Boekowina en
Bessarabië aan Sowj et-Rusland. Voor
wat de tarwe betreft is slechts een oogst
van 16 millioen centenaar te verwachten,
hetgeen beduidt dat er voor den uitvoer
weinig beschikbaar zal zjjn. In ieder ge
val kan Roemenië toch in eigen verbruik
ruimschoots voorzien.
Voor Europa is de tarwe van Boeko
wina en Bessarabië, evenmin als de gra
nen van Letland, Litauen en Estland,
niet geheel verloren. Sowjet-Rusland
verkeert thans in de mogelijkheid groo-
tere hoeveelheden uit te voeren, doch
Moskou stelt zwaardere voorwaarden
betaling in goud of deviezen wordt ge-
elscht. Wanneer men bedenkt dat we
nog slechts voor 155 milloen aan goud
beschikken is deze regeling totaal uit
gesloten.
Ook in Hongarië is de oogst merke
lijk kleiner dan in 1939. Naar raming
zal hij 42 millioen centenaar voortbren
gen tegen 51 millioen in 1939 ander
zijds is de oogst van dit jaar merkelijk
boven het gemiddeld cijfer van 1934/38,
dat slechts 38 millioen centenaar be
draagt. Dit jaar zal ook Hongarië groote
hoeveelheden tarwe kunnen uitvoeren,
naar schatting wel 3,5 millioen cente
naar. En, ten slotte, blijkt uit de cijfers
van het Internationaal Landbouwinsti
tuut dat de oogst in Bulgarië, Joego
slavië en Griekenland zonder bijzonder
gunstig uit te vallen, toch goed is.
Van de oorlogvoerende landen is al
leen het cijfer van den Italiaanschen
tarweoogst gekend, namelijk 73 millioen
centenaar, tegen 79 in 1939 en een ge
middelde van 72 millioen. Zooals overal
elders is ook in Italië het brood gerant
soeneerd en de overheden verklaarden
dat zij kunnen doorgaan met het rant
soen op het huidige peil te handhaven.
Aan brood zal Italië geen tekort te heb
ben. Hetzelfde kan gezegd van Duitsch
land, waar de oogst ook betrekkelijk
goed is, terwijl men in het duistere tast
voor wat Frankrijk betreft. In normale
Jaren heeft Frankrijk graan te veel, doch
dit jaar zal dat niet zoo wezen, het slech
te weder en de oorlogsverwoestingen
hebben het belet. In ieder geval zal het
tekort niet groot zijn en gemakkelijk aan
te vullen met de in Noord-Frankrijk nog
voorhanden voorraden.
Voor Engeland is de toestand in hoo-
ge mate onzeker. Geen land in Europa
voert zooveel graan in als juist Enge
land en het is boven lederen twijfel ver
heven, dat de oorlog ter zee, die thans
geleid heeft tot de blokkade der Engel
sche kusten, Engeland voor vele groote
moeilijkheden plaats voor wat betreft
den invoer van levensmiddelen.De oogst
in Zuid-Amerika en de Vereenigde Sta
ten is goed en de boeren zitten er met
groote voorraden, waarvoor zij geen
koopers vinden. Enkele regeeringen had
den het plan opgevat graan naar de be
zette landen van Europa te zenden, doch
Churchill heeft dit voorstel hoonlachend
van de hand gewezen.
De slag is harder voor de uitvoerlan
den dan wel voor kontinentaal Europa.
Uit de vele cijfers immers kunnen we
besluiten, dat de vrees voor een merke
lijk tekort aan granen uitgesloten is, te
meer daar in de meeste landen thans
tarwemeel met andere graanmelen wordt
gemengd en het builen veel grover ge
schiedt dan vroeger.
TELEFOON i 267.