De Aardappelbevoorrading,
Het loont de moeite.
i
Arbeid adelt.
Landbouwweekblad
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt li
Voor ca d
oor de Landboawers
t
1
ZITDAG
Het Bestuur van
De Koornbloem
Het Programma van het Nederlandsch
Agrarisch Front.
Landbouwers,
i Zelven
NEDERLAND.
ZONDAG [5"JAN. üMl.
Frfl» 50 cefitlei
23a* )AAt«AÜ^ Ut 1140
Abonnementsprijs 20 fr. 's jaar*.
Men schrjjft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen
sonder aanduiding
is streng verl
sn artikelen
der bron
loden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller i
O. CAUDRON
Bureel en Redactie Zeebergkaai» 4# Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
wenscht aan al hare Lezeressen en Lezers
een zalig en gelukkig Nieuwiaar
Moge 1941 vredeheil en voorspoed
onder de volkeren brengen.
Hare bijzonderste oorzaak Laattijdige reglementeering.
mïDteering der laadbouwvoortbrcngst
en van den verkoop der landbouwpro
ducten moet om doelmatig te zijn, reke
ning houden met de werkelijke toestan
den en de noodwendigheden van het
landbouwbedrijf en tijdig worden af
gekondigd 1 Komt zij aan deze ver-
eischten te kort dan berokkent zij na
deel niet alleen aan de landbouwers,
doch insgelijks aan de gansche bevol-
kirg
De reglementeering van den aardap-
pelhandel waarvan wij hierboven enkel
de gebreken hebben geschetst heeft zulks
afdoende bewezen.
Wij verhopen dan ook dat de be-
v egde overheden in de toekomst met
meer overleg en omzichtigheid zullen
handelen 1
Instandhouding van een melkveestapel van 1.250.000 stuks.
Sedert weken reeds geschiedt er geene
bedeeling meer van aardappelen in ver
schillende groote steden. Daar de aard
appelen samen met het brood de basis
vormen onzer Volksvoeding en het
broodrantsoen, doordat de Belgische
regeering verwaarloosd heeft tijdig de
vereischte voorraden aan broodgraan
op te doen, gesteld blijft op het geringe
peil van 225 gram per hoofd en per dag,
wordt er door de massa der minbegoe-
den gebrek geleden. Dergelijke toestand
verwekt verbittering bij de bevolking
der steden, bijzonder dat de mededee-
lingen van het Ministerie van Land
bouw en Bevoorrading, welke verbete
ringen lieten verhopen in de aardappel-
bedeelingen, tot heden niet verwezen
lijkt werden.
In hare verbittering werpt de stads
bevolking de schuld van dezen ellendi
ge» toestand op de landbouwers, die er
van beticht worden uithongeraars en
woekeraars te zijn.
Verre van ons diegenen, tot welken
stand zij ook behooren, te verdedigen
die door achterhouding van de onmis
bare levensmiddelen, door sluik- en
woekerhandel, door ongewettigde prijs
opdrijving, zich verrijken ten nadeele
der volksgemeenschap. Door te specu-
leeren op de ellende hunner medemen-
schen plegen zij een misdaad tegenover
de volksgemeenschap en komen groote- I
lijks te kort aan de meest elementaire
plichten van naastenliefde: Hunne han
delwijze verdient de strengste straffen.
Doch wij moeten ons met klem verzet
ten tegen de beschuldiging die in alge-
meenen zin wordt uitgebracht tegen de
landbouwbevolking, omdat zij onge
grond is.
Welke was de werkelijke toestand dit
jaar op de aardappelmarkt
Voor de vroege en half-vroege aard
appelen was de verkoop niet geregle
menteerd, dus volkomen vrij.
De prijzen der vroege aardappelen
waren dit jaar, mede doordat het ver
keer en het vervoer niet normaal waren,
weer zeer laag. Hierdoor werden groote
hoeveelheden aangewend voor veevoe
ding. In de vroege aardappelstreek wer
den zelfs de aardappelen gekocht door
landbouwers buiten deze streek die er
belang in zagen tegen de alsdan gelden
de prijzen vroege aardappelen te koopen
voor de voeding van hun vee. De prij
zen schommelden immers tusschen 25 a
30 fr. de 100 kg.
Enkele weken nadien, toen de land
bouwers aan de half-vroege aardappe
len begonnen, was er spraak dat ook
deze eetwaren zouden gereglementeerd
worden en plots sloegen de prijzen om
hoog en bereikten weldra 50 a 60 fr.
Daar de verkoop vrij was en de land
bouwers sedert jaren geen loonende prij
zen meer hadden gekend, maakten zij
van deze gunstige prijzen gebruik om
aanzienlijke massa's aardappelen te ver-
koopen.
Toen verspreidde zich het gerucht der
aanstaande rantsoeneering der aardap
pelen. Het gevolg was dat den buiten
door de stadsmenschen werd overrom
peld die kost wat kost een wintervoor
raad aardappelen wilden opdoen. Men
bood den boer fabelachtige prijzen om
toch maar aardappelen te bemachtigen.
Hierdoor werden groote hoeveelheden
aardappelen geroeid welke nog niet rijp
waren, vandaar een merkelijke vermin
dering vaa de opbrengst alsmede de on
geschiktheid der onrijpe aardappelen
voor langdurige bewaring.
Honderde tonnen aardappelen zijn
aldus in de burgerskelders terecht geko
men waar zij thans misschien grooten-
deels rot liggen. Er is meer Bij de tel
ling van de met aardappelen beplante
perceelen, zijn in sommige gemeenten de
half-vroege variëten bij de latere soor
ten opgeschreven, zoodat deze gemeen
ten nu neg groote hoeveelheden moeten
leveren, die in feite alreeds verkocht
waren vóór dat de reglementeer ing van
den verkoop der aardappelen werd af
gekondigd.
Kortom de reglementeering werd
eerst afgekondigd nadat de meeste land
bouwers reeds de aardappelen hadden
verkocht welke zij voor eigen behoeften
niet noodig hadden.
De rantsoeneering en de offlcieele in
richting der bedeeling waren ook verre
van perfekt. De aardappelcentrale,
hoofdorganisme van bedeeling, stelde
een zeker aantal van aankoopers of fac
teurs aan, doch talrijke andere opkoo-
pers die voorheen geregeld bepaalde
streken bezochten en bij de boeren als
afnemers bekend waren, bekwamen deze
aanstelling niet en vielen dus weg uit
den aardappelhandel.
Zulks had voor gevolg dat in sommi
ge streken talrijke weken voorbijgingen
en geen enkel erkende handelaar zich bij
de boeren aanbood om aardappelen te
koopen, zooals voorheen regelmatig ge
schiedde
Te Brussel meende men dat de boeren
onwillig waren.
Men vaardigde de eene verordening
uit na de andere en stuurde onderrichting
op onderrichting aan de Burgemeesters.
Deze waren niet allen even ijverig om er
gevolg aan te geven of legden de on
derrichtingen op verschillende wijze uit.
Men begon in de eene gemeente met
een erkenden handelaar op te zoeken en
bij de boeren navraag te doen, in andere
gemeente stuurde men er den veldwach
ter op los, in andere gemeenten nog ging
men over tot opeisching. Kortom het
werd een warboel bij de uitvoering der
onderrichtingen in zake de verplichte
aardappelleveringen.
Ook in zake uitbetaling der prijzen
was er geen eenvormigheid. Op d'een
gemeente kregen de boeren 63 frank per
1C0 kg. in andere gemeenten maar 60 fr.
Kwam dan nog het besluit waarbij
plantaardappelen slechts mogen afgele
verd worden aan de landbouwers die
een even groote hoeveelheid verbruiks-
aardappelen afleveren.
Wij hebben hier in een vorige bij
drage op het noodlottige gewezen van
dezen maatregel. In de vroege aardap
pelstreken hebben de boeren, toet de
handel nog vrij was, reeds al het teveel
voor eigen verbruik verkocht. Zulks
heeft voor gevolg dat zij nu geen eet-
aardappelen in ruil van pootgoed kunnen
leveren. De weerslag van dezen maat
regel zou dus kunnen leiden tot onvrij
willige inkrimping van de aardappel
teelt, dan wanneer door de bevoegde
overheid sterk werd aangedrongen tot
uitbreiding derzelfde.
Tot besluit van deze bijdrage wen-
schen wij aan de bevoegde overheden
volgende wenken te geven De regie-
De winter is op zijn tijd begonnen
juist op den dag van zijn intrede deed
bij zijn bijtende, snerpende koude ge
voelen. Als alles op zijn tijd komt dan
verloopen de zaken gewoonlijk nog het
best, nu 't mag toch ook niet te hard
vriezen want dan zouden we, in deze
nare tijden, er de noodlottige gevolgen
kunnen van dragen.
Voor onze fruitboomen nochtans
hoeven we die strenge koude niet te
vreezen 't is maar best dat ze eens vol
ledig tot rust komen en dat op het ge-
wenschte tijdstip. Eens die koude dagen
achter den rug mogen we beginnen te
denken aan het verzorgen van onze
fruitboomen en wel inzonderheid van
onze druivelaars onder glas. De herfst
heeft ons dit jaar bijna geen koude
dagen gegeven, veel regen en wind en
menigeen was reeds de meening toege
daan dat we een rotten winter gingen
hebben, veel regen, modder en over-
stroomingeQ. Onze druivelaars onder
glas wilden dan ook tot rust niet komen
en bleven tot half December met nog
tamelijk wel bladeren bekleed. Benige
dagen nijpende vorst zijn voldoende
geweest om ze alle ten gronde te smak
ken en de druivelaars van een volledige,
welverdiende rust te laten genieten.
Aan alles komt een eind en zoo ook
zullen de rustdagen maar al te snel tot
het verleden behooren. Aan den arbeid
dan want het loont de moeite.
Ons eerste werk zal zijn het snoeien
van den druivelaar en dit om een dub
bele reden. Eerst en vooral is het hoe
genaamd niet noodig dat we het af te
snoeien hout zouden ontsmetten of be
handelen zoo ge wilt als dat wat blijven
moet. Dat overtollige hout kan best in
stukken gesneden worden en na t dro
gen dienen als stoofhout. Moesten we
er nochtans stekken van maken voor 't
aankweeken van nieuwe druivelaars dan
zouden we ze best ook eerst bespuiten of
insmeren zooals we straks zullen aan
duiden. Een andere reden waarom we
niet te lang mogen wachten met snoeien
is dat de druivelaars onder glas na eenige
gunstige dagen weldra de sappen zou
den in beweging brengen en een te late
snoei ware dan gevaarlijk voor 't bloe
den.
Een tweede bewerking is wel het in
smeren of 't bespuiten van de ranken
en het vruchthout en wel bijzonder als
de druiven binst het goede seizoen niet
al te gezond hebben gestaan of aan
oïdium zouden geleden hebben Het af
rukken van de loshangende pellen, die
we zorgvuldig verzamelen en verbran
den, is een allernoodzakelijkst werk, dat
soms lastig is en waarbij 't geduld wordt
op de proef gesteld. Daarna maken we
ons een pap gereed van klei. kalk, solfer-
bloem, carbolineum en water en strijken
dit over het hout. Een bespuiting met
een oplossing van 3 °/o solbar of met een
oplossing van 8 °/o carbolineum kan deze
pap wel vervangen, alhoewel we moeten
zeggen dat we altijd met de pap zeer
gunstige uitslagen hebben bekomen. Dat
werk wordt veel vergemakkelijkt als we
de wijze voorzorg hebben genomen van
al de ranken onder den draad vast te
binden, zoodanig dat we niets anders tc
doen hebben dan de bindsels los te snij
den en deze in ons bereik te brengen.
Voor 't afrukken van de schors, het in
smeren met pap, het bespuiten en zelfs
fZfe vervolg 2de bladzijde).
Een interessante brochure.
Een paar weken geleden nam het
Nederlandsch Agrarisch Front bezit van
zijn nieuw hoofdgebouw te 's Graven-
hage. Dat deze plechtigheid niet onvoor
zien kon voorbijgaan, spreekt vanzelfs.
Want naast heer E J. Roskam, de leider
van het Boeren front, waren ook inge
nieur A.A Mussert, de leider der N.S.B.
en graaf Grothe, landbouwdeskundige
van het Rijkscommissariaat, tegenwoor
dig.
Het loont wel de moeite in korte
trekken weer te geven wat op deze
plechtigheid gezegd werd. Zoo ver
klaarde heer Roskam, in zijn openings
rede o. m dat het uitgangspunt van den
opbouw van den Nederlandschen land
bouw niet gelegen is in het hoofdkan
toor in den Haag, maar dat de grond
slag zelf bij den boer op zijn erf ligt.
Wij denken van uit het land naar
de stad en omdat wij zoo denken, doen
wij ook zoo. Op elk dorp moet een boer
zijn die door zijn levenshouding en zijn
vakkennis het vertrouwen heeft van
ieder eerlijk dorpsgenoot. Hij moet om
zich een verzamelen allen die mede-
arbeiden aan de voedselvoorziening.
Hij moet niet meenen, dat hij alles
weet. Daarom moet hij zich laten voor
lichten door een raad van advies. Hij
moet ook niet meenen, dat hij alles kan.
Daarom moet hij bijgestaan worden
door een raad van bijstand. Hij moet al
evenmin zich inbeelden dat hij alleen
alles moet uitvoeren. Daarom moet hij
arbeiden met een raad van bestuur.
Een groep van deze dorps- of buurt
organisaties vormt tesamen een streek.
De leider van deze streek moet hetzelfde
doen als de leider van het dorp. Ook
hij heeft zijn drie raden en hij, met zijn
mannen, bezien de belangen en de noo-
den in ruimer verband, omdat de streek
een samenvatting is van die soort gron
den en bedrijfstypen, die tezamen een
organisch geheel vormen.
Verschillende streken vormen te-
samen een gouw. De organisatie van
deze gouw is weer gelijk aan die van het
dorp en van de streek. Alleen wordt hier
een grooter geheel overzien.
Alle gouwen tezamen vormen nu de
landelijke organisatie, welke ook weer
op dezelfde wijze wordt georganiseerd,
dus de boerenleider met zijn plaatsver
vangers, zijn raden van advies, bijstand
en bestuur.
Dat is de organisatie in haar geheel.
De leden zijn behalve dit ook weer
verdeeld in de technische afdeeling.
Hierin zijn vakgroepen voor akker
bouwers, tuinders, kweekers, veehouders
enz. Verder industrie en handel der
landbouw- en veeteeltproducten. Deze
vakgroepen zijn weer gesplitst in tien
tallen afdeelingen naar gelang de ver
scheidenheid dat eischt. Ook deze tech
nische afdeelingen werken van uit het
dorp, via streek en gouw, naar Den
Haag. j
De leider handelde verder over alles
wat reeds tot stand was gebracht en
verklaarde, dat een zoo snelle opbouw
nooit mogelijk zou geweest zijn, indien
de organisatie geheel nieuw was. Hij
had echter niet anders te doen dan de
bestaande organisaties, het Nederland-
sche Boerenfront, Landbouw en Maat- j
schappij en de actie-Bouwman om te
bouwen.
En tot slot zette de leider het doel van
het Nederlandsch Agrarisch front als
volgt uiteen
Ons doel is het voorbereiden van
den Nederlandschen rijksvoedingsstand
en hiervan is het Nederlandsch Agra
risch Front slechts een der drie pijlers.
De tweede pijler wordt gevormd door
de bestaande provinciale en enkele lan
delijke technische landbouworganisaties.
Deze moeten en zullen worden inge
schakeld. De derde pijler is het bestaan
de regeeringsapparaat van de voedsel
voorziening met de daarbij behoorende
centrales voor akkerbouw, tuinbouw,
veehouderij, enz. De taak in den eersten
k
tijd is, dat dit laatste apparaat met den
meesten spoed worde gezuiverd en ge
reorganiseerd. De reorganisatieplannen
zijn in ons agrarisch front uitgewerkt en
liggen kant en klaar.
Het nieuwe Europa wordt vast ver
ankerd op de vaste wetten der schepping,
dat is op de wetten van bloed en bodem.
Daarom hebben wij het vaste vertrou
wen, dat in dat nieuwe Europa aan onze
Nederlandsche bot een eervolle taak zal
worden toegewezen in het groote werk
plan voor de voedselvoorziening der
Germaansche volken
Ingenieur Mussert sprak als stichter
van het Agrarisch Front het slotwoord,
waarin hij zegde dat de Nederlanders
in het nieuwe Europa de plaats zullen
verkrijgen waarop zij recht hebben,
want hij wist dat Hitler en Mussolini
het beste met Nederland voorhebben.
De verplichte veelevering heeft in de
Nederlandsche landbouwkringen eenige
onrust teweeg gebracht. Het is voor nie
mand aangenaam op deze wijze vee te
moeten leveren. De inlevering van vee
liep echter achteruit tot 1600 stuks per
week, terwijl ten minste 10.000 stuks per
week noodig waren om aan de vraag te
kunnen voldoen.
Bij de laatste veetelling bedroeg het
aantal stuks melkvee ongeveer ander
half millioen, behalve nog 120.000 stuks
mestvee. De veevoederpositie vereischte
echter een vermindering van den vee
stapel tot 1 1/4 millioen. Daar dit moet
geschieden, is het gewenscht dat deze
aanpassing zoo snel mogelijk gebeurt,
waardoor voor het overblijvende vee
meer voedsel overblijft.
De totale hoeveelheid vee te leveren
tot 1 Maart zal dus ruim 200 000 stuks
bedragen. A's men nagaat, wat voor de
binnenlandsche voorziening noodig is
ziet men, dat op t Maart eenige reserve
overblijft, die zal toelaten een tekort aan
vleesch uit de aldus gevormde voorra
den te kunnen aanvullen.
Alles zal in 't werk worden gesteld,
opdat Nederland de beschikking houdt
over een melkveestapel van 11/4 mil
lioen stuks.
Met bijzondere belangstelling hebben
wij kennis genomen van een dezer dagen
verschenen brochure van den heer C. F,
Roosenschoon, getiteld Nederland kan
wat het wil 1
Wij willen hier in het bijzonder aan
dacht besteden aan hetgeen de schrijver
met betrekking tot den landbouw naar
voren heeft gebracht, Hij betoogt, dat
het mogelijk is de opbrengst van de wei
landen met 50 °/o te verhoogen. En deze
vermeerdering van de opbrengsten van
den landbouw zou te bereiken zijn op
korten termijn en met betrekkelijk een
voudige middelen. Bij een juist gebruik
van de graslanden zou de veestapel met
veel minder grasland kunnen volstaan.
Dit beteekent ofwel de mogelijkheid van
het aanhouden van een aanzienlijk groo
teren veestapel en dan zijn de hier
boven geschetste maatregelen met be
trekking tot de veelevering ongegrond
ofwel de mogelijkheid een deel van het
vrijgekomen grasland voor bouwland te
bestemmen.
Men vraagt zich af, waarom dit alles
nog niet is geschied en voor het Neder
landsch Agrarisch Front ligt daar reeds
een enorm werkterrein.
van onzen Rechtskundige
wordt gehouden op Zondag
5 Jan. van 10 tot 12 uur, In
ons Lokaal, Groote Markt,
Aalst.
I
leest en verspreidt
UW BLAD
DE K00RMBL0EM
TELEFOON 267.