Onze Broodgraanbevoorra ding eene Levenskwestie De corporatieve uitbouw van den Landbouw. Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor en door de Landbouwers I Leeningen. Orgaan der Landbouwersvereenigmg Redt U Zeiven ZONDAG 19 JAN. 19-* 1. Frfls 50 centiem 23*f JAAMftAlm Mi 1142 Abonnementsprijs 20 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen xonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opstelier i O. CAUDRON Bureel en Redactie i Zeebergkaai» 4, Aalst. Da medewerkers sljn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. Een doeltreffende oplossing van het vraagstuk der bevoorrading aan broodgraan is een levens kwestie voor onze bevolking. Daar er over deze aangelegen heid bij het publiek vaak onge gronde, ja zelfs kwaadwillige ge ruchten met politieke doeleinden worden verspreid, achten wij het niet ongepast hier dit zeer belang rijk vraagstuk in zijne groote trek ken toe te lichten. Het is geweten dat ons land in vredestijd circa de 3/4 van zijne totale behoeften aan broodgraan invoerde en wel in hoofdzaak uit de overzeesche landen (Veree- nigde Staten, Canada, Argentinië). De hoeveelheden broodgraan, welke het betrok uit het Europee- sche vasteland, inzonderlijk uit Rusland en Roemenië, waren, in verhouding tot zijn totalen invoer, eerder gering. Ten aanzien van dezen toe stand, was het dan ook de plicht van elke Regeering, dien naam waardig, tijdig te zorgen voor den aanleg van voldoende voorraden wanneer zich teekenen van onrust voordeden in de politieke verhou dingen tusschen de Europeesche staten. De Wereldoorlog 1914-'18 heeft ons toch geleerd dat moder ne oorlogen niet alleen met de wapenen doch insgelijks met maatregelen tot economische ont reddering bij de tegenstrevers wordt gevoerd. De blokkade en tegenblokkade van het verkeer ter zee zijn hierbij de meest ge bruikte economische wapenen. De Regeering Pierlot kan niet inroepen dat zij niet tijdig verwit tigd werd nopens de heerschende onrust in de verhoudingen tus schen de Europeesche groot mogendheden. September 1938, en de toenmaals afgekondigde al- gemeene mobilisatie, waren toch een duidelijke waarschuwing dat de minste vonk het Europeesch buskruitvat tot ontploffing zou brengen. Toen waren er hier te lande geen de minste graanvoor raden voorhanden. Inplaats van zooals de Nederlandsche Regee ring het deed, van dan af geleide lijk en op ruime schaal graanvoor raden aan te leggen, deed zij vol strekt niets, met het gevolg dat, toen ons land op 10 Mei 1940 in den oorlog werd betrokken, er slechts uiterst schamele hoeveel heden broodgraan hier te lande aanwezig waren. Het argument dat sedert het uitbreken van den oorlog tusschen Duitschland en Engeland-Frank rijk begin September 1939, deEn- gelsche blokkade en de daaruit voortspruitende opleiding der Bel gische bevrachtingen naar de Downs, het opslaan van graan voorraden uiterst moeilijk ja on mogelijk maakten, kan niet gelden als verontschuldiging voor de kort zichtigheid der Regeering Pierlot Immers, tusschen September 1938 en September 1939 verliep er één jaar, tijdens hetwelk voornoemde regeering tijd genoeg had om de bevoorrading aan broodgraan te verzekeren. Het staat dus vast dat de Re geering Pierlot zich bezondigd heeft aan de meest volslagen zor geloosheid, aan een totaal gemis aan vooruitzicht, welke met rede nen als misdadig kunnen bestem peld worden. De hier op 10 Mei 1940 be staande karige graanvoorraden werden dan nog grootendeels ver nietigd door de Engelsche bezet tingstroepen welke verschillende maalderijen in brand staken, de lichters met graan in den grond boorden of de bestaande graan voorraden door besproeing met naphte voor het gebruik onge schikt maakten. Het gevolg van dezen vreese- lijken toestand was dan ook dat onze bevolking voor hare brood behoeften uitsluitend op den in- landschen graanoogst was aange wezen. De oogst 1940 nu heeft merke lijk minder opgebracht dan de vorige jaren, vooreerst omdat vele graanvelden tijdens de mobi lisatie en den oorlog werden ver woest en ook omdat de opbrengst per hectaar minder gunstig was. Op basis der huidige rantsoe neering hebben wij ongeveer jaar lijks 750 000 ton broodgraan noo- dig. De inlandsche graanoogst bedraagt enkel 400.000 ton, zoo dat een invoer van circa 35C.000 ton vereischt is. Van de overzeesche landen is deze invoer niet te verwachten. De gewezen president der Veree- nigde-Staten Hoover, die hier tijdens den oorlog 1914-18, de Commission for relief beter gekend als Nationaal Voedings- komiteit inrichtte, heeft aan Cordel Hull, staatssekretaris van Buiten- landsche Zaken der Vereenigde- Staten, voorgesteld opnieuw der gelijke bevoorradingsdiensten in te richten in België en de andere landen van West-Europa, uitslui- telijk ten behoeve der burgerlijke bevolking. Alhoewel Duitschland zich formeel verbonden heeft van de aldus uit Amerika toe te zenden levensmiddelen volstrekt niets te zijnen behoeve te nemen, heeft Engeland met een volkomen har teloosheid geweigerd het vervoer over zee van deze levensmiddelen toe te laten. De bevolking heeft zich dan ook met klemmenden angst deze laatste dagen de vraag gesteld hoe zij tot den volgenden oogst aan het onmisbare brood zal ge raken. Vooreerst dient er van den in- landschen oogst nog een hoeveel heid geleverd welke kan geraamd worden op circa 80.000 ton. Zooals elders in dit blad is mee gedeeld, heeft de Sekretaris-gene- raal van Landbouw en Bevoor rading de vereischte maatregelen getroffen opdat de inlevering de zer hoeveelheid vóór 31 Januari aanstaande zou geschieden. Anderzijds heeft de Duitsche militaire overheid, met grootmoe digheid welke zeer op prijs dient gesteld, aan de heeren Leemans, Secretaris-generaal van Economi sche Zaken en De Winter, Secre taris-generaal van Landbouw, te zamen met de leiders van Winter hulp, toelating gegeven om te Berlijn met de bevoegde over heden besprekingen te voeren voor aanvulling onzer bevoor rading. Het Duitsch Ministerie van Economische Zaken heeft zich verder bereid verklaard als bemid delaar op te treden bij de Russische Regeering met het oog op de ont vangst der gevolmachtigden der Secretarissen-generaal te Moscou. Deze Belgische afvaardiging is reeds onder leiding van den heer Leemans naar Berlijn vertrokken. Wij verhopen ten zeerste dat hare zending met volledig sukses worde bekroond ten bate der bevoorra ding onzer bevolking. Doch de heer Reeder, hoofd van het Duitsch militair bestuur, heeft verklaardde mogelijke hulp die Duitschland zou verleenen, in afwachting van den nieuwen oogst, zal alleen dan toegestaan worden, indien de Belgische voortbrengers hunne plichten ver vullen wat betreft het afleveren hunner productie, indien een rechtvaardige verdeeling onder de bevolking doch vooral onder de arbeiders zal zijn gewaarborgd, en indien de woeker en smokkel handel door een energiek optre den zullen worden beteugeld. Daar Duitschland van zijn eigen voorraden een gedeelte afstaat aan onze bevolking, zijn deze voorwaarden logisch en gewet tigd. Aan onze landbouwers herha len wij dan ook met den meesten nadruk dat het dure plicht is van volksverbondenheid en sociale rechtvaardigheid, dus gewetens plicht, met stiptheid gevolg te ge ven aan de leveringen welke hen op redelijke wijze door de be voegde overheden worden opge legd. Deze laatste, en inzonderlijk de rechtbanken, moeten met uiterste strengheid optreden tot beteuge ling van woeker en sluikhandel. De straffen moeten hard en onge nadig zijn, omdat deze vergrijpen in de huidige omstandigheden niet minder zijn dan een misdaad te genover de volksgemeenschap en de minbegoeden onzer mede burgers. Gewestelijke Maatschappij voor den Kleinen Landeigendom. Onder Waarborg van den Staat. EIGEN HAARD» Arrondissementen Aalst, Oudenaarde Zetel t Stadhuis Oudenaarde. Onze Maatschappij heeft, onder meer, voor doel ook leeniDges toe te kennen, aan minvermogende personen, tegen den geringen interest van 2 50 fr. 1° Voor aankoop van gronden (mini ma 10 a., maxima 6 Ha.). 2° Voor het oprichten van landelijke woningen en kleine hoeven. 3° Voor den aankoop van grond met gebouwen die voldoen aan de gezond heidsvoorschriften en een landelijk uit zicht hebben. 4° Voor het verbeteren van krotwo ningen. 5° Voor het verbeteren en oprichten van landbouwaanhoorigheden (stallen, schuren enz.). Deze leeningen kunnen aangegaan worden voor een termijn van 5, 10, 15, (Zie vervolg onderaan 4e kolom). Frankrijk. Plaatselijke syndikaten, regionale unies en, als leiding, een nationale corporatieve raad. Reeds in een der gen, die maarschalk eerste redevoerin- Pétain als hoofd van den Franschen staat tot de bevol king van het land gericht heeft, verkon digde hij de leuze: "Terug naar het land, terug naar den grond die niet liegt en die feitelijk het vaderland zelf is Ter toelichting van deze leuze voegde de cude maarschalk er aan toe Een on bebouwde akker is een deel van Frank rijk, dat sterfteen veld. dat weder be bouwd wordt, is een-deel van Frankrijk dat herleeft Daarmee betuigde Pétain zijn sympa thie voor den landbouw en de landbou wers, doch tevens de noodzakelijkheid dat het herstel van Frankrijk, waarvoor hij zijn beste krachten inspant, grooten deels door den landbouw zal moeten be werkstelligd worden. En gelukkig is het ditmaal niet bij woorden gebleven. De corporatieve or ganisatie van het bedrijfsleven heeft tot een eerste begin van verwezenlijking ge leid. Bij een wet zijn de grondslagen voor de reorganisatie van den landbouw vastgelegd. De minister van landbouw, Caziot, heeft een toelichting tot deze wet gegeven, waarbij hij den nadruk erop legde, niet ernaar gestreefd te hebben een zoo volmaakt mogelijk corporatief stelsel in de wet vast te legger, doch de bestaande organisaties zooveel mogelijk als grondslagen der organisatie te ge bruiken. De wet van 7 December 1.1. kent drie soorten van corporatieve or ganen de plaatselijke landbouwsyndi- katen, de regionale corporatieve unie en den nationalen corporatieven raad. De plaatselijke landbouw&yndikaten, die zich ook over enkele dorpen kunnen uitstrekken, zullen alle landbouwgezin- nen van de streek omvattea. In elke streek kan slechts één enkel corporatief landbouwsyndikaat bestaan. De eige naars van een stuk grond, onverschillig of ze zelf het landbouwbedrijf uitoefe nen, moeten lid van het syndikaat wor den, evenals de leiders van het land bouwbedrijf en de landarbeiders. Be paalde soorten van handwerkers ten plattelande zullen bovendien lid van het plaatselijk syndicaat kunnen worden, ook indien zij zeif geen landarbeid verrich ten. De toetreding van het gezinshoofd tot het syodikaat brengt van rechtswege de toetreding mede van alle leden van het gezin, die met hem in hetzelfde land bouwbedrijf werkzaam zijn. Aan het hoofd van elk syndicaat zal een syndicus staan, die door de regionale corporatieve unie op voorstel van het plaatselijk syndicaat benoemd wordt.Ge- mengde commissies, samengesteld uit de vertegenwoordigers der verschillende belangengroepen, zullen de reglementen vaststellen op de arbeidsvoorwaarden, de rechtsvormen der ontginning en in het algemeen alle beroepsbetrekkingen tusschen degenen, die het bedrijf ter 20 of 25 jaar, en de terugbetalingen ge schieden per maand, 3 maanden, 6 maanden enz. Voortijdige afbetalingen zijn altijd toegelaten op elk oogenblik en voor ge lijk welk bedrag, hoe klein ook. De ontleener wordt verzekerd op het leven, zoodat in geval van overlijden de vrouw en de kinderen niets meer te be talen hebben. Het maxima der leening is bepaald op 75.000 fr. De ontleener moet zelf tusschenkomen met 20 °/o, plus de kosten van aankoop en leening, als het den aankoop betreft van een bestaanden eigendom of de oprichting van gebouwen (20 °/o van de waarde van grond plus gebouwen). Met 10 °/o als het den aankoop van grond betreft. Bij wijze van voorbeeld, volgt hier de terug te betalen som per maand en per 1000 fr. (aflossing kapitaal en interest). Zie vervolg 2de bladzijde). plaatse uitoefenen. Deze reglementen zullen de goedkeuring behoeven van de corporatieve unie, die ze ook kan wij zigen. Het tweede orgaan zal de regionale corporatieve unie zijn, die alle plaatselij ke syadikaten van een bepaalde streek zal omvatten en zal bestuurd worden door een raad van op zijn hoogst 12 le den. die door den minister van land bouw worden benoemd op voorstel van de leiders der syndicaten van die streek. De regionale vergadering der leiders zal alle kwesties regelen met betrekking tot de levensomstandigheden van den landbouwersstand en zich in het bijzon der bezighouden met arbeidsvoorwaar den, verzekeringen, steun, huisvestingen gezondheid. De regionale vergadering zal ook hare aandacht wijden aan de beroepsvormiog der jonge landbouwers en aan de algemeene tucht en waardig heid van het beroep. In bepaalde om standigheden kan de regionale vergade ring der plaatselijke leiders zich ook be moeien met kwesties van voortbrenging, verkoop en prijsbepaling der landbouw producten. Een commissaris van het mi nisterie van landbouw zal de bijeenkomst regelmatig bijwonen. En boven de plaatselijke landbouw- syndicaten en de regionale unies zal de nationale corporatieve raad van den landbouw staan. Deze wordt gevormd uit de voorzitters van de raden der regi onale unies. Deze raad zal toezicht op de werkzaamheden der unies houden en voor de goede coördinatie van hun werk zorg dragen. Een door den minister van landbouw te benoemen raadgevende commissie van tien leden zal de raad van advies dienen in alle aangelegenheden, waarin het advies van onpartijdige des kundigen gewenscht wordt geacht. Deze organisatie van den landbou wersstand heeft vooral ten doel de be trekkingen tusschen de leden onder ling te regelen en de algemeene be langen van den landbouwersstand te bevorderen. De wet behartigt boven dien de belangen van speciale groe pen van voortbrengers. Er bestaan op het jogenblik reeds tal van organisa ties, die zich in bet bijzonder met voortbrenging en verkoop van be paalde waren bezig houden. Deze zul len, zooverre de door hen behartigde be langen belangrijk genoeg zijn, eveneens in de corporatieve landbouworganisatie worden opgenomen. Ze kunnen een ver tegenwoordiging krijgen inden nationa len corporatieven raad, die hun de noo- dige volmachten kan verleenen tot het nemen van bindende besluiten voor de organisatie en de economische verdedi ging van de speciale aan hun zorg toe vertrouwde takken van voortbrenging. In het bijzonder kunnen ze regelen vast stellen voor de prijszetting en de betrek king tusschen voortbrengers en verbrui kers. Bovendien komen er binnen dit kader nog regionale landbouwkaders voor het onderzoek van de beste midde len om den landbouw te bevorderen door toepassing van wetenschappelijke middelen. Eindelijk zullen ook alle coöperatieve landbouwvereenigingen, landbouwban- ken, verzekeringsinstellingen, enz., bij deze landbouworganisatie worden aan gesloten. De nieuwe wet, die gezien moet worden in het licht van het streven voor verbetering van de materieele en geestelijke levensomstandigheden van den landbouwersstand, kan niet onmid dellijk volledig in werking treden. In af wachting van de vorming van den nationalen corporatieven raad van Frankrijk zal een commissie van dertig leden voorloopig deze taak op zich nemen en alle voorbereidingen voor een zoo spoedig mogelijke verwezenlijking van deze plannen en denkbeelden treffen. TELEFOON 267. i PjNWU'l'W I l i111

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1941 | | pagina 1