Nieuwe verhooging der Belastingen Vlaanderen's tekort Levensruimte. aan i I' Arbeid! adelt. Landbouwweekblad Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven Voor es door de Landbouwers Het scheuren van Grasland ZITDAG ZONDAG [2]»FEB. *941 Frfl» 50 (cntiei 23-» È*i 1144 Abonnementsprijs 20 fx. 'i janra Men schrjjft in op ons Bureel en op elle postkantoren. Het overnemen van artikelen sonder aanduiding der bron ia streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller i O. CAUDRON Bareel en RedactieZeebergkaai, 4, Aalst. D« medewerkers sljn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. Teneinde bet evenwicht der gewote staatsbegrooting voor 1941 te verzeke ren, heeft het Staatsblad van 15 Januari 1.1. verschillende besluiten afgekondigd die een zware verhooging brengen der rechtstreeksche en onrechtstreeksche belastingen. Wij hebben vooreerst1het besluit van 30 December houdende wijziging van de wetgeving inzake inkomstenbe lastingen en nationale crisisbelasting 21 het besluit houdende verhooging in zake met het zegel gelijkgestelde taksen. Uit deze twee besluiten willen wij hier de bepalingen toelichten die belang op leveren voor onze landbouwers I. Rijwielbelasting en belasting op de honden. Het koninklijk besluit van 3 Juli 1939 vestigde uitsluitend ten behoeve van den Staat een belasting van 10 fr. op een enkel rijwiel en van 15 fr. op een rijwiel met meer dan ééa zitplaats. Die belastingen worden onderscheidelijk verhoogd op 20 en 30 fr. Benevens de provinciale belasting, wordt door het nieuwe besluit ook een staatsbelasting van 20 fr. op de honden geheven. II. Inkomstenbelasting en nationale crisisbelasting. De belastingstarieven. Inzake de inkomstenbelasting wordt voor bepaalde categorirën van belas- tingsplichtigen een bijzondere verhoo ging voorzien n.l.de gehuwden zonder kinderen betalen 1 0 meer boven het gewone belastingsbedrag en de andere belestingsplichtigen zonder kinderen twee tienden meer. Zelfde verhooging wordt ook toegepast op de nationale crisistaks waarvan verder sprake. Met het oog op de toepassing van deze bepaling wordt de militairen die tijdens de oorlogen 1914-18 en 1940 overleden of vermist zijn, beschouwd als zijnde nog in leven. Zoo zullen de ouders waarvan het eenig kind sneu velde, de verhooging van één tiende niet moeten betalen zoo zal de echtgenoote van een overleden militair slechts de verhooging van een tiende, dcch niet van twee tienden moeten betalen. Bovendien wordt de nationale crisis taks aanzienlijk verhoogd op de bedrijfs- inkomsten en op de inkomsten van on roerende goederen. De volgende vergelijkende tabellen geven over deze verhoogingen een dui delijk beeld I) Belastbaar bedrijfs- inkomen Minder dan 15.000 fr. van 15 000 tot 24.999 fr. van 25.000 tot 49 999 fr. van 50.000 tot 99.999 fr. van 100.000 tot 149.999 fr. 150.C00 fr. en meer II) Belastbaar inkomen uit onroerende goederen Minder dan 3.000 fr. 3.C00 tot 9.999 fr. 0.000 tot 24.999 fr. 2b. 000 tot 49.999 fr. 50*000 tot 99 999 fr. 100,00<)totl49 999 fr. 150.000 tot 199.999 fr. 200.000 en meer De andere belastingen op het inko men grondbelasting, de mobiliën- belasting en de aanvullende personeele belasting blijven ongewijzigd. Wat de invordering dezer laatste be treft laat het besluit evenwel toe deze belasting aan de bron af te houden voor al wie door derden bezoldigd wordt op dezelfde wijze als voor de bedrijfsbelas ting en de nationale crisistaks. Andere bepalingen. Benevens de kwesties van proceduur of bestuurlijke regelingen welke door verschillende bepalingen worden behan deld, stippen wij enkel aan 1) een ver scherping van het toezicht op de aan gifte der belastingen. Het belastings- beheer kan nog inlichtingen en ophelde ringen vragen wanneer de aanslag reeds gevestigd is en zelfs wanneer zij reeds betaald is en zulks tot het verstrijken van het dienstjaar. Waar tot heden een interest van 4 °/o werd geëischt bij gebreke van betaling der belastingen binnen den gestelden termijn, behoudt het nieuwe besluit deze bepaling, doch vereenvoudigt de bere kening van den verwijlinterest. Wanneer de belasting minder dan 50C0 fr. be draagt, wordt een interest toegepast van 0.16 fr. per veertien dagen achter stal te beginnen van den 16° of 1" der maand volgende op den vervaldag Deze wijze van berekening zal ook toe passelijk zijn op de terugbetalingen door de schatkist van ten onrechte geïnde be lastingen. Van kracht worden van het besluit. De verhoogde belastingstarieven en over 't algemeen de bepalingen van het nieuwe besluit zijn voor het eerst toe passelijk op de aanslagen over het dienstjaar 1941, af op de vanaf 1 Januari 1941 normaal toegekende of betaalbaar TARIEVEN Wet van Besluit van Besluit van 17-6-38 22-10-40 30-12-40 t.h. t.h. th. 1.50 4.- 4.- 2.- 5.50 5.50 2.50 7.50 7.50 3.- 9 50 10.- 3.50 11.50 12.50 4.— 14.- 15.- TARIEVEN Wet van 17-6-38 j Besluit van 30-12-40 1 t.b. 2 t.h. 3 t.h. 4 4.50 4.50 2 t.h. 3 t.h. 4 t.h. 6 t.h. 8 t.h. 10 th. 12.50 15 th. gestelde bezoldigingen. Over de met het zegel gelijkgestelde taksen handelen we in ons volgend nummer. ('t Vervolgt.) vra- Over het scheuren van grasland be handelt Van den Broeck in de R. K. Boerenstand uitvoerig een tweetal gen. De eerste is als volgt Welke graslanden komen voor het scheuren in aanmerking Er zijn wei den, die lang niet beantwoorden aan de eiscben, welke aan goed grasland die nen te worden gesteld. De zode is sterk verwilderd, d.w.z. de meeste goede gras sen zijn verdwenen en hun plaats is in genomen door minderwaardige soorten en onkruiden. De opbrengst laat niet alleen wat hoedanigheid maar door gaans ook wat hoeveelheid betreft, veel te wenschen over. Dergelijke weiden komen het eerst voor scheuren in aan merking. En dat niet alleen, omdat ze weinig opleveren, maar ook omdat de zode gewoonlijk taai en dik is en een groote massa humus en stikstof bevat. Van het scheuren dienen echter te worden uitgesloten a) de graslanden, die door hun lage ligging niet voor bouwland geschikt kunnen worden ge acht b) de perceelen, die zich door hun natuurlijke bodemgesteldheid, bijv. laag- veen, of door bun ligging minder goed voor bouwland leenen c) de perceelen met veel akkerdistels. Deze distel heeft diepgaanden den, is bet gevaar zeer groot dat later beide stukken gaan uitlooven, waardoor dan het aantal distels verdubbeld wordt. Later weet men dan in het bouwland met de distels geen raad meer, daar zelfs bij den verbouw van hakvruchten met schoffelen vaak niets anders wordt be reikt dan een sterke toename van het aantal. Op dit punt wordt speciaal de aandacht gevestigd, omdat sommige boeren juist in de eerste plaats hun distelperceelen willen gaan scheuren. De tweede vraag is wanneer en hoe moet het scheu'en worden uitgevoerd In het algemeen moet de voorkeur worden gegeven aan den herfst en den winter, uitgezonderd de perceelen. die in den winter of in het vroege voorjaar aan overstrooming zijn blootgesteld. Scheuren in den herfst zou tot gevolg hebben, dsf de geploegde grond gemak kelijk dichtslibt en dat de zode door ge brekkige bodemventilatie of door totale luchtafsluiting in een verkeerde richting ontleedt. In dat geval moet de ploeg- arbeid tot het voorjaar worden uitge steld. Kan men in November of Decem ber scheuren, dan is de zode in de lente op.de meeste gronden goed bezakt ea de aansluiting met den ondergrond is werr tot stand gekomen, wat van groot be lang is voor de watervoorziening van het te telen gewas. Bovendien is de zode bij het zaaien al eenigszins ontleed, waardoor de aanwezige voedingsstoffen gemakkelijk ter beschikking van de planten zullen komen. Verder zal het uit een oogpunt van arbeidsverdeeling voor vele bedrijven beter zijn in den ïerfst dan in de lente te scheuren. Over de uitvoering van het land nog iet volgende Men doet steeds zoo diep ploegen, dat voldoende losse grond op de zode komt om het zaad. behoorlijk te runnen onderbrengen. Bij een dunne zode kan dit worden bereikt door ineens op de gewensebte diepte te ploegen. Maar bij een taaie dikke zode kan dit moeilijkheden geven. In de zandstreken laat men dan gewoonlijk twee ploegen achter elkaar volgen, waarvan de eerste de zode omlegt en de tweede wat losse grond daarop brengt. Bij laat scheuren in het voorjaar op lichteren zandgrond kan dit echter nadeelen opleveren. Bij laat scheuren in de lente is het daarom beter, indien eenigszirs mogelijk, in één keer op diepte te ploegen en slechts een dun grondlaagje boven te halen, waardoor de jonge plantjes spoe dig met hun worteltjes de vochtige zode kunnen bereiken. De zode diep onderwerken is af te keuren. Zij ontleedt dan veel te lang zaam en dikwijls ook nog slecht. Vlak ker wortelende gewassen als. de granen kunnen dan ook niet met hun wortels in de zode doordringen. Als men bij scheuren van grasland in de lente alleen de zode keert, en korteren of langeren tijd daarna gaat zaaien, is van onderbrengen van het zaad natuur lijk geen sprake. Voor de kieming is het zaad dan aangewezen op een regenbui of op vochtige nachten. Men maakt zich dan te veel afhankelijk van het weer. Het gevaar bestaat ook, dat de vogels het onbedekte zaad weghalen. Bij een taaie dikke zode en op zwaren stijven grond kan het aanbeveling ver dienen na het scheuren het perceel duchtig te bewerken met de vleugel- of de schijfegge, waarbij tevens de kalk kan worden ondergebracht. De atmos ferische invloeden kunnen dan beter op grond en zode inwerken met als gevolg een betere verkruimeling van de aard laag en een snellere ontleding van de zode. Wanneer de aldus verkregen ver kruimeling nog niet voldoende is, moet de bovenlaag van den grond desnoods door herhaald eggen verder fijn worden gemaakt. Als men door omstandigheden op de zware en middelzware klei pas laat in het voorjaar kan scheuren, moet de los gemaakte zode met een zware rol weer stevig met den ondergrond in aanraking worden gebracht. Vooral is dit noodig, als de zode niet heelemaal wordt ge keerd, maar min of meer op den kant blijft staan. Met een vleugel- of schijf- egge kan men dan kort na den ploeg- arbeid grond en zode verdeelen, waarna rollen voor het aandrukken en herhaald Duitschlacd wil el zijn kinderen terug binnen de eigen grenzen hebben en heeft aan de Duitschers uit het Baltikum, Roemenië en Bessarabië de Warthegouw. die eens de graanzolder van het Reich zal worden, wagenwijd openge steld in Frankrijk heeft maat' schalk Pétain een terug-naar- het-land„- beweging in 't leven ge roepen en stelt alles in het werk om de ontvolkte departementen, waarvan er enkele nog slechts 40 inwoners per Km2 tellen, terug op peil te brengen. Duitsch- land en Frankrijk kunnen de toe komst hoopvol tegemoet zien. In Vlaanderen is de toestand minder rooskleurig. Iedere moge lijkheid van landaanwinst en -ver betering wordt zorgvuldig gewikt en gewogen maar meer dan een tijdelijke oplossing mogen wij er niet van verwachten. De groote zorg van het oogenblik bestaat er in ons volk te voeden. Het komt er op aan, dat geen stukje grond, i zoo groot als een voorschoot, braak blijft liggen, want het moet het zijne bij brengen om ons, zoo goed en kwaad als 't gaat, door dezen oorlog heen te slaan, j Het Ministerie van Landbouw is ten zeerste met dit vraagstuk begaan. Het hoopt 100.0C0 hectaar braakliggende gronden voor den landbouw geschikt te kunnen maken. Deze 100.0C0 hectaar, volgens een globale berekening, kunnen de 300.000 ton broodgraan, die we te kort hebben, voortbrengen. In het geheel blijkt de oppervlakte van de braakliggende gronden 124 000 hectaren te bedragen, maar daarin zijn de Noordzee- en Scheldeduinen, de oefenterreinen in de heide van Bras- schaat en Beverloo alsmede de moeras sige "Hooge Veen,, in de Ardennen, inbegrepen, welke in geen geval voor bebouwing in aanmerking komen. We waarschuwen ook tegen al te optimis tische berekeningen voor wat betreft gronden die mettertijd wel vruchtbaar kunnen gemaakt worden. Ontginnen vraagt niet alleen arbeid en kennis ook tijd. Dit belet niet, dat men op tal rijke plaatsen onmiddellijk de hand aan den ploeg kaaslaan. In het Noorden van Oost-Vlaanderen, tusschen Wachtebske en Klein-Sinaai, bijvoorbeeld, liggen nog 6000 hectaar grond, die uitsluitend voor jachtterrein dienen en in vrucht bare velden kunnen omgetooverd wor den tusschen Brussel en Vilvoorde werden tientallen hectaar goeden land bouwgrond onteigend voor de uitbrei ding der Brusselsche voorhaven. Ook deze gronden kunnen onmiddellijk ren- deerend gemaakt worden. En zoo is er in de omgeving van iedere stad braak liggend land voor zooverre het prachtige "Werk van den Akker„ er niet de hand opgelegd heeft. Bannen we derhalve alle illusies ook dit jaar zullen we tekort hebben aan broodgraan en aangewezen zijn op de hulp van Dultschland en Sowjet- Rusland. kingscijfer van Europa. In Nederland bedraagt het 270, in Dultschland 140 en in Frankrijk amper 70. Ea daar komt dan nog bij, dat de Vlaamsche bevolking ieder jaar met 25 000 tot 30.000 zielen toeneemt. Wie van ons kent geen boerenzonen, die bij gebrek aan grond fabriekarbeiders zijn geworden Ze wonen in de buurt van de stad, bewerken enkele honderden vierkante meters grond en slaan zich zoo door 't leven. Zo j gaat het overal in Vlaanderen en zoo zal het blijven gaan ook. Welke boer kan voor al zijn zonen voldoenden grond vinden En dan stelt zich de vraag waar moeten, op den duur, al deze menschen, door het land afgestooten, een broodwinning zoeken Lange jaren meenden we de oplossing te hebben gevonden in de toenemende industrialisatie. De crisis van 1930, die we nooit te boven zijn gekomen, opende ons de oogen. Zij bracht ook het einde van het regiem mee. Koesteren we in Godsnaam geen illusies na dezen oorlog zal de industrie in Vlaanderen slechts trapsgewijze wor den doorgevoerd. Vfe zijn de erfgena men van de stervende Waalsche nijver heid, die, naargelang de uitputting der steenkolenmijnen, aan het afbouwen is. Onze Limburgsche steenkolenrijkdom is daarentegen nog schier ongerept, en de nijverheid heeft haar stempel op deze streek gedrukthooge schoorsteenen, bekroond met een pluim rook, snijden de lijn van den gezichteinder af. Ea groot zijn de toekomstmogelijkheden van Limburg, verbonden aan Antwerpen. De uitbouw daarvan is echter een werk van langen duur, te meer daar in vele overzeesche landen thans aan den op bouw en uitbouw van de eigen industrie ijverig wordt gewerkt. en stevigen pinwortel telkens nieuwe eggen voor de verkruimeling der boven- spruiten tot ontwikkeling te brengen als ]aag volgen. Op de zware zandgronden men ze afsteekt. Als nu door de ploeg de distelwortel in tweeën wordt gesne- Zie vervolg onderaan 4e kolom). Aan arbeiders, die de ploeg kunnen leiden indien er grond genoeg was, is er echter geen tekort. Integendeel. Vlaan deren telt ongeveer 5 millioen inwoners, die met bijna 400 op één Km2 opeenge pakt zitten. Dit is het hoogste bevol- van onzen Rechtskundige wordt gehouden op Zondag 9 Feb. van 10 tot 12 uur, In ons Lokaal, Groote Markt, Aalst. wordt de zode direct na het ploegen meermalen stevig door de werklui aan getrapt, als men haar niet goedschiks volledig kan keeren. In de kleistreken blijft rollen, ook bij scheuren in den herfst, maar zelden achterwege. "De West- Vlaamsche Landbouwer De werkloosheid neemt af. Goddank. De eerste en bijzonderste reden is te zoeken in het feit, dat duizenden en dui zenden Vlaamsche arbeiders werk in Dultschland hebben gevonden. Deze stand van zaken is echter slechts tijde lijk. Na dezen oorlog, wanneer de Duitsche legers zullen gedemobiliseerd zijn, zullen onze jongens terugkeeren. Waar moeten ze te werk worden ge steld? Antwerpen's haven zal dan terug floreeren, de diamantnijverheid zal her vatten en, na een tijd tasten en zoeken, zal de nijverheid zich aanpassen aan nieuwe, afzetgebieden en zich stilaan, trapsgewijze uitbreiden. Daar staat de werklust van ons volk borg voor. Maar het ontbreekt ons aan een ste vige basis die niet anders dan de landbouw kan zijn. Zooals geen volk in Europa heeft het Vlaamsche volk tekort aan levensruimte om zich vrijelijk te ontwikkelen en op te klimmen tot een levenskrachtig land. Het komt er niet meer alleen op aan de werkloosheid meester te worden, ge lijk door welk middel. Door emigratie heeft Europa dit wrang vraagstuk twin tig, dertig jaar verschoven. Emigratie is niet meer van dezen tijd. Wie zijn land verlaat omdat hij er zijn dagelijksch brood niet kan verdienen, is voor dat land verloren. En het blijft hetzelfde of onze jonge boeren naar Noord- of Zuid- Amerika uitwijken of als "Fransch- mans,, naar Frankrijk trekken. Hotvcle Vlaamsche boerengezinnen zijn in de laatste decennia niet naar Frankrijk uit geweken en hebben er niet alleen hun taal vergeten, maar ook hun geloof ver loren Niet langer dan enkele maanden geleden ontmoetten we in Noord- Frankrijk een landarbeider uit het Veurnesche. Na 1918 was hij niet naar huis teruggekeerd. Hij was boerenknecht bij een grooten boer en had het er goed. In 1940 verstond hij geen gebenedijd woord Vlaamsch meer 1 Voor duizenden en duizenden jonge Vlamingen moet een uitweg gevonden worden. Vlaanderen moet levensruimte krijgen. We zijn er zeker van, dat daar mede bij den opbouw van het nieuwe Europa op stabiele b ascs, rekening za worden gehouden. id TELEFOON 267. het vermogen om uit den roneu vuur uci aauuiuncu cu

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1941 | | pagina 1