Nieuwe verhooging der Belastingen De beteekenis der Bodemkennis voor Afrika* De Landbouw in de Sowjet-Unie. i i I Arbeid adelt* Landbouwweekblad Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt II Zelven Voor eo door de Landbouwers i ZITDAG DE BUREELEN ZONDAG :9rFEB. *941. Fr(j» 50 teatlei 23-.it Mi 1145 - Abonnementsprije 20 fr. 's jaars. Mee schrijft In op ons Bureel en op all® postkantoren. Het overnemen van artikelen xonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opstelier t O. CAUDRON. Bareel en Redactie Zeebergkaai, 4» Aalst. De medewerkers s$n verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. 1' bijdrage. In ons vorig nummer gaven wij een beknopte toelichting der bijzonderste bepalingen van het besluit van 30 De cember 1.1., houdende verhooging 1) der Rijksbelasting op rijwielen en honden 2) der inkomstenbelasting en der natio nale crisisbelesting. In huidige bijdrage hebben wij het over het besluit van 13 Januari 1941, houdende verhooging en wijziging der met het zegel gelijkgestelde taksen. Wij bepalen ons bij de toelichting der bepalingen die bijzonder onze landbou wers aanbelangen. Met het zegel gelijkgestelde taksen. I. Overdrachttaks. De gewone overdrachttaks welke verschuldigd is bij eiken verkoop en toepasselijk is op al de producten waar voor geen forfaitaire overdrachttaks is voorzien, wordt verhoogd tot 4 5 °/0. II. Forfaitaire overdrachttaks. De forfaitaire overdrachttaksen welke maar éénmaal verschuldigd zijn namelijk: bij den verkoop door den voortbrenger zijn vastgesteld als volgt voor de bijzon derste landbouwproducten 1. Msïi, hop eH onfcew. tabak 9 °/o 2. Tarwe, spelt, rogge en maste- luingraan 3 50°/o 3. Zomergerst, wintergerst, ha ver, boekweit, groenvoeder, stroo, hooi. kaf, schilfertjes, beeten, ra pen, worte's, pastenaken, rutaba ga's, aardperen, raapkoolen ge kweekt voor veevoeding 4,50 °/o 4. Droge peulvruchten n.l. erw ten, boonen, snijboones, linzen, paardenboonen, duivenboocen en andere peulvruchten 9 5. Suikerij wortels ebij den verkoop aan den sui- kerijbrander of aan den beroeps verbruiker in het binnenland 9 °/o b) bij den uitvoer 1,10 °/o c) bij den invoer wanneer deze geschiedt ten behoeve van den sui- kerijbrander of van den beroeps verbruiker 9 6. Lijnzaad geleverd in het bin nenland, bij den verkoop aan den beroepsverbruiker, ander dan een olieslager, of bij verkoop aan een klein handelaar 4,5 °/o III. Producten vrijgesteld van overdrachttaks. Volgende producten van eerste nood wendigheid blijven zooals voorheen vrijgesteld van de overdrachttaks: aard appelen, versch fruit, versche groenten, eieren, melk, boter, kaas met uitzonde ring van kaas met harde of ha'f harde deeg, tamme konijnen en neerhofvogels. De verkoop van vlas door den voort brenger is insgelijks vrij van overdracht taks, doch de taks dient gekweten bij de verwerking van vlas tot weefstof. IV. Forfaitaire overdrachttaks toepasselijk op het vee. A) Paarden. Met mirstens één volwassen tand fr. 270 68 54 Zonder volw. tand 135 34 54 Poney's, muilezels en muildieren 90 23 54 Ezels 34 6 9 BEMERKING De.landbouwer, die als dusdanig de bedrijfsbelasting betaalt, en het gekochte paard uitsluitend voor landbouwdoeleinden gebruikt dient niet beschouwd als gebruiker voor wat be treft de toepassing der overdrachttaks. Hij mag diensvolgens een paard koopen onder vrijstrlliog der taks. B) Slachtingstaks op het vee. a) Kalveren, wegende geslacht minder dan 35 kg of levend min der dan 60 kg. 18 fr. b) Kalveren niet begrepen in vorige categorie, wegende, ge slacht, minder dan 55 kg., of le vend minder dan 100 kg, 36 fr. c) Kalveren, niet begrepen in de twee vorige klassen, wegende, ge slacht, minder dan 100 kg., of le vend minder dan 170 kg. 54 fr. d) Andere runderen zonder vol wassen tand 135 fr. e) Koeien en vaarzen met min ster s één volwassen tand 205 fr. f) Ossen en stieren met één of twee volwassen tanden 205 fr. g) Ossen en stieren met meer dan twee volwassen tanden 255 fr. h) Zwijnen wegende geslacht (kop inbegrepen) minder dan 25 kg. of levend minder dan 30 kg. 7 fr. i) Andere varkens 37 fr. j) Schapen en lammeren 18 fr. k) Bokken, geiten, geitjes 13 fr. De taks op de slachting dekt alle verhandelingen van het vee, tot op het oogenblik der slachting. De verkoop van vee is dus vrij van overdrachttaks. Hij is ook vtij van factuurtaks, behou dens wanneer een factuur wordt afge leverd. V) Faktuurtaks. De faktuurtaks is verhoogd op 4.5 fr. per duizend. De faktuurtaks is in prin ciep verschuldigd telkenmale producten verkocht worden die vrijgesteld zijn van overdrachttaks. Daar de landbouwers in dit laatste geval niet verplicht zijn fak< tuur af te leveren, is deze faktuurtaks voor de landbouwers van geen belangt De faktuurtaks is dan ook alleen toe passelijk, wanneer bij niet toepasselijk heid der overdrachttaks, de landbouwer vrijwillig eene faktuur uitreikt. VI) Kwijtingszegel. De kwijtingstaks blijft ongewijzigd. Zij bedraagt diensvolgens zooals voor heen van 30.01 fr. tot 100 fr. 0,20 fr. van 100.01 fr. tot 500 fr. C,30 fr. en verder 0,30 fr. per 500 fr. of gedeelte van 500 fr. Klimaat en bodem zijn de grondfacto- ren der landbouwproductie in Afrika. Het is een feit dat de grondbewerking het uitgangspunt vormt van allen prac- tischen landarbeid en dat de voorwaarde tot een goede bodcmverpleging een grondige kennis van den bodem en zijn reactie op de door den landbouwer aan gewende maatregelen is. Bijzonder voor de oude landbouwge bieden van Centraal- Europa is deze bodemkennis vanzelfsprekend, alsgevolg van de eeuwenlange ervaring der boe ren. In de tropische landen moet het ge brek aan een degelijk onderlegden boe renstand meer en meer door de weten schappelijke bodemkennis en zijn be oefenaars vergoed worden, Misleidende beschouwing. Bruin en grauw, slechts plaatselijk in roode tonen overgaand, beheerschen het kleurenbeeld van den bodem in het ge matigd klimaat. De karakterkleur van den tropischen bodem daarentegen is schitterend rood, volledigd door purper, violet en geel. Voor den Europeaan lijkt het verwonderlijk dat schijnbaar besten bodem soms geen of een zeer matig na tuurlijk leven draagt* terwijl minder waardige gronden, zooals de bodem der oerwouden, een haast weelderigen plantengroei bezitten. Deze plantengroei-weelderigheid is het, die tot de alomverspreide vergissing geleid heeft, als zou de tropenbodem on uitputtelijk tijk zijn, en des te rijker naar gelang de sterkte van den natuurlijken plantenstand. Als gevolg van het feit dat de donkere humuslaag in de oerwouden gansch ont breekt cf slechts zwak ontwikkeld is en onder een dunne laag stroo den rooden bodem bonder feumujachtige verkleuring ligt, ontstond bovendien het gevaarlijke sprookje dat de ttopenbodem, in tegen stelling met dezen uit het gematigd kli maat, geen humus noodlg heeft om tot volle voortbrengst te komen. De veronderstelling der vanzelfspre kende vruchtbaarheid van den oerwoud bodem heeft zeer vaak tot een verkeerde bodemkeuze gevoerd, waaraan zekerlijk 75 °/o der mislukkingen van de tropische landbouvwondernemingen te wijten zijn. De miscpvatting dat in de tropen de humus niet noodig is, heeft derhalve in den loop der tijden heel wat land bouwbedrijven in de trop'sche landen aan den rand van den afgrond gebracht en zich voor de nog bestaande uitbatin gen in de heel warme zone als totaal noodlottig uitgewezen. Oerwoud - geen waardemeter voor bodemhoedanigheid. Al klinkt het eigenaardig, toch is het een vaststaand feit dat een oerwoud zeer weinig' te maken heeft met den grond waarop het staat en over dezts eigen schappen zoo weinig getuigt als^hij ont wikkeld is. Er zijn oerwouden van onge hoorde massa-ontwikkeling, waarbij voor den opmerkzamen toeschouwer eigenlijk slechts het feit opvallend is, dat de plantenstaat in verhouding slechts uit zeer weinige soorten samengesteld j en dat het kreupelhout zwak ontwikkeld is zij stooten op erbarmelijk dulnenzand dat na het nedervellen van het woud voor de kuituur gansch waardeloos is. De groote oerwoudboomen zouden zich bovendien, wanneer ze er op ^aan gewezen waren hunne wortelen slechts in de bodemdiepte te zenden, niet ge noeg kunnen vastankeren om te weer staan aan de hefboomwerking der 60 en meer meter hooge stammen zelfs .bij zwakke winden zouden ze niet genoeg weerstand kunnen bieden. Ze hebben derhalve zoogenaamde breedte-wortels ontwikkeld, die soms een oppervlakte van honderd vierkant meter bestrijken. De worteloct wikkeling bij het oerwoud gaat dus niet zoozeer in de bodemdiepte. ze blijft soms aan de bodemoppervlakte j en kan daar ook, wat de voedselopname voor het plantenleven betreft, zonder een enkel gevaar voor verlies blijven. Want de jaarlijksche afval aan orga nische stoffen in den vorm van bladeren enz. is in het oerwoud zoo groot, dat deze wortelen uit de organ'sche over blijfselen (gezien de zeer snelle ontbin ding bij de vochtige warmte) hun be hoefte aan voedingsstof weten te dekken en derhalve op den daaronder liggenden bodem niet meer aangewezen zijn. Het oerwoud onderhoudt zich in een eigen kringloop. De grond waarop het staat is voor hem in zijn scheikundige samen stelling een onverschillige standplaats. Slechts de aanwezigheid in het kreupel hout van veeltallige plantensoorten maakt bodemrijkheid bij het oerwoud waarschijnlijk. Nooit is echter voor den voorzichtigen belangstellende een nauw keurig wetenschappelijk onderzoek naar den bodem overbodig, bijzonder wan neer hij zich aan geen mislukking bloot stellen wil. De waarde der organische stol. Het feit dat helrood gekleurde tropen- bodem als humusvrij voorkomt en er zich desondanks een rijk natuurlijk plan tenleven op ontwikkelde, heeft ook, zooals hooger reeds gezegd, zeer langen tijd aanleiding gegeven tot de opvatting dat ook de kuituren geen humus uit den bodem gebruiken om er goed te gedijen. Zoo ontstond, speciaal in Indië, het systeem der zoogenaamde "deen- weeding,,, dat er in bestond, bij de kui turen van thee, koffie enz., zorgvuldig alle onkruid te verwijderen en dus de bodemoppervlakte ongedekt liet. De Indische planters wisten gauw beter. Ze ondervonden dra dat de van zijn struik gewas beroofden bodem in weinige jaren tijds veel van zijn kultuurwaarde in boette en zelfs door kunstmesten niet volledig tot zijn oude vruchtbaarheid terugkeerde. Eerst wanneer de bodem opnieuw aan organische stoffen vertijkt (Zie vervolg 2de bladzijde) Verleden jaar hebben de Soivjets 1 mtllioen ton graan aan Duitsch- land geleverd. Het was de belang rijkste uitvoer ran Russische land bouwproducten sedert vele jaren. Voor 1914 stond Rusland als graan-uitvoerland aan de spits en het lijdt geen twijfel, dat het bezig is zich een belangrijke plaats als graanexportland in té ruimen. De oogst van 1940 bereikte voor alle granen tezamen het record van 112 millioen ton. Het Tsaristische rijk leverde per jaar ongeveer van 10 tot 11 millioen ton graan aan Europa, hetwelk hierdoor onafhan kelijk was van den aanvoer van overzee. De productie bereikte toen omstreeks 85 millioen ton, waarbij echter niet mag worden vergeten, dat de bevolking intusschen van 130 tot 193 millioen zielen is geste gen. Welke hoeveelheden en soor ten in den loop van dit jaar voor uitvoer zullen vrijblijven, is niet be kend. In ieder geval, door het ver drag van 10 Januari 1941 heeft Sowjet-Rusland de verbintenis aan gegaan aan Duitschland nog meer graan te leveren dan in het afge- loopen jaar, bulten groote hoeveel heden minerale oliën, metalen en ertsen, katoen en vlas Duitschland daarentegen zal aan Rusland in- dustrieele uitrustingen leveren De levering van een deel van den goeden graanoogst krijgt groote waarde op dit oogenblik, nu de op brengsten in Zuid Oost Europa minder gunstig geweest zijn. En dat daarmede de Russische reserves niet uitgeput zijn, blijkt wl uit het feit. dat wij ook uit de Russische voorraadschuur ons tekort aan broodgraan zullen mogen aanvullen. In het nieuwe Europa is aan Sow jet- Rusland dezelfde plaats toege wezen als het Tsaristisch Rusland bekleedde in het Eurrpa van vóór 1914 i groot uitvoerland van graan. En derhalve loont het dubbel de moeite op dit oogenblik nader ken nis te maken met de landbouwtoe- standen in de Sowjets. Sedert 1917 heeft de Russische land bouw diepingrijpende veranderingen ondergaan. In het oude Rusland was het landbouw-overschot afkomstig van het groote grondbezit en van de groote boerenbedrijven, de Koelakken De 16 millioen kleine boerenbedrijven, zorg den vooral voor zichzelf. En zoo werd in Europa de onjuiste meening verspreid, dat de Russische boer niet in staat was meer te winnen, dan hij voor zijn eigen verbruik noodig heeft. Toen na den wereldoorlog Sow jet- Rusland van de Europeesche markt ver dween, werd dit dan ook toegeschreven aan het feit, dat de groote boerenbedrij ven verkaveld waren geworden. Men was echter vergeten, dat de veestapel en de landbouwuitrusting in den loop van den burgeroorlog groote verwoestingen had ondergaan. Geleidelijk trad een herstel in en, in 1927, bij afloop van het "NEP„-tijdperk, had de productie weer ongeveer het peil van 1913 bereikt. Doch ook in dit tijdperk kwamen de landbouwoverschotten vooral van de groote bedrijven voort. Volgens een offlcieele Sow jet-statistiek bestond de boerenstand in 1927 voor 4°/» uit groote boeren of "koelakken», voor 67 °/o uit gemiddelde boeren, voor 21 °/o uit kleine boeren en voor 8 uit proletariërs. In 1929 werd tot de gedwongen col lectiviseering overgegaan en daarmede onderging de structuur van den Russi- schen landbouw een nieuwe diepingrij pende wijziging. Niet door wetten, maar door maatregelen van zuiver administra tieven aard werden de afzonderlijke boerenbedrijven vereenigd in groote bedrijfsgemeeDSchappen "kolchozen, en "sowchozen» genoemd. De kolchoz boeren mochten in particulier bezit nog slechts een kleinen tuin van ten hoogste 1 4 hectaar behouden. Het vee moest aan de kolchos worden afgestaan. In de kolchozen is grond en bodem eigendom van den staat. De staat heeft den grond echter kosteloos en voor eeuwig gebruik afgestaan aan de leden van de collectieve bedrijven. Dit bezit kan derhalve niet worden verkocht. De collectiviseering, welke gedurende de eerste jaren met groote icstensiteit werd doorgevoerd, kan thans als geëindigd worden beschouwd. De Sowchosen zijn een bijzondere vorm van ontginning van den bodem. Deze ondernemingen worden in tegen stelling met de kolchozen door den staat zelf uitgebaat met in den dienst van den staat staande arbeidskrachten. Enkele dezer bedrijven exploiteeren oppervlak ten van 100.C00 hectaar en meer. Hun beteekenis is echter gering, daar slechts 9,1 °/o van de bebouwde oppervlakte tot het gebied der sowchosen behoort, tegen 85,6 °/0 aan de kolchosen. Het overige behoort nog aan zelfstandige boeren, die nog amper 4 °/o van den Russischen boerenstand uitmaken. Dat de collectiviseering aanleiding heeft gegeven tot groote schommelingen inde Russische lacdbouwproductie, zal wel niemand verwonderen. Meerdere jaren gingen voorbij vooraleer de oude toestand weer hersteld was. In 1927, bij voorbeeld. bereikte de graanproductie 70 millioen ton in 1929 nog slechts 65: in 1930 77; in 1931 64 en in 1932 62 millioen ton. In 1933 steeg de pro ductie tot 80 millioen ton, in 1937 tot 105 om in 1938 terug te vallen tot 87 en in 1940 een recordoogst van 112 millioen ton te bereiken. Wat de veeteelt betreft, is in de laat ste jaren het totaal der slachtingen weer ges:egen. De rundveestapel, welke in 1927 uit ongeveer 60 millioen dieren bestond, daalde met de collectiviseerirg tot op de helft om daarna weer regel matig te stijgen van 38 mi lioe n stuks in 1933 tot 42 millioen in 1934, 49 millioen in 1935 en [63 millioen in 1936. Hierbij meet echter rekening worden gehouden, dat de veeteelt in de Sowjet- Unie NIET wordt beschouwd als een aanvulling van den akkerbouw, waarbij runderen en paarden, mest en arbeids kracht leveren. Daaraan is het dan ook toe te schrijven, dat het geweldige rijk der sowjets slechts tweemaal zooveel runderen bezit als het Duitsche rijk, niettegenstaande de landbouw-opper- vlakte 15 maal grooter is. Van den omvang van de machinisa- tie kan men zich in Europa geen beeld vormen. De houten ploeg, welke vaak nog door menschen werd getrokken, werd vervangen door tractors met 15 ploegscharen. Groote maai- en dorsch- machines, welke men in Europa slechts zelden te zirn krijgt, vindt men in de Unie bij duizenden vereenigd in de trac torstaties. Over geheel de Unie bestaan 6000 van deze staties. Zij stellen de noodige technische hulpmiddelen ter be schikking van de kolchozen. Ieder jaar worden verder 8.000 tractors vervaar digd. De Russische landbouw heeft thans zelf vliegtuigen ter beschikking. In het volgend artikel zullen we daar over meer verte len en ook de plaats, welke de bot ren in dat grootsche geheel innemen, trachten nader te omschrijven. van onzen Rechtskundige wordt gehouden op Zondag 9 Feb. van 10 tot 1 2 uur, in ons Lokaal, Groote Markt, Aalst. van de maatschappij Redt U Zelven zijn open voor het publiek alle dagen van 1 0 tot 11.30 uur van 2 tot 3,30 uur. De belanghebbenden gelievep zich te houden naar deze schikkingen. Telefoon nr 267. TELEFOON i 267. Verkoop aan Uitvoer Slachting gebruiker ('t Vervolgt).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1941 | | pagina 1