Landbouw en Volksvoeding )4 De Regeling van de Graanmarkt in Duitschland Vaststelling en Schatting der Oorlogsschade. Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor en door de Landbouwers Nederland geeft het voorbeeld. i Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt II Zeiven n JON DAG 11 MEI i941. Fiflk 50 caatlcm 234M Mi 1158 saert, ibonnementsprijs 20 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons lureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron ia streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller O. CAUDRON. Bareel en Redactie Zeebergkaai» 4» Aalst» Da medewerkers i|n verantwoordelijk voor hunne bijdragen» Aankondigingen volgens akkoord» Aalst, nbtge 2N tc ie ge ien eg an den ktie B, om- (2e bijdrage), iten en In on» nummer van 27 April 1.1. ga- doersen wij een sameavattirg van het eerste kamer,edeelte van het belangwekkend mani- grootest, uitgegeven door de commissie der zolder,riders van de vier bijzonderste land- inrij«ouworganisaties welke, onder voorzit- over-erschap van den gewezen Minister enstal'osthuma, voor opdracht het ft de land- ais enouwvoortbrengst van Nederland in ierlijke941 derwijze te richten en op te voe- en, dat aan de behoeften van het Ne- pomp-erlandsche Volk voor het maximum zal chting.unnen worden voldaan. I. In dit eerste gedeelte zet de commis- Leroyie uiteen welke de beteekenis en het en toloel is van de productieslag 1944 aaltert, Zooals wij reeds meedeelden in onze 8, derorige bijdrage, omvat het programma n 6 urfan den productieslag vier punten, wel- e wij, gezien hun belang voor onze be- 'oorrading en voor onzen landbouw, ;ier aan de hand van bedoeld manifest ?tdt 11* knopt toelichten. I* PUNT. lüiÉflSebouwen van alle daarvoor leschikten grond met brood graan en aardappelen. Desomtrcnt lezen wij in het Neder- Vclllandsche manifest In vroeger jaren „^1 ras oaze voediag voor een belangrijk It-el op invoer van brood- en voeder- ittge&raan gebaseerd. Zoo bedroegen de in- ngenfoersaldl van tarwe, gerst ea maïs voor eerst 937 en 1938 gemiddeld niet minder dan: Tarwe606.000 ton. Gerst205 000 ton. iÉ ma Maïs938.000 ton. Daar de overzeesche invoer ingevol- j je de Engelsche blokkade totaal is afge- ,-p ineden, dient de productie van brood- jraan op eigen bodem tot het uiterste til—opgevoerd. Het manifest vervolgt De uitzaai ran wintertarwe en winterrogge be haagt volgens de December-telling to- jvuldij*al 336.000 ha terwijl een eenvoudige serekening aantoont, dat deze opper- /lakte minstens nog met 60.000 ha. zo- nertarwe en zomerrogge uitgebreid moet worden, wil de broodgraanpositie eenigermate veilig zijn. Verleden jaar gvas, mede door het uitwinteren van de wintergranen, de met zomergranen be- n vooi^ouwde oppervlakte betrekkelijk groot, en. n.l. 56000 ha zomertarwe en 9000 ha. i olj,zomerrogge. Deze oppervlakte moet nu In ma-oo^ bereikt worden. Doch niet alleen de bezaaide opper vlakte, maar ook de opbrengst per ha epaalt de totale opbrengst. En deze "zoudtbectaaropbrengst wordt, behalve door halen 1de bemesting, de bodembewerking en de voozt'Weersgesteltenis, ook door de kwaliteit van het zaaigraan bepaald. Daarom ïiks af," zorgt dus tijdig voor voldoende gaaf nt heten gezond zaaigraan Kom, Wat de aardappelteelt betreft spoort het manifest de landbouwers aan de be- jon deteelde oppervlakte met verbruiksaard- appelen,welke in 1940 100.000 ha groot uk hetwas, met ongeveer 45.000 a 50.000 ha ver na te vermeerderen. Voor deze uitbreiding voorkomen in allereerste plaats de zandgron- ;r was den in aanmerking, art d j Hier dienen volgens het manifest, ar z o0meer aardappelen en minder haver ge- ier eD;teeld, omdat inde huidige omstandig heden de veel produceerende gewassen er liep den voorrang moet en hebben op de k geeiwelni9 P'oduceerende. d 1 positie der paarden het minst in gevaar wordt gebracht. Een tweede middel dat door de com missie wordt aanbevolen tot uitbreiding van de met aardappelen beteelde opper vlakte is het scheuren der weilanden en zulks vooral in de lichte gronden. Zulks is in het belang, zoo betoogt de com missie, niet alleen van de voedselvoor ziening doch insgelijks van het land bouwbedrijf zelf, natuurlijk uitgaande van het standpunt dat niet het allerbeste grasland gescheurd zal worden. Immers 1 ha. matig grasland op zandgrond geeft thans gewis niet meer dan 24.000 kg. gras per jaar wat gelijk staat met 2300 kg. zetmeelwaarde, terwijl deze zelfde ha. gescheurd, kan opleveren 18.000 kg. aardappelen gelijkstaande met 3400 kg. zetmeelwaarde. Door scheuren zoo luidt het mani fest verder krijgt de landbouwer niet alleen een hoogere opbrengst, doch hij spaart ook stikstof en phosphoor. De zode beschikt namelijk over een enor- men voorraad plantenvoedende stoffen, welke bij ongescheurd laten van den grond niet tot waarde komen. Een spaar pot dus, welke in deze tijden, nu alles voor het verkrijgen van de grootst mo gelijke productie moet worden inge schakeld, noodzakelijk dient aangespro ken te worden. Onze betere weiden dienen zeer zeker behouden te blijven, maar de minder goede kunnen beter in bouwland worden omgezet. De op brengst zal dan immers aanzienlijk hoo- ger zijn (aardappelen) en de landbouwer bespaart stikstof en phosphoor welke zijn ander land ten goede kan komen Het manifest geeft vervolgens enkele technische wenken in acht te nemen bij het scheuren n.l.niet te diep ploegen, de zode voor het ploegen goed stuk maken door vleugel of schijvenegge, en het toedienen van een gift kalk of kali bij het scheuren van zandgrond ter voor koming van het legeren van het graan of voortijdig afsterven der aardappelen. Met het oog op de hoogst mogelijke op brengst zet het man'fcst de boeren aan enkel goed en gezond poot- of plantgoed te gebruiken en den voorkeur te geven aan de aardappe'soorten met groote op brengst. Nu dient in eerste plaats de hoeveelheid en minder de hoedanigheid betaald. De regeering zal hiermede reke ning houden bij de vaststelling der prijzen. Het manifest behelst vervolgens en kele technische wenken aan de Neder- landsche boeren waartusschen het zaaizaad, alvorens zijn gebruik, deugde lijk te reinigen en te ontsmetten. Onge- reinigd zaaigraan beteekent immers drie dubbel verliesVerlies door onkruid, verlies door slecht ontwikkelde planten welke niettemin ruimte en voedsel op- eischen ten koste van de normale plan ten, verlies aan veevoeder waarvoor de als zaaizaad niet tot hun recht gekomen te kleine en gebroken korrels hadden kunnen worden aangewend. Goed reinigen is echter alleen moge lijk door een trieur waarvan het gebruik zich opdringt. Zaaizaad ontsmetting is even noodzakelijk om te lage opbrengst veroorzaakt door schimmels of door bac teriën te voorkomen. Zaaizaadontsmet ting is een groote stap in de richting van een gelijkmatig en gezond gewas. Het manifest heeft het verder over het aantal paarden dat ter beschikking staat van den landbouw en komt tot het besluit dat het betrekkelijk gering is n.l. 220.000 stuks. Het zet dan ook de land bouwers aan hunne paarden goed te verzorgen en doet een specialen oproep tot de Nederlandsche landbouwers om elkander onderling behulpzaam te zijn bij het leenen van paarden'en landbouw machines. Het manifest handelt ten"slotte over de te volgen prijzenpolitiek voor de landbouwprodukten. Over dit belang rijk gedeelte zullen wij handelen in onze volgende bijdrage. ('t Vervolgt). De Broodvoorziening in Europa. Twee inrichtingen voeren de graan- en broodprijspolitlek door. ie aan, Het manifest vergelijkt de opbrengst ch, es Pcr ha- zandbodem in kg. zetmeelwaar- anders voor haver en aardappelen en komt gees tot volgenden uitslag Haver Graan: 1200 kg. Stroo500 1700 kg. Aardappelen 3400 kg.zoodat een hectear aardappelen aan zetmeelwaarde ongeveer het dubbele voortbrengt van een ha. haver. De ha verteelt bedroeg in Nederland de laatste jaren 140 000 a 160.000 ha. in 1940 139 000 ha. Die oppervlakte kan volgens het manifest der commissie ze ker met een 20.000 ba. verminderd worden, zonder «lat hiermee de voeder- somj volger aof na remde reeds i Job? niets hier- n het Pier groe- Bert ip de Het Staatsblad van 6 April 1.1. heeft een zeer uitgebreid besluit afgekondigd gedagteekend 15 Maart 1941, behelzen de de voorschriften inzake de vaststel ling en schatting der oorlogsschade aan roerende en onroerende goederen, als ook de rechtspleging voor de bevoegde commissies gelast met de vaststelling der schade. Daar deze regeling vermoedelijk talrijke onzer lezers aanbelangt, zullen wij hier de bijzonderste bepalingen van het besluit samenvatten en toelichten. Een woordje vooral. Om alle misverstand te vermijden vestigen wij er de aandacht op dat er, voorloopig althans, geen sprake is van uitbetaling van vergoeding voor oor logsschade. Uit vroegere bijdragen ver schenen in ons blad weten onze lezers dat er echter voorloopig mogelijkheid bestaat leeningen te bekomen tegen 2 voor het herstel van oorlogsschade, het zij bij het Centraal Bureau voor oorlogs schade, hetzij bij het Centraal Bureau voor Hypotheekkrediet, Wolvengracht 56, Brussel, voor het herstel van gebou wen, hetzij bij het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet, Warmoesberg 65 Brussel, voor het herstellen van den veestapel, het landbouwmaterieel en de meubelen. De aanvragen tot het bekomen dezer leeningen dienen gericht aan de Provin ciale Commissarissen voor 's Lands We deropbouw en de verelschte formulieren hiervan zijn te bekomen bij de gemeente besturen. Het besluit waarvan hier sprake be oogt dus voorbereidend werk namelijk de samenstelling van een bundel voor eiken oorlogsgeteisterde, vaststelling en raming der geleden schade welke ten gepaste tijde zal dienen tot bepaling der vergoedingen. I) Wat Is oorlogsschade Voor de vaststelling en schatting komt enkel in aanmerking de stoffelijke scha de aan roerende en onroerende goede ren welke aan volgende vereischten vol doet f 1) Toegebracht zijn op het vaste- landsgebied van België, met uitsluiting dus van alle schade toegebracht ter zee of in het buitenland. 2) A) Tusschen 9 en 31 Mei 19-10 rechtstreeks veroorzaakt zijn geweest door oorlogsgeweld zooals beschieting, ontplcfflng, vernieling, wegneming door de legers of hunne'leden. B) Na]31^Mei 1940 veroorzaakt zijn door een'daad van vijandelijkheid van wege een strijdfoxmatie of door den aan leg van lucht- of zeebases^of van ge vechtstellingen. 3) Wanneer het schade betreft voort spruitende uit plundering of vernieling, moet zij haar onmiddellijken oorsprong vinden in oorlogsgeweld of een gevolg zijn van een maatregel getroffen door de burgerljjke of militaire overheid, boven dien moet de benadeelde partij vooraf klacht ingediend hebben bij het straf gerecht. Uit deze bepalingen blijkt dat voor de vaststelling en"'schatting niet in aanmer king komen 1) Zedelijke schade. 2) Schade die.het onrechtstreeksch ge volg is van oorlogsfeiten. 3) Schade die werd aangericht buiten de tijdperken hierboven vermeld. Zoo komt het kommissariaat voor den her opbouw niet tusschen voor de schade die aangericht werd door het Belgisch leger voor voorbehoedende verdedi gingsmaatregelen zooals loopgrachten, draadversperringen, schuilplaatsen.over- (Zie vervolg 2' bladzijde). I. We hebben het hier niet over onze eigen broodvoorzieningWe weten immers allen hoe het daarmede gesteld is en we hopen tevens dat de Vlaamsche landbouwers zooals hun beroepsgenooten in Duitsch land en Italië den productieslag, die zij dit jaar zijn begonnen, glansrijk zullen winnen. Thans slagen wij er ons door zoo goed en kwaad als 't gaat... doch dit mag ons niet beletten even na te gaan hoe andere landen met dit vraagstuk gewrongen zitten. In schier alle landen van Europa werd gedurende den huldigen oorlog tot een verhooging der broodprijzen overge gaan. Alleen in Duitschland was dit niet het geval. Daar had men de lessen van den wereldoorlog 1914-18 niet vergeten. Toen was men in Duitschland er ook niet in gelukt de broodprijs stabiel te houden. De organisatie van de voedsel voorziening, die in die jaren het niet kon opnemen tegen wat zij thans is, was echter daarvan niet alleen de schuld. De oogst liet vaak ook te wenschen over bij gebrek aan arbeidskrachten. Dit leidde tot geleidelijke prijsverhooging, zooals blijkt uit de volgende cijfers. In 1914 betaalde men te Berlijn 182.20 Rm. voor 1000kgr. goede rogge; in 1918 bedroeg de prijs 305 Rm. om in 1919 tot 405 Rm. te stijgenvoor tarwe bedroegen de prijzen voor dezelfde jaren onderscheidelijk 216,50 Rm., 325 Rm. en 455 Rm. Van een dergelijke prijsstijging is er thans na anderhalf jaar oorlog nog niets te merken. Voor één kgr. tarwe betaalde men te Berlijn cp 16 Augustus 1939 47 Pf. en op 15 Februari 1941 48 Pf. In vele Duitsche steden is de prijs de zelfde gebleven. De prijsstijging was het hoogste te Keulen, namelijk van 44 tot 47 Pf. Te Maagdenburg, daarentegen, daalde de prijs van 44 tot 42 Pf. Deze stabiliteit van den broodprijs heeft Duitschland te danken aan een weldoordachte graan- en broodprijs- politiek welke sedert 1933, bij de machts overname der Nationaal Socialisten, werd ingeluid en sedertdien geleidelijk werd uitgebouwd tot een volmaakt sys teem, dat dus reeds vóór den oorlog af was. De oorlog heeft alleen bewezen dat het ook in oorlogstijd mogelijk is een sociale broodprijspolitiek te handhaven. Graanbeurzen en graanspeculanten, die de prijzen op en af jagen naargelang hun voordeden het eischen, bestaan in Duitschland niet meer. Daarmede werd acht jaar geleden volledig afgerekend. Van hoogerhand worden de brood prijzen vastgesteld hetgeen ook sedert- lang voor het graanbedrijfsjaar 1940-41 werd gedaan. Deze prijzen houden reke ning én met de belangen der voortbren gers én met de belangen der millioenen verbruikers. Twee organisaties hebben dit wonder verwezenlijkt. In de eerste plaats de Reischsstelle Getreide welker taak het is te ontkomen san de gevaren der oogstschommelingen door het vormen van voorraden. Bovendien moet zij de geimporteerde granen zóó op de Duit sche markt onderbrengen, dat zulks geen nadeelige gevolgen voor de Duitsche graanvoortbrengers kan worden. De tweede organisatie, die nauw met de eerste samenwerkt, is de M Haupt- vereinigung der Deutsche Getreidewirt- schaft waarin alle voortbrengers, be werkers en verdtelers zijn vereenigd. Hiertoe behooren dus de boeren, de maalderijen, de bakkers, de graan- en meelhandelaren, enz. De werking van deze twee organisa ties is zeer eenvoudig. In het begin van ieder jaar worden de graanprijzen, bijzonder die voor het broodgraan, vastgesteld. Een algemeene prijs voor het gansche Rijksgebied wordt echter niet bepaald. Bij het vaststellen van den prijs spelen namenlijk ook de streek een rol. De boeren zijn verplicht hun graan aan te melden en af te leveren op ge stelden datum. Voor de maalderijen be staan ook voorschriften met het doel de uitschakeling van elke onvruchtbare me dedinging uit te schakelen. Elke maalde rij krijgt een bepaalt contingent toege wezen. De meelsoorten zijn verder ge- standardiseerd. Er bestaan ook alge meene voorschriften voor den meelafzet. Wat nu de broodmarkt aangaat, hier gelden een aantal broodsoorten, met be paalde afwijkingen, overeenkomstig de levensgewoonten in de verschillende Duitsche gewesten. Zoo mag het niet verwonderen, dat arbeiders welke met verlof naar buis komen, witte brood bij zich hebben,. Voor de bakkerijen zelf zijn mininum- loonen vastgesteld. Blijkt het onmogelijk deze loonen, bij den eveneens vastgestel- den broodprijs, te betalen, dan wordt het verschil gedekt uit een bijzonder fonds, de "Eackereiausgleichskasse„. Door stabiele graanprijzen en controle van de voorraden, maalderijen en silo's kon ook een stabiele productie worden verkregen. Zoolang de beurzen en spe culanten prijsschom melingen kunnen uit lokken, kan de boer niet op langen ter mijn beschikken. Bij een goeden oogst moet hij een daling der prijzen duchten; bij een slechten oogst heeft hij daarente gen kans betere prijzen voor zijn pro ducten te bekomen, doch profijt heeft hij weinig of niet aan, want ook de prijzen, welke hij zelf noodig heeft, stijgen insge lijks. Deze oorlog heeft bewezen dat het Duitsche voorbeeld navolging verdient. Waar in de wereld heeft men niet alleen brood genoeg, maar kan men tevens aan vaste prijzen verkrijgen? Het lijdt geen twijfel dat een goed werkende marktregeling voor de toe komstige graanvoorziening van Europa van de grootste beteekenis is. We weten het wel, Europa brengt niet voldoende granen voort. Het moet ongeveer 7 "U meer produceeren dan het voor den oor log deed. Dit achterstel kan echter, naar het oordeel van de kenners, ingehaald worden. In de eerste plaats is daarvoor noodzakelijk, dat in alle landen de markt op gezonde wijze wordt ingericht. Iedere speculatie moet onverbiddelijk worden uitgesloten. En de boeren moeten hun voorraden stipt aanmelden en even stipt afleveren. Dit stelt anderzijds voorop dat de boeren loonende prijzen beko men. Aan al deze vojrwaarden kan vol daan worden het Duitsche voorbeeld heeft het ten overvloede bewezen. Van deze ondervinding zouden alle regeerin gen en organisaties belast met de graan- politiek hun profijt moeten halen. Daar na zouden de boeren en ook de verbrui kers in alle Europeesche landen ervan kunnen prcfiteeren. In het Europa van morgen zullen alle belangen nauwer verbonden zijn. Groote nijverheden hebben deze nauwere aan sluiting reeds verwezenlijkt. Waarom gewacht met de geleidelijke gelijkscha keling der voedingsmarkten Daarin, immers, ligt alleen de mogelijkheid om j een stabiliteit der onderlinge ruilbetrek kingen tusschen de verschillende landen te verkrijgen. Van dit doel zijn we voor zeker nog ver af. Daaraan twijfelt wel niemand die iets of wat op de hoogte is van de toestanden. Derhalve ook moet deze kwestie met de noodige door- tastendheid worden aangepakt. Trou- Iwens, nog in vele andere landen blijft eveneens nog veel te doen. Daarvan zul len we in een volgend artikel enkele 1 voorbeelden geven. LEDEN 1 Houdt de nummers van ons blad samen, want heel dikwijls kunt U er raad vinden voor vele gevallen» TELEFOON i 267.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1941 | | pagina 1