Het verplichtend besproeien der Aardappelen. Vaststelling en Schatting der Oorlogsschade. Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor en door de Landbouwers Fhou ZITDAG Opbouwen Heeren. van In Hongarije werd het gebruik Aardappelmeel verplichtend gemaakt. i Orgaan der Landbouwersvere&nigtag Redt U Zeiven Over de Wormstekigheid j De Broodvoorziening in Europa. der Pitvruchten. ZONDAG 25 MEI]i941 ftQft 50 23«* JAARftAHS A. 1160 rgilti. «kruid 'wten. ille on sstellen oeidar- van 25 'oudige sschen, gewasAbonnementsprijs 20 fr. 's laars. langs- Men schrijft in op ons gen. inBureel en op alle postkantoren, ser bi-—h— asthou- Hei overnemen van artikelen «onder aanduiding der bron is streng verboden. Bestaarde? en verantwoordelijke Opsteller O. CAUDBON Bareel en Redactie t Zcebergkaai» 4, Aalst. De medewerkers xjjn verantwoordelijk voor hanne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. I oplos- ia dooi uen bo- ?m ver- ?oorko- ite ver- d door te ge- inimun en. Di Tot hiertoe verscheen nog geen besluit over de verplichting ard vaaan alle landbouwers en kweekers voor de besproeiing der aardap- °t>elen tegen de gevreesde Vooi en 6 K plante: Het is overbodig te wijzen op de belangrijkheid van dezen p aatmaatregel, zonder dewelke zooals verleden jaar millioenen kilos £r is '„aardappelen voor de volksvoeding zullen verloren gaan. (treges besproeien der aardappelen moet voor d of 'iedereen verplichtend worden gemaakt en het is «tof. taan de machthebbers om tijdig de noodige maat- metisc! it regelen te treffen. 3je ver ^et iS niet 3311 ODS ^CS tC sPe^cn aan Aardappelziekte en den Coloradokever. en. de leiders van het j 2,5i>°genbMt, maar gezien het groot belang voor de natie en de rol sdc du^an De Koornbloem aan opbouwend en practisch werk te doen, te vodurven we ons veroorloven hierop ten zeerste te wijzen. Destijds gaven we ook zooveel nuttige wenken welke voor het selaag der natie van de hoogste en dringendste werkelijkheid waren, In de afgeloopen maanden hebben we zoovele voorstellen ge- laan en zooveel nuttigen raad gegeven, maar in Brussel kwam men 'iog Jtwoonlijk enkele maanden met de besluiten te laat... en liet men lingei:erst het kalf Verdrinken. 3tS* We hopen dat het voor deze maal niet zal geschieden. Stalbe zrialeil Buizen Cera 'aienci aten.- LST. (3de bijdrage). In onze twee vorige bijdragen hebben Böefij aan de hand der bepalingen van het «sluit van 15 Maart 1.1. betreffende de in oni'ï!t!te"in0 en schatting der oorlogscha- i le, achtereenvolgens behandeld: l)Wat dat Is oor'°gsscbade2) Door wie wordt de nQenichade vastgesteld en geschat; 3) Bij ;aiiko» overheid en op welke wijze wordt V. I« aanvraag tot vaststelling en schatting /2rflttler schade ingediend. Thans hebben wij het over de wijze "■•■■■ran vaststelling en schatting der schade. ZejWij beperken ons hierbij bij de toelich- ing der bijzonderste bepalingen van het «esluit die belang kunnen opleveren voor inze lezers. «danij Vaststelling en raming der mee., 3 Bsri schade. r DM De vaststelling en raming geschieden sof, eP'9eBS hierna volgende algemeene 'oorschriften is ziji schacIe aan bouwwerken wordt ils gedeeltelijk beschouwd indien zij klap.ninder beslaat dan de twee derden van ïek vai"et beschadigd onroerend goed. lijven,, ahfck of vermindering van jong<^aarde voortspruitend uit den ouderdom hie/aQ ^ct 9°ed wordt afzonderlijk ge- r,ro3l('aamd. eige bouwwerken worden geschat ia datum van 31 Augustus 1939 met als te zej'ronds'a9 van heoordeeling de eenheids- in üie2riIzea opgcoomen in den Belgischen douwcatalogus (3de kwartaal 1939). bee: 4) Rekening moet gehouden worden, Dt kesenerzijds met de waarde van het weder- keerdoruikbaar materiaal en de nog bruikbare vadePoderdeelen, anderzijds met de kosten der voorloopige werken van bewaring. 51 De schatting der waarde van de ep zljcvernielde of geteisterde goederen dient q. berekend op den datum hieronder be- ikwee-?aa'd voor de onderscheidene goederen. Is. esBij schadegevallen voorgekomen tus- ichooD'chen 9 Mei en 1 Augustus 1940, wordt jn.„ tl® schade geacht te zijn toegebracht op boon-5 Mei 1940. Welke gegevens moeten de M i vaststelling en raming veel te behelzen A) Voor beschadigde bouwwerken. 1. De vaststelling der schade moet Igt.) omvatten a) in geval van gedeeltelijke vernieti ging de beschrijving van de schade met zoo mogelijk een staat van opmeting; b) in geval van geheele vernieling 1) de beschrijving of de photographi- sche opname van het puin, zoo mogelijk met aanduiding van het gebruikt mate riaal 2) de aanduiding van inhoud alsook de oppervlakte van de verschillende ver diepen 3) een plattegrondschets alsmede een verticale doorsnede van de verdiepingen of gedeelten van het bouwwerk. 2. De raming der schade moet om vatten a) in geval van gedeeltelijke vernie ling een bestek en begrooting op datum van 31 Augustus 1939 b) in geval van geheele vernieling 1) een globale raming per kubiek of vierkanten meter der waarde van herop- bouwing op datum van 31 Augustus 1939, en desgevallend daarenboven, een raming aangepast aan de hedendaagsche techniek en wijze van bouwen; 2) een met reden omkleede schatting der algemeen aangenomen verkoop waarde van het onroerend goed op da tum van 31 Augustus 1939 en daaren boven de waarde van den grond en de waarde van den bouw (zonder grond) c) de aftrek op de waarde wegens den ouderdom van het goed dient afzonder lijk geraamd. B) Voor schade aan roerende voorwerpen. Het huisraad, het linnen en de kle dingsstukken worden geraamd aan hun ne handelswaarde op den datum der be schadiging. Sleet en waardeverminde ring op deze voorwerpen worden afzon derlijk geraamd. Stukken uit verzamelingen en kunst werken worden geraamd aan hunne handelswaarde op 9 Mei 1940. Ingeval van -gedeeltelijke beschadi ging, slaat de raming bovendien op de kosten van herstelling op den datum van beschadiging. C) Voor schade aan machines en materieel. De machines, het materieel en het ge reedschap in gebruik bij nijverheids-, handels- en landbouwondernemingen (Zie vervolg 2de bladzijde). In dezen tijd, nu alles zooschaarschen als gevolg daarvan zoo duur is, heeft het meer dan ooit belang dat onze fruitboo- boomen tot in de puntjes worden ver zorgd, opdat ze een maximum opbrengst zcuden leveren. Alhoewel onmisbaar, kunnen een doelmatige bemesting en een welberede neerd snoeien of sleunen niet volstaan. Al onze moeite en kosten zullen te- vergeefsch geweest zijn, indien onze hoo rnen later door ziekte of insekten wor den aangetast. Laten we daarom tijdig den strijd aan binden tegen deze kwalen. Nog al te dikwijls denken onze fruit- kweekers dat de boomen het wel kun nen stellen met een winterbesproeiing en dat daarmee alle ziekten en insecten ge weerd zijn. In acht van de tien gevallen zal deze redeneering verkeerd uitvallen en daar om mogen we geen risico willen loopen en ook de Lente- en Zomerbesproeiin- gen regelmatig uitvoeren. Immers, gedurende den Zomerkomen er geduchte vijanden in onze boomgaar den waarvan de voornaamste de appel made is die madesteek teweegbrengt. Een vrucht die hierdoor wordt aange tast heeft voor den verkoop geen waar de meer en moet, wanneer men ze zelf wil eten, voor de helft weggesneden worden. Hoe wordt nu de wormstekigheid te weeggebracht Motjes metaschgrauwe vleugels, don- kergestreept en met op 't uiteinde een bruine vlek leggen hun eitjes in de kelk blaadjes ofwel tusschen twee tegen el kaar gedrongen vruchten of daar waar de vrucht badekt is met een blad. Uit die eitjes komen rupsen van 15mm lang, roodachtig wit van kleur en lang van kop. Dit zijn de schadeposten van onze tuinen en boomgaarden, daar de rupsen tot in het klokhuis der vrucht doordrin gen, alwaar ze de zaden vernietigen, wat een vroegtijdig afvallen voor gevolg heeft. Tweemaal per jaar veranderen de eitjes in deze gevreesde insecten. De eerste generatie rupsen komt te voorschijn na den bloei wanneer de vruchtjes beginnen te zwellen. Daarom moeten we kort na den bloei met de Lentebesproeiing aanvangen. Hiervoor gebruikt men Uraniagroen in een ver houding van 125 gram per 100 lit. water waarbij we dan nog 500 gram kalk voe gen. We kunnen in de plaats hiervan ook een mengsel gebruiken van 1/2 a 1 kilogr. loodarsenaat per 100 liter water. De tweede generatie van rupsen komt acht weken later. We moeten dan an dermaal sproeien en best met dezelfde producten. Na deze twee sproeiingen mogen we overtuigd zijn dat haast geene vruchten meer door madtsteek aangetast worden. Nu volgen ter volledigheid nog enkele nuttige wenken voor de Winterbe- strijding. Het kan gebeuren dat hier of daar nog een rups is overgebleven of uit andermans tuin naar den onzen overge- kropen. Bij den aanvang van het koude weder spinnen deze rupsen zich in zijde achtige hulsels, (cocons genaamd) en die zich in de spleten en onder de schilfer der schors bevinden. Daarom verdient het aanbeveling 's Winters de dikke takken en stammen van mos en schilfer te reinigen door mid del van krabbers. Hierna behandelt men met Carbolineum. Op fruitzolders of in de bewaarplaat sen kan men oude vodden of zakken tus schen de vruchten leggen waarin de rup sen zich dan zullen verpoppen. Liefhebbers die nog meer zorg aan hun fruit willen besteden kunnen 's zo mers vangbanden rond de boomen plaat sen. Ook het in zakjes binden dsrr vruch ten vóór het leggen der eitjes geeft prachtige uitslagen. Deze handelwijze wordt vooral aangewend bij de beste peer- en appelsoorten. Een week voor het plukken worden de zakjes langs een kant opengescheurd waardoor de vrucht langs eene zijde een mooie roode kleur bekomt, wat er de handelswaarde ten zeerste van verhoogt. E. Jansegers, Pontweg, Herdersem. III. Naast Roemenië is Hongarije een der belangrijkste graanvoortbrengers van Europa. De gewonnen tarwe is er bo vendien van een uitstekende kwaliteit en het Hongaarsche brood is vermaard... tot buiten de grenzen. In de boeren gezinnen bakt de vrouw het brood zelf. Gewoonlijk geschiedt zulks eenmaal per week. Het Hongaarsche boerenbrood weegt van 6 tot 8 kg. en wordt in den oven vaak zoo groot, dat men het er moeilijk uit kan krijgen. Deze groote omvang van het brood is juist een bewijs van zijn degelijkheid, want er blijkt uit, dat meel van eerste hoedanigheid werd gebruikt. Zooa's men weet, wordt in Hongarije vooral tarwe gewonnen en daarom eet men er vooral tarwebrood. In de steden is het brood van geheel anderen aard dan op het platteland. Het weegt hoog- tens twee kilogram en is langwerpig van vorm. Het wordt natuurlijk niet thuis gebakken, maar geleverd door de groote bakkerijen. De industrialisatie heeft hier ook haar woordje mee te spreken, want te Boedapest wordt 50 °/o van het brood door de groote broodfabrieken geleverd. Opmerkelijk is, dat in Hongarije reeds te allen tijde het broodgraan met aard appelen werd gemengd, omdat het land over voldoende aardappelen beschikt en het brood door dit mengen meer houd baar wordt. Andere landen hebben trou wens in de laatste jaren dit Hongaarsche voorbeeld gevolgd en zijn met de aldus verkregen resultaten tevreden. Het Hon gaarsche meel is zoo goed, dat men elke 100 kg. met 30 tot 40 kg. gekookte aard appelen kan mengen. Gewoonlijk echter hangt de hoeveelheid aardappelen af van de aardappelprijzen. Zijn deze laag, dan mengt men meer aardappelen in het brood. De Hongaren zijn echter zoo gewend aan deze samenstelling van het brood, dat steeds ten minste 20 kg. aard- appelen per 100 kg. meel worden ge bruikt. zelfs indien zulks voor de bakkers onvoordeelig is. Het verbruik van roggebrood is heel wat geringer de bewerking van rogge is moeilijker en vergt meer vakkennis. De boerenvrouwen bakken de rogge- brooden van 1 tot 3 kg. De industrie bakt slechts zelden brood van zuiver roggemeel. Dit brood weegt dan van 1 tot 2 pond. Daar het bakken van rog gebrood zoo ingewikkeld is, wordt ook in de streken, waar vooral rogge wordt gewonnen, roggemeel bij voorkeur ge mengd met tarwemeel. Bij de boeren bedraagt de verhouding 50 50. De in dustrie voegt 15 tot 20 °/0 roggemeel aan het tarwemeel toe. Aardappelen worden voor dit mengsel niet gebruikt. Voor het begin van den tegenwoor- digen oorlog werden in Hongarije uit tarwe en rogge talrijke soorten meel ge wonnen: 17 verschillende soorten tarwe meel en 5 verschillende soorten rogge meel. Het publiek had dus voldoende keus. Een verordening van den minister president van 22 December 1939 heeft aan de vrijheid brood op willekeurige wijze te bakken een einde gesteld. Thans worden nog slechts drie, in plaats van zeventien soorten meel geduld: het zoo genoemde nullermehl het eenheids- broodmeel en het volkabroodmeel. Aan vankelijk werd niet bepaald hoeree! meel van elke soort door de maalde; ijen mocht worden vervaardigd. Later werd het gebruik van "nullermehl,, echter be perkt. Een verordening van 23 Augustus 1940 bepaalt, dat uit tarwe slechts 40 °/o "nullermeh!„ mag worden uitgemalen. Op 18 September 1940 werd dit percen tage verlaagd tot 30 en cp 10 Decem ber 1940 verder tot 25 °/0. Op 22 December 1939 werd het bak ken van wit brood verboden. Volgende soorten zijn sindsdien veroorloofd een heidstarwebrood uit eenheidstarwemeel, bruin tarwebrood uit volkabroodmeel, roggebrood uit eenheidsroggemeel en rogge-tarwebrood uiteen mengsel van eenheidstarwe- en eenheidsroggemeel. Ook aan de kleur van het brood wordt voortdurend aandacht geschonken. De maalderijen mogen slechts meelsoorten in den handel brengen, welker kleur be antwoordt aan de door het ministerie van landbouw vastgestelde typen. Se dert December 1939 is de kleur van het brood overigens voortdurend donkerder geworden, en wel door vermindering van het percentage "nullermehl,, alsook door aanmerkelijke verhooging van het uitmalingspercentage voor tarwe en rogge. Een verordening van den minister van landbouw van 20 October 1940 verplicht alle bakkers tot het gebruik van aardappelen bij de vervaardiging van brood. Aan 100 kg. tarwemeel zijn ten minste 25 kg. aardappelen toe te voegen. Als gezegd werden voor het bakken van roggebrood voorheen geen aardappelen gebruikt. Thans moeten 15 kg. aardappelen aan 100 kg. rogge meel worden toegevoegd. Op 8 Febru ari bepaalde voor een verordening van den minister-president, dat per 100 kg. tarwemeel 20 kg. maïsmeel moesten worden gebruikt, zonder dat de bepa lingen inzake het gebruik van aardap pelen werden gewijzigd. In de deelen des lands, waar men niet over voldoen de mus beschikt, kan men de 20 kg. maïsmeal vervangen door 35 kg. gerst- meel. De samenstelling van het Hon gaarsche brood heeft dus in den loop van den huldigen oorlog een merkelijke wijziging ondergaan. In Hongarije heeft men ook niet kun nen beletten, dat de broodprijzen ver hoogd werden. Een verordening van de regtering heeft de officieuze vennoot schap "Futura„ gemachtigd tarwe.rogge en maïs in te koopen tegen hoogere prij zen. Deze nieuwe regeling is volop in voege, zoodat men zich ook aan een nieuwe stijging der broodprijzen mag verwachten. Dit is niet de eerste prijs- verhooging. Bij het vaststellen van het indexcijfer voor het levensonderhoud heeft het Hon gaarsche bureau voor de statistiek geens zins den prijs van het witte tarwebrood tot basis zijner berekeningen genomen, maar wel van het halfbruin brood, het welk in 1913 nog 35 heller kostte. Voor 1 kg. van dit brood betaalde men in 1927 0.53 pengö, maar de prijs was sindsdien geleidelijk gedaald tot 0,31 pengö in 1934, om daarna weer te stij gen tot 0,38 pengö in 1937. Deze prijs werd voor de eerste maal gedurende 1941 verhoogd. Op 31 Maart 1941 be droeg hij weer 40 Heller. Thans zal de tweede verhooging volgen. En om te sluiten nog een woord over het broodverbruik. Alleen te Boedapest worden 12 millioen kg. brood per maand verorberd. Voor geheelHongarije wordt het verbruik per jaar op ongeveer 2600 millioen kg. geraamd In 1938 had het land een goeden oogst, welke 3200 mil lioen kg. opleverde, namelijk ongeveer 2800 millioen kg. tarwe en 400 millioen kg. rogge. In 1940 werden 1700 millioen kg. tarwe en 4C0 millioen kg. rogge ge oogst. Van deze 2100 millioen kg. wor den 400 millioen als zaadgoed gebruikt, zoodat voor verbruik 1700 millioen kg. overbleven. Voor het bakken van brood heeft men per jaar 1350 millioen kg. noodig. Hierbij komen nog ongeveer 400 millioen kg. voor verder bakwerk en kookdoeleinden, zoodat het land in het geheel ongeveer 1750 millioen tg. ver bruikt. In 1940 had men dus niet eens het eigen verbruik kunnen dekken... waren er geen aardappelen te veel ge weest. van onzen Rechtskundige wordt gehouden op Zondag 8 Juni van 10 tot 12 uur, In ons Lokaal, Groote Markt, Aalst. TELEFOON i 267. f

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1941 | | pagina 1