t
S Benuttiging van den Oogst
1941 van late Aardappelen
Zaaigranen*
Zwedens Graanvoort-
brengst met 60 °|0 verhoogd
DE AARDAPPELTEELT
Arbeid adelt»
Landbouwweekblad
Voor er? door de Landbouwers
Orgaan der Landhonwerwereefdgitig Redt tl Zelven
;ONDAG ;20 JULIJi941
23«u I
1168
.bonnesten tepr ijs 20 fr. jaar*.
Men schrijft in op ons
oreel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
sender aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller i
O. CAUDRON.
Bareel en RedactieZeebergkaai« 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hanne
bjjdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
I
Stauts-
de regie-
de benuttiging
late aardappe-
oper
tl
Het besluit van 5 Juli 1941
lad 11 Juli 1941 - behelst
enteering betreffende
in den oogst 1941 van
<1 KI NG n.
IJ N E N Hieronder ten gerieve onzer lezers de
jzonderste bepalingen van dit besluit
larcfappelverbouwers verant-
woordelijk voor hun oogst.
jElke voortbrenger van ten minste één
iger zijte late aardappelen is verantwoordelijk
r toewipor zijn oogst. Hij mag er slechts over
oor eeneschikken en moet er gebeurlijk afstand
iea wean doen in de mate en onder de voor-
Erp» baarden hierna bepaald.
aioegelaten voorafnemingen.
De voortbrenger mag op zijn oogst
jporatoemen
1Voor de voeding van zijn huis-
p-oplpnde/: i 750 gram per dag en persoon
»el uitmakend van zijn huishouden,
ibrik 2. Voor zijn aanplantingen een ver
ve uuri,c^te voorafneming van 2000 kg. per
ireelen,1 1941 bebouwde hectaar.
ersteUii 3) 10 k. om het verlies wegens afval
•us, wei: dekken. Al het overige moet voor de
iuis evoorradiog der bevolking bewaard en
j,tleverd worden.
»SCHt Elk gebruik van eetaard-
appelen Is verboden voor de
kUtfl «edln9 van de dieren-
Door huishouden wordt verstaan de
rtbrenger, de bij hem inwonende
den van zijn gezin en deze van zijn
ersoneel dat hij bestendig huisvest eu
oedt.
Met de huishoudens worden gelijk-
n" ,ofj»Mteld de g?meenschappen, zooals
toosters, kostscholen, internaten, zie-
I enhuizen en soortgelijke instellingen
Ie over een landbouwuitbating beschik-
019 Sr\tn' ^eze instellingen hebben nochtans
fjechts recht opeen voorafneming van
00 gram per dag en prr persoon die
immer. oor hen gehuisvest en gevoed wordt,
lstukken De hierboven voorziene voorafneming
ischientoor het huishouden van den voortbren-
,d vaner fs vastgesteld voor den duur van één
eden liiar* te '«kenen van de maand Augustus
f. Deze voorafneming is forfaitair en
.ekt de gebeurlijke wijzigingen in de
er stelling van het huisgezin in den
reen. bop van het jaar.
Ichtingei Strafbepaling De aardappelvoort-
fiften: rengcrs die hun aangifte bij de telling
ijfhuizeu,an 15 Mei 1941 niet hebben gedaan,
Ihoewel zij hiertoe verplicht waren,ver-
wnmmezen het voordeel der voorafaeming
oor hun huishouden en van de 10 t.h.
■groots LQor vcrlies wegens afval. Zij worden
eren m(itgesloten van alle verdeeling van in-
t 7«F0«rd plantgoed. Zij moeten hun
:aak, ™eelen oogst afstaan en wo den voor het
eigen verige behandeld zooals de niet-voort-
:re roeP|fengers, onverminderd de strafvervol-
Li zeker ijDg wegena Djet aangifte bij de telling.
s.°naaï Beschikking over het plant-
)ogere s< goed.
sschien De voortbrenger is verantwoordelijk
Ten. doroor de als plantgoed voorafgenomen
Selfs al toeveelheid. Hij mag er slechts afstand
an doen onder de voorwaarden en naar
otarisdoie modaliteiten vast te stellen in de
dit deedpeciale reglementeering betreffende de
ilantaardappelen. De voor het planten
srken naiewaarde hoeveelheid mag niet voor
diepsteoenschenvoeding gebruikt worden,
geen heei Het aanteekenen der
'achter leveringen.
tschu'diC flen,eent®besturen maken voor el-
zit metfen voortbren9er> wier bedrijfszetel ge-
restigd is binnen de gemeente, een indi-
allerbar uee'e 'caart °P v°ïflens het officieel
)ate[nodel vermeldende o m.
fèw «i a) den naam cn het adres van den
Voortbrenger.
La b k) de oppervlakte met late aardappe-
.„.„en bebouwd, met inbegrip der bebou-
:amenii
w- cd eiw Scn voor derden,
istiae vi de voort9eb'achte hoeveelheid vol-
vuldia ®ens de sc^aCtln9 der plaatselijke teliings-
lommissie.
d) de toegelaten voorafnemingen hoo-
jer bepaald.
e) het verplicht te leveren saldo of te-
kort van den voortbrenger.
Vervol<ï Op deze kaart worden de
leveringen
aangeteekend naargelang hunne uitvoe
ring.
De individueele kaart wordt in twee
exemplaren opgemaakt. Een exemplaar
wordt op de gemeente bewaard, het
tweede exemplaar is bestemd voor den
voortbrenger. De gemeentebesturen
moetent óór 31 Juli de kaarten opma
ken en er de inlichtingen op vermelden
aangeduid onder a, b en d hierboven
Schatting van de opbrengst.
Veertien dagen vóór den oogst be
zoekt de tellingscommitsie al de door de
voortbrengers van haar gemeente met
aardappelen bebouwde perceelen. Per-
ceelen aardappelen geplant op het ge
bied van andere gemeenten worden ge
schat door de tellingscommissie dezer
gemeente, op verzoek van het gemeen
tebestuur van den bedrijfszetel van den
voortbrenger. De tellingscommissie rang
schikt de perceelen naar gelang de ver
moedelijke opbrengst in ééa van vol
gende categorieën "zeer goed,,, "goed»
"middelmatig» "slecht». Zij stelt voor
iedere dezer categorieën de forfaitaire
minimum-opbrengst vast.
De tellingscommissie stelt onmiddel
lijk de aangenomen cijfers met de over
eenstemmende oppervlakten mede aan
een commissie, zetelende op het arron
dissementscommissariaat en samenge
steld uit den arrondissementscommis
saris of zijn afgevaardigde, den rijksland-
bouwkudige, den boerenleider van de
Nationale Landbouw- en Voedingscor
poratie en het dlstrikthoofd van den in
spectiedienst voor voedselvoorziening
en rantsoeneering.
Deze arrondissementscommissie mag
descoods de cijfers aangenomen door de
plaatselijke tellingscommissie verbete
ren. Zij brengt de verbeteringen waar
toe beslist werd ter kennis van den be
trokken burgemeester.
Ten minste drie dagen voor den oogst
laat het gemeentebestuur aan eiken
voortbrenger het dubbel van zijn indi
vidueele kaart, waarvan hooger sprake,
overhandigen nadat hierop werd aan
geteekend de voortgebrachte hoeveel
heid volgens schatting der bevoegde
commissie, alsook het te leveren saldo
of eventueel tekort.
De voortbrenger teekent ocderaan
het voor de gemeente bestemde exem
plaar voor ontvangst van zijn kaart.
De afgifte aan den voortbrenger van
zijn individueele kaart geldt als leve-
rlngsbevel voor de daarop beschikbaar
aangeduide hoeveelheid.
Weigert de voortbrenger de voor de
gemeente bestemde kaart te ondertee
kenen of het voor hem bestemde exem
plaar aan te nemen, dan stelt de afge
vaardigde der gemeente belast met de
afgifte dit feit vast onderaan de kaart.
De voortbrenger wordt gestraft, onver
minderd de verplichting de op zijn kaart
vermelde hoeveelheid te leveren.
De voortbrenger die oordeelt dat zijn
opbrengst overschat werd of die andere
klachten heeft te doen, moet zulks mel
den aan de Commissie binnen 24 uren
na ontvangst van zijn kaart. Hij mag in
geen geval aardappelen rooien vooraleer
de Commissie uitspraak heeft gedaan
over zijne klacht.
Stelt de voortbrenger vast tijdens het
rooien, dat zijn oogst de opgelegde op
brengst niet bereiken zal, dan mag hij
niet verder gaan met rooien tot dat de
Commissie over zijn geval uitspraak
heeft gedaan. Is het land in een andere
gemeente gelegen, dan kan de Commis
sie dezer laatste gemeente verzocht wor
den uitspraak te doen.
De Commissie welke, ingevolge klacht
van een voortbrenger te beslissen heeft
over de opbrengst van een aardappel
teelt, moet binnen veertien dagen uit
spraak doen en mag de opbrengst hooger
schatten dan eerst werd beslist. Zij
maakt hare beslissing zoowel aan den
belanghebbende als aan het gemeente
bestuur bekend.
De door de Commissie vastgestelde
meeropbrengst, ingevolge klacht van
den voortbrenger, kan in beslag geno
men worden.
Samen met de afgifte aan de voort
brengers van het dubbele der indivi
dueele kaarten maakt het gemeentebe
stuur in dubbel, de samenvattende tabel
cp der voortbrengers met aanduiding
van het beschikbaar saldo of het tekort
van elkeen. Deze tabel geeft daarenbo
ven het totaal aan van de behoeften der
gemeente uitgerekend op basis van een
rantsoen van 500 gram. per dag en per
persoon wiens verbruik door zijn per
soonlijke voortbrengst niet gedekt is.
Het gemeentebestuur zendt ook zon
der verwijl aan de hoofdgroeprering
"Aardappelen» te Brussel, een bericht
met opgave van het beschikbaar over
schot der gemeente of het totaal der nog
te dekken behoefcen.
Tijdstip voor het 'rooien van
Aardappelen.
De voortbrenger mag geen late aard
appelen rooien vóór den datum hiertoe
vastgesteld door de hoofdgroepeering
"Aardappelen» van de Nationale Land
bouw en Voedingscorporatie. Deze da
tum wordt afgekondigd in het Staatsblad
en door alle andere publiciteitsmiddelen.
De voortbrenger mag evenmin aard
appelen rooien vóór hij het dubbele van
zijn individueele kaart heeft ontvangen.
De inschrijvingen voor
Zaaitarwe
Zaalgerst
Zaairogge
zijn open van heden tot
10 Augustus laatste dag,
bij de Zaakvoerders van Redt
U Zeiven.
De liefhebbers gelieven acht te
nemen dat geen afleveringen zul
len gebeuren zonder vooraf gaan-
delijke inschrijvingen.
Óp de bureelen te Aalst
worden geen inschrijvingen
aangenomen.
De Broodvoorziening in Europa.
Voor het uitbreken van dezeu oorlog
had, in Zweden, de landbouw amper
9 van den bodem in beslag genomen.
Nog altijd was 60 °/o van de oppervlak
te van het land boschheide, hoog- en
laagveen, de zeer vele meren en kale rot
sen vulden de overige ruim 30 °/o.
Van oeroude tijden af heeft de mensch
land ontgonnen en is daarmede natuur
lijk aangevangen op de best gelegen of
het gemakkelijkst te bereiken grond, bij
voorkeur kalkrijke kleigrond. Van de
vlakte heeft de ontgianing zich geleide
lijk uitgebreid in de Mo: aien. Eerst heb
ben de Germanen vooral in het Zuiden
veel cultuurland gemaakt, later, inde 16e
en 17e eeuw, zijn de Finnen uit het
Oosten het oerwoud binnengedrongen.
Waarbij de mogelijkheid het overtollige
water te kunnen afleiden en eerst later
de kwaliteit van den grond de keus beïn
vloed hebben. Zoo is in den loop der
eeuwen een geweldige cultuurarbeid
verricht, waarbij vaak enorme hoeveel
heden steenen uit den bodem verwijderd
moesten worden. Soms waren enkele
steenen zoo groot en zwaar, dat ver
plaatsing niet mogelijk was en men de
ze maar moest laten zittende kleinere,
die verwijderd werden, vormen vaak
metsersdikke omwallingen om de velden.
Het ontginningswerk van den Zweed-
schen boer uit vroeger eeuwen verdient
alle waardeering. en nu weer gaat hij
voort uit een steenrijke moiane vrucht
baren cultuurgrond te scheppen.
Dit is ook broodnoodig.
In het Noorden is de gerst het voor
naamste graan: er wordt daarvan vijf
maal zooveel verbouwd als van rogge en
wel vijftienmaal zooveel als van haver.
Van rogge verbouwt men bij voorkeur
een tweejarige soort, die men te samen
met de gerst uitzaait. In het eerste jaar
levert deze rogge geen are, doch in het
Gezien den huidigen toestand heeft de
aardappelteelt een uitzonderlijk belang
gr kregen en het past dan ook wel dat
we er enkele beschouwingen aan vast-
knoopen. We hebben dit voorjaar een
oneindige mizerie gehad met het plant
goed en niets zegt ons tot hiertoe dat
het volgend jaar beter zal gaan. Velen
hebben misschien al gedacht hun plant
goed zelf te zullen nemen van hun vel
den. Geen slechte gedachte, maar laat
ons even oppassen. Voor u is het dat ik
deze regels schrijf.
We weten allen bij ondervinding dat,
als we van eigen gewin voortteelen, de
opbrengst veelal minderwaardig, ja
soms onbenullig is. V7aaraan is dat te
wijten De schuldigen zijn hier de
"Ontaardingsziekten of Virusziek
ten
1. Mozaïkzlekte of Topbonl.
Deze ziekte is soms reeds zeer vroeg
na het uitkomen te bespeuren en dit best
bij koud weder. Op de groene bladeren
vertoonen zich kleine vlekken, onregel
matig van vorm, geel-, violet- of bruin
achtig gekleurd. De bladeren zijn onef
fen, gegolfd in oppervlakte en rand. De
ziekte Is best waar te nemen in de top
pen der stengels. De zieke planten blij
ven klein en krolachtig.
Alle ontaardingsziekten kunnen pri
mair en secundair zijn, 't is te zeggen
Is de moederknol ziek dan is de ziekte
ergst of secundair wordt de ziekte ge
durende den groei op gezonde struiken
overgezer, dan zijn deze primair ziek en
geven mindere opbrengst. Plant men
van die knollen dan heeft men 't vol
gend jaar weer een secundaire-zieke
plant die haast niets zal opbrengen. De
besmetting geschiedt meest door de
bladluizen.
De planten die in secundairen graad
aangetast zijn door mozaïk of topbont
I
noemt men ook krinkel- of kroesziek».
Dan 2ijn de bladeren ingetrokken langs
den rand en de bladschijf vertoont meer
dere hobbelt.
Tegen deze ziekte is er maar één
voorkomingsmiddel, namelijk plantgoed
gebruiken dat gezond is en één bestrij
dingsmiddel alle aangetaste planten uit
steken en verwijderen, nooit op het veld
of langs den kant leggen, want dan zijn
ze nog in 't bereik der bladluizen. Deze
kwaal komt vooral voor bij Industrie en
Roode Star.
2. De Bladrolziekte of
Krulziekte.
De bladereu der aangetaste planten
krullen op naar boven en blijven klei
ner. Ze zijn stijver en geven een soort
metaalklank. De bladranden worden dor
en bruin. De stengels staan rechter op
Daar de bladeren oprollen laten ze hun
onderka't zien en schijnen bleeker dan
de andere. De ziekte is niet bij alle soor
ten evengoed waar te nemen.
De planten kunnen ook primair en
secundair aangetast zijn. De besmetting
geschiedt op dezelfde manier als bij de
mozaïkzlekte. maar het is ook mogelijk
dat de ziekte langs den grond voortge
zet wordt. Daarom is afsnijden van het
loof niet genoeg om verspreiding te
voorkomen.
Deze ziekte komt niet veel voor bij
Eigenheimer, maar zeer erg bij Olden-
walder.
3. Stippelstreepzlekte.
Deze ziekte vertoont zich ook zeer
vroeg na het opkomen, alhoewel secun-
dair-zieke planten soms niet boven ko
men. De ziekteverschijnselen verschillen
volgens het ras, maar bij de eersteling
komen ze meest voor. De bladeren der
aangetaste planten krijgen kleine, zwar-
(Zie vervolg 2^ bladzijde.)
gerstestroo groenvoeder. Gerst is in
Noordelijk Scandinavië van oudsher het
broodgraan; eerst de verbeterde ver
keersmiddelen laten thans den invoer
van tarwe en rogge toe, waardoor de
akkerbouw in het Noorden geleidelijk
terrein heeft verloren ten voordeele van
de veehouderij.
In Midden- en vooral in Zuid-Zwede n
is de teelt van tarwe van belang, terwijl
men In minder gunstig gelegen streken,
o. a. in het Zuid Zweedsche hoogland
veel rogge teelt. Daar, waar het klimaat
meer onder Atlantische invloeden ver
keert, wordt veel tarwe gebouwd, die
daar profi teert van de vruchtbare voor
jaarsregens. In Schonen is ruim 10°/o
van den bodem bedekt met tarwe; in
Wester^öïland 30 °/o met haver, doch
slechts 3.2 °/0 met tarwe en dan komt
deze nog vooral voor in de beste klei
gebieden.
Zooals de andere Europeesche kul-
tuurlanden, heeft Zweden, in de laatste
decennia, beduidende vorderingen ge
daan inzake landbouwproductie, die ge
weldig is gestegen. Indien men de oogst
opbrengst in Zweden van de vorige
eeuw vergelijkt met deze van heden, dan
komt men tot verrassende vaststellingen.
Voor wat het graan betreft bedraagt
het verschil 60 °/0, waarvan de helft op
rekening van de zaadveredeling en de
andere op de uitbreiding van de opper
vlakte. Van de ongeveer 600 000 ton
herfsttarwe. die Zweden jaarlijks produ
ceert, zijn er dus ongeveer 180.000 het
gevolg van een beter uitzaaizaad en
180 000 het gevolg van den noesten ar
beid der Zweedsche landbouwers, die
voor het ontginnen van 5 Hectaar soms
tot 15 jaar noodig hebben. Doch ook
voor wat de andere granen betreft, is de
verwezenlijkte vooruitgang merkwaar
dig
Rogge 32 */o waarvan 15°/o te danken
aan beter uitzaaizaad.
VoorjaaAtarwe 25 waarvan 12 °/0
te danken aan beter uitzaaizaad.
Haver 34 °/0 waarvan 15 °/o te danken
aan beter uitzaaizaad.
Koren 31 °/o waarvan 12 °/0 te danken
aan beter uitzaaizaad.
Tekort aan graan is er op dit oogen-
blik in Zweden nog niet te vreezen en
het feit, dat Zweden reeds meermaals
Finland met de levering van beduidende
hoeveelheden uit den nood heeft gehol
pen, bewijst dat onomwonden. Trou
wens, dit jaar zal de oogst grooter zijn
dan ooit te voren, want zooals nergens
heeft Zweden een productieslag gele
verd. Enkel op de slechte gronden heeft
men de dennenbosschen ongemoeid ge
laten, voor zoover men ze niet gekapt
heeft voor industrieele doeleinden. El
ders vervangt men ze door eiken, hol-
men en hazelnoten of tracht men den
bodem geschikt te maken voor tarwe,
rogge en haver. In het Zuiden, in Scho
nen, is de intensiveering nog meer op
vallend hier vervangen tarwe, suiker
bieten en andere gewassen de oude beu-
kenbostchen.
1 Anderzijds is ook Zweden een land
van overwegend veehouderij en is er een
moderne zuivelindustrie tot stand geko
men, De productie van boter, bacon en
spek heeft een geweldige vlucht geno-
men. Terwijl Zweden in 1880 nog
13.000 ton varkensvleesch moest invoe
ren, was het vóór den oorlog een be
langrijk uitvoerland van bacon en spek
geworden. Door het stopzetten van den
invoer van maïs en andere invoervoe-
ders zag Zweden zich verplicht den vee
stapel te verminderen, zoodat hij thans
nauwelijks het normaal verbruik van de
bevolking vermag te dekken. Hetzelfde
was het geval voor de hoenders. In ieder
geval, door de getroffen maatregelen en
een zuinig omspringen met de productie
van zijn landbouw, kan Zweden onder
de huidige moeilijke omstandigheden
voortspruitende uit de Britsche honger-
blokade zijn bevolking geven wat het
noodig heeft, en dat zijn, is het niet, ge
lukkige landen?
-'«',*! v"*!
it^ê 50 (tatlti
n
DE K00RKBL0EM
TELEFOON 267.
likwijls
in der-
ig ver-
('t Vervolgt).