<ïèmö
f
De Duitsche Productieslag
Huisvesting der Geit.
De kleine Wintervlinder
1
Landbouwweekblad
Arbeid adelt* Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt O Zelven
Voor en c
oor de Landboawers
FREDERIK CAUDRON
i
Klemveeteelt»
ZONDAG 28SEPT. i94i.
frffe 30 tftftii*»
23.w jA*£«AiÉ<* Mi 1178
Abonnementsprijs 20 Er. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren,
Bestasrder en verantwoordelijks Opsteller
Het overnemen van artikelen q CAUDRON
«onder aanduiding der bron Bareel en Radactie Zeebergkaai, 4, Aalst,
is streng verboden. telefoon 26r.
De medewerkers
verantwoordel^k voor hanne
bijdragen,
Aankondigingen volgens
akkoord.
In den nacht van Woensdag op Donderdag over
leed te Moorsel na eene kortstondige ziekte in den
gezegenden ouderdom van 78 jaar
Mevrouw Weduwe
geboren FANNY
de zeer beminde
MARIA BRAEKMAN
Moeder van onzen
Bestuurder O. Caudron.
Deze achtbare Vrouw, Moeder van acht kinderen,
van voorbeeldigen levenswandel, was steeds een toon
beeld van alk deugden.
Ze was de troost der armen en ongelukkigen en
van Haar mag gezegd worden dat ze niet tevergeefs
heeft geleefd, en al goeddoende door het leven is
gegaan.
Aan onzen geachten Bestuurder en aan gansch de
Familie Caudron, bieden we onze oprechte deelneming.
We vernemen dat de lijkplechtigheden plaats
hebben op Maandag 29 September, te 10 uur,
in de parochiale kerk van Moorsel.
Vergadering te* sterf huize Kapittelstraat, Waver,
te 9.20 uur.
Leden van Redt U Zeiven, vrienden en kennissen
worden bij deze vriendelijk verzocht de plechtigheid
bij te wonen, en gelieven dit bericht als uitnoodiging te
willen aanzien.
mes reeds vroeg ia 't voorjaar joage
rupsjes te voorschijn, deze zullen trach
ten naar boven te kruipen om de knop
pen te bereiken doch op een band die
zijn kleefkracht tot op 't laatste behou
den heeft worden gevangen.
Te meer kunnen de wijfjrs gedurende
de winterperiode uit de pop komen en
niet naar boven klimmen, indien de lijm-
band zich in de vereischte voorwaarden
bevindt.
Gereedgemaakte lijmbanden zijn in
den handel te verkrijgen.
Waar worden de lijmbanden
aangelegd.
Aan hoogstammigs boomen worden
de lijmbanden op 1,50 m. hoogte ge
plaatst; bij strulkvormen gebeurt dit
rond de hoofdtakken. In boomgaarden
waar het vee graast is het vrijwel onmo
gelijk, lijmbanden op de gewone hoogte
aan te brengen, omwille dat het vee de
op 1,50 <n. hoogte aangelegde banden
beschadigd. In dit geval blijft de eenige
oplossing de banden zoo hoog mogelijk
en desnoods om de dikke takken te
plaatsen. Geen enkele tak mag dan na-
tuurlijk worden vergeten.
De plaats waar de lijmband wordt be-
yestigd, moet vooraf gezuiverd worden, j
opdat de touwtjes behoorlijk komen vast j
te liggen en aldus te beletten dat, het
wijfje van den kleinen Wintervlinder j
onder den band door zou kunnen gera-
ken.
Eventueel aanwezige steunstokken
zullen eveneens van een lijmband voor-
zien worden, zoodat de vlinders alle we-
gen naar de kroon van den boom ver- j
sperd visdes.
Het aanleggen van lijmbanden ge
beurt vanaf einde September of begin
Oktober.
Wat in andere landen wordt gedaan.
De Landbouw aan het einde van het tweede Oorlogsjaar.
Het wijfje en mannetje van de kleine
wintervlinder (Cheimatobia brumata) zijn
hoewel bruin gekleurd, echter geheel
verschillend in voorkomen. Het manne
tje is een normale vlinderhet wijfje
daarentegen is geheel vleugelloos en kan
bijgevolg niet vliegen. Bij middel van
stevige lange pooten waarvan het wijfje
voorzien is, kan het zeer gemakkelijk en
vlug langsheen de boomstammen op
kruipen en alzoo de knoppen bereiken.
Gedurende dit opklimmen naar boven
heeft de bevruchting plaats, zoodanig
dat het wijfje eenmaal de knoppen in de
kroon van den boom bereikt, bij machte
is, afzonderlijk haar eitjes af te setten
(200 a 300 stuks) bij de nog slapende
knoppen. Deze eitjes die eerst een licht
groen uitzicht hebben, worden later rood
en overwinteren bij de knoppen, waar
uit in het vroege voorjaar een nieuwe
generatie van spanrupsjes geboren
wordt, die de zwellende knoppen uit
vreten.
Dit eierleggen gebeurt in October,
November en December, soms ook nog
wel in de maanden Januari en Februari.
Ontwikkelen de knoppen, die niet
aanstonds vernield zijn zich verder, dan
worden de jonge blaadjes aangetast en
na den bloei worden bovendien, de jonge
vruchtjes aangevreten. Vooral bij kersen
kan de schade aan de jonge vruchtjes
veroorzaakt aanzienlijk zijn, doordat het
rupsje de kleine kersen die nog een
weeke pit hebben, gedeeltelijk hol vreet.
Alhoewel over 't algemeen de schade bij
de kers het grootst schijnt te zijn, wor
den toch ook appel, peer en pruim aan
getast, soms wel in zoodanige mate dat
van ernstige schade kan worden gespro
ken. In luai is de rups volwassen en
gaat zich verpoppenwaartoe zij zich
aan een draad op den bodem laat terecht
komen, om daarna in den grond te ver
dwijnen. Hier blijft de pop onveranderd,
totdat de eerste vorst is ingetreden,
waarna de vlinder te voorschijn komt.
Bestrijding.
Zooals andere insecteaeieren, zijn de
ze van dea kleiaen Wintervlinder te
bolineum, tijdens den Winter. Past men
deze bespuiting vroegtijdig toe, dan valt
het resultaat doorgaans slecht uit, daar
een vroegtijdige behandeling (5- 6 °/o)
tamelijk ongevoelig op de eitjes werkt.
Men is dan genoodzaakt een 8 °/o Car- j
bolineum-emulsie te gebruiken. Naar- j
mate het zachte lenteweder nadert zal
men meer sukses hebben met bespuiten,
omwille dat alsdan de eitjes gevoeliger
worden voor bestrijdingsmiddelen.
Nochtans kan een laattijdige bespui
ting nadeelig inwerken op den bloei van
sommige fruitsoorten oa. pruimen en j
peren, die dergelijke laattijdige behande-
ling niet verdragen. Om met goed gevolg
de kleine Wintervlinder door een be
spuiting te bestrijden, zoo men dit bij
fruitsoorten, die zulks zonder kans op
beschadiging verdragen, zoo laat moge
lijk met 6 8 °/0 Carbolineum-emulsie
moeten doen. Bij de gevoelige soorten
zou men zijn toevlucht kunnen nemen tot
Nicotinebespuitingen, kortelings vóór
het zwellen der knoppen.
De uitgekomen rupsen zijn tevens nog
te bekampen met maaggiften, zooals
loodarseniaat na den bloei.
Een oud, goedkoop en doeltreffend
bestrijdingsmiddel, dat eigenlijk een
beetje in den vergeethoek is geraakt, is
het aanleggen van lijmbanden.
Wat Is een lijmband?
Een lijmband bestaat uit een stuk per
kamentpapier (boterpapier) van 10 a 15
cm. breedte, dat goed bestand is tegen
j vocht en rond de stammen der fruitboo-
men met 2 koordjes wordt vastgehecht,
j Op deze banden wordt rupsenlijm ge-
1 streken, zoodat het wijfje, dat langs den
stam opklimt, op den lijmband terecht
komt, sterft, ofwel onder den lijmband
haar eitjes afzet.
i Van belang is het dat papier en lijm
j steeds van allerbeste kwaliteit zijn. Het
Doorgaans wordt de geit in een ver
loren hoek van den stal gehuisvest ofwel
in een meer of min geslaagd aaceenraap-
sel van houten planken met een dak uit
stroo, asfaltpapier of kouten planken.
Het dier gedijdt daar wel in, doch
staat aan vele ziekten blootgesteld, want
de geit kan hoegenaamd geen tocht ver
dragen. In zulke huisvesting zal zij de
eerste onder hare soortgenoten aange
tast worden van ziekten veroorzaakt
door de weersveranderingen, met als re
sultaat: vermindering of volledige stop
zetting van de melkgifte.
Wij hebben er dus alle belang bij on
ze geiten goed en degelijk onderdak te
verschaffen, het is absoluut in ons eigen
voordeel, en de kosten zijn in verhouding
niet noemenswaardig. Integendeel, voor
wie wat van knutselen afweet en een
truweel kan hanteeren, zijn de kosten
zelf niet in aanmerking te nemen.
Welke zijn nu de Ideale
vereischten voor een degelijke
Geitenstal
1. Hij moet droog zijn, en noch te
koud in den winter, en noch te warm in
den zomer.
2. Hij moet vrij zijn van tochten en
toch lucht en licht vrij toegang geven.
3. Hij zal zoodanig gebouwd zijn dat
alle urine onmiddellijk wordt afgeleid.
4. Hij moet snel en grondig kunnen
gekuischt worden, dus oordeelkundig
verdeeld, en voldoende afmetingen heb
ben.
Om al deze vereischten in onzen gei
tenstal te vereenigen zullen we beginnen
met aan onze geit een afzonderlijk ver
blijf toe te kennen, ofwel buiten ofwel
binnen het gebouw waar andere dieren
zijn ondergebracht, doch door volle
tusschenschotten afgezonderd.
Als minima-afmetingen wordt aange
nomen dat deze moeten zijnongeveer
1.80 m. als hoogte, 1,50 m. breedte en
eene lengte van 2 ro. waarbij een voeder-
gang dient berekend van een meter, wat
j de totale lengte brengt op 3 m., dit alles
voor een geit. Voor een paar geiten ver
dubbelen we dus de breedte, maar zor-
Zooals in 1914 vaardigde Engeland
bij het uitbreken van dezen oorlog on
middellijk de hongerblokkade tegen
Duitschland uit- Daarbij hadden de
Engelsche machthebbers maar ééa doel
op het oog de weerstandskracht en het
uithoudingsvermogen van de Duitsche
burgerbevolking zoo snel mogelijk te
breken. In den wereldoorlog gelukte dit
plan thans heeft deze blokkade, daak
zij de getroffen voorzorgsmaatregelen en
de puike inrichting van den landbouw,
nog niet de minste uitwerking laten ge
voelen. Dit is geen goedkoope bewe
ring het feit, dat het in de twee eerste
oorlogsjaren aan Duitschland niet alleen
gelukt is de agrarische productie op peil
te houden, doch tevens op menig belang
rijk gebied nog merkelijk te verhoogen,
bewijst dat Engeland het beoogde doel
niet heeft bereikt.
Aan brood en aardappelen, voor ieder
huisgezin de meest noodwendige levens-
middelen, zal het het volgende jaar geen
gebrek zijn, daar staat de oogst, die
thans juist binnengehaald is, borg voor.
j De graanoogst kon ondanks zware
moeilijkheden voortspruitende aan het
gebrek aan arbeidskrachten en het slech-
te weder, toch tijdig geborgen worden.
Cijfers konden totnogtoe niet worden
meegedeeld, doch het orgaan van den
Reichscahrstand de Nationalsozia-
litische Landpost schreef enkele dagen
geleden in een hoofdartikel, dat de
I graanoogst, vooral voor wat het brood
graan betrof, goed is. Dank zij de gan-
sche inzet van den landbouwersstand,
j vervolgde het blad, zal Duitschland in
dm loop van het derde oorlogsjaar geen
honger hoeven te lijden.
Eu deze overtuiging steunt verder op
het feit. dat ook de aardappeloogst meer
dan bevredigend mag genoemd worden.
Weliswaar zullen dit jaar de record
cijfers van 1940 niet bereikt worden;
een derde van den totalen oogst, echter,
zal ruimschoots volstaan om de behoef
ten van het volk aan eetaardappelen te
dekken.
In de jaren voor dezen oorlog be
droeg de aardapeloogst ongeveer 50 mil-
eigentlijken stal wordt een scheiding
aangebracht (altijd liefst in steen), op
volle hoogte. Daarin wordt op de hoog
te der geit, een opening voorzien vol
doende groot om het dier toe te laten in
zijn eetbak te komen welke langs den
kant van den voedergang wordt ge-
plaatst, evenals de ruif (daarboven) voor
groenvoeder. Door de verdeeling, alzoo j
gedaan, sparen we ons veel moeite en j
onnoodig geloop uit. We stellen het
voedsel samen in den voedergang en ge-
ven het ook langs dien kant vermits den
voederbak en ruif in ons onmiddellijk
bereik zijn.
In den stal zelf bevindt zich aldus niets
lioen ton. In den loop van den herfst
van het jaar 1940 werden niet minder
dan 72 millioen ton binnengehaald. Dit
legt uit, waarom Duitschland ons en nog
andere landen kon helpen. Dit jaar zal
het productiecijfer iets lager zijn. Voor
de bevoorrading van het Duitsche volk
zijn 22 tot 23 millioen ton noodwendig
(voor den oorlog 12-13 millioen ton).
Van een rantsoeneering in den eigenlij
ken zin van het woord, is er dan ook
geen spraak. Alleen werd aan de bevol
king een oproep gericht om niet meer
aardappelen in te slaan dan werkelgk
□oodig is. minder om de aardappelen zelf
dan wel om de vervoermoeilijkheden.
Men heeft uitgerekend dat niet minder
dan 12.500 treinen van ieder 50 wagons
noodig zijn om de 22/23 millioen ton
aardappelen van den verbouwer naar
den verbruiker te vervoeren
Is de oogst van graan en aardappelen
meer dan bevredigend, het schoonste re
sultaat heeft de Duitsche landbouw
echter behaald ten aanzien van de ver
hooging der boterproductie, zoodat
Duitschland in verhouding tot de groot
te van dea rundveestapel voor wat be
treft de boterproductie veruit aan de
spits staat. In 1940 was de baterprodac-
tie 55 hanger dan het gemiddelde van
de laatste vijf jaar voor 1933 en de melk
productie overtrof in 1940 met circa 2,5
milliard liter den afzet van het laatste
vredesjaar 1938 In 1941 werd deze pro
ductie verhoogd met 4 tot 7 °/o Dit is
een prestatie die des te opmerkelijker is,
daar zij geheel in tegenstelling staat met
wat onder den wereldoorlog gebeurde.
Toen kon de veestapel niet op peil wor
den gehouden daar de veevoederbasis
van jasr tot jaar afbrokkelde.
Samenvattend geven onderstaande
cijfers een duidelijk beeld van de pro
ductiestijging van den Duitschen land
bouw tijdens dezen oorlog
De verbouw van oliehoudende vruch
ten was in 1940 met 200.000 hectaar
driemaal zoo groot als in 1939. Het
areaal werd in 1941 uitgebreid tot
300.000 hectaar
De verbouw van hakvruchten werd
eveneens belangrijk uitgebreid in 1940
kon men een recordoogst van 72 mil
lioen ton aardappelen, 20,8 millioen ton
suikerbieten en 46,3 millioen ton voe
derbieten binnenhalen. Zooals we hoo-
ger hebben gezegd, zal de aardappel
oogst dit jaar lager zijn, doch de oogst
van bieten belooft uitermate goede uit
slagen
De teeltoppervlakte voor groenten
werd in 1941 uitgebreid tot 200.607
hectaar, hetgeen 21 °/o meer is dan in
1940. De opbrengsten uit den verkoop
weerspiegelen de verhoogde productie
duidelijk. In 1939 werd voor het eerst
den maximumstand van 1928/29 be
reikt, daar de opbrengsten uit den ver
koop tot 14,07 milliard reichsmark ge
stegen waren, waarbij de prijzen echter
nog 22 °/0 beneden het peil van 1928/29
in den weg bij het kuischen een paar
emmers water, en alles is dagelijks zuiver j
gemaakt. In oude stallen waar het dier ~"in' "l ^«"werd'mêeTdan 23
op een aangestamptcn aarden grond flan voortbrenasclen op de markt ge-
staat, of op eene dikke laag mest, is zulks
niet in een oogwenk gebeurd, verre van
daar. Doch wij veronderstellen dat on
zen modernen geitenboer de vloer van
zijn geitenstal aan de noodige vereisch
ten van de hygiene heeft aangepast.
Daarom bestaat de vloer ofwel uit een
goed dicht gietsel van beton, of nog be
ter uit baksteenen op hun zijkant goed
met cement aaneengemetst. De vloer
aan voortbrengselen op de markt ge
bracht dan in 1928/29.
De voorwaarden voor dergelijke suc
cesrijke productieslagen in den oorlog
werden geschapen door het beschikbaar
stellen van de noodige meststoffen in
bijna even greote hoeveelheden als voor
den oorlog en door het doelmatig ge
bruik van machines. Ontbrekende ar
beidskrachten werden vervangen door
buitenlandsche landarbeiders en door de
uici «uku. - - r buitemandscne ïanaaroeiaers en aoor ae
heeft eene helling achterwaarts van 2cm. krijgsgevangenen, welke laatste catego-
bestrijden door een bespuiting met Car- eitjes die onder den band zijn gelegd, ko-
papier moet gedurende gansch den Win- j gen etïoo[ dat ,e voldoende zijn afpe-
ter de weersinvloeden kunnen weer- schelden door ecn schutsel, liefst in
staande lijm moet op haar beurt binst steen
die periode, bijrkoude en warmte haar TuMciien deien voedergang en den
kleefkracht behouden. Trouwens uit de
(Zie vervolg onderaan 4e kolom).
per meter, en loopt uit op eene open
goot die zelf uitmondt in een putje, bui
ten den stal, hetwelk dan op zijn beurt
verbonden is aan den aalput. Zoodoende
gaat tevens niets van den kostbaren
mest verloren.
De geit staat op een horizontaal lig
gend raam van houten latten, waartus-
schen een kleine opening is gelaten
(circa 2 cm dus altijd goed droog, wat
voor haar eene hoofdvereischte is. Bij
den kuisch heeft men niets anders te doen
j dan dit raam op zijn kant tegen den
(Zie vervolg 2' bladzijde).
rie meer dan 1,5 millioen personen om-
vat. Doch voor alles en allen is de Duit
sche boer het geweest, die door den vol-
ledigen inzet van heel zijn wezen, deze
schitterende uitslagen heeft bereikt.
Ook in ons land zou veel meer kun
nen voortgebracht worden, op voor
waarde dat den landbouw gesteund
wordt es aangemoedigd, in plaats van
te worden tegengewerkt en lam gesla
gen door theoretische en onzinnige re
gelingen.
-"■■■
-v r
ze vai K-ieineu yiiuibvuuuw -T i