De Vrijwillige Arbeidsdienst
en de Landbouwvalorisatie
Machienen helpen de
Landbouwers.
Bedroevende
Toestanden
Arbeid adelt.
Landbouwweekblad
de Landbouwers
Voor
der Lfèndhouwersvereeniging Redt U Zelvea
ZONDAG 23 NOV. 1941.
Prijs 50 centiem
24ste JAARGANG Nr 1186
Abonnementsprijs 20 fr. 's jaars.
Men scbrjjft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
Ie streng verboden.
Beetaarder en verantwoordelijke Opsteller i
O. CAUDRON.
Bareel en Redactie Zeebergkaaif 4( Aalst.
Eene hoogst nuttige opdracht voor onze Volksgemeenschap.
Da medewerkers sfn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
Een der zwaarste fouten van ons vroe
ger democratisch pertijenregiem is wel
dat het totaal in gebreke is gebleven bij
de oplossing van het vraagstuk der
werkloosheid.
Gedurende jaren heeft ons land hon-
derde duizende werkloozen geteld. In
plaats van deze arbeiders tegen redelijk
loon te bezigen voor de uitvoering van
werken welke een blijvend nut oplever
den voor de Volksgemeenschap, ver
koos de partijenstaat hun dopgeld uit te
keeren, dat hun enkel toeliet in armoede
te leven, hen demoraliseerde en hun te
vens allen werklust en levensblijheid
ontnfm.
Er ontbrak nochtans geen gelegen
heid voor werkverschaffing van alge
meen nut. Alleen op landbouwgebied
bleven nog duizende hectaren heide en
woeste gronden te ontginnen, duizende
hectaren te ontlasten van het overtollige
water door het aanleggen van drainee
ringen, het kuischen van rivieren, bsken
en het uitvoeren van andere waterwer
ken, het verstevigen der dijken in talrij
ke plaatsen tot voorkoming van over
stroomingen, het aanleggen en verbete
ren der landbouwwegen. Rond bepaalde
steden zooals Antwerpen dienden de
oude voor niets dienende forten ge
sloopt, verder kon ons wegennet nog
merkelijk verbeterd enz.
De vrees voor den kiezer, de dema
gogische jacht naar de stemmenmeer-
derheid hadden voor gevolg dat de re
geerders het niet aandurfden de werk
loosheid op te lossen op de eenige logi
sche wijze de verschaffing van arbeid
op groote sehaal, doch verkozen de gel
den der staatskas te besteden aan een
totaal onvruchtbare steuauitkeering wel
ke honderde millioenen heeft gekost zon
der eenig nut voor de volksgemeenschap.
Met jenoegen stellen wij vast dat de
Vrijwillige Arbeidsdienst een gansch
andere richting, de goede heeft gekozen.
Luidens het oprichtingsbesluit van 30
November 1940 onderteekend door den
Commissaris-Generaal voor 's Lands
Wederopbouw en den Sekretaris-Gene
raal van het Ministerie van Financiën,
hebben de Vrijwillige Arbeidsdiensten
voor Vlaanderen en Wallonië het dub
bel doel t
1) De Vlaamscheen Waalsche jeugd
op te voeden in den dienst voor hun
Volk, teneinde hun de ware opvatting
van den arbeid in een geest van sociale
toenadering eigen te maken.
2) Het uitvoeren van werken van al
gemeen nut. In het kader van den we
deropbouw voeren zij opdrachten uit die
hun door den Commissaris-generaal
voor s lands wederopbouw worden op
gelegd.
De arbeidsdienst heeft aldus een
sociale en economische opdracht
1) sociale opdracht: de jeugd opleiden
in de liefde voor den arbeid in den dienst
van het volk en door het gezamenlijk
of in groep uitvoeren van den arbeid
het bevorderen van den gemeenschaps
geest, van kameraadschap en solidariteit
tusschen de verschillende standen of
klassen der bevolking.
2) economische opdracht: het op
brengstvermogen van den nationalen
bodem verhoogen door de uitvoering
van weiken van openbaar nut.
Deze doelstelling moet voorzeker
door eiken weidenkenden burger bijge
treden worden. Daarom ook zijn de
verdachtmakingen en laster welke over
onze arbeidsmannen worden verspreid
zoo hatelijk.
De arbeidsmannen staan op daad
werkelijke wijze in den dienst van hun
volk.
In de streken waar hunne eerste kam
pen werden opgericht, hebben onze
Vlaamsche arbeidsmannen alreeds zeer
flink gepresteerd tot valorisatie van den
bodem. Aldus werden reeds talrijke
hectaren heide ontgonnen en aan den
landbouw terug geschonken in de Ant-
werpsche Kempen.
Voor de toekomst hebben de provin
ciale Commissarissen voor den weder
opbouw een zeer belangrijke opgave
voor den Arbeidsdienst klaar gemaakt
inzake verbetering en ontginningen van
onzen bodem.
In het rummer van 1 November van
De Arbeidsman, maandblad van den
Vrijwilligen Arbeidsdienst voor Vlaan
deren, lezen wij van de hand van In
genieur C3uterman, provinciaal Com
missaris voor den Wederopbouw van
Oost-Vlaanderen betreffende deze op
gave
Oost-Vlaanderen is de provincie
waar de valleien van de Schelde en haer
bijrivieren Leie, Durme, Dender, berucht
geworden zijn door de periodische over
stroomingen.
Deze valleien zijn, landbouwkundig
gesproken, tevens de belangrijkste, want
zij bezitten als rivierpolders, met de zee
polders van het Land van Waas en van
het Meetjesland de vruchtbaarste boven
laag.
Kon de Arbeidsdienst voor Vlaande
ren den zoo vruchtbaren bodem dezer
valleien helpen bevrijden van de nood
lottige overstroomingec ets vaa het eigen
waterbezwaar b) ontginnen en verbe
teren, dan zou hij in Oost-Vlaanderen
een taak helpen volbrengen waaraan alle
voorgaande geslachten een te klein ge
deelte van kun bestaan hebben gewijd.
De taak van den Vrijwilligen Ar
beidsdienst zal dus bestaan I) onder
leiding van bevoegde dijkenbouwers de
dijken van de Schelde en bijrivieren te
versterken en te verhoogen, te herstellen
en te verbeteren, os. door het aanleggen
van dwarsdijken of binnendijken om in
de toekomst alle overstroomingen te
voorkomen.
2) Het graven van een rationneel
grachtennet voor het tijdig afldden van
het water der vallei ia de rivieren.
3) Het uitvoeren van draineerings-
werken voor afwatering der natte gron
den.
4) Het ontginnen vaa woeste en on
vruchtbare gronden.
Over de taak van den Vrijwilligen
Arbeidsdienst in de provincie Antwer
pen liet de heer Ingenieur Vergeynst,
provinciaal commissaris voor den We
deropbouw, zich uit als volgt
Ia de provincie Antwerpen onder
scheiden we polderwerken, ontginnings
werken en afwateringswerken, waaron
der we ook het kuischen van grachten
en waterloopen verstaan. Onder de pol
derwerken zie ik voor den Vrijwilligen
Arbeidsdienst een zeer belangrijke op
dracht in het droogleggen van de schor
ren te Zandvliet waar, door het bou
wen van een voorloopigen dijk, onge
veer 100 ha beste poldergrond voor on
ze landbouwproductie dienstbaar kan
worden gemaakt.
Op het gebied der bodemontginning
is natuurlijk in onze Kempen heel wat te
doen en wanneer wij dit jaar 700 ha
heidegronden zullen goedgemaakt heb
ben, stellen wij onze verwachting voor
1942 op 1200 ha. Ook van deze werken
zullen de arbeids vrijwilligers het leeu
wenaandeel hebben.
Wat de waterwerken betreft, hebben
wij het rechttrekken ea kuischen van de
Groote Aa te Wuustwezel. Dit werk zal
als resultaat hebben, dat meer dan 1000
ha thans zure weidegronden, rijke oog
sten zullen opleveren, want te Wuust-
wezcl, Loenhout en omstreken hebben
wij de beste grond van heel het Kern-
penland. Buitendien zijn heel de provin
cie door nog honderden kilometer grach
ten en kleine waterloopen te kuischen
en hebben wij als werkobjekten onder
m?er de Nethe te Lier en het Kleine en
Groote Schijn te Antwerpen. De verbe
tering der wateringen geeft de omlig
gende gronden tot driemaal meer waar
de en U begrijpt onmiddellijk wat dit
aan produktievermeerdering kan betee-
keaen.
Voor Klein-Brabant ligt een plan
voor ontbosschingswerken ter studie en
wanneer we het onderwerp der wege-
nissen aansnijden, zien we dat ook op
dat gebied door den Vrijwilligen Ar
beidsdienst voor Vlaanderen heel wat
kan gedaan worden
Ook in de andere provinciën heeft de
Vrijwillige Arbeidsdienss zich met ijver
voor de taak gespannen van de verbete
ring van den bodem.
Uit wat voorgaat blijkt afdoende, dat
de Arbeidsdienst een hoogst nuttige taak
vervult, 1) ten bate van den landbouw
voor wien hij de beschikbare oppervlak
te en hierdoor de thans beperkte levens-
ruimte uitbreidt en 2) ten bate der gan-
sche volksgemeenschap door verhoo
ging der voortbrengst van levensmid
delen.
Op t oogenblik staan gansche scha
ren onzer vrijwillige arbeiders in de
velden van Wallonië, om er de sui-
kerbeeten te trekken en te laden. Overal
waar werkkrachten ontbreken kan hun
ne hulp worden gevraagd.
En zoo ze voor de streek van Aalst
iets willen doen, dan kan elke gemeente
een ploeg gebruiken om de modderpoe
len te verharden, de grachten te kui
schen en voor andere werken van open
baar nut.
We wenschen den Vrijwilligen Ar
beidsdienst alle heil toe en verhopen dat
de bevoegde overheden hem de ver-
eischte middelen zullen ter beschikking
om zijne werking op groote schaal uit te
breiden en tot een goed einde te bren
gen.
Een praatje over de mechanisatie in den landbouw.
op de kleine boerderijen.
We hebben meermaals gewezen op
de onhoudbare toestanden bij onze
kleine boeren, en vooral bij onze kleine
boeren in Vlaanderen, waar alles
zóó scherp werd afgemeten en zóó
nauw geschat.
We wezen meermaals op de onwaar
dige handelingen van sommige toezich-
ters en andere leidende personen.
In vele gevallen wordt de kleine land
bouwer, vooral als hij een groot gezin
heeft, misdeeld door de omstandigheden
en is het voor hem niet, zooals voor
vele groote boeren, met tientallen hecta
ren een gouden tijd
Hier volgt een briefje dat we ontvin
gen ea het gaarne plaatsen, omdat het
boekdeelen spreekt. Maar hoeveel boe
ren hebben den moed of de kennis hun
toestand op papier te zetten en "aldus en
aldus aan de verantwoordelijke perso
nen bekend te maken
En als we weten en zien in de dag
bladen hoe weinig in sommige Waalsche
streken wordt geleverd, dan is het dub
bel bedroevend, kleinen Vlaamschen
boer te zijn.
We willen hier terloops cijfers aan
halen van iemand die ze ons heeft willen
toevertrouwen, en die ons een klaar
denkbeeld geven van wat alhier wordt
geleverd en hoe onze boerkens als ci
troenen worden uitgeperst.
Nochtans, wanneer we de uitspra
ken der administratieve rechtbanken
in de pers volgen, dan is het alléén in
onze streek dat de boeren op den hoop
toe nog bedacht worden met duizenden
franks boet, en met de schande als
woekeraar voor de gemeenschap te
worden uitgekreten I
De landbouwer in kwestie is Paul
Coppcns, Molenstraat te Haeltert. Hij
bezit juist gemeten 4 hectaren 85 ca. be
werkende land.
Hiervan moet hij leveren
3300 kgr. tarwe
1600 kgr. rogge
1500 kgr. gerst
700 kgr. haver
of samen 7100 kgr.
Die man heeft ook beeten, aardappe
len enz., zooals op alle bedrijven, maar
hij moet gemiddeld per hectare bewer
kende land 1466 kg. graan leveren.
Als de boeren met 100 hectaren in
dezelfde verhouding worden geschat
komt dit op 146,600 kg. graan.
We meenen dat het in die veronder-
(Zle vervolg onderaan 4e kolom).
De voortdurend meer om zich heen
grijpende neiging tot mechanisatie van
het landbouwbedrijf heeft, evenals op
nijverheidsgebied, talrijke reacties opge
roepen, welke voor een zeer groot ge
deelte werden bepaald door de omstan
digheden van het oogenblik.
Zoo ligt nog versch in de ooren het
verwijt, dat in de crisisjaren vóór den
oorlog dikwijls tegen het toenemende
gebruik van machienen werd geuit. n.l.
dat zulks leidde tot overbodigheid van
handenarbeid.
In dien tijd werd de persoonlijke ar
beid van den mensch sterk op den voor
grond geplaatst en men zal zich herinne
ren, dat bij de uitvoering van werkver
schaffingsplannen, bijvoorbeeld bij ont
ginningen, veelal de voorwaarde werd
gesteld, dat zoo weinig mogelijk machi
nale arbeid mocht worden aangewend.
Dit was radikaal mis, doch onze re
geerders zagen geen andere mogelijkheid
om de toentertijd heerschende ontstel
lend groote werkloosheid nog niet te
vergrooten. De tijden zijn nu veranderd.
Thans doet de noodzaak van een ver
hoogde landbouwvoortbrengst zich sterk
gevoelen, zoodat men behalve op de
kundigheid van den boer, de bemestings
factoren enz. het oog richt op een uit
breiding van de voortbrengst door het
meer gebruik maken van machines.
Hierbij dient evenwel te worden be
dacht, dat de band tusschen mechani
satie en verhooging van de voortbren
ging bij den landbouw in het algemeen
anders ligt dan bij de nijverheid. Im
mers, in het landbouwbedrijf, dat hier
vrijwel uitsluitend een boerenbedrijf is,
met zijn veelzijdige productie, geldt het
niet, door eenzijdige en sterke speciali
satie de prestatie te verhooging, maar
om de voortbrengst van alle onderdee-
len op te voeren, wil men het familie
karakter van zulk bedrijf niet aantasten.
Nu ook in ons land het inzicht groeit,
dat men den landbouw niet alleen maar
economisch moet zien en de boerderij
stelling, aan de leiders der Voedings-
korporatie zou toelaten 350 gram brood
per man te geven, in plaats van het
mager rantsoentje van 225 grammen I
Hierna volgt den brief in kwestie, ons
gezonden door een klein verbouwer uit
Moerzeke-Castel (bij Dendermonde) en
vooral handelend over het aardappel-
I vraagstuk.
We vragen aan de leidende personen
der Boerenkorporatie dezen brief met
aandacht te lezen en tusschen te komen
in deze onhoudbare toestanden.
Moerzeke-Castel 10-11-1941.
Achtbare Heer Bestuurder,
Ik neem de eerbiedige vrijheid dit
schrijven tot U te richten, aangaande de
eetaardappelen die in ruil zijn afgestaan,
maar dit ten koste van bezuiniging op
het dagelijks verbruik, want hier zijn vele
kleine bedrijven die geen eetaardappelen
in ruil kunnen geven. Zouden daarvoor
geen afdoende maatregelen kunnen ge
troffen worden
De hoogere instanties bevelen, dat er
uitbreiding dient gegeven aan de aar
dappelcultuur; maar, zijn er planters
Achtbare Heer Bestuurder, ons dorp
beschikt over veel te weinig aardappe
len uit hoofde, der verwoesting onzer
velden door de onderwaterzetting van
onzen polder in Mei 1940; niets is daar
voor gedaan om dat kwaad te herstel
len hier een voorbeeld; ik persoonlijk
verbouwde voor den oorlog 45 a 50 aren
eerstelingen, in 1940 zijn ze bijna allen
verwoest, zoodat we geene planters heb
ben kunnen houden van eigen kweek;
ten andere dit was uit den booze, omdat
we aangewezen waren van nieuwe inge
voerde planters te gebruiken, om de op
brengst zoo hoog mogelijk op te voeren
ten bate van de verbruikers. Niet wij
(Zie vervolg 2' bladzijde).
niet in de eerste plaats dient te beschou
wen als een "fabriek,, van landbouw-
voortbrengselen, treedt het vraagstuk
van de mechanisatie hier duidelijker
naar voren. Het toont drie beelden een
economisch, een technisch en een so
ciaal-politiek.
Daarom is het noodig niet enkel den
bouw van ons agrarisch bedrijf nader te
beschouwen, maar ook het beloop, dat
de ontwikkeling van de techniek in den
landbouw heeft genomen. Het is alge
meen bekend, dat tot dusver de voor-
dtelea van de mechanisatie van den
landbouw meer ten goede zijn gekomen
aan het groote dan aan het middel- en
kleine bedrijf. Zeer duidelijk kwam dit
naar voren, toen de tractor zijn intrede
deed, zoozeer zelfs, dat deze trap van
ontwikkeling een gevaar beteekende
voor het boerenbedrijf op zichzelf.
De tractor kan in de landbouwtech
niek een omwenteling worden genoemd
ea eest, toen deze machine werd voor
zien met rubberbanden, kon zij ook ren
dabel worden voor de kleinere bedrij
ven, daar zij, in tegenstelling met haar
primitieve voorgangster, in staat was.
den arbeid van paarden voor een groot
gedeelte te vervangen. Evenwel blijft de
huidige samenwerking met machines
voor bodemverwerking en oogst voor
het groote bedrijf een voorsprong vor
men, iets waaraan o.a. door de coöpera
tieve uitbating van machines in een aan
zienlijke mate wordt tegemoet gekomen.
Iu ons land vormen de bedrijven be
neden de tien ha. de overgroote meer
derheid. Hierop vinden ongeveer 70 °/0
vaa de grondgebruikers, wier hoofd
beroep landbouwer is, hun bestaan. Dit
maakt dat de uitbaters van grootere be
drijven slechts zeldzaam zijn. Daarbij
komt dan nog, dat een gedeelte van de
kleine bedrijven behoort aan tuinbou
wers, in wier bedrijven de mechanisatie
een andere rol speelt dan in den eigen
lijken Jandbouw.
Dit alles neemt echter niet weg, dat
de richting welke de landbouwtechnische
ontwikkeling inslaat, voor ons land en
voor onze boerenbevolking van het
grootste belang is. Zooals wordt vast
gesteld, staat ten aanzien van de me
chaniseering, afgescheiden van het be
lang voor den in de eerste plaats voor
het boerengezin zelf belangrijken land
arbeid, zijn vergemakkelijking op den
voorgrond, het breken van de toppen in
de bedrijvigheid in den landarbeid, in
het bijzonder bij den verbouw van hak-
vruchten.
De tractor, die, behalve trekkracht,
ook tot rijdende krachtbron is gewor
den, heeft met den schoovenverbinder
den bedrijvigheidstop in den graanoogst
gebroken. Thans gaat het er om, dat
zulks ook dan geschieden bij de arbeids
intensieve teelt van aardappelen en hak-
vruchten. Het doel is, de tot dusver
ontwikkelde en bij den aardappeloogst
vooral op groote bedrijven de veelvuldig
toegepaste rooimachine tot een zonder
verlies werkende voorraadsrooier van
hakvruchten te vormen. Toch blijft
daarenboven bij de teelt van laatstge
noemde gewassen nog het vraagstuk
bestaan der verzorging. Immers, om een
voorbeeld te noemen, het kappen ge
schiedt nog steeds met de hand en het
schijnt weinig rationeel slechts een ge
deelte van den kweek te mechaniseeren.
Volgens de vakkundige mededeelingen
bestaan goede vooruitzichten op een
machinaal kappen van de bieten met
overeenkomstige onkruidbestrijding.
Zoo blijft zelfs bij den huldigen hoo-
gen stand van de landbouwtechniek nog
een ruim programma voor de mechani
seering over, waarbij echter de gezichts
punten van het vraagstuk, zooals hier
boven gezegd drie in getal, in onderling
verband dienen te worden beschouwd
en in hun samenhang dienstbaar moeten
worden gemaakt aan de voedselvoor
ziening van ons volk, die op dit oogen
blik, waarom het verbergen nog veel
te wenschen overlaat.
TELEFOON 267.