Cijfers die tot nadenken stemmen Acute pensovervuiling bij het rund
'A'sêstf
Arbeid adelt
ÉM
LANDBOUWWEEKBLAD
Voor en door de
Landbouwers
AALST 9 FEBRUARI 1947.
Verschijnt iederen Zondag j 2ó$te JAARGANG Nr 1236
Abonnementsprijs
50 fr. 's jaars.
Bureelen
Zeebergkaai, 5, Aalst
Telefoon Nr 267.
Postcheckr. 1425.93.
Handelsr. Aalst 145.
Orgaan der S. M. REDT U ZELVEN.
Het overnemen van artikelen zonder aanduiding
der bron is streng verboden.
De medewerkers zijn verantwoordelijk
voor hunne bijdragen.
Aankondigingen volgens akkoord.
Volgens onlangs gepubliceerde sta
tistieken werd tijdens de negen eerste
maanden van 1946 door het Na
tionaal Instituut voor Landbouwkre
diet een totaal van 108 millioen frank
aan leeningen toegestaan. Op het ein
de van 1945 bedroeg het bedrag aan
leeningen door hetzelfde Instituut ver
leend enkel ruim 20 millioen frank.
Gedurende de laatste maanden be
reikte het gemiddelde der toegestane
a 11 ouwkredieten tusschen 15 en 20
millioen frank. Het biedt zijn belang
even stil te staan bij de belangrijke
toename der leeningen door de land
bouwers aangegaan bij voormeld
Instituut.
Vooreerst stelt zij een einde aan de
legende der enorme winsten verwe
zenlijkt door onze landbouwers tijdens
de oorlogsjaren.
Zooals wij het hier reeds meer
maals betoogden, hebben onze land
bouwers wel tijdens de oorlogsjaren
en tijdens de jaren welke op den oor
log zijn gevolgd abnormaal veel baar
geld ontvangen. Doch deze verhoog
de likwiditeiten beteekenen geen ver
hoogde winsten, doch vertegenwoor
digden grootendeels het bedrijfskapi
taal dat zij in aanzienlijke mate zagen
slinken ingevolge de vermindering
van hun veestapel door gedwongen
leveringen en opeischingen, ingevol
ge de onmogelijkheid hunne bedrijfs
gebouwen behoorlijk te onderhouden
en hun bedrijfsmateriaa! tijdig te her
nieuwen, ingevolge nog de onmoge
lijkheid hunne gronden voldoende te
bemesten, zoodat zij thans staan voor
uitgeputte landerijen.
Hierbij komt dat de blokkeerings-
maatregelen Gutt, gevolgd door de
zware uitzonderlijke belastingen, deze
aldus te gelde gemaakte kapitalen of
wel met onbeschikbaarheid hebben
getroffen ofwel hebben opgeslorpt.
Hierbij mag niet uit het oog worden
verloren, dat bij toepassing van de
uitzonderlijke belasting op de tijdens
den oorlog verwezenlijkte buitenge
wone winsten de landbouwers in een
nadeeliger toestand verkeeren dan de
algemeenheid der overige belastings-
plichtigen.
Immers, tengevolge der moeilijkhe
den welke zich tijdens de vorige jaren
bij meerdere financieele instellingen
waaronder ook machtige landbouw-
deposito-instellingen hebben voorge-
gedaan, waren talrijke boeren wan
trouwig gebleven voor de plaatsing
van hun spaargelden. Zij hielden deze
dan ook in hun kous, met het gevolg
dat zij bij de uitvaardiging der mone
taire maatregelen Gutt een belangrijk
bedrag aan bankbiljetten moesten
aangeven waaronder veelal niet te
onderschatten bedragen welke zij
reeds vóór 10 Mei 1940 bezaten.
Zooals hooger gezegd, vertegen
woordigden deze bankbiljetten voor
een ruim deel hun onmisbaar bedrijfs
kapitaal dat ingevolge de oorzaken
hooger aangestipt gedwongen te gel
de was gemaakt.
Daar de landbouwers aldus in de
onmogelijkheid verkeeren hun bezit
aan beschikbaar geld vóór den oorlog
te bewijzen, neemt het beheer der be
lastingen, ingevolge de bepalingen der
wet, enkel aan dat dit vóóroorlogsch
bezit aan bankbiljetten slechts 25.000
frank bedraagt. Het overige wordt
beschouwd als verworven tijdens den
oorlog. Men begrijpt dadelijk dat
deze regeling ongunstig is inzake de
toepassing der uitzonderlijke belasting
op de buitengewone winsten.
Leenen tegen fatsoenlijken intrest
is geen kwaad, op voorwaarde dat
de ontleende kapitalen worden aan
gewend tot het scheppen van nieuwe
voortbrengstmiddelen, zooals het
verbeteren der bedrijfsinrichting, het
aanschaffen van modern materiaal,
het aanwerven of aanvullen van den
veestapel, het verbeteren der gron
den. Doch wanneer het ontleende
geld moet dienen om geleden verlie
zen te delgen, om het verminderde
bedrijfskapitaal te herstellen, is het
een verrichting, welke niet mag wor
den herhaald, wil men den ondergang
voorkomen.
Hierbij komt dat in de huidige om
standigheden kredieten schaarsch en
dus duur zijn. De intrestvoet van het
Nationaal Instituut voor Landbouw
krediet gaat thans van 4 tot 4,75 °/o
naar gelang de belangrijkheid der
leening. Deze rentevoet, bijaldien hij
gunstiger is dan deze normaal ge
vergd door de private kredietinstel
lingen, dient toch als zwaar be
schouwd, jndien men rekening houdt
met de huidige rendabiliteit van den
landbouw.
De stijging van het aantal leenin
gen voor landbouwdoeleinden bewijst
echter ook, dat onze boeren het nut
beseffen van de verbetering hunner
uitbatingsmethoden, en dat zij be
trouwen hebben in de toekomst van
het landbouwbedrijf. Aldus geven zij
(Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom.)
Als ik over deze ziekte nu een en
ander wil zeggen, dan is dat wel hier
aan gelegen, dat ik de laatste dagen
veel geroepen wordt voor koeien met
een luie maag, die niet meer willen
eten en geen deminste melk meer ge
ven. Dat deze ziekte nu meer voor
komt dan op andere tijden van het
jaar, ligt aan het soort voeder dat wij
onze koeien moeten geven en aan de
lange stilstandperiode, waartoe de
dieren, tegen de natuur in, gedwon
gen worden.
Deze ziekte is dus niets ander dan
een plotse ophooping van een groote
massa moeilijk verteerbaar voeder,
wat dan het totaal stilliggen der pens
(eerste en grootste der drie voorma
gen, die de eigenlijke maag vooraf
gaan) voor gevolg heeft.
De oorzaken, waarop die acute of
plots optredende indigestie berust,
kunnen zeer talrijk zijn, maar meest is'
de fout te wijten aan den eigenaar
zelf, die zijn pas gekalfde koe te vlug
veel rauwe beeten toedient of te veel
krachtvoeder. Andere oorzaken zijn
het opnemen buiten den wil van den
eigenaar van een groote massa voe
der, bv. bij het zich 's nachts lostrek
ken, waarbij het den noodigen drank
natuurlijk niet inneemtbeschimmeld
en bevroren (vooral dezen Winter
moest hier voorzichtig mee omgegaan
worden) niet gereinigde beetenkop-
pen, verduft stroo, giftige planten als
tabak, boterbloemen en paarden
staart. Ijskoud water laten drinken is
af te raden.
Vooral oppassen wanneer de die
ren de seizoenverandering doorma
ken dus bij het op de weide komen
in de Lente en het op stal brengen in
den Herfst. Zeer geleidelijk moeten
wij hun magen laten gewennen aan
het ander voedsel.
Niet eigenlijke oorzaken zijn ook
het lang op stal staan, hoogdrachtig-
heid en vele ziekten, die, zooals het
ook bij den mensch het geval is, hun
weerslag hebben op de spijsvertering.
DE ZIEKTETEEKENEN zullen
dan ook wat van elkaar verschillen
naar gelang de oorzaak. Zoo zal bij
de koeien, die zich in het voorjaar te
goed hebben gedaan aan het jonge en
malsche gras en de sappige eerste
snede klavers, de pens sterk uitgezet
zijn zoowel door het voedsel als door
de gisting gevormde gassen, die zich
met het voeder mengen doordat de
maag stil ligt en dus de gassen niet
worden verwijderd (zie hierover meer
in een vorige bijdrage over Het op-
loopen der Herkauwers
In het begin voelt de linkerflank,
vooral onderaan, hard aan later,
wanneer de gassen zich met het voe
der mengen, wordt de flank malscher,
maar gaat meer naar boven toe uit
zetten. Men hoort nog dat de maag
werkt, dus dat er penssamentrekkin
gen zijn, maar deze zijn te flauw en
veel te talrijk het is alsof de maag
voortdurend werkt. De dieren weige
ren alle voedsel, drinken niet en her
kauwen niet. De meeste koeien kreu
nen en vele slaan met de achterpoo-
ten naar den buikwand, wat wijst op
hevige buikpijn, in ons geval dus
maagpijn.
Wanneer men de koeien zelf te
gaarne heeft gezien en hen daarbij te
veel krachtvoeder toediende, zal dus
het dier eerstdaags nadien of soms na
meerdere dagen sloot vallen. De ziek
teverschijnselen zijn dezelfde als hier
boven, behalve dat de maag slechts
onderaan uitgezet is en hard aan
voelt en dat de maagsamentrekkin
gen hier zeer traag, dus met groote
tusschenpoozen, optreden, ofwel soms
geheel en al wegblijven, zoodat de
maag dus werkelijk stil ligt.
De dieren zijn suf en lusteloos, ver
liezen hun haarglans, verplaatsen zich
moeilijk en met tegenzin of staan
soms te beven. De faces (vaste uit
werpselen) zijn in het begin vaster
dan naar gewoonte, dan met harde
stukjes er in, dan nog enkel harde
stinkende met slijm omgeven brok
jes. Soms maken de dieren in het ge
heel geen mest meer. Er zijn hier en
daar koeien, die braakneigingen ver-
toonen of zelfs braken. Ook kan de
vergiftiging, die volgt uit het opge
hoopte krachtvoeder, in de maag tot
zekere zenuwverschijnselen aanleiding
geven, die zouden doen verwarren
met kalfziekte.
Het spreekt vanzelf dat uieropbla-
zing of kalkinspuitingen, die steeds
genezing brengen bij kalfziekte, hier
echter niet de minste uitwerking
hebben.
Bij de indigestie met bedorven of
licht bevroren voedsel of bij over
gang van weide- naar stalvoeding en
omgekeerd, ziet men gewoonlijk dat
de dieren een paar dagen minder
goed eten, weinig herkauwen, terwijl
de mest eerder zeer dun kan zijn. De
penssamentrekkingen zijn ook iets
vertraagd.
(Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom)
SfiBxi
Es wxrs&saatv
i'
uauQOQoni
I in -