De Melkleveringsverplichtingen Het hoekje van den Veearts
in 1948.
Arbeid adelt
28e Internationaal
Salon van Machines en
Producten voor de
Landbouw»
LANDBOUWWEEKBLAD
Voor en door de
Landbouwers
AALST 14 FEBRUARI 1948.
Verschijnt iederen Zaterdag
27ste JAARGANG Nr 1289
Abonnementsprijs
50 fr. 's jaars.
Bureelen
Zeebergkaai, 5, Aalst
Telefoon Nr 267.
Postcheckr. 1425.93.
Handelsr. Aalst 145.
Orgaan der S. M. REDT U ZELVEN.
Het overnemen van artikelen zonder aanduiding
der bron is streng verboden.
De medewerkers zijn verantwoordelijk
voor hunne bijdragen.
Aankondigingen volgens akkoord.
Na de enting tegen Mond- en Klauwzeer.
(2' bijdrage)
Zoals medegedeeld in ons nummer
van 24 Januari, geven wij in deze bij
drage een beknopte toelichting der
bijzonderste bepalingen van het derde
besluit van 23 December 1947(Staats-
14 Januari 1948) betreffende de eigen
lijke melkleveringen.
Verplichte melklevering.
Behoudens de uitzonderingen hier
na voorzien, is ieder houder van
melkkoeien verplicht aan een erkende
zuivelfabriek zijner keuze de hoeveel
heid melk te leveren voorzien door
het hier besproken besluit.
Deze melk dient ter beschikking
gesteld van de zuivelfabriek aan de
kant van de dichtst bijgelegen rijweg,
of op het plaatselijk ophalingsstation,
of op het plaatselijk afromingscen
trum. In geval van betwisting om
trent het ophalingscentrum, wordt de
ze onderworpen aan een scheidsge
recht van een commissie, bestaande
uit de voortbrenger of zijn afgevaar
digde, de afgevaardigde van de be
trokken zuivelfabriek en uit een afge
vaardigde van de Minister van In
voer en Ravitaillering.
De ophaling der melk zal mogen
toevertrouwd worden aan een syndi-
kaat van zuivelproducenten erkend
door de Minister .van Landbouw
overeenkomstig de modaliteiten door
hem vastgesteld.
Vrijstelling van leveringsplicht
voor de houders van één
enkele koe.
Ingevolge art. 2 van het besluit, zijn
de houders van één enkele koe ont
slagen van elke leveringsverplichting
van melk of zuivelproducten, voor zo
ver er slechts één enkele koe op het
bedrijf aanwezig is.
De vrijstelling wordt niet toege
staan wanneer er verschillende koei
en in de uitbating gehouden worden,
zelfs wanneer zij aan verschillende ei
genaars toebehoren.
Worden enkel als houders van één
enkele koe beschouwd met het oog
op de vrijstelling van de leverings
verplichting
1) degenen als dusdanig erkend bij
de driemaandelijkse telling van de
veestapel op 15 December 1947;
2) degenen die op 15-12-1947 hou
ders waren van meerdere koeien en
wier veestapel achteraf verminderd
werd tot één koe, hetzij door sterfte,
hetzij door noodslachting van een of
meerdere koeien
3) diegenen die na 15-12--1947, in
gevolge andere omstandigheden dan
deze hierboven voorzien, houders ge
worden zijn van één enkele koe, moe
ten behoudens afwijking die eventu
eel kan worden toegestaan door de
Minister van Invoer en Ravitaillering
aan hun melkleveringsverplichting
voldoen op basis van het barema ge
voegd bij het besluit voor de houders
van twee koeien.
Vaststelling der leverings
verplichting.
De te leveren hoeveelheid melk
wordt forfaitair bepaald door bare-
ma's gevoegd bij het besluit welke
verschillen naar gelang het aantal
melkkoeien en het gebied waarbij de
gemeente van de melkveehouder
wordt ingedeeld.
Plaatsgebrek verhindert ons deze
barema's in hun geheel hier over te
drukken.
Deze barema's voorzien de leve
ring per maand van een bepaald aan
tal liter melk op grond van een vet
gehalte van 30 graad.
Deze te leveren hoeveelheid zal
verschillen volgens het aantal koeien
gehouden de laatste werkdag van vo
rige maand.
Voor de maand Januari 1948 even
wel, worden de leveringsverplichtin
gen berekend op basis van het aantal
koeien geboekt bij de driemaandelijk
se telling op 15 December 1947, re
kening gehouden met de wijzigingen
van deze datum af tot 31 December
1947 en regelmatig geboekt.
Bedoelde leveringsverplichtingen
zijn slechts vatbaar voor wijzigingen
in de volgende gevallen
1) Sterften en noodslachting en.
Indien deze zich voordoen in de loop
van een maand, worden zij in aan
merking genomen voor een vermin
dering der leveringsverplichting ten
belope van 100 0/o indien de sterfte
of noodslachting plaats had vóór de
15de der maand, en van 50 °/0 indien
zij voorkwam na de 15de der maand.
2) Droogstaan van melkkoeien.
De leveringsverplichting voor de
droogstaande koeien in de loop van
een bepaalde maand wordt vernie
tigd, mits indiening door de houder
van een getuigschrift van een veearts,
(Zie vervolg 4' bladzijde 1'kolom.)
Er is nu reeds een hele tijd verlo
pen sinds onze veeartsen van stal tot
stal trokken om al de hierin aanwezi
ge runddieren te vaccineren tegen
Mond- en Klauwzeer. Over 't alge
meen werden zij als met open armen
ontvangen, als zijnde door den hemel
gezonden als een reddende engel.
Want het spookte in het brein onzer
naarstige boeren, als zij hoorden dat
die zozeer gevreesde ziekte steeds
meer uitbreiding nam en zij dus ook
terecht mochten vrezen dat een of an
dere dag dat witte ontzag en vrees
inboezemende plaatje op hun eigen
erf zou opgehangen worden.
Nog al te fris stond dat beeld van
ellende tijdens de epidemie van 1937
voor den geestnog zag men uiers
vol blaren als levende klompen vlees,
nog zag men pijnlijk hinkende koeien,
nog zag men uitgemergelde karkassen
buitensiepen en overgoten met creo-
line en kalk diep in een put gestopt
of weggehaald door het vilbeluik, nog
zag men maanden nadien koeien ver
werpen, koeien kalven zonder opge
zette uiers. En die 65.000 boeren die
dat toen hebben meegemaakt en de
gene die het geluk hadden bij de zeld
zame te behoren bij wie deze ziekte
niet had toegeslagen, vreesden nu al
len dat hun inspanningen en offers om
den oorlog te eindigen met een uitge
lezen veestapel te vergeefs zouden
geweest zijn.
En daarom werd met zoveel geest
drift vernomen dat men de dieren
kwam inspuiten en nog wel koste
loos en dat dit zonder nadelige ge
volgen zou aflopen en aan de dieren
een immuniteit of onvatbaarheid zou
verzekeren van een tot twaalf maand.
En er werd naarstig geënt, hier en
daar ook tegen de wil in van sommi
ge achterlijke mensjes, maar meestal,
zoals ik hierboven reeds zei, gebeur
de dit met de volle goesting.
En nu dat alles zover voorbij is zijn
we wel bij machte te zeggen hoe de
uitslagen zijn geweest, of we op de
ingeslagen weg moeten voortgaan of
'n andere richting inslaan.
Het cijfermateriaal dat ik U zal
voorleggen werd mij welwillend aan
de hand gedaan door weledele Heer
Inspekteur Van den Bergh van den
Veeartsenijkundigen dienst van het
Zuidelijk deel van Oostvlaanderen.
Dit cijfermateriaal zal ons dus een
goeden en vrij betrouwbaren indruk
geven nopens de bereikte resultaten.
Sinds 1937-1938 is er geen veel
vuldig uitbreken meer te bespeuren
geweest van mond- en klauwzeer,
Binst den oorlog waren er enige ge
vallen vooral langs de Duitse grens.
Maar hierbij was het verloop meestal
goedaardig. Tot dan in 1944 plots een
inval dreigde uit Nederland. Onge
veer 100.000 beesten werden over
een brede strook langs de grens geent
en het gevaar was meteen geweerd.
In 1945 herhaalde zich weer datzelfde
spelletje aan de Noordgrens, en weer
is de invaller, als ik mij nu eens in
militaire termen mag uitdrukken, te
ruggeslagen, dank zij de mijnvelden
(ingeente koeien), die werden gelegd
en waar de vijand niet bij machte
was over heen te geraken.
In 1946 signaleerde men de vijand
te Hoei werd omsingeld en terugge
slagen. Uit Holland sijpelde dat gif
weer binnen... dank zij onze allestrot-
serende en nooit vermoeide smokke
laars wien dat hoegenaamd niets kon
schelen dat zij ons de vreselijkste aller
plagen kwamen overzetten, als zij
maar hun bloedgeld opraapten.
En ook uit Noord-Frankrijk dreig
de almeteens gevaar. West-Vlaande
ren betaalde eerst het gelag en nadien
de andere provincies.
('t Vervolgt). Veearts M. M.
Ter gelegenheid van deze uiterst
belangrijke tentoonstelling, welke
plaats heeft van 14 tot 21 Maart, in
de Eeuwfeestpaleizen van den Hey-
sel, wordt er door de
Jeugdvereniging van R. U. Z.
een REIS PER AUTOCAR inge
richt op DINSDAG 16 MAART.
Vertrek te 9 uur aan ons lokaal
De Koornbloem Grote Markt, te
Aalst.
INSCHRIJVINGEN ten bureele
van Redt U Zeiven, Zeebergkaai, 5,
Aalst, vóór 3 Maart.
De reis is kosteloos voor de leden,
die de lidkaart voor 1948 bezitten.
De
ECoornb.
loem