De Koninklijke Begrafenis van onze betreurde
VOORZITTER KAMIEL VAN DEN HAUTE.
I LANDBOUWWEEKBLAD I Voor en door de
Arbeid adelt 0rgaan dcr s. M redt U ZELVEN. Landbouwers
AALST 24 APRIL 1948.
27ste JAARGANG Nr 1299
Abonnementsprijs
50 fr. 's jaars.
Bureelen
Zeebergkaai, 5, Aalst
Telefoon Nr 267.
Postcheckr. 1425.93.
Handelsr. Aalst 145.
Het overnemen van artikelen zonder aanduiding
der bron is streng verboden.
De medewerkers zijn verantwoordelijk
voor hunne bijdragen.
Aankondigingen volgens akkoord.
In de zoete lente die dezer dagen het Vlaamse land c'oorbloe-
semt en doorgeurt hebben we, op een zachte, ietwat grijze en
mistige Aprilmorgen de betreurde Voorzitter van onze Beheerraad
ten grave geleid.
Het werd een teraardebestelling, zoals de mensen uit de streek
er wellicht nog geen hadden gezien en waarvan de geheugenis
voorzeker nog lange jaren in hun herinnering zal naleven.
Wanneer wij rond 9 1/2 uur de blonde zandweg die van de
steenweg naar het Hof ter Schoor leidt inreden, lag de onaf
zienbare lichtglooiende Ninoofse kouter stil en rustig in de vochtige
zoelheid van de milde lentemorgen. Het duurde een wijl vooraleer
de gebouwen der hoeve achter de boomgaard uit de mist kwamen
opduiken en wanneer wij stilhielden vóór de brede poort, was
daar reeds het aan- en afrijden der autos aan de gang, welke de
talrijke vrienden en bekenden aanbrachten die naar aloud kristelijk
gebruik ten sterfhuize hun afscheidsgroet kwamen brengen.
Het bestuur en het personeel van Redt U Zeiven was vol
tallig aanwezig en het was met een honderdtal onzer mensen, zon
der de afzonderlijk opgekomen leden te rekenen, dat wij onze
Voorzitter naar zijn laatste rustplaats uitgeleide zouden doen.
Bij het betreden van de binnenkoer der hoeve trof ons on
middellijk een beeld, dat niemand van ons zo licht vergeten zal.
Een lange, vierwielige boerenkar, overspannen met een hagel
blanke linnen huif stond vóór de woning, bespannen met vier
stoere, bonkige Brabantse paarden. De vloer der kar lag bedekt
met goudgeel lang stro en dit was nu de symbolische wagen, die de
meester straks traag en plechtig op zijn laatste tocht voeren zou.
Stil en lijdzaam, als wisten ze welke kostbare en tevens treu
rige vracht ze straks te trekken kregen, stonden de paarden. Ze
trappelden of dansten niet, doch stonden stil en lijk ingetogen',
bewust als ze ervan schenen dathet hün meester was, die ze de eer
hadden op zijn laatste reis te voeren en als deelden ze mede in de
droefheid die, stil, onzichtbaar en ongehoord over de omliggende
velden hing.
Wij traden een voor een het sterfhuis binnen, bogen voor het
lijk, prevelden een kort gebed, tekenden de kist met het teken der
verlossing en begroetten eerbiedig de familie, die zwijgend langs
de met zwart rouwfloers omhangen wanden stond opgesteld.
Steeds meer geburen, vrienden, kennissen en familieleden
kwamen intussen verder aan per auto, per flets, te voet om beurte
lings de hoeve voor een laatste begroeting te betreden en steeds
maar groeide de hoop mensen die buiten de poort wachtten, aan.
Eindelijk kwam de wijtewagen statig buitengerold en trok
langzaam de veldweg in. Onder de witte huif, op het blonde stro,
vlekte het donker hout der kist met de bronzen Kristus, waarop af
en toe een verloren lichtstraal glom.
Stilaan kwam er beweging onder het volk en werd de
lijkstoet gevormd. Vooraan de stoere vaandeldrager onzer vereni
ging, met op zijn schouder in de plooien gerold, het rijk geborduurde
bonte vaandel. Vervolgens een drietal gedragen rouwkronen van
Redt U Zeiven, van het Landbouwcomice van het kanton en van
het Verbond der paardenkwekers. Ten slotte de traag dokke-
rende huifkar met haar betreurde last, gevolgd door de familie
leden en verder de lange, lange stoet der medetreurenden en
belangstellenden.
Onwillekeurig kwamen ons op dit ogenblik enkele verzen
van het beroemd gedicht van Guido Gezelle uit Kerkhofblommen,,
te binnen en in onze geest skandeerden we met de stap der
paarden mee
Traagzaam trekt de witte wagen
door de stille strate toen,
en 't is wenen en 't is klagen
dat ze bin' de wij te doen.
Stap voor stap, zo gaan de peerden,
traagzaam, treurig, stille en stom,
en zij kijken, of 't hun deerde
dikwijls naar hun meester om.
Weldra bereikten we de steenweg en, eens daar, werd de
plechtige stilte der omliggende landouwen als het ware nog ver
sterkt door de trage, statige stap der paardenhoeven en het ratelen
der karwielen op het vlakke beton. Lang is de weg van het Hof
ter Schoor naar de weelderige Renaissence kerk van de Heilige
Cornelius te Ninove en wij zouden er ongeveer drie kwart uurs op
zetten om het heiligdom te bereiken.
Rondom de wijtewagen stapte een erewacht gevormd door
een afvaardiging van het bestuur van R. U. Z. bestaande uit de
heren O. Caudron, bestuurder, en F. Wynant, afgevaardigde
beheerder afgevaardigden van het Landbouwcomice van het
kanton Ninove en van het Verbond der Paardenkwekers van het
gewest Ninove.
Overal waar de lijkstoet voorbijtrok kwamen belangstel
lenden te voorschijn, die met nieuwsgierige en ietwat verwonderde
en vragende blikken dit voor hen ongewone schouwspel en de lange
witte lijkwagen bleven nakijken. Het was werkelijk iets ongewoons
een mens te zien begraven, niet in de conventionele en dikwijls wan
smakelijk versierde lijkkoets, maar in een witte boerenwagen.
Verwondering lag in veler ogen en toch trof de symboliek hen,
keurden zij het onbewust goed en begrepen zij het dat de boer, de
meester van het hof op zijn kar werd vervoerd, getrokken door
zijn paarden, waarmede hij God weet hoe lange jaren en hoe ontel
bare malen zelf zijn oogst had aan- en afgevoerd.
(Zie vervolg 4' bladzijde.)
■nfTlWlMMFiTTrHrglllllHIB ÉIMHIM iW III ill II Willi Ml lili— I
De Koornbloem