Plantaardappelen uit Denemarken. Arbeid adelt Het groot belang ener degelijk uitgeruste zuivelnijverheide LANDBOUWWEEKBLAD I Voor en door de AALST 28 OOGST 1948 Verschijnt iederen Zaterdag 27ste JAARGANG Nr 1317 Abonnementsprijs 50 fr. 's jaars. Bureelen Zeebergkaai, 5, Aalst Telefoon Nr 267. Postcheckr. 1425.93. Handelsr. Aalst 145. Orgaan der S. M. REDT U ZELVEN. Landbouwers Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. Het belang van de zuivelproductie voor de economie van het land wordt uitgewezen door volgende cijfers vóór de oorlog werd 75 °/0 van het totaal landbouwinkomen opgeleverd door de verkoop van dierlijke pro ducten en in dit bedrag vertegen woordigde de opbrengst der zuivel producten 27 °/o. Indien tijdens de oorlog de verhouding voor een deel werd verlegd naar de plantaardige producten, dan zijn wij, naarmate se dert het einde van de oorlog de te rugkeer tot normale toestanden plaats vond, ook teruggekomen tot de vóór oorlogse verhoudingen. Doch het belang der zuivelproduc tie had in België niet voor gevolg, een gelijklopende uitbreiding der zui- velnijverheid of anders uitgedrukt een doelmatige bewerking van de melk volgens industriële methodes. Vóór de oorlog geschiedde de ver vaardiging van boter nog grotendeels op de hoeve. De verbruiksmelk werd vooral als rauwe melk door de ver bruiker gekocht. De industriële bewerking van melk en kaas en andere derivaten was eer der gering. Wel bestonden er in Bel gië vóór de oorlog zowat 700 melke- rijen of zuivelbedrijven. Doch de meesten onder hen waren onvoldoen de uitgerust en beschikten niet over voldoende financiële en technische mic'dden voor een rationele bewer king der melk. Zij waren niet bij machte producten van hoge kwaliteit voort te brengen met een minimum van kosten. Deze toestand betekende voor ons land een aanzienlijke handicap ten opzichte van naburige zuivellanden zoals Denemarken en Nederland. Deze twee landen waren er toe ge komen een groot aantal degelijke in gerichte en flink geleide zuivelfabrie ken tot stand te brengen waar uitste kende producten werden voortge bracht, die aan de onze een scherpe concurrentie op eigen markt aande den. De melkveehouders in deze landen hadden vlug begrepen dat de levering hunner melk aan de fabriek, hun op gebied van valorisatie hunner pro ducten merkelijke voordelen oplever de, en hadden niet geaarzeld stevige coöperatieve zuivelfabrieken op te richten. Het kan immers niet geloochend worden dat in de meeste gevallen de melkbewerking op de fabriek heel wat voordelen biedt onder oogpunt van conditionering der grondstoffen, bewerking, mecanisatie, standardisa- tie en bewaring. Nu wij op de vooravond staan van de economische Unie met Nederland waar de zuivelfabricatie zeer flink is ingericht, is het vraagstuk der moder nisatie onzer zuivelnijverheid van uit zonderlijk actueel belang, indien wij het hoofd willen bieden aan de Ne derlandse mededinging. Het is im mers een feit, dat op de verruimde vrije markt onzer twee landen de ver bruikers de voorkeur zullen geven aan de producten van de beste hoe danigheid. De vraag dient dan ook gesteld hoever het staat met onze zuivelnijverheid. Aan een studie welke de heer K. L. De Vriendt, directeur van de Natio nale Zuiveldienst, vóór enkele tijd heeft gepubliceerd in de Standaard ontlenen wij volgende gegevens De heer De Vriendt betoogt dat alhoewel wij van de Hollanders en de Denen nog heel wat te leren hebben, wij toch niet met ledige handen staan. Vooreerst houdt de toekomst van onze zuiveleconomie verbandt met het vraagstuk van de vermindering van kostprijs der grondstof. Hiervoor komen in aanmerking veeverbete ring, rationele voeding en bestrijding van besmettelijke ziekten. Op deze gebieden werd de laatste jaren heel wat gepresteerd en zijn onze boeren nog bereid een grote inspanning te doen. Vervolgens stelt zich het probleem van de valorisatie van de melk, t.t.z. van het voortbrengen van een zo groot aantal zuivelproducten van ho ge kwaliteit en rendabiliteit. Het is een feit, zo betoogt de heer De Vriendt, dat wij meer moeten kunnen fabriceren dan boter. Inge volge de concurrentie van vreemde boter en van de margarine is het niet waarschijnlijk dat wij zullen kunnen voortgaan met 60 °/o van onze melk productie om te zetten in boter. Het valt ten andere te bezien of deze fa bricage winstgevend zal blijven. In dit verband mogen wij zeggen dat enkel boter van hoge kwaliteit nog afnemers zal vinden tegen fatsoenlijke prijzen. Er dienen dus andere uitwegen ge zocht voor onze melk en hier ligt dan (Zie vervolg 4' bladzijde 1'kolom.) Zoals we in een algemeen verslag over de stand van de plantaardappe len hebben meegedeeld zijn de uitsla gen van de Deense planters in ver houding met Hollandse zeer goed. Algemeen dient gezegd dat de Muizen en Alpha welke we verleden jaar kregen het minstens zo goed of beter doen dan de beste Hollandse en Friese. In ons land werden verleden jaar 6100 tons of 610 wagons van 10.000 kilo planters uit Denemarken inge voerd en verdeeld over de verschil lende streken. Er kwamen nogal klachten over de sortering en verpakking. De sortering ging van 30 tot 55 millimeter door snee. Naar we vernemen zullen de Deense kwekers dit jaar een prachti ge sortering leveren zodat dit euvel hiermee zal uitgeschakeld worden en Denemarken nevens Holland de le verancier zal zijn van planters zowel voor België als voor andere landen. Op dit ogenblik levert Denemar ken planters aan Engeland, Frank rijk, België, Duitsland, Zweden en Zuid-Amerika. De handelsbetrekkin gen met andere landen worden uitge breid en nieuwe afzetgebieden wor den gezocht, gezien dees jaar 140.000 Hectaren aardappelen werden ver bouwd waarvan 65.000 Heet. voor de keuring werden ingeschreven. Denemarken is omringd door de Noordzee en de Baltische zee. Het zeeklimaat bevordert de kans tot het kweken van zuivere rassen. Er is op dit ogenblik geen ziekte te bespeuren en terloops dient gezegd dat in gans het land geen enkele coloradokever wordt waargenomen. Aan de grens staan alle middelen gereed om de strijd tegen de kevers aan te binden, voor zoveel deze uit het zuiden mochten opdagen. Tien tallen vliegtuigen staan slagvaardig en honderde sproeitoestellen en ap paraten. Enkele aanmerkingen en wetens waardigheden over dit land, de land bouw en de aardappeloogsten in het bijzonder, zullen onze lezers zeker be lang inboezemen. Ze werden opgete kend bij ons bezoek in Juli van dit jaar. Denemarken ligt ten Noord-Wes ten van Duitsland en bestaat uit het schiereiland Jutland en enkele eilan den waarvan Zeeland het voor naamste is. De hoofdstad Kopenha gen ligt op het eiland Zeeland. Algemeen wordt gemeend dat De nemarken een platte bodem heeft, zo als Holland. Niets is minder waar. Er zijn weinig landen die zoveel on effenheden vertonen. Het zijn geen bergen als Zwitserland, maar veeleer heuvels aan wier voet een klein meer of een of ander zeearm ligt. Heuvels en dalen en ook kleine hoogvlak ten waar de landbouwgronden liggen. Men verbouwt veel graangewas sen, vooral gerst, rogge, haver, op de lichte- en heidegronden, terwijl tarwe enkel op zwaardere gronden voorkomt. Beten, koolrapen, aardap pelen, en ook beetzaadvelden vind men overal. De weilanden zijn ook als bij ons vooral langs de lage en vochtige kanten te vinden. Vanaf 1932 begonnen in Denemar ken de keuringsdiensten voor de plantaardappelen. In Holland waren deze reeds 10 jaar vroeger begonnen. De keuring gebeurt twee of driemaal te velde en een laatste maal bij de sortering en verpakking der planters. De stand der aardappelen is alge meen goed, niet zo geweldig als bij ons, waar stikstof in overvloed is, maar zeer zuiver voor wat ziekte en rasechtheid betreft. Bij de tientallen velden welke we bezochten werd geen enkele zieke struik aangetroffen. Het staat vast dat het meer Noordse zeeklimaat er grote schuld aan heeft, maar ook mogen we de pogingen der boeren, die verschillende malen be sproeien niet onderschatten. De boerderijen zijn algemeen tus sen de 30 a 150 Hectaren. De gron den worden bewerkt met behulp van paarden, maar ook van menige trac tor. Ingevolge de droogte van deze Zomer we menen dat al de regen naar België werd gezonden zijn het stroo van de graangewassen on gewoon kort gebleven. Gebrek aan stikstof dat van België en andere lan den moet worden ingevoerd en waarvoor niet altijd de nodige de viezen beschikbaar worden gesteld, is hieraan ook niet vreemd. In de zand- en heidegronden zijn de partijen omringd door hagen, zo als bij ons in het Waas- en Meetjes land, meestal uit prachtige sparren welke op een rij tussen de velden worden geplant en tegelijk een sieraad en een windscherm zijn. Het vee is donkerrood als bij ons in Veurne-Ambacht. We bezochten (Zie vervolg 4t bladzijde le kolom). De Koornbloem

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1948 | | pagina 1