ONZE WITLOOFTEELT Opening T Rijkslandbouwhogeschool te Gent. Arbeid adelt Rechtskundige Dienst 7ste JAARGANG Nr 1325 Verschijnt iederen Zaterda AALST 23"~OCTOBER 1948. Abonnementsprijs 50 fr. 's jaars. Bureelen Zeebergkaai, 5, Aalst Telefoon Nr 267 Postcheckr. 1425.93. Handelsr. Aalst 145 LANDBOUWWEEKBLAD I Voor en door de Orgaan der s. M. REDT u ZELVEN. Landbouwers Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. De witloofteelt biedt voor onze landbouw een aanzienlijk sociaal en economisch belang dat uitgewezen wordt door volgende cijfers. Niet minder dan 7.000 gezinnen in ons land vinden hun bestaan in deze speciale teelt, waarbij dienen gevoegd de tal rijke personen die betrokken zijn in de handel welke zich rond de teelt heeft ontwikkeld. Het economisch belang voor onze uitvoerhandel wordt aangetoond door het feit dat in normale omstandighe den ruim 25 millioen kg. witloof hun afzet vinden in het buitenland, wat voor de betalingsbalans van ons land een factor is van niet te onderschatten betekenis. De betalingsmoeilijkheden, waar mede de afnemers van ons witloof in het buitenland en meer bijzonder Frankrijk te kampen hebben,'zijn oorzaak dat onze witlooftelers de ko mende weken met bezorgdheid en kommer tegemoet zien. Immers dit jaar werden 4500 ha. aan de teelt besteed en de opbrengst wordt geschat op 45 millioen kg. Het binnenlands verbruik wordt geraamd op 15 tot 17 millioen kg., zodat 25 tot tot 28 millioen kg. afzet moeten kun nen vinden in het buitenland. In 1947 kenden onze witloof-telers een slecht seizoen Onze uitvoer be reikte immers maar 17,5 millioen kg. verdeeld als volgtNederland 5 mil lioen kg., Zwitserland 2 millioen kg., Amerika 350.000 kg. en Frankrijk 9,5 millioen kg. op de 17,5 millioen kg. welke het zich door het handels- accoord verbonden had af te nemen. Frankrijk beriep zich op het aan zienlijk tekort zijner betalingsbalans met de Belgisch-Luxemburgse Eco nomische Unie ter verrechtvaardiging van de 8 millioen kg. waarvoor regel matig was gecontracteerd. De vooruitzichten. Op dit ogenblik zijn de vooruit zichten niet bepaald rooskleurig. Wel is er reeds een overeenkomst getrof fen voor de uitvoer van 2.000 ton naar Zwitserland en 600 ton naar Engeland. Ook bestaan er betrekke lijk gunstige vooruitzichten voor de uitvoer naar Nederland, Duitsland en de Verenigde Staten. Doch de con tingenten voor deze landen zijn te gering opdat zij een voldoende op lossing kunnen brengen aan het vraagstuk van de afzet van ons wit loof. De onmisbare markt voor ons witloof blijft Frankrijk. Wat dit land betreft zijn er tot heden geen bepaalde mogelijkheden gekend. De financiële toestand van Frankrijk is nog steeds kritiek. De betalingsbalans ten overstaan van de Belgisch-Luxemburgse Unie vertoont een steeds toenemend tekort. Frank rijk, ingevolge de talrijke stakingen en de sociale onrusten, komt er niet toe zijn leveringen aan ons land te verhogen om aldus het nadelig saldo zijner betalingsbalans te verminde ren. Het heeft tot heden slechts voor een gering deel van ons land de goe deren afgenomen waartoe het zich had verbonden bij het sluiten van het handelsaccoord. Onderhandelingen zullen eerstdaags plaats hebben tot verlenging en herziening van dit ac- coord. Wij dringen ten- zeerste aan bij onze Ministers van de Buitenlandse Handel en van Landbouw opdat bij de vaststelling van de goederenlijsten op te nemen in de nieuwe handels overeenkomst met Frankrijk aan de witloof een billijke en ruime plaats worde voorbehouden. Er dient sterk aangedrongen opdat Frankrijk een deel van de bijzondere kredieten, welke aan dit land werden toegekend in het kader van het Mars hallplan onder vorm van trekkings recht op België, zou aanwenden voor de aankoop van witloof in ons land. Alleszins moet de Regering de ver eiste maatregelen treffen om de nodi ge kredieten ter beschikking te stellen om de witloofuitvoer naar Frankrijk te financieren. Aan een afvaardiging van de wit loofkwekers heeft de heer Minister van Buitenlandse Handel onlangs be loofd al het mogelijke te doen om de uitvoer van witloof naar Frankrijk te bevorderen. Hij deelde mede dat reeds een voorstel werd gedaan voor de levering van een eerste contingent van 4.000 ton. Wij spreken de wens uit dat de Belgische vertegenwoordi gers met de passende vastberadenheid zullen optreden tegenover de Franse afgevaardigden. Van de uitslag hunner onderhande lingen hangt immers de toekomst af van deze voor onze landbouw zo be langrijke teelt. In tegenstelling met wat in ons vorig nummer verscheen zal onze rechtskundige geen zitdag houden op Zondag 24 dezer, maar wel op ZONDAG 31 OCTOBER, tussen 10 en 12 uur, in het lokaal De Koornbloem„ Grote Markt, Aalst. Op Dinsdag 5 Oktober 11. had te Gent de plechtige opening plaats van het Academisch jaar aan de Rijks landbouwhogeschool. Bij deze gelegenheid werd tevens het vijf en twintig-jarig jubileum ge vierd en werden de nieuwe gebou wen, gelegen, Coupure Links, inge huldigd. Deze plechtigheid had plaats in aanwezigheid van verschillende voor aanstaande personaliteiten waarbij vooral opgemerkt werden de HH. Huysmans, Minister van Openbaar Onderwijs, Orban, Minister van Landbouw, Goormachtigh, rector van de Gentse Universiteit, Brouwer rec tor van de Landbouwhogeschool te Wageningen (Nederland), Dumon, directeur van het Landbouwinstituut te Leuven, Van den Boogaerde, gou verneur van de provincie Oost- Vlaanderen, enz. In zijn openingsrede wees Rector Baptist er op, dat de Rijkslandbouw hogeschool in November 1919 werd opgericht. Hier zouden landbouw kundig ingenieurs worden opgeleid in de Nederlandse taal. De opening van de Rijkslandbouw hogeschool had plaats op 20 Octo ber 1920 door wijlen Prof. Van Dam me. Tevens werd een proefhoeve op gericht te Melle, wat een beteelde oppervlakte van 60 Ha. De Rijkslandbouwhogeschool nam een zo sterke uitbreiding dat weldra aan nieuwe gebouwen moest worden gedacht. De oprichting van nieuwe gebouwen werd aangevat in 1937 en deze zijn nu voltooid. Vervolgens gaf Rector Baptist een overzicht van het wetenschappelijk werk en de opzoekingen welke gedu rende het verlopen academisch jaar werden gedaan. Tal van aspecten dienen nog te worden onderzocht. Door de regering en particuliere or ganismen werd milden steun verleend voor de voornoemde opzoekingen. Vervolgens werd een uiteenzetting gegeven door Prof. Dr E. De Vries, uit Wageningen, welke sprak over De Landbouw in de Beneluxlanden in verhouding tot de landbouw overzee.» Spreker wees er op dat, in tegen stelling met de andere landen, de landbouw in onze provinciën, reeds van in de Renaissance, intensief werd uitgebaat. De kustprovinciën waren hierin toonaangevend. In de vroege middeleeuwen werd reeds het poldersysteem ingevoerd. In deze provinciën, waar de moeras sige gronden dienden ontgonnen, kon zulks het best geschieden door de boeren een grote vrijheid te laten, wat hun tevens aanzette tot uitbreiding van hun bedrijf Deze vrijheid heeft dan ook zijn stempel gedrukt op de bedrijven, ze vormden geen gesloten huishouding, maar de boeren stonden in contact met de markt voor de afzet van hun producten. Na een overzicht te hebben gege ven van de ontwikkeling van de land bouw welke tamelijk voorspoedig is geweest, werd de aandacht er op ge vestigd dat de massalen invoer van Russisch graan in 1820 een eerste crisis deed uitbreken. Het verminde ren van de oppervlakte gewijd aan granen en het vervangen van deze door aardappelen en andere hak- vruchten bracht hierin een reddiftg. Nadien kwam in 1880, door-de ver hoogde productie in Amerika, een nieuw gevaar opdagen, De ontgin ning van nieuwe gronden, de mecha nisatie en de verbetering van de scheepvaart liet toe dat onze gewesten meer en meer de invloed ondergingen van deze uitvoer. De verschillende landen reageer den hevig op een afzonderlijke manier. In Duitsland en Frankrijk werden hoge invoerrechten toegepast om de produktie te beschermen. In Engeland kwamen de producten vrij binnen, wat noodlottig is geworden voor de landbouw in dit land. In België en Nederland werd de middenweg gehouden door een be perkte regeringshulp. Door deze be perkte tussenkomst werd de land bouw in deze landen aangewakkert zich aan te passen aan de nieuwe economische omstandigheden. Het is gedeeltelijk hieraan te danken dat onze landbouw opgedreven werd tot de beste van Europa. Gedurende de periode van 1929- 1940 deed zich een nieuwe crisis voor welke vooral een gevolg was van de moderne techniek welke het mogelijk maakt producten in te voeren waar van vroeger geen sprake was. Onder deze producten komen vooral voor bevrozen vlees, condens melk, con serven, enz. Hiertegen werd gereageerd door Zie vervolg 4t bladzijde le kolom). oorn

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1948 | | pagina 1