ALLERHEILIGEN Actieve landbouwpolitiek in Engeland Arbeid adelt LANDBOUWWEEKBLAD Voor en door de Landbouwers AALST 30 OCTOBER 1948 Verschijnt iederen Zaterdag 27ste JAARGANG Nr 1326 Abonnementsprijs 50 fr. 's jaars. Bureelen Zeebergkaai, 5, Aalst Telefoon Nr 267. Postcheckr. 1425.93. Handelsr. Aalst 145. Orgaan der S. M. REDT U ZELVEN. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. In ons "voorplaats,, hangt tegen de muur het getekend portret van ons Meter zaliger, 't Was op een weddingschap met nonkel Jan, die ook een tekenaar was, dat wij ons Meter om-ter-best eens zouden na tekenen. Ze ging toen naar de negen tig toe. Haar gezicht was nog vol en rond, haar ogen nog levendig en met een straaltje vuur erin, haar lippen hield ze straf op mekaar gedrukt. En ze droeg een zwart mutsje met veel kantjes en blinkende ronde schilfer tjes. Toen ons "werk,, af was en we mekaar bekeurden, moest nonkel Jan zelf bekennen dat mijn portret veruit het schoonste, het meest gelijkende en vooral het sprekendste was. Ik zeg dat niet om te stoefen maar nu nog staat iedereen, die Meter heeft ge kend, er even voor stil Maar dat is nu Meter geheel en gans. Dat moogt ge niet wegdoen... En dat portret gaat niet weg want het is het enige houvaste gebleven van het symbool dat Meter in ons leven geworden is. In dat portret zien we niet alleen haar maar al de men sen, honderdenmensen, die reeds lang dood zijn, die wijzelf niet eens hebben gekend, maar waarvan zij zo dikwijls, schoon en eenvoudig en ontroerend heeft verteld. Wij, dat zijn de kleinkinderen, van boven de dertig. De achterkleinkin deren weten daar niet meer over mee te spreken. Zij behoren tot een ander geslacht. Dat geslacht heeft geen ge neugte meer aan oude mensen en oude verhalen. Dat geslacht heeft alleen nog zin in heel wat anders in sport, uitgaan, kamperen... Ik zie dat aan mijn eigen kinderen. Zij hebben Meter nooit gekend. Zij stellen geen belang meer in het verleden. Alleen de dag van vandaag telt voor hen. En de toekomst Och, Here, de toe komst kan weer een nieuwe oorlog zijn. Waarom zouden ze aan de toe komst denken. Maar wij, het geslacht dat hen vooraf gaat, wij hangen met alle vezels vast aan het verleden, om dat wij dat verleden nog schoon en goed en vol edele mensen geweten hebben. Is dat bij u ook het geval Of is dat misschien omdat wij stilaan een dag ouder Worden >9. Toen ons Grootvader op sterven lag, was een van de laatste raadge vingen deze Zorg goed dat moe der (dat was ons Meter) hiet meer op de schelf moet gaan. Die steile ladder is veel te gevaarlijk.,.,, Ik heb het ons Meter zelf tientallen keren horen vertellen. Ik heb hem nooit gekend, maar medunkt dat ik hem daar zie liggen. Hoe hij was, wat hij deed, wat hij verwezenlijkte, zijn tegenkan tingen... alles weten we van hem door ons Meter. En ons Meter vertelde van haar broers en zusters, van haar schoonbroers en schoonzusters, van verre en dichte aanverwanten, van geburen... Van iedere familie kennen wij de geschiedenis drie geslachten diep levensvreugde en drama's, ar beid en armoe, geboorten en dood... Dood... Ze zijn allen overleden. Ook ons Meter is gestorven, uitge gaan als een kaars, 93 jaar oud. Wat is een mens toch ondankbaar en ver gefelijk. Hoe dikwijls denken wij nog aan hen Wij zitten wel veel bezig' in dat verleden, maar dan leven wij slechts in onze verbeelding met hun menselijke daden en doeningen mee. Er is daar geen wezenlijkheid meer meegemoeid. Slechts één dag is er, Allerheiligen dag, waarop wij naar het diepere bestaan tasten van al die mensen die in ons hart nog een warm plaatsje hebben behouden. Want ze zijn niet dood. Ons Meter is niet dood. Zij leeft, ze leven allen nog. Hun ziel triomfeerde over de stof en vandaag gedenken wij hun triomf. Ze zitten aan, aan de eeuwige dis voorgezeten door de Lieve Heer die alles schiep. En vandaag zegt die Lieve Heer Proficiat aan allemaal. Gij hebt de goede strijd gestreden en de kroon van de hemelse geneugten verdiend!,, En allemaal knikken ze Ons Lief Vrouwke en Sint Pieter, ons Meter en nonkel Jan, de milliarden mensen die de goede maar soms weerbarstige aarde bewoonden en die de eeuwige kroon hebben verdiend met hun bloed, met hun deugd, met hun een voud, met hun kleine offers, met hun sterke daden, met hun gewoon leven van dagelijkse plicht. Wij, wereldkinderen, die nog strij den om de Palm, juichen mee met die triomferende hemelingen en zeggen Proficiat allemaal Maar laat ons niet in de steek. Helpt ohs waar gij kunt helpen en waar we het nodig hebben. En vandoen hebben wij het. Want de tijden zijn hard en harteloos. Geeft ons de moed der martelaars om, mocht het zo ver komen, ook ons bloed veil ?e hebben voor ons Ge loof geeft ons de deugd der maag- (Zie vervolg onderaan 3de kolom.) Tijdens de verlopen vijftig jaren vóór de jongste wereldoorlog, werd de landbouw in meerdere landen van West-Europa, waartussen Groot- Brittannië en ook ons land, onderge schikt gemaakt aan de nijverheid. Bij de bepaling van de economische po litiek genoot deze laatste de voorrang, terwijl aan de belangen van de land bouw door de ovtfrheid enkel aan dacht werd besteed in functie van deze der nijverheid. De gebeurtenissen hebben echter aangetoond dat een evenwichtige economie enkel mogelijk is mits een bloeiende landbouw, dat deze tijdens de oorlogsjaren de zware taak moest •uitvoeren, te voorzien voor het leeu wenaandeel in de bevoorrading der bevolking en dat een kapitaalkrachti ge landbouwbevolking een noodzake lijke factor is bij de afzet der nijver heidsproducten op de binnenlandse markt. Groot- Brittannië, nijverheidsland bij uitstek, voert dan ook sedert het einde van de oorlog een werkdadige politiek tot bevordering van de land bouw. In een rede onlangs gehouden voor een belangrijke vergadering van land den om de eer en de onschuld te mo gen bewaren geeft ons de eenvoud der monikkenom niet te verzinken in aardse glorie geeft ons de offergeest der kluizenaars opdat het slijk der aarde ons niet doet ten onder gaan geeft ons de sterke wil der geloofs verkondigers opdat ook wij zonder schroom vooruitkomen voor onze Christelijke waarden geeft ons een beetje van die stille bescheidenheid, van dat eenvoudig geloof, van die dagelijkse plichtsbetrachting om even als ons Meter en evenals die millioe- nen vaders en moeders te leven, een leven zonder grote daden, maar met een inzicht dat we elke dag steeds dichter naderen tot de feestdis waar aan gij allen nu de gevierde genodig den zijt. Eens willen wij er bij zijn, triomferend met u rond de Heer die dan ook zijn Proficiattot ons zal richten.,, - Meter, uw portret hangt bij ons in de voorplaats Neen ik zal het nooit wegdoen, want uit uw dromen de ogen wellen al die schone verhalen over mensen, die we slechts eenmaal per jaar, op Allerheiligen, wezenlijk gedenken in ons communicerend ge bed van de strijdende met de triom ferende Kerk. bouwers te Aylesburg, heeft de graaf van Huntingdon, parlementair, secre taris van de Minister van Landbouw en Visserij, gewezen op de gewichtige taak welke aan de landbouw is weg gelegd in de Britse, economie. Hij betoogde dat de landbouwvoort- brengst dient opgevoerd, zonder de grote hoeveelheden ingevoerd vee voeder die vóór de oorlog ter be schikking stolden. Hij onderzocht de bijzonderste middelen welke tot ver hoging der landbouwproductie dienen aangewend De graslandverbetering. Een der middelen om de veevoe derpositie op te voeren is de verbete ring van het grasland. Er zijn, zo betoogde de graaf van Huntingdon, nog duizenden acres die door een be tere bemesting en een gepaste uitba ting een veel grotere opbrengst kun nen geven. De Britse regering spant zich dan ook in om de boeren in deze richting te doen werken. Er zal echter veel meer aandacht door de landbou wers moeten besteed worden aan het inkuilen, zonder dat dit veel extra werk op de boerderij behoeft te vra gen. Hoewel de grasvoortbrengst in vergelijking met het vorig jaar drie maal zo groot is, is in verhouding nauwelijks evenveel gras ingekuild. Uitbreiding van de tarweteelt. De andere gewassen mogen echter onder de graslandverbetering niet te lijden hebben. Tarwe, gerst, haver, aardappelen en vlas moeten minstens gelijk blijven als verleden jaar. De Britse regering verwacht van de boe ren dat er volgend jaar wederom 2.500.000 acres aan de tarweteelt worden besteed. Deze oppervlakte moet tegen 1951 worden opgevoerd tot 2.750.000 acres (1 acre 0,40 ha) Om dit te bereiken zal er ook tar we moeten worden verbouwd in dis tricten, waar vóór de oorlog vrijwel alleen weidèbouw was. Hoe meer tarwe er echter wordt verbouwd, des te meer veevoeder kan ook ter be schikking worden gesteld. Gerst en haver zijn eveneens drin gend nodig, zowel voor menselijk als dierlijk verbruik, mede als vergelding voor de verminderde invoer van vee voeder en omdat de veestapel in om vang is toegenomen. Ook de aardappelverbouw moet op een hoog peil worden behouden. In verband met het voorkomen van het aardappelaaltje (dat de zogenaam de aardappelmoeheid van de grond (Zie vervolg 4t bladzijde le kolom). De Koornb Loem

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1948 | | pagina 1