Arbeid adelt
Rond een redevoering van de Nederlandse
Minister van Landbouw betreffende de
landbouwpolitiek in de Beneluxlanden,
Zaaien is Raaien
Vruchten doen Verzuchten.
LANDBOUWWEEKBLAD
Voor en door de
Landbouwers
AALST 27 NOVEMBER 1948
Verschijnt iederen Zaterdag
27ste JAARGANG Nr 1330
Abonnementsprijs
50 fr. 's jaars.
Bureelen
Zeebergkaai, 5, Aalst
Telefoon Nr 267.
Postcheckr. 1425.93.
Handelsr. Aalst 145.
Orgaan der S. M. REDT U ZELVEN.
Het overnemen van artikelen zonder aanduiding
der bron is streng verboden.
De medewerkers zijn verantwoordelijk
voor hunne bijdragen.
Aankondigingen volgens akkoord.
Einde September j.l. hield de heer
Mansholt, Nederlands Minister van
Landbouw, ter gelegenheid van de
landbouwdag op de tentoonstelling
te Groningen, een rede waarin hij,
benevens de grondbeginselen van de
Nederlandse landbouwpolitiek, ook
de verwezenlijking van de Economi
sche Unie tussen Nederland en de
Beigisch- Luxemburgse Unie behan
delde.
Naar de bladen melden verklaarde
de Minister o.m. wat volgt De
vorming van de economische Unie is
noodzakelijk tot verhoging, van wel
vaart. De Nederlandse landbouw
dient zich evenwel duidelijk te reali
seren dat eventuele maatregelen tot
bescherming in de toekomst slechts
genomen kunnen worden in gemeen
schappelijk overleg met België en
Luxemburg, waar men in tegen
stelling tot Nederland in het ver
leden geen stelsel van ingrijpende
maatregelen ter bescherming van de
landbouw heeft gekend Minister
Mansholt drukte vervolgens de me
ning uit dat het de taak is van de
georganiseerde landbouw in Neder
land, de zusterorganisaties in België
en Luxemburg te wijzen op de nood
zakelijkheid van maatregelen die de
landbouw een zekere mate van be
scherming verschaffen.
Deze verklaring van de Nederland
se Minister vergt commentaar en een
terechtwijzing.
Dat de Belgische Regering tijdens
de crisisjaren 1930-1939 elke bescher
ming aan onze landbouw heeft ont
houden is onjuist, al dient gezegd dat
de vereiste beschermingsmaatregelen
heel dikwijls na harde strijd van onze
landbouworganisaties, waaronder
ook Redt U Zeiven, soms ook laat
tijdig werden bekomen. Doch er was
een grondig verschil tussen het be
schermingsstelsel toegepast in Neder
land en in België.
In Nederland was het stelsel inder
daad heel wat ingrijpender in deze
zin dat de tussenkomst van de Staat
in het bedrijfsleven van de landbouw
merkelijk dieper was dan in België.
Nederland kende de monopolieheffing
hij in- en uitvoer, de verplichte ver
kooporganisatie, de teeltregeling en
de productiebeperking. Hierbij paste
Nederlandse Regering dikwijls,
°m de uitvoer van zijn land- en tuin
bouwproducten te behouden, dum
pingsmaatregelen toe waartegen ook
de Belgische land- en tuinbouw ver-
weermaatregelen moest eisen.
Doch dergelijk stelsel, al heeft de
opgelegde verkooporganisatie wel
licht een gunstige uitslag gehad voor
de verwezenlijking van een behoorlijk
apparaat voor de verkoop der land
en tuinbouwproducten onzer Noor
derburen, bood toch het zware nadeel
van het aan banden leggen der vrije
bedrijfsuitbating voor onze Neder
landse landbouwers en van een voort
durende inmenging van de overheden
in het bedrijfsleven.
België beperkte zich integendeel bij
de contingentering van de invoer, de
toepassing van een invoervergun-
ningsrecht, tarwe- en graanpremiën,
en rechtstreekse steun aan bepaalde
takken van het landbouwbedrijf.
Onze bedrijfsleiders bleven totaal
vrij bij de vaststelling hunner teelten
en de richting van hun bedrijf, zij ble
ven insgelijks verschoond van aller
hande verplichtingen en controle
maatregelen.
Enkel tijdens de oorlogsjaren ken
den zij een stelsel dat gelijkenis ver
toonde met het Nederlandse, inge
volge de eisen gesteld door de be
voorrading van de bevolking. Onze
landbouwers hebben zich nooit kun
nen verzoenen met de toepassing van
dergelijk regime, en waren zeer ge
lukkig enkele tijd na de bevrijding dit
stelsel van dwang en controle gelei
delijk te zien opheffen.
Van belang is overigens niet het
spectaculair karakter van de hulp ge
troffen ten voordele van de landbouw,
doch wel haar financieel resultaat
ten bate van de landbouw.
Welke de geldelijke betekenis was
van de Nederlandse beschermings
maatregelen ten voordele van de
landbouw zou ons echter te veel doen
uitweiden. Een feit staat vast, dat bij
het uitbreken van de jongste oorlog,
de Nederlandse landbouw evenmin
als de Belgische zich in een bevredi
gend welvaartspeil mocht verheugen.
We zouden het zelfs betwijfelen of
de steunmaatregelen getroffen in ons
land tussen de jaren 1930 en 1939,
aan de landbouw bijna niet dezelfde
voordelen onrechtstreeks bezorgde
als de gecombineerde bescherming in
(Zie vervolg onderaan 3' kol.)
Het eerste is een harde waarheid.
Wij boeren weten dat het best. Heb
ben wij ze niet uitgevonden, die
spreuk Voelen wij ze niet aan de
lijve, elk seizoen Zaaien is raaien
of zeg het met andere woordenge
luk hebben, Ons Heer moet mee wil
len, het weer moet meêslaan.... Om
't eveneen boer weet nooit wat zijn
zaaisel, zijn bloeisel, zijn arbeid... zal
opleveren.
Maar Vruchten doen Verzuch
ten is een spreuk die wij niet ken
nen, die wij niet uitgevonden hebben
en die we, willens nillens moeten on
dergaan. Deze spreuk is een product
van de twintigste eeuw
En Zoekt raad
in 't kwaad,
eer 't vergaat we willen
met ons boerenverstand deze spreuk,
die, helaas, heel wat waarheid bevat,
eens onder handen nemen.
Die 't misvalt,
Misbiedt men geernezegt men,
maar tegenwoordig schijnt dat abso-
Nederland.
Intussen kan het feit niet worden
ontkend dat de geestesgesteldheid en
de levenswijze onzer landbouwers
zich veël minder zou aanpassen aan
een dirigisme door de overheid op
gedrongen, dan zulks het geval is bij
de Nederlandse landbouwers.
Wij zijn de mening toegedaan dat
de ontwikkeling en de richting van de
landbouweconomie in ons land veel
meer de taak is van onze vrije land-
bouwverenigingen, hierbij doelmatig
gesteund door een passende land
bouwpolitiek, gevoerd door de open
bare overheid, dan van een recht
streeks ingrijpen dezer overheid.
Wij zijn van oordeel dat onze in
dividualistisch aangelegde land- en
tuinbouwers het moeilijk zouden stel
len met de Nederlandse geleide eco
nomie en met de talrijke verordenin
gen en besluiten die er uit voortsprui
ten. Dit betekent echter geenszins dat
onze boeren geen waardering koe
steren voor de flinke verkooporgani
satie hunner Nederlandse standgeno
ten en voor hunne moderne en weten
schappelijke uitbatingsmethodes.
Onze land- en tuinbouwers zijn
echter de mening toegedaan dat der
gelijke resultaten insgelijks kunnen
bereikt worden door het privaat inia-
tief behoorlijk gesteund door de
Overheid.
luut niet meer waar te zijn. Loon
naar werken is uit de mode.
In onze twintigste eeuw, vier jaar
na een tweede wereldoorlog, waarmee
deze twintigste eeuw reeds gezegend
werd, weet de boer zelfs niet eens of
zijn opbrengst, hoe schoon, hoe schit
terend, hoe overdadig ook, financiëel
zal beloond worden of niet. Hij moet
ook daar naar raaien en afwachten
Vruchten doen Verzuchten!
Mijnheer de Minister, mijnheer de
Vertegenwoordiger des volks, mijn
heer de Staatsambtenaar, al de mijn
heren die in dit land wat te zeggen en
wat te bevelen hebben ik, simpele
boer, richt mij tot U, wat denkt gij
van 't volgende
Ik heb een groot huishouden, kleine
kinderen nog, die wel van zeer jong
nog in 't gareel gespannen worden,
maar die ge geen minuut uit 't oog
moogt verliezen of ze spannen zich
zelf en u uit. Ik heb dees jaar lijk alle
jaren trouwens, me weer een laag
weren bijgewerkt... Mijn aardappelen
stonden om er alle dagen gaan naar
te zien. Mijn schuur ligt vol, ge kunt
de hoop niet overschouwen. Rapers
en raapsters werden betaald, ik zou u
de rekeningen van plantsoen, mest
stoffen en besproeiingen kunnen to
nen. Mijn grond heeft zijn best ae-
daan.
Mijn naaste gebuur is een kleine
hopboer. Ook met een groot huishou
den, allemaal klein kadeeën. Het
schoonste hoppeveld hop op sta
ken van uren in de omtrek moest
ge bij hem gaan zoeken. En nu durf
ik, als boer die geen schrik heeft van
hard werken, dit te beweren wat die
gebuur gewerkt heeft, dag en nacht,
kan ik aan geen mens vertellen, zou
trouwens geen mens willen geloven...
En die prachtige hoppevruchten doen
mijn gebuur verzuchten. Hij heeft ze
nog niet eens kunnen verkopen. De
minderwaardige buitenlandse hop zal
hem wel totaal klein krijgen.
Hoeveel dikke preien gaan er weer
in een bussel De preiboer van uit
mijn buurt is een specialist. Ge moest
eens zien hoe die er zijn werk van
maakt om zijn markt te prepareren
uitsteken, wassen, snijden, inbinden,
wegvoeren, en... er 1 fr. de bussel van
krijgen
(Zie vervolg 4t bladzijde le kolom).
De
ECoornb!
Loem